Rachel Blau DuPlessis The Complete Drafts review

Rachel Blau DuPlessis The Complete Drafts review

The Complete Drafts

  • Auteur: Rachel Blau DuPlessis (Verenigde Staten)
  • Soort boek: gedicht, poëzie
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Coffee House Press
  • Verschijnt: 20 mei 2025
  • Omvang: 984 pagina’s
  • Uitgave: paperbacks
  • Prijs: € 60,95
  • Boek bestellen bij: Amazon 

Brandon Taylor Minor Black Figures review en recensie van Tim Donker

Ha! Wow!

Ja

(ha + wow) dus,

want dit vind ik mooi. Experimenteel dichter Rachel Blau Duplessis schreef tussen 1986 en 2012 114 gedichten (115 als je een ongenummerd gedicht, maar daarover later meer, meetelt), te zien als één “oneindig” gedicht, of 114 (115?) (later, later) pogingen om hetzelfde gedicht te schrijven, of, wellicht, ordinairder misschien, dagboekaantekeningen. Deze “schetsen”; “versies”, of, ah!, “drafts” verschenen overheen de jaren al bij verschillende uitgeverijen maar het altijd sympathieke Coffee House Press heeft alle gedichten verzameld en in twee kloeke boekwerken gebundeld. Beide delen zijn goed voor bijna vijfhonderd bladzijden. Met The complete drafts heeft de liefhebber van experimentele dichtkunst voor bijna 1000 bladzijden poëzie in handen.

Een mens kan diskuteren over wat dit is. Wel. Ja. Dat kan een mens. Meditaties op de aldag, kan iemand zeggen. Of: gevonden vreten. Cutup. Filosofie. Engagement. Is het L=A=N=G=U=A=G=E, is het objectivisme, is het new narrative, of voorbij dat alles? Is het pamflet essay prozagedicht schets aanzet kritiek documentaire getuigenverklaring impressionisme bewustzijnsstroom? Is het hermetisch of is het onderzoekend of is het konkreet? Het is dat alles, mensen, en het is meer, en het is altijd experimenteel, altijd in beweging, altijd vloeiend.

Hoewel “eigenlijk” bedoeld als oneindig, kreeg Blau Duplessis op enig moment de ingeving dat de 114e Draft de laatste moest worden, daar zit een numerologische gedachtegang achter, iets met 19 en delen door of multipleren met zes, ik volg dat niet precies en ik vind het ook niet zo interessant behalve dan dat het deze ingeving is geweest die maakt dat Drafts nu bundelbaar is geworden, in twee boekwerken, en dat is mooi, een heel klein beetje mojer nog was geweest als de beide delen in een kassette waren gekomen, maar dat is iets met slakken en iets met zout, het maakt niet uit, wie Rachel Blau Duplessis wilde volgen in haar Drafts heeft nu iets in handen dat je afgerond kunt noemen, je moet niet meer gans de internet afstruinen om te zien waar al die Drafts zijn verschenen want hier zijn ze, allemaal, alle 114, al speelt de dichter misschien een heel klein beetje vals, want er is één ongenummerde Draft, na nummer 57 en voor nummer 58, hier opgenomen aan het begin van het twede deel, het blauwe boek, en te lezen als een samenvatting, of een herneming zo je wilt, van de eerste 57 Drafts.

De gedichten hierin zijn veelal lang, niet alleen als je het wil lezen als één lang (bijna duizend pagina’s tellend) poëem, maar ook voor wie elke Draft afzonderlijk leest (de dichter moedigt u aan de Drafts is totaal willekeurige volgorde te lezen maar ik vond het het makkelijkst om gewoon te beginnen bij Draft 1 en te eindigen bij Draft 114 – anders ging ik nog moeten bijhouden welke ik had gelezen en welke niet, iets dat niet, zoals u misschien menen zou, evident is, gezien de herhaling van beelden, van zinnen, van thema’s), en hebben de neiging te woekeren, de lezer te overspoelen, dus kiest u maar: houdt u ervan te verzuipen in poëzie of houdt u liever droge voeten? Het laatste soort lezer heeft bij Rachel Blau Duplessis misschien niet zoveel te halen. Maar de eerste soort. Die zwemt. Die gaat kopje onder. Die ziet soms door de woorden het gedicht niet meer. Die wordt meegevoerd naar plekken waar hij nog nooit geweest is. Die komt nooit volledig terug bij zijn oude zelf. En wat kan mojer zijn.

