Tag archieven: Ulaanbaatar

Anke Scheeren – Blauw of de kleur van blijdschap

Anke Scheeren Blauw of de kleur van blijdschap recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Nederlandse roman. Op 27 februari 2025 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Anke Scheeren. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en over de uitgave.

Anke Scheeren Blauw of de kleur van blijdschap recensie van Tim Donker

Te zeggen of te zwijgen (waarover men niet spreken kan daarover moet men zwijgen) (maar ik moet spreken ook als ik zwijgen moet) dat ik niet eens wist dat ze een boekenpagina hadden. Ik associeer Nieuwe Revu voornamelijk met waargebeurde misdaad, met spanning, met sensatie, met lang leve de lol en nimmer eindigt het feestje; kortom een soort papieren versie van SBS6. Maar wat blijkt. Niet alleen hebben ze een boekenpagina, ze menen ook nog criteria op te mogen stellen waaraan een besprekerken die naam waardig zou moeten voldoen. Zeggen ze, zegt Nieuwe Revu naar aanleiding van De mooiste dagen zijn het ergst van Anke Scheeren: “Wie het talent van Anke niet ziet, is het vak van literatuurcriticus niet waard.” (want zo hecht zijn ze daar met Scheeren dat ze Anke mogen zeggen) (& literatuurcriticus, jaja, ik wist niet dat het een vak was) (ook niet dat het een proeve van bekwaamheid vereiste, de ballotage, herken het talent en u is waardig) (ge moet talent kunnen herkennen als ge het ziet). Wel. Ja. Dus. Noem dit besprekerken maar onwaardig dan want in eerste kon ik het talent toch niet daar voor het oprapen zien liggen. Er wordt geopend met een scene die zich afspeelt in het kantoortje van de baas, wat ik qua opening toch wel aan de zwakke kant vind, noem het gerust een beetje afgezaagd; ergens vraag iemand zich af hoeveel lichtjaren iets “geleden” is, lichtjaar gebruiken om naar duur te verwijzen in plaats van afstand, ook dat vind ik zwak; Scheeren gebruikt, ook al niet sterk, heel erg veel, zo heel erg ongelooflijk veel pagina’s om ons lezers in te peperen dat hoofdpersoon Egbert een kleurloze, saje, geremde sufbubbel is, en eenmaal in Mongolië treedt Egbert in een ger allerlei ongeschreven regeltjes met voeten en dat. Ja dat. Dat vond ik meer iets voor een strip. Het Donald Duck-achtige personage (misschien hemzelf wel) die in een of ander “exotisch” oord ver van huis in de eenvoudige hut van de pure leden van een al even puur natuurvolk iets onvergeeflijks doet (het eten weigeren, of niet helemaal op eten, of juist wel helemaal op eten, of eten met de pet op, of iemand een hand geven, of juist geen hand geven, of niet voldoende eer betonen aan een afgodsbeeld, zoiets) en dan zomaar ineens van geëerde en welkome gast  verandert in opgejaagde paria. Het volgens Nieuwe Revu voor de ware criticus zo goed te herkennen talent lag in de ogen van dit besprekerken een weinig bedolven onder net één flauwiteit teveel.

Want Mongolië dus. Ja. Egbert is data-analist, het had weeral niet nietszeggender gekund, en wordt door zijn baas naar Mongolië gestuurd om de bevolking warm te krijgen voor de plaatsing van een aantal windmolens. De Nederlandse windmolens waarin zijn bedrijf grossiert hebben vooral leegte en wind nodig, en dat is er allebei genoeg in Mongolië. Het is onduidelijk waarom baas Harrold de niet bepaald avontuurlijk aangelegde, niet bepaald initiatiefrijke, niet bepaald doortastende Egbert op deze missie stuurt. Startpunt is Ulaanbaatar, waar op voorhand een onderkomen verzorgd zal zijn, maar daarna moet Egbert het achterland in, in de Mongoolse leegte op zoek naar een geschikte plek voor de windmolens en de bezwaren van eventueel aanwezige nomaden weg zien te nemen. Er zullen knopen moeten doorgehakt, er zal daadkrachtig opgetreden moeten worden, er zal gekampeerd moeten worden, het zal afzien zijn; allemaal dingen waartoe de lezer dankzij Scheerens overdadige aanwijzingen niet toe in staat acht. Met samengeknepen billen en gekromde tenen op de leesstoel want je ziet het al van verre aankomen: dit gaat mis, dit gaat helemaal mis, Egbert gaat falen zoals niemand ooit gefaald heeft, of, wat ook kan, kleurloos als hij is zal hij geheel worden ingevuld door de overweldigende ongereptheid van Mongolië en zijn vroegere bestaan almeteens verruilen voor een ascetisch leven in een ger ergens in het midden van niets. En ja natuurlijk wordt hij overvallen, natuurlijk wordt hij beroofd, natuurlijk rijzen er misverstanden, natuurlijk is hij als de nitwit die hij is te slecht voorbereid op alles dat op zijn pad komt. Je kunt het allemaal zien aankomen, en hee, dan komt het ook nog ook.

Maar daarmee is niet alles gezegd.

