Categorie archieven: Engelse dichter

Geoff Gilbert & Alex Houen – See You Through

Geoff Gilbert & Alex Houen See You Through recensie, review en informatie boek met poëzie en fictie. Op 31 augustus 2025 verschijnt bij Broken Sleep Books het Engelstalige boek van Geoff Gilbert en Alex Houen. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteurs en over de uitgave.

Geoff Gilbert & Alex Houen See You Through recensie en review

En dan ben je student in het derde jaar en dan ga je stage lopen en dan moet je alle dagen met de trein van Utrecht naar Amsterdam en dan is daar het kantoor de redactie op één of andere gracht en dan ben je daar een dag en dan ga je weer naar buiten en dan loop je weer terug naar het station en dan heb je net je trein gemist en dan hang je om de tijd te doden maar een beetje rond in de kiosk en dan lees je dat Stanley Kubrick is overleden en dan vraag je de volgende dag aan Huub de hoofdredacteur of je een in memoriam mag schrijven over Stanley Kubrick. En je weet niet waarom je dat vroeg je hebt niet veel op met film eigenlijk en het enige wat je weet van Stanley Kubrick is dat hij The Shining verfilmd heeft maar dat vond je wel een verdomd goede film of liever in die tijd vond je het de enige Stephen King-verfilming die beter was dan het boek. Want je hele puberteit lang was je weg geweest van Stephen King en elke verfilming van zijn werk moest je zien. Maar alleen The Shining kon je echt geslaagd vinden veel beter dan het boek eigenlijk een beetje een slechtgeschreven rotboek maar dat kon misschien ook aan de vertaling liggen. Maar Huub had gezegd dat het goed was dus nu moest je wel en dus las je in boeken in tijdschriften in krantenartikels om genoeg te weten te komen over Stanley Kubrick om er een goed stuk over te schrijven een stuk waarmee je aan kon komen bij de Huub een stuk waarvan de Huub zou zeggen dat heb je goed gedaan jongen. En even dacht je misschien interessante figuur wel die Kubrick en het was vooral één ding één ding dat hij gezegd had en wel dat een roman wordt geschreven door één persoon en een symfonie wordt gecomponeerd door één persoon en dat het dus niet meer dan logisch is dat een film wordt gemaakt door één persoon en dat bleef in je hoofd en daar zit het nu al meer dan dertig jaar.

Dan neemt de eerste persoon het over.

Het was iets. Dacht ik. Die man had iets bij het nekvel. Dacht ik. Mijn liefde voor klassieke muziek, die toch al nooit goed wortel had geschoten, was tanende in die dagen en naar ik zei had film me ook nooit echt gegrepen. Kon dat iets te maken hebben met Kubricks éénpersoonsregel? Waren er, in weerwil van diens eigen voorbeeld, bij een symfonie teveel mensen betrokken? Zoals ook bij een film? Een te grote afstand tussen de oorspronkelijke idee en het uiteindelijke werk. Maakte dat de genoemde kunstvormen te rationeel te cognitief te cerebraal te democraties teveel water bij iets wat ooit