Wat kan mojer zijn dan al die vergezichten waaraan Rachel Blau Duplessis u in razend tempo voorbij laat gaan?

De koralen van willekeurige indrang. De ongerichtheid van gedachten. De grenzen van het zegbare. De grenzen van het uitdrukbare. De grenzen van het be/grijpbare (betekenissen niet voor de grijp).

Of de deixis. Bestaat ook de poëzie daar niet? In alle dingen deiktisch?

Of in Umbrië denken dat watermeloen vertaald kan worden met aqua melone.

Of in dialoog gaan. Met een ruimte? Nee truttemie met de lezer of met Ron Silliman of met des dichters studenten of met Alice Notley of met Charles Bernstein of met de gelijkelijk verbijsterden. Of met Jean-Paul Auxeméry, wie is Jean-Paul Auxeméry, ik dacht aan Armand Schwerner, de zon uit de kabeljauw, noemen we een halve vliegenvleugel kra, leg een kra op de hoorn van deze stier, naar water, zijn prachtige tabletten, zijn die nu al eens een keer in boekvorm verschenen eigenlijk?, en denkend aan Armand Schwerner denk ik aan Gary Snyder, die een stoofpot in de Pinacate-woestijn bereidde. Of aan Nathaniel Tarn. De trage lawine van aarde die valt. Of aan. Tisa Bryant. Of Duriel Harris. Of Dawn Lundy Martin. Of Mark McMorris. Of Julie Ezelle Patton. Of Claudia Rankine. Het einde van het alfabet. Gezwollen clitorissen zwerven door de stad.

Of dat je het hen ziet noemen. Een fotomontage. Ze bouwen dingen. Ze brengen dingen samen. Noem het materie.

Of waar Lacan fallus schreef, het vervangen door het woord dildo.

Of de 52e schets die een midrasj is. Iets Hebreeuws is dat. Onderzoek. Uitleg. Exegese. Peins voor nu een poëem dat staat als een vestzakessay maar loopt als een monoloog. Adorno, dan weet je het wel (Adorno hield niet van jazz). Dat is dweilen met de kraan open. Nach Auschwitz ein Gedicht zu schreiben ist barbarisch. Zegt hij. De oorlog was toen nog maar net gedaan, een mens kan wel verstaan waarom die Adorno aldus sprak. Een mens kan zich afvragen of de houdbaarheidsdatum van deze aanklacht niet allang verstreken is. Ik dacht dat Hans Magnus Einzensberg de kwestie al had afgedaan toen hij zei “Literatuur moet precies deze veroordeling weerstaan, zijnde dat het niet mag toegeven aan cynisme alleen maar doordat het na Auschwitz zou bestaan”; derhalve leek het me al bijna een beetje teveel eer: een “schets” van vijftien bladzijden gewijd aan de efemere woorden van een reeds lang verscheiden literatuurcriticus. Maar ik wist me toch wel enigszins nee nogal nee totaal verpletterd door Draft 52. De specifieke kwetsbaarheid van poëzie is waar DuPlessis over spreekt (dicht? essayeert?) : wat is het aan poëzie dat net dat onder verdenking moet komen te staan omdat het maar blijft bestaan in een wereld die plaats heeft geboden aan de meest onbevattelijke gruwelijkheden? Moet ik het snappen zoals ik Armando’s konsept van het schuldige landschap probeer te snappen – is poëzie dan “landschappelijker” dan film of roman of schilderij, of, hee Adorno, jazz? Of, vraagt DuPlessis zich dan weer af, is het de metaforiek? Iets voorgesteld “als” iets anders? Holocaust is als niets. Onvergelijkbaar. Zou het moeten zijn. Maar had die kerel in dat geval niet beter geschreven: poëzie óver Auschwitz is barbaars? Dacht ik aan Phil Elverum die zichzelf (en de luisteraar) op de plaat die hij over het overlijden van zijn vrouw maakte de vraag stelde of dood wel tot kunst gemaakt mag/kan worden. Kunst, en oorlog, en gespannen voeten, en het denken dat maar niet stopt, ook na vijftien bladzijden niet.

