Tag archieven: muziekboek

Peter Sijnke & Marcel Koopman – Psychedelica

Peter Sijnke & Marcel Koopman Psychedelica recensie en informatie boek over bands die het bewustzijn verruimen. Op 15 april 2025 verschijnt bij uitgeverij Noordboek – Van Gorcum het muziekboek over psychedelische bands, geschreven door Peter Sijnke en Marcel Koopman. Hier lees je informatie over de inhoud van het muziekboek, de auteurs en over de uitgave.

Peter Sijnke & Marcel Koopman Psychedelica recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking en recensie verschijnt van Psychedelica, het boek over bands die het bewustzijn verruimen, geschreven door Peter Sijnke en Marcel Koopman, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Peter Sijnke & Marcel Koopman Psychedelica

Psychedelica

Bands die het bewustzijn verruimen

  • Auteurs: Peter Sijnke, Marcel Koopman (Nederland)
  • Soort boek: muziekboek
  • Uitgever: Noordboek – Van Gorcum
  • Verschijnt: 15 april 2025
  • Omvang: 208 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 24,90
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst boek over psychedelische muziek

In de jaren zestig begon een aantal bands met het maken van ‘onaardse muziek’. Deze muziek creëerde een opening in de menselijke psyche, al dan niet geholpen door diepgravende teksten, geluidseffecten en LSD. Wat hield die psychedelica eigenlijk in? In Psychedelica komen minder bekende en vooral miskende bands uit de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Nederland aan de orde.

Over bekende Amerikaanse hippiebands als Jefferson Airplane, Grateful Dead en Country Joe and the Fish is al veel geschreven. Maar Pearls Before Swine en ten onrechte vergeten bands als Beacon Street Union, Clear Light, The Fallen Angels en Ill Wind krijgen hier de aandacht die ze verdienen. Bij Britse psychedelica denk je gelijk aan The Beatles, Pink Floyd en Soft Machine. Maar ken je ook Rainbow Ffolly, Galliard, en July? En ook Nederland en Vlaanderen hadden een eigen psychedelische scene, met bands als Dragonfly, Group 1850 en The Zipps.

In het slothoofdstuk blijkt dat de psychedelische muziek nog steeds springlevend is.

Bijpassen boeken

Tim Treffers – Polderpower vrouwen in de Nederpop

Tim Treffers Polderpower vrouwen in de Nederpop recensie en informatie van de inhoud van het muziekboek. Op 15 april 2025 verschijnt bij uitgeverij Noordboek Van Gorcum het boek over vrouwen in de Nederlandse popmuziek, geschreven door Tim Treffers.

Tim Treffers Polderpower vrouwen in de Nederpop recensie en informatie

Als er in de media de boekbespreking of recensie verschijnt van het boek Polderpowerm vrouwen in de Nederpop, geschreven door Tim Treffers, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Tim Treffers Polderpower vrouwen in de Nederpop

Polderpower

Vrouwen in de Nederpop

  • Auteur: Tim Treffers (Nederland)
  • Soort boek: muziekboek
  • Uitgever: Noordboek – Van Gorcum
  • Verschijnt: 15 april 2025
  • Omvang: 320 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 29,90
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Tim Treffers Polderpower vrouwen in de Nederpop recensie en informatie

Als er in de media de boekbespreking of recensie verschijnt van het boek Polderpowerm vrouwen in de Nederpop, geschreven door Tim Treffers, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Flaptekst boek over vrouwen in de Nederlandse popmuziek

Bijna vijftig Nederlandse zangeressen uit ruim 65 jaar Nederpop vertellen in Polderpower openhartig over hun dromen, ontdekt worden, succes, dat zien te behouden, concessies doen, (over)leven in een mannenwereld en grensoverschrijdend gedrag. Voorzien van de nodige historische context en met medewerking van tal van topfotografen is dit een rijk geïllustreerde ode aan al die sterke vrouwen die koste wat kost het podium beklommen om te zingen en gehoord te worden.

Met medewerking van onder anderen Imca Marina, Bonnie St. Claire, Lenny Kuhr, Anita Meyer, Angela Groothuizen, Mathilde Santing, Frédérique Spigt, Lois Lane, Anita Doth, Trijntje Oosterhuis, Edsilia Rombley, Ellen ten Damme, Hind, Do, Berget Lewis, Roxeanne Hazes, Numidia El Morabet en Tabitha.

Tim Treffers is geboren in 1988. Hij is journalist, muzikant en Nederpopkenner. Als zanger brak hij door in Japan, waar hij op tour ging en voor P-Vine Records drie albums opnam. Voor AVROTROS en NPO Radio 2 maakte hij met Carolien Borgers de podcastserie De Nederpopcast.

Bijpassen boeken

Job Hulsman & Ricardo McDougal – Mijn eigen wereld

Job Hulsman & Ricardo McDougal Mijn eigen wereld recensie en informatie memoir en boek over het gefreakte leven van Phreako Rico. Op 8 april 2025 verschijnt bij Uitgeverij Ambo | Anthos het boek met het verhaal van Ricardo ‘Rico’ McDougal, bekend van de rapformatie Opgezwolle, geschreven door Job Hulsman. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteurs en over de uitgave.

Job Hulsman & Ricardo McDougal Mijn eigen wereld recensie

  • “Rico neemt, net als ik, meer tot zich dan goed voor hem is. Mede daardoor schrijft hij van die mooie teksten. Maar als je niet geleerd hebt dat te reguleren wordt het een probleem.” (Typhoon)

Job Hulsman & Ricardo McDougal Mijn eigen wereld

Mijn eigen wereld

Het gefreakte leven van Phreako Rico

  • Auteurs: Job Hulsman, Ricardo McDougal (Nederland)
  • Soort boek: memoir, muziekboek
  • Uitgever: Ambo | Anthos
  • Verschijnt: 8 april 2025
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 11,99
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst boek over de rapper en hiphopartiest Phreako Rico

Mijn eigen wereld is het verhaal van Ricardo ‘Rico’ McDougal, bekend van de rapformatie Opgezwolle. Hij gunt de lezer een unieke inkijk in de vroege Nederlandse hiphopscene en bovenal in het leven van een artiest die gebukt gaat onder zijn verslaving.