Een talent zie ik al wel bij Scheeren: de (voorspelbare) plot krijgt niet de meeste aandacht. Het is maar een vehikel om Egbert los te krijgen van zijn vertrouwde omgeving en hem -in de leegte, in het niets- volledig op zichzelf aangewezen te laten zijn. Welsprekender dan de plot, dus, is de sfeer van Blauw of de kleur van blijdschap. Misschien is er alsnog niet een heel extreem talent voor nodig om op de steppe sfeer tot zingen te krijgen, dat zullen keelzangen zijn en dat voelt iedereen met een minimum aan voorstellingsvermogen direct al aan. Maar het werkt niettemin, en het is een van de redenen waarom dit boek alle enen bij elkaar opgeteld toch een prettige leeservaring oplevert.

Voor een andere reden moet men alleen maar kijken naar Scheerens professie. Schrijver, en wetenschapper in de psychologie. Egbert mag dan een beetje een lulletje rozenwater zijn, eendimensionaal is hij niet. In leegte en stilte, bij afwezigheid van alles, krijgt hij alle ruimte voor (zelf)reflectie en het zijn de herinneringen, de overpeinzingen, de twijfels en de bewustzijnsstromen die Blauw of de kleur van blijdschap naar mijn idee zijn kracht geven. De lange gedachtegangen over liefde, familie, leven, sterven, karakter (of de afwezigheid daarvan), reizen, baan en determinisme vormen hier de ware vergezichten. In het zijn van het zijnde dat het karakter heeft van het erzijn is elkendeen maar een geworpen zijnde: je hebt het maar te doen met wat je vermag, en de grenzen aan wat je vermag zijn getrokken door wat is aangeboren en door omstandigheden die je voor een groot deel ook zelf nooit voor het kiezen hebt gehad. Je angsten, je beperkingen, je intelligentie, je uiterlijk, alles dat je houdt waar je bent en waaruit geen ontsnappen mogelijk is.

Daar is, bijvoorbeeld, een prachtige peins bij Egbert naar aanleiding van een herinnerd radiobericht over een verongelukte man die “een vrouw en twee kinderen” “achterlaat”: “Het was een vergissing om te denken dat de luisteraars medelijden moesten hebben met de dubbelklapte man tegen de boomstam. Het waren immers de achterblijvers die nog jarenlang moesten werken en hun huur of hypotheek moesten betalen. Zij waren het die week in week uit hun boodschappen deden, in rijen stonden en door de regen fietsten. In een voortdurende variatie op hetzelfde thema moesten de achterblijvers zich aankleden, zich scheren, zich ontlasten, zich druk maken, glimlachen, geruststellen, verhuizen, googlen, ontkennen, veters strikken, afscheidnemen, met vreemden in een lift staan, het nieuws volgen, online afspreken, dezelfde fouten maken, zich belachelijk maken, sleutels zoeken, hun knieën stoten, karakter tonen, hoesten of krabben, wakker liggen, rennen om niet te sterven, stofzuigen, de vaartwasser inruimen, praten over ambities, de waarheid omzeilen, gekwetst worden, kou vatten, klappen voor andermans succes, op vakantie gaan, brood smeren, verbranden, hunkeren, zich vergissen, zich laten koeioneren, zich niet laten kennen, interesse veinzen, voortploeteren tot die ene dag dat ook zij iemand achter zouden laten. De gekte om door te gaan hoefde alleen maar ietsje groter te blijven dan de gekte om er voortijdig mee te kappen.” (waarbij vooral die laatste zin op adembenemend akkurate wijze samenvat wat het betekent om in leven te zijn).

Het is vooral in de bespiegelingen van deze aard dat ik talent herken. Talent om te ontroeren, te verontrusten, onbehaaglijk te maken, aan het denken te zetten. Geen klein talent nee. Dus. Ben ik waardig nu, mag ik blijven? En mag ik nu ook Anke zeggen?

Anke Scheeren Blauw of de kleur van blijdschap

Blauw of de kleur van blijdschap

  • Auteur: Anke Scheeren (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 27 februari 2025
  • Omvang: 232 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,50 / € 12,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de tweede roman van Anke Scheeren

‘Wat vind je zo mooi aan Mongolië, Egbert?’
‘Dat het er leeg is.’
‘Wat vind je zo mooi aan de leegte?’
‘Dat er niks is.’
‘Maar dan ben jij er ook niet meer.’
‘ja.

Onverwacht stuurt zijn baas de weinig ambitieuze Egbert Klein op missie naar Mongolië. Hij moet de inwoners van het uitgestrekte land overtuigen van de ongekende duurzame mogelijkheden die de wind en de leegte bieden. In Ulaanbaatar verandert hij noodgedwongen in een avonturier met een rolkoffer.

Baluw of de kleur van blijdschap gaat over verlies en hunkering, over jezelf tegenkomen, juist wanneer je er niet naar op zoek was.

Anke Scheeren is schrijver en onderzoeker. Na haar studie psychologie ontving zij een schrijversbeurs van literair tijdschrift Hollands Maandblad. Ze publiceerde verschillende korte verhalen. In 2009 verscheen haar roman De mooiste dagen zijn het ergst. Het boek werd lovend ontvangen en genomineerd voor de Opzij Literatuurprijs en de Selexyz Debuutprijs.

Bijpassende boeken en informatie