Of een herdersdicht. Pastorale poëzie. Grieks. Keuze. Uitgelezen. Een stervende hond krijgt water uit jouw fles. De kinderen van jouw kinderen zullen deze peren oprapen. Een klllein meisje in de falllische fase, feitelijke verschrijvingen in een essay van Freud over vrouwelijke sexualiteit; freudiaanse verschrijvingen van Freud, de extra l’s, hoe fallisch wil je het hebben?

Of het gesamtnichtswerk. Imperfect vloeiend. Onverbiddelijk gestold.

Of hoe zwaar de doden zijn. Moet poëzie stoppen met rouwen en beginnen met schreeuwen? De taal. Frans is situationeel. Waarbij ik dacht aan. De situationisten. Waarbij ik dacht aan. Het stuurse gezicht van het surrealisme. Waarbij ik dacht aan. Al deze boventaligheid (het italiaans het frans duits het nederlands soms zelfs).

Of massa-observatie. Opgedrongen behoeften. Propaganda. Marktonderzoek. Hebberigheden.

Of gedachten over het herinneren. Het menselijk geheugen wordt als normaal beschouwd als zijn successen worden gelardeerd met momenten van vergeten; selectie(f) (herinneren); samengaan/-vallen (bijvoorbeeld verschillende gebeurtenissen in één herinnering); verstoringen.

Of dat het portaal een elektriek oog heeft. Zoveel is daar dat je kopen kunt. Open je mond en ze hebben jou in hun database.

Of mailart. Ray Johnson (copyleft, u weet) (the tape beatles). Fluxus. Dada. Post als medium, post als kunstwerk, hier, of daar, of elders, tenderend naar visuele poëzie. Stukken. Snippers. Flarden. Bladzijden uit. Bijvoorbeeld een woordenboek (de tee van tongue) (tongue in cheek) (tongue in elders). De overheersing van lijnen was een internationaal fenomeen.

Of verouderde natuurkundige stelsels. Dat heeft iets te maken met dimensies, geloof ik, en energie (maar wat doe ik weten? ik heb op de mavo natuurkunde zo snel mogelijk laten vallen. ik denk dat ik het nu best interessant zou vinden. maar toen ik 14 was vond ik dat niet). Misschien is wat een schrijver doet wel energie samenballen. Of alles stollen tot symbolen. Woorden. Of. Hoe het hier, in deze schets, feitelijk een dialoog is tussen de dichter en haar pen om te ontdekken wat schrijven is. Wat creativiteit. Wat inspiratie is. Misschien is het een slang die ver uit zijn leefgebied geraakt onder een geparkeerde auto terechtgekomen is, en daar onderuit gelokt moet worden om de ongelijke strijd met zijn verdelger aan te gaan. Maar misschien ook wel. Is het een horloge met de hebbelijkheid stil te blijven staan iedere keer als er een beetje vuil onder één van de wijzers komt. Dat je dan driftig je arm moet heen en weer bewegen om het horloge weer gaande te krijgen. En hoe je dan iedere keer weer je arm stoot tegen je schrijftafel. De vrouw van wie je het horloge gehad hebt, is inmiddels dood.

Of. Kan ook. Een poppenopera. Zijnde. Een kunstwerk dat Marcel Duchamp voornemens was te maken. Een vrouwfiguur aan touwen, opgehangen. Dat zou je een marionet kunnen noemen. En. Iets met scharnieren ook. Ik heb geen idee, mensen, of hij, die Macel, die Duchamp, dit kunstwerk ook effectief gemaakt heeft, maar er was sprake van in die doos van hem, de groene doos geloof ik, ofzo, weet ik het, ik ben geen groot kenner van zijn werk. Maar de opgehangen vrouw gaat in DuPlessis’ fantasie een dialoog aan met een andere pop, een mannelijke, over gehangen zijn en over touwen en over scharnieren en over namen en over deuren en over immobiliteit en flexibiliteit en drajen en open en dicht, en het is alles filosofisch en het is alles humoristisch en het is alles activistisch en dat is dan het hele podium. De hele machinerie.

Of dit zal zijn, en dit is geweest.

Of hoe met woorden de wereld meer is dan wat het geval is (alles bestaat. behalve de wereld).

Of de dingen die de dichter had willen doen. Of had willen zeggen. Lijstjes maken. De helft van de woorden wissen. Elke dag schetsen maken. Dinggedicht correct spellen. Een biografie van obscure dingen schrijven. Opmerken hoe het poëem altijd in beweging is. Het soort van schoonheid creëren dat nooit mooi is op een niet-gewilde manier. Meer vragen stellen. Van gedachten veranderen. Jezelf verrassen. En dan terugkijken. Wat heb je geleerd? Hoe weinig metaal er maar voor nodig is om je te doden.