Als opkomende rapper raakt Rico verslaafd aan drank en drugs. In 2004 laat hij zich voor het eerst opnemen in een afkickkliniek, waar hij na drie weken vertrekt. ‘Het werk was gedaan, daar was ik echt van overtuigd. Ik voelde me on top of the world,’ vertelt hij nu. Twintig jaar later en vijf rehabs verder.

Rico geeft aan schrijver Job Hulsman alles bloot: de highs tijdens optredens, de lows op slechte dagen, de ervaringen in de kliniek, het contact met diehard fans – die de liefde voor hiphop inmiddels doorgeven aan hun kinderen – en zijn stappen richting het maken van nieuwe muziek.

Mijn eigen wereld is een aangrijpend portret van een succesvolle artiest die achter de schermen een eenzame strijd levert. Job Hulsman volgde Rico gedurende twee jaar.

Ricardo ‘Rico’ McDougal is geboren in 1977 in Harderwijk. Hij is rapper. Hij is bekend van de rapformatie Opgezwolle en maakte meerdere albums, zowel in samenwerking als solo.

Job Hulsman is geboren in 1991. Hij is schrijver van boeken, verhalen en portretten. In 2021 verscheen van zijn hand Tot op de dag, over mensenrechtenactivist Mardjan Seighali. Hij interviewde in het verleden talloze Nederlandse rappers, onder wie Typhoon, Kraantje Pappie en Hef. Voor Mijn eigen wereld volgde hij Rico gedurende twee jaar.

Bijpassende boeken en informatie

Patrick Tilon – Rudeboy Inside outsider

Patrick Tilon Rudeboy Inside outsider recensie en informatie autobiografie van de zanger van Urban Dance Squad. Op 27 maart 2025 verschijnt bij uitgeverij Inside het boek van Patrick Tilson de zanger van de band Urban Dance Squad. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Patrick Tilon Rudeboy Inside outsider recensie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van Rudeboy: Inside outsider, het boek geschreven door Patrick Tilon de zanger van Urban Dance Squad, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Patrick Tilon Rudeboy Inside outsider

Rudeboy

Inside outsider

  • Auteur: Patrick Tilon (Nederland)
  • Soort boek: autobiografie, muziekboek
  • Uitgever: Inside
  • Verschijnt: 27 maart 2025
  • Omvang: 552 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 26,99 / € 11,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de autobiografie van Rudeboy Remington

Inside Outsider is het verhaal van Patrick Tilon, beter bekend als Rudeboy Remington, ooit frontman van de meest roemruchte live band van Nederland: The Urban Dance Squad.

In deze openhartige autobiografie neemt hij de lezer mee naar zijn jeugd in Suriname en de Bijlmer, naar de grote en kleine podia in binnen- en buitenland en naar de mensen en gebeurtenissen die zijn leven hebben gevormd.

In een onverbloemde stijl vertelt hij over zijn zoektocht in het leven, over het succes, de verleidingen en de avonturen die horen bij het muzikantenbestaan, maar ook over de worstelingen, de ruzies en de eenzaamheid.

Inside Outsider gaat over roem, identiteit, muziek, vriendschap, discriminatie, creativiteit en over hoe zelfs de grootste successen hem niet kunnen verlossen van het gevoel dat hij de eeuwige buitenstaander is.

Patrick Tilon wordt geboren is in 1964 geboren in Suriname en verhuist in zijn jeugd naar Nederland. Al heel jong raakt hij in de ban van muziek. Zijn grote doorbraak is als de leadsinger Rudeboy Remington van Urban Dance Squad. Daarnaast werkt hij samen met Junkie XL en onlangs tourde hij door de Benelux met de leden van Fun Lovin’ Criminals.

Bijpassende boeken en informatie

Arthur van Dijk – Een lied dat niet sterven zal Willem Pijper biografie

Arthur van Dijk Een lied dat niet sterven zal Willem Pijper biografie recensie en informatie over de inhoud. Op 4 april 2025 verschijnt als deel 49 in de reeks Open domein van uitgeverij De Arbeiderspers de biografie van de Nederlandse componist Willem Pijper, geschreven door Arthur van Dijk. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Arthur van Dijk Een lied dat niet sterven zal Willem Pijper biografie recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van de biografie van de Nederlandse klassieke componist Willem Pijper, Een lied dat niet sterven zal, geschreven door Arthur van Dijks, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Arthur van Dijk Een lied dat niet sterven zal Willem Pijper biografie

Een lied dat niet sterven zal

Het rusteloze leven van Willem Pijper (1894-1947)

  • Auteur: Arthur van Dijk (Nederland)
  • Soort boek: biografie, muziekboek
  • Uitgever: De Arbeiderspers, Open domein 49
  • Verschijnt: 4 april 2025
  • Omvang: 536 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 39,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de biografie van componist Willem Pijper

De biografie van componist Willem Pijper. Het korte, heftige, productieve leven van een van de belangrijkste Nederlandse kunstenaars uit de 20e eeuw.

Nadat Reinbert de Leeuw namens de Notenkrakers in 1966 plotseling de vloer met hem had aangeveegd, wijzigde het beeld van Willem Pijper (1894-1947) als onaantastbare figuur met internationale renommée als componist. Vanaf dat moment werd hij decennialang gezien als een overschatte figuur die vernieuwingen in het muziekleven had tegengehouden. Dat beeld is allang weer bijgesteld en het is hoog tijd voor een grondiger inzicht in het leven van deze complexe persoonlijkheid, die door Vestdijk ook werd beschouwd als een letterkundige en door Marsman als een haremhouder. Deze biografie duikt in het diepe.

Arthur van Dijk is geboren in 1956. Hij ontfermt zich sinds zijn studie letteren en muziekwetenschap over de nalatenschap van Willem Pijper. Hij bezorgde Het papieren gevaar (Pijpers verzameld kritisch proza, 2011) en In het licht van de eeuwigheid (Privé-domein), een bloemlezing uit Pijpers brieven.

Bijpassende boeken en informatie

De Jeugd van Tegenwoordig – Tekstboek Jeugd

De Jeugd van Tegenwoordig Tekstboek Jeugd recensie en informatie van het boek met alle songteksten van de band. Op 11 maart 2025 verschijnt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar het boek met alle songteksten van De Jeugd van Tegenwoordig. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteurs en over de uitgave.

De Jeugd van Tegenwoordig Tekstboek Jeugd recensie en informatie

  • De muzikale variatie en het meesterlijke taalmisbruik van De Jeugd Van Tegenwoordig laten je duizelen.” (de Volkskrant, ∗∗∗∗)

De Jeugd van Tegenwoordig Tekstboek Jeugd

Tekstboek Jeugd

  • Auteur: De Jeugd van Tegenwoordig (Nederland)
  • Soort boek: muziekboek, songteksten
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 11 maart 2025
  • Omvang: 192 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 20,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek van De Jeugd van Tegenwoordig

In 2025 bestaat De Jeugd Van Tegenwoordig twintig jaar. Ter ere van dit jubileum verschijnt in maart Tekstboek Jeugd, een complete bundeling van alle songteksten van de groep tot nu toe. De invloed van De Jeugd op de Nederlandse taal en muziek is onmiskenbaar, hun teksten zijn uitgegroeid tot een cultureel fenomeen.

De bundel volgt op het in 2011 verschenen Handboek der Jeugd en bevat nu álle teksten, van debuutalbum Parels voor de zwijnen tot hun meest recente werk Moderne Manieren. Met hun unieke taalgebruik worden Faberyayo, Vjèze Fur, Willie Wartaal en producer Bas Bron vaak gezien als genre overstijgende taalvernieuwers. De carrière van De Jeugd begon in 2005 met de nummer-1 hit ‘Watskeburt?!’ en sindsdien wordt de groep gezien als een van de meest vernieuwende en invloedrijke acts in de Nederlandstalige muziek.

Naast de publicatie van Tekstboek Jeugd viert De Jeugd Van Tegenwoordig hun twintigjarig bestaan met grootse jubileumconcerten in de Ziggo Dome op 2, 3 en 4 oktober 2025 en in de Lotto Arena op 14 november 2025.

Bijpassende boeken

Roel Smit – Margriet Eshuijs biografie

Roel Smit Margriet Eshuijs biografie recensie en informatie boek over haar leven als muzikale roadtrip. Op 21 maart 2025 verschijnt bij uitgeverij Noordboek Van Gorcum het boek over zangeres Margriet Eshuijs. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de zangeres, de auteur en over de uitgave.

Roel Smit Margriet Eshuijs biografie recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van Margriet Eshuijs, Haar leven als muzikale roadtrip, geschreven door Roel Smit, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Roel Smit Margriet Eshuijs biografie

Margriet Eshuijs

Haar leven als muzikale roadtrip

  • Auteur: Roel Smit (Nederland)
  • Soort boek: biografie, muziekboek
  • Uitgever: Noordboek / Van Gorcum
  • Verschijnt: 21 maart 2025
  • Omvang: 400 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 34,90
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de biografie van zangeres Margriet Eshuijs

In deze biografie neemt roadmanager Roel Smit ons mee op een roadtrip – bus in bus uit – door het bewogen leven van Margriet Eshuijs. Vanuit haar geboorteplaats Zaandam voert de reis langs talloze podia en radio- en tv-studio’s.

Nadat drummer Henny Huisman Margriet vraagt om bij de groep Lucifer te komen, bloeit een relatie op tussen Eshuijs en de bassist van de band. In 1975 breekt Lucifer door met de grote hit House For Sale. Als de groep twee jaar later uiteenvalt, gaat Eshuijs door met de Margriet Eshuijs Band. Ze bespeelt 25 jaar lang de Nederlandse theaters en eindigt met het Margriet Eshuijs Popkoor.

Reis mee op deze roadtrip en volg de muzikale carrière van deze Zaanse zangeres, met alle hoogte- en dieptepunten: succes, tegenslag, huwelijk, liefde en eenzaamheid.

Roel Smit is geboren in 1955. Hij schrijft over muziek, met name over die van de jaren zeventig, waarin hij opgroeide. Hij was roadmanager bij Lucifer en een goede vriend van Margriet Eshuijs.

Bijpassende boeken

Marcus Clayton – Ponk

Marcus Clayton Ponk review, recensie en informatie van een en punkrock-antimemoire verteld door de ogen van een biraciale Afrolatino punk-academicus. Op 18 februari 2025 verschijnt bij Nightboat Books het boek ¡PÓNK! van de Amerikaanse dichter en schrijver Macrus Clayton. Hier lees je informatie van de inhoud van het boek, de auteur en de uitgave. Een Nederlandse vertaling is niet verkrijgbaar.

Marcus Clayton Ponk recensie van Tim Donker

En dan:

silencio

En dan:

música

En dan:

de stemmen, de steerjoo, iemand vraagt ¿dónde estabas tú en el 77?, iemand doet de doos aan en het is alsof punk nooit gebeurd is, en God is dood en Vos is dood en punk is dood en wij leven nog, het is bijna zomer, alles stroomt, alles kijkt, alles staat klaar, de dingen gingen en de dingen gingen naar Llanera om ons huis te zien & de ochtend opeens wat witter, langsheen de stalen binnendeuren begint Baby Bird over gelukkig doodgaan, het herinnert aan een weekendje dat toen en toen was, hoe ver is toen, hoe ver is nu, nu is hier, is vlakbij, is waar ik een broodje met rosbief beleg, ik maak er een italiaanse van want de rosbief is tajer dan ik van deze slager gewend ben, dus wat oude kaas erover raspen & wat knoflookolie & wat kruiden en broodje even laten staan voor de koffij, nu de koffij, twee keer opschenken & het eerste kopje eruit halen, pas na het eerste kopje kaneel toevoegen aan het filter, pas na twee keer opschenken kaneel toevoegen aan het filter, waarom dan pas, ik weet niet, dat is gewoon zo, je moet iedereen zijn neuroses gunnen, op momenten als dit mist t schrijverken dregke het meest, t schrijverken mist dregke altijd, t schrijverken mist dregke veel maar nooit meer dan op momenten als deze, muziek, literatuur, brood, spelen, dan stilte, dan is het tijd voor The Wild Classical Music Ensemble, en je denkt hoe ¡pónk! zou Marcus Clayton The Wild Classical Music Ensemble vinden?

Wat is ¡pónk!, u vraagt?

¡Pónk! is een boek, ik zeg, en ¡pónk! is mjoeziek ik verderzegmeer.

¡pónk! is de tonk nee de bonk of de vonk van slechtbrein koptieke tijden de tronk ter stond van transglobaal ondergrond of de droom van honderd naties of onkruideter misschien traagleven of snelweg een drie die ook een een kon zijn wat werd wat bekwam van de zonk van de dronk of de junk zo erg funk ja punk als fuck geweten door het hart de ogentroost de dood en bloei de evenmens ons tijd torens modder adem oosten heilige ravioli in een drugsvrije zone technocratische chinese griep de in radikaalste zin bevrijde punk van de Zwarte jongens en de bruine jongens en de meisjes en de vrouwen en de Aziaten en de trans en de bi en de homo’s en de lesbo’s en de armen en iedereen bevroren in de marge. ¡pónk! is de punk van Los Saicos. Waarin immer doorwortelt de wortels van de psychobilly (u dacht aan andere wortels, niet?). De punk van The Bags. Van The Linda Lindas. Van Bikini Kill. Maar evengoed de punk van Marvin Gaye of Prince. In ¡pónk! hoeft de gitaar niet leidend te zijn. De houding. De idee. De luidheid van de houding, en van de idee. Meer punk dan ¡ponk! wordt het niet, zeker niet als ver als de witte punk gaat. De witte punk die ziek werd van zijn eigen oi. O. Het begon goed. In eerste instantie wilde oi punk alleen maar democratiseren. Er heeft, niettegenstaande alle anarchie, altijd iets elitairs gekleefd aan punk; het waren veelal witte mannen uit de gegoede burgerij die punk maakten, en zongen over sociale ongelijkheid. Oi wou een punk voor het volk. Cockney Rejects. Angelic Upstairs. Sham 69. Maar met Skrewdriver kreeg oi een uiterst onfrisse wending. De boze oompjes. Dat krijg je als je dingen naar het volk brengt. Want het volk is altijd boos. Op alles dat het niet begrijpt, op alles dat niet goed genoeg lijkt op het volk is het volk boos. Vijandig. Bekrompen. Onverdraagzaam. Voor de witte punks kan alleen Minor Threat punk zijn. Schuldig aan wit zijn. Schuldig aan gelijk hebben (oke dat werkt alleen in het Engels). Voor de witte punks kan alleen FEAR punk zijn (maar eerlijk is eerlijk, Clayton, FEAR is niet halfslecht) (Scott Thunes heeft bij FEAR gespeeld) (voorwaar, ik zeg u). Witte punks zeggen: punk is Sex Pistols. Maar ¡pónk! zegt: Sex Pistols gaat niet over muziek, en nog minder over punk, Sex Pistols gaat over mode, Sex Pistols was een godverdomd boybandje! (de nagel op de kop, Clayton, de nagel op de kop) (maar niet alle pijlen op Lydon me peinst, PIL was al veel beter dan Sex Pistols, PIL was punk en misschien zelfs wel bijna ¡pónk!)(en ik heb wel eens beelden gezien waaruit bleek dat Lydon een ongelooflijk aardige gast is) (ach hij had mij al toen hij die bolle van de wereld draait door afbekte vanwege zijn stomme onkundige domme gelul).

Dus ja. ¡Pónk! is, u snapt, een muziekboek. Hoofdpersoon Moose is gitarist in de ¡pónk!-band Pipebomb! En dus gaat veel van dit boek over gedoe in repetitieruimtes, over optredens, over hoe het is om in kleine zaaltjes te spelen, een optreden voor voornamelijk witte punks die liever Agnostic Front hadden gezien, die klojo’s van Pipebomb! spelen te langzaam, als een soort pseudo-Fugazi ofzo, de gitarist draagt een shirt met bloemen erop, bloemen!, god betere het, dat is niet punk, een moeizame, eerder gewelddadige moshpit. Drummer Id y Yacht scheldt het publiek uit voor posers (wie was het weer die vanaf het podium riep Bring me a dead poser!, waarop, zo gaat toch het verhaal, heel het publiek als één man de zaal uit rende op zoek naar posers die ze konden kielhalen, was dat Paul Baloff?) (leeft Paul Baloff nog?) (leeft die poser nog?). Maar evengoed de geslaagde konserten, de lof, en de bijna lieve moshpits. Het mooist, echter, vond ik een scéne waarin Pipebomb! zich vlak voor een optreden aan het inspelen is. Het publiek is er nog niet. Dat publiek. Met zijn houdinkjes zijn posetjes zijn meninkjes zijn ideetjes. Bij afwezigheid van dat alles kan de muziek vrijelijk stromen. Zonder één man publiek verzorgt Pipebomb! een fenomenaal optreden. De muziek is overal. In de speakers, daarbuiten, daarboven, daaronder. Muziek als roes. De allerhoogste. De helende kracht van het universum. Als Albert Ayler ooit zei. In slechts enkele, maar zeer briljante, regels beschrijft Clayton hoe het (denk ik) is om muziek te maken, deelachtig zijn aan die ene dimensie die de luisteraar nooit kan ervaren: tegelijk zender en ontvanger te zijn. De roes creëren én hem ondergaan. Mojer dan dit is er zelden over muziek geschreven. Want je voelt het. De lezer voelt het. De lezer voelt dan en daar de mjoeziek uit zijn vingertoppen stromen en dan weet je dat de schrijver een magiër is.