Of een alfabet. Wel. Een alfabet van papier, van karton, van draad. Abecedarium, visuele poëzie, zieteratuur (zegt iemand). De zichtbaarheid van het gedicht. Een sonore glans. Ding is gedicht, gedicht is ding, ding is lied (brot was pain) (b was p); ergens tussen (tussen recto en verso) (versie) (tussen even en on), bijvoorbeeld tekst en beeld (spreken sprak van spreken) (alzo sprak Nathaniel Mackey) (van het beginloze boek) (hier het eindeloze poëem) (paradigma. grammatica. babel.) (gebroken cymbalen) (symbolen) (hoge vloed) (wat breekt) (de ochtend breekt) (er is nu) (er is open); of taal en teken (taalteken) (betekenend vlak, betekend vlak) (de dichter tekent hier de taal) (gouden trompetten van de zon-heid) (er bestaat geen poëzie zonder beelden) (literatuur is geheugen en kode) (de zin rekt zich uit werk beeld in de vorm van scherven) (een leegte vormt en tekent zich) (de taal moet zeggen in een zucht dat het bot van de zee) (beelden die woorden oproepen woorden die weer beelden oproepen), en hoe dan van daaruit een taal ontstaat die duizelingwekkend over zichzelf hangt in de vorm van wonderschone beelden – t zijn hier misschien mogelijkerwijs allicht (bijwoorden van twijfel) de mooiste bladzijden in The complete drafts.

Of het onmogelijke gebaar. Of de calculi de tumuli de cumuli. Of huis boek mok raam dochter honden bureau Apple. Of sneeuw, vallend. Of het ikgeheten ding. Of Cyprus, verdeeld. Of de niet-A. Of zwart gat. Of de elkedag. Of het elders. Of Gelassenheit ja/nee. Of honderd runderen in het oude Griekenland. Of de motor van gedachten. Of pi of plaats of plastiek. Of poëzie. Of qwerty. Of het onzegbare. Of hypertekst. Of het onophoudelijke heropenen van het boek. Of de talloze connotaties van eindes, en het spectrum van bijbehorende fenomenen. Of de letter, imploderend in de tekst. Of gestopt, maar niet compleet. Of de is en het het, en eens te meer de kruising.

Of hoe ik denk aan de anti-kamer (zou Rachel Blau DuPlessis Yannis Kyriakides kennen?).

Of hoe ik daar zit, in leesstoel, met het  blauwe twede deel uitgelezen op mijn schoot (het eerste deel licht daar al, in een hoekje, op de secretaire), en denk aan alle werelden die Rachel Blau DuPlessis met haar poëzie in mijn lijf en in mijn leven heeft gezet. Ja. Het eindeloze poëem is tot een halt gekomen. In de 114e schets stond de terminus. Het was een lange reis, en nog was het niet lang genoeg. In mijn hoofd gaat het altijd verder. Dat is hoe eindeloze dichtwerken nooit tot een echt einde komen.

Flaptekst van het boek van dichteres Rachel Blau DuPlessis

From experimental poet Rachel Blau DuPlessis comes a major work over three decades in the making: a long poem addressing the intimate and dynamic nature of poetry, culture, and life.

The Complete Drafts comprises 114 endlessly innovative cantos engaging the poet’s life and our times. Saturated with polyphonic responses to the historical and artistic sweep of the 20th and 21st centuries, all emotions are double and conflicting: wonder and bedazzlement at the world alongside grief for what we have made of it.

Transcendent and ethically inquisitive at once, The Complete Drafts is an urgent contemporary long poem of hope, critique, resistance, and melos.

Rachel Blau DuPlessis is born December 14, 1941 in Brooklyn, New York. She a poet, scholar, critic, and collagist. Her work includes the notable long poem Drafts (1986-2012), related historical-serial books such as Daykeeping (2023), and collage poems. As a poet-critic she has written extensively on gender, modern and contemporary poetry, and both feminist and objectivist poetics, with special attention to H.D., Mina Loy, Lorine Niedecker, Barbara Guest, and George Oppen.

Bijpassende boeken