Ook als het niet over Pipebomb! gaat, gaat ¡Pónk! over muziek. Moose is niet alleen muzikant maar ook academicus. Als professor geeft hij les in Engelse compositie. Tijdens een college geeft hij studenten de opdracht om te luisteren naar de liedjes die hij op zet om dan, als thesis, zo onderbouwd mogelijk, te formuleren wat er goed of slecht aan is. Moose laat Tourettes voorbij komen. Van Nirvana’s zwanenzang In Utero. Een plaat velen malen beter dan Nevermind naar toch nog altijd een zwaar overschatte band, dat Nirvana (als The Sex Pistols) (en ja, zeker ook Boele, als The Beatles) (meent gij nu echt dat The Beatles alles vanaf kras maakten?). Een student reageert op clichématige, voordehandliggende manier op het lied, een andere student maakt veel doordachtere opmerkingen. En dan vooral de gedachten die die eerste student aanjoeg bij Moose! Ik lachte de vroege ochtend -het was nog maar kwart na zes- aan flarden. Ofnee. Dat is niet waar. Ik grinnikte een paar krasjes op een knisperverse ochtend. Dat wel. Want niet alleen de mjoeziek. Ohnee. Ook de humor.

En.

Alles waarin ¡Pónk! méér is dan een muziekboek. Deze roman gaat ook over de even onuitroeibare als diepmenselijke neiging alles altijd maar te willen klasseren. De muur waar Pipebomb! veelal tegenaan loopt: is hun muziek wel punk genoeg? Is hun kleding wel punk genoeg? Is hun alles wel punk genoeg? U weet wel hoe dat gaat. Wees iets te scheutig met een element of twee en voor je het weet hoor je ineens in een gans ander genre thuis. Verdoemd de punker die zich te buiten gaat aan grindcore, dan speelt hij toch echt powerviolence! (maar ach, probeer maar eens iets tegen Charles Bronson te hebben!) (de band, niet het filmpersonage). Pipebomb! wordt, bijvoorbeeld, geboekt voor een QTPOC-festival (misschien ben ik een wereldvreemde dwaas, maar ik moest dat opzoeken, het betekent Queer and Trans People of Colour) maar niemand in de band is Q of T, en slechts twee bandleden zijn POC. In welke hokjes wordt de band gepropt, in welke hokjes wil de band beslist niet gepropt? Ook in zijn persoonlijke leven worstelt Moose met dit soort vragen. Zijn moeder is Costaricaans; zijn vader is Zwart, en hiermee staat het hoogleraarschap van Moose op de universiteit goed op de diversiteitslijst. En kan hij de lesstof misschien wat “ontkoloniseren”. Maar waar staat hij als persoon? En als hij naar een hogergeplaatste stapt omdat een student, een nazi, een aardige gast eigenlijk wel, die nazi, een essay geschreven heeft waarin echt verschrikkelijke dingen over Mexicanen staan, is het commentaar slechts een lauw “ach dit is maar een ruwe versie, met wat herzieningen betert dat wel”. En hoe kan hij, Moose, zelf eigenlijk die superwitte academiese wereld verenigen met zijn ¡ponk!-hart en zijn half Costaricaanse, half Zwarte achtergrond? En is hij voor de familie van zijn moeder eigenlijk nog wel Costaricaans genoeg? En hoe met al die agenten in de familie, een nicht begint zelfs een “blue lifes matter”-beweging, en daar komt Moose opdraven, op een familiefeestje waar het dus stikt van de agenten, met zijn punky ACAB-speldje (misschien ben ik een wereldvreemde dwaas, maar ik moest dat opzoeken, het betekent All Cops Are Bastards). Moose’s vriendin, Turtledove, ineens academicus, kent gelijke worstelingen. Grappig, op een wat wrange manier dan, is de scene waarin ze een lezing houdt die onophoudelijk wordt verstoord door een vent met een MAGA-petje (misschien ben ik een wereldvreemde dwaas, maar ik moest dat opzoeken, het betekent Make America Great Again, het is zo’n achterlijk Trump-petje), uiteindelijk loopt Turtledove boos de zaal uit, rukt het MAGA-petje van die vent zijn kop, loopt ermee de straat op, werpt het in de zee maar bedenkt zich even later dat dat niet strookt met haar milieubewuste uitgangspunten; in een poging in een tamelijk woeste zee het petje op te vissen, verliest ze haar spijkerjas – de pet is gered maar uiteindelijk is er veel meer vervuilend materiaal in de zee achtergebleven.

“To be othered”, is een belangrijk thema in dit boek. Is daar een goede Nederlandse term voor? Geanderd worden, nee ik hou het voorlopig op “tot de Ander” gemaakt worden. Er is altijd wel een groep die zich het recht toe eigent aan te wijzen wie de “Anderen” zijn. Die “Anderen” kunnen er alleen maar zijn als er een maatstaf is; de groep die zichzelf tot maat neemt. Wij. Ons. Er zijn er die bij ons mogen horen, en er zijn er die niet bij ons mogen horen. Het gepolitiekiseerde ons; de gepolitiekiseerde “Ander”. De gemarginaliseerden. De afgewezenen. Degenen die niet zijn als alle anderen, en daarmee de radikale “Andere” zijn. Omdat je afkomst anders is, je denkkaders anders zijn, en je punk zo anders is dat het prompt ¡pónk! geworden is.

Niet alleen de personages, ook het boek zelve laat zich lastig kaderen. Is het autofictie? Marcus Clayton heeft een moeder die uit Costa Rica komt, en zijn vader is Zwart. Marcus Clayton geeft les. (ben jij borg nu?) (hij heeft je waarschijnlijk geblokkeerd op soosjale media) (hij haat augurken al bijna net zo erg als hij Taylor Swift haat). Marcus Clayton speelt in een punkband, p’don, in een ¡pónk!band, niet Pipebomb! (ik ken een band die This Bike Is A Pipe Bomb heet) maar tudors. Marcus Clayton schrijft over dingen die bestaan. Agenten bestaan, Tinder bestaat, universiteiten bestaan, de oceaan bestaat. Hoeveel Clayton zit er in Moose? In ieder geval is niet alles pure fictie hier.

Of lees ik hier een libretto, een opera, dagboekproza misschien? Een brievenroman, zou kunnen. Het boek bevat een paar brieven, elektronies of anderszins; de interessantste ervan is die van Moose aan een zangeres. Of. Naja. De Moose van voor hij Turtledove kende had wat afspraakjes via Tinder; een ervan met een vrouw, de mysterieuze J, die inmiddels, en hoeveel daarvan is echt? vraagt een mens zich onwillekeurig af, een tamelik bekende zangeres zou zijn, nu getrouwd met een vrouw. De brief reflecteert op het handvol afspraakjes dat Moose en J met elkaar gehad heeft en is alleen al lezing van het hele boek waard. Wat te denken van iemand die een vrouw op het twede afspraakje reeds Algiers laat horen – wat een goede band is dát- –ik heb ze ook in mijn seedeekast– —een seedee die een titel deelt met een boek van Blake Butler— —-waarom heb ik na een jaar nog steeds Aannex niet helemaal uitgelezen?—- wat leidt tot een gesprek over de vraag of Algiers wel echt punk te noemen is wat leidt tot een gesprek over de vraag of een opname van de Apocalyps niet de ultieme punkplaat zou opleveren, sjee, wat een fantasties twede afspraakje moet dat geweest zijn? Moose mijmert erover in de brief aan de vrouw. Sluit af met een hele rake opmerking over woordspelingen: waarom zou het grappig zijn dat iets ook iets anders kan betekenen? Het is de gemakkelijkste vorm van humor inderdaad (je hoeft er zelf immers geen enkel komies talent voor te hebben), en dat woordspelingen überhaupt als humor worden gezien, geeft eigenlijk wel te denken. Zozeer te denken dat het een (vestzak)essay waard zou zijn. Dus. ¡Pónk! als filosofie?

Kan ook.

Of. Het treatment van een documentaire-achtige film?
Een psychosociaal pamflet?
Een boeklang experimenteel poëem?

Of toch maar gewoon een verpletterend mooi muziekboek?

Ten laatste: boek als muziek. De daver van vroege Swans, de vrijheid van Joe McPhee, de poëzie van Art Ensemble of Chicago, de onplaatsbaarheid van Sun Ra, de duisterheid van Nordvargr/Drakh, het anarchisme van You Fantastic! en de punk van ¡pónk!. En dat alles in een nergens dat Llanera heet.

Marcus Clayton Ponk review by Tim Donker

And then:

silence

And then:

music

And then:

the voices, the steering, someone asks ¿dónde estabas tú en el 77?, someone turns on the box and it’s as if punk never happened, and God is dead and Vos is dead and punk is dead and we’re still alive, it’s almost summer, everything flows, everything looks, everything stands ready, the things went and the things went to Llanera to see our house & the morning suddenly a bit whiter, along the steel interior doors Baby Bird starts about dying happy, it reminds of a weekend that was then and then, how far is then, how far is now, now is here, is nearby, is where I make a sandwich with roast beef, I make it Italian because the roast beef is tougher than I’m used to from this butcher, so some old cheese grated over it & some garlic oil & some herbs and let the sandwich sit while making coffee, now the coffee, pour twice & take out the first cup, only after the first cup add cinnamon to the filter, only after pouring twice add cinnamon to the filter, why only then, I don’t know, that’s just how it is, you have to grant everyone their neuroses, at moments like this the writer misses dregke the most, the writer always misses dregke, the writer misses dregke a lot but never more than at moments like these, music, literature, bread, playing, then silence, then it’s time for The Wild Classical Music Ensemble, and you think how ¡pónk! would Marcus Clayton find The Wild Classical Music Ensemble?

What is ¡pónk!, you ask?

¡Pónk! is a book, I say, and ¡pónk! is mjoeziek I continue.

¡pónk! is the clunk no the thunk or the spark of bad-brain optic times the trunk at once of transglobal underground or the dream of a hundred nations or weeder perhaps slow-living or highway a three that could also be a one that became what accomplished from the sink of the drunk or the junk so much funk yes punk as fuck known by the heart the eyebright the death and bloom the even-man our time towers mud breath east holy ravioli in a drug-free zone technocratic Chinese flu the in most radical sense liberated punk of the Black boys and the brown boys and the girls and the women and the Asians and the trans and the bi and the gays and the lesbians and the poor and everyone frozen in the margin. ¡pónk! is the punk of Los Saicos. In which always roots the roots of psychobilly (you thought of other roots, didn’t you?). The punk of The Bags. Of The Linda Lindas. Of Bikini Kill. But equally the punk of Marvin Gaye or Prince. In ¡pónk! the guitar doesn’t have to be leading. The attitude. The idea. The loudness of the attitude, and of the idea. It doesn’t get more punk than ¡ponk!, certainly not as far as white punk goes. The white punk that got sick of its own oi. O. It started well. Initially oi punk just wanted to democratize. There has, despite all the anarchy, always stuck something elitist to punk; it was mostly white men from the well-to-do bourgeoisie who made punk, and sang about social inequality. Oi wanted punk for the people. Cockney Rejects. Angelic Upstairs. Sham 69. But with Skrewdriver oi took an extremely unsavory turn. The angry uncles. That’s what you get when you bring things to the people. Because the people are always angry. At everything they don’t understand, at everything that doesn’t seem good enough like the people, the people are angry. Hostile. Narrow-minded. Intolerant. For the white punks only Minor Threat can be punk. Guilty of being white. Guilty of being right (okay that only works in English). For the white punks only FEAR can be punk (but to be fair, Clayton, FEAR isn’t half bad) (Scott Thunes has played with FEAR) (truly, I tell you). White punks say: punk is Sex Pistols. But ¡pónk! says: Sex Pistols isn’t about music, and even less about punk, Sex Pistols is about fashion, Sex Pistols was a goddamn boy band! (hit the nail on the head, Clayton, hit the nail on the head) (but not all arrows at Lydon methinks, PIL was already much better than Sex Pistols, PIL was punk and maybe even almost ¡pónk!)(and I’ve seen footage that showed Lydon is an incredibly nice guy) (ah he had me when he dissed that spherical earth spinner for his stupid ignorant dumb bullshit).

So yes. ¡Pónk! is, you understand, a music book. Main character Moose is a guitarist in the ¡pónk! band Pipebomb! And so much of this book is about hassles in rehearsal rooms, about performances, about what it’s like to play in small venues, a performance for mainly white punks who would have preferred to see Agnostic Front, those clowns from Pipebomb! play too slowly, like some pseudo-Fugazi or something, the guitarist wears a shirt with flowers on it, flowers!, God help us, that’s not punk, a difficult, rather violent mosh pit. Drummer Id y Yacht calls the audience posers (who was it again who shouted from the stage Bring me a dead poser!, whereupon, so the story goes, the entire audience as one man ran out of the hall looking for posers they could keel-haul, was that Paul Baloff?) (is Paul Baloff still alive?) (is that poser still alive?). But equally the successful concerts, the praise, and the almost sweet mosh pits. The most beautiful thing, however, I found a scene where Pipebomb! is warming up just before a performance. The audience isn’t there yet. That audience. With its attitudes its poses its opinions its little ideas. In the absence of all that, the music can flow freely. Without a single audience member, Pipebomb! delivers a phenomenal performance. The music is everywhere. In the speakers, outside them, above them, below them. Music as intoxication. The highest of all. The healing power of the universe. As Albert Ayler once said. In just a few, but very brilliant, lines Clayton describes how it (I think) is to make music, to partake in that one dimension that the listener can never experience: to be both sender and receiver simultaneously. To create the intoxication AND experience it. More beautiful than this has rarely been written about music. Because you feel it. The reader feels it. The reader then and there feels the mjoeziek flow from their fingertips and then you know the writer is a magician.

Even when it’s not about Pipebomb!, ¡Pónk! is about music. Moose is not only a musician but also an academic. As a professor he teaches English composition. During a lecture he gives students the assignment to listen to the songs he plays and then, as a thesis, formulate as substantiated as possible what’s good or bad about it. Moose plays Tourettes. From Nirvana’s swan song In Utero. A record many times better than Nevermind yet still a heavily overrated band, that Nirvana (like The Sex Pistols) (and yes, certainly also Boele, like The Beatles) (do you really believe The Beatles made everything from scratch?). One student responds in a clichéd, obvious way to the song, another student makes much more thoughtful remarks. And then especially the thoughts that first student aroused in Moose! I laughed the early morning -it was only quarter past six- to shreds. Or no. That’s not true. I chuckled a few scratches on a crispy morning. That yes. Because not only the mjoeziek. Oh no. Also the humor.

And.

Everything in which ¡Pónk! is MORE than a music book. This novel is also about the equally ineradicable and deeply human tendency to always want to classify everything. The wall that Pipebomb! often runs into: is their music punk enough? Is their clothing punk enough? Is their everything punk enough? You know how it goes. Be a bit too generous with an element or two and before you know it you suddenly belong in a completely different genre. Damn the punker who indulges in grindcore, then he really plays powerviolence! (but ah, try to have something against Charles Bronson!) (the band, not the film character). Pipebomb! is, for example, booked for a QTPOC festival (maybe I’m a sheltered fool, but I had to look that up, it means Queer and Trans People of Colour) but no one in the band is Q or T, and only two band members are POC. In what boxes is the band put, in what boxes does the band definitely not want to be put? Also in his personal life Moose struggles with these kinds of questions. His mother is Costa Rican; his father is Black, and with this Moose’s professorship at the university looks good on the diversity list. And can he perhaps “decolonize” the curriculum a bit. But where does he stand as a person? And when he goes to a superior because a student, a Nazi, actually a nice guy though, that Nazi, has written an essay with really terrible things about Mexicans in it, the comment is just a lukewarm “ah this is just a rough version, with some revisions it will get better”. And how can he, Moose, actually reconcile that super-white academic world with his ¡ponk! heart and his half Costa Rican, half Black background? And is he actually still Costa Rican enough for his mother’s family? And how about all those cops in the family, a cousin even starts a “blue lifes matter” movement, and there Moose shows up, at a family party that’s crawling with cops, with his punky ACAB badge (maybe I’m a sheltered fool, but I had to look that up, it means All Cops Are Bastards). Moose’s girlfriend, Turtledove, also an academic, has similar struggles. Funny, in a somewhat bitter way, is the scene where she gives a lecture that is constantly interrupted by a guy with a MAGA cap (maybe I’m a sheltered fool, but I had to look that up, it means Make America Great Again, it’s one of those stupid Trump caps), finally Turtledove angrily walks out of the hall, snatches the MAGA cap from that guy’s head, goes outside with it, throws it in the sea but then realizes that doesn’t align with her environmentally conscious principles; in an attempt to fish the cap out of a rather turbulent sea, she loses her denim jacket – the cap is saved but ultimately much more polluting material has remained in the sea.

“To be othered” is an important theme in this book. Is there a good Dutch term for that? Being othered, no I’ll stick with “being made into the Other” for now. There’s always a group that arrogates to itself the right to indicate who the “Others” are. Those “Others” can only exist if there’s a standard; the group that takes itself as the measure. We. Us. There are those who may belong with us, and there are those who may not belong with us. The politicized us; the politicized “Other”. The marginalized. The rejected. Those who are not like all others, and thereby the radical “Other”. Because your background is different, your frameworks of thought are different, and your punk is so different that it promptly became ¡pónk!.

Not only the characters, but the book itself is difficult to frame. Is it autofiction? Marcus Clayton has a mother who comes from Costa Rica, and his father is Black. Marcus Clayton teaches. (are you sure now?) (he probably blocked you on social media) (he hates pickles almost as much as he hates Taylor Swift). Marcus Clayton plays in a punk band, sorry, in a ¡pónk! band, not Pipebomb! (I know a band called This Bike Is A Pipe Bomb) but tudors. Marcus Clayton writes about things that exist. Cops exist, Tinder exists, universities exist, the ocean exists. How much Clayton is there in Moose? In any case, not everything here is pure fiction.

Or am I reading a libretto, an opera, diary prose perhaps? An epistolary novel, could be. The book contains a few letters, electronic or otherwise; the most interesting of which is from Moose to a singer. Or. Well. The Moose from before he knew Turtledove had some dates via Tinder; one of them with a woman, the mysterious J, who by now, and how much of that is real? one wonders involuntarily, would be a fairly well-known singer, now married to a woman. The letter reflects on the handful of dates that Moose and J had together and is worth reading the entire book for on its own. What to think of someone who lets a woman listen to Algiers on the second date – what a good band that is–I have them in my CD case too– —a CD that shares a title with a book by Blake Butler— —-why haven’t I finished reading Aannex after a year?—- which leads to a conversation about whether Algiers can really be called punk which leads to a conversation about whether a recording of the Apocalypse wouldn’t yield the ultimate punk record, jeez, what a fantastic second date that must have been? Moose muses about it in the letter to the woman. Closes with a very apt remark about puns: why would it be funny that something can also mean something else? It’s the easiest form of humor indeed (you don’t need any comedic talent for it yourself after all), and that puns are seen as humor at all, really gives you something to think about. So much to think about that it would be worth a (pocket) essay. So. ¡Pónk! as philosophy?

Could be too.

Or. The treatment for a documentary-like film? A psychosocial pamphlet? A book-length experimental poem?

Or just simply a devastatingly beautiful music book?

Lastly: book as music. The thunder of early Swans, the freedom of Joe McPhee, the poetry of Art Ensemble of Chicago, the unplaceability of Sun Ra, the darkness of Nordvargr/Drakh, the anarchism of You Fantastic! and the punk of ¡pónk!. And all that in a nowhere called Llanera.

Marcus Clayton Ponk

¡PÓNK!

A punk rock anti-memoir told through the eyes of a biracial Afrolatino punk academic

  • Auteur: Marcus Clayton (Verenigde Staten)
  • Soort boek: muziekboek
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Nightboat Books
  • Verschijnt: 18 februari 2025
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: $ 19,95 / $ 19,95
  • Boek bestellen bij: Amazon / Bol

Flaptekst van het boek van Marcus Clayton

¡PÓNK! follows Moose, an alienated academic and lead guitarist for Pipebomb!, as he navigates through spaces in and out of South East Los Angeles: punk clubs, college classrooms, family gatherings, street protests, and euphoric backyard shows. Oscillating between autofiction, memoir, and lyric, Clayton blurs genres while articulating the layered effects of racism, trauma, immigration, policing, Black hair, performance, and toxic academic language to uncover how one truly becomes an “ally.” Borrowing from the spatial lyricism of Claudia Rankine, the genre-bending storytelling of Alexander Chee, and the racial musings of James Baldwin, ¡PÓNK!’s narrative takes back punk rock and finds safe space in the mosh pit.

Bijpassende boeken

Wendy Loggia – Mijn Gouden Boekje over Taylor Swift

Wendy Loggia Mijn Gouden Boekje over Taylor Swift recensie en informatie over het 3+ jaar kinderboek. Op 14 maart 2025 verschijnt bij uitgeverij Rubinstein het kinderboek over de Amerikaanse zangeres Taylor Swift. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster, de illustrator en over de uitgave.

Wendy Loggia Mijn Gouden Boekje over Taylor Swift recensie en informatie

  • Een must-have voor elke Taylor Swift-collectie.” (Rolling Stone)
  • De illustraties zijn prachtig en het boekje ziet er zo schattig uit in je huis.” (Buzzfeed)

Wendy Loggia Mijn Gouden Boekje over Taylor Swift

Mijn Gouden Boekje over Taylor Swift

Flaptekst van het Gouden Boekje over zangeres Taylor Swift

Ben je klaar voor een nieuwe Era van de Gouden Boekjes? Maak kennis met het verhaal van Taylor Swift, van klein meisje tot wereldberoemde popster.

Lees hoe ze haar passie voor muziek vond en hoe haar carrière door de jaren heen groeide. Een Gouden Boekje met kleurrijke illustraties, vol met verwijzingen naar iconische liedjes, outfits en momenten uit het leven van Taylor. Voor fans van jong tot oud!

Bijpassende boeken en informatie

Liam Cagney – Berghain Nights

Liam Cagney Berghain Nights recensie, review en informatie boek over techno en de clubcultuur in Berlijn. Op 1 oktober 2025 verschijnt bij Reaktion Books het boek van Liam Cagney, A Journey through Techno and Berlin Club Culture. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave. Een Nederlandse vertaling van het boek is niet verkrijgbaar.

Liam Cagney Berghain Nights recensie, review en informatie

Als er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnt van het boek over de techno en clubcultuur in Berlijn, geschreven door Liam Cagney, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Liam Cagney Berghain Nights

Berghain Nights

A Journey through Techno and Berlin Club Culture

  • Auteur: Liam Cagney
  • Soort boek: muziekboek, boek over Berlijn
  • Uitgever: Reaktion Books
  • Verschijnt: 1 oktober 2025
  • Omvang: 184 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek /  ebook
  • Prijs: £ 15,99
  • Boek bestellen bij: Amazon 

Flaptekst van het boek over techno en de Berlijnse clubcultuur

An electrifying guide to Berlin’s notorious club scene.

Fascinated by Berghain’s strange techno and stranger goings-on, Liam Cagney journeys through techno as an art form, exploring Berlin club culture in all its colour and intensity.

Berghain Nights is the result. From kinky parties in the labyrinthine KitKat Club to the smoky gloom of Tresor’s repurposed bank vault, to the psychedelic lab of Cocktail d’Amore, Berghain Nights not only captures the excitement of Berlin club culture; it asks how techno in a queer club context can help people strip away their inherited hang-ups to find a truer self.

Berghain Nights is about spiritual frenzy and soulful music, countercultural urgency and capitalistic cash-ins. It’s a story of the most notorious club in the world and of a scene that, enthralling thousands every weekend, feeds billions annually into Berlin’s economy. In the midst of it all is the story of a person who, having gone through life feeling like an alien, find himself in the most alien place imaginable – and feels at home there.

Bijpassende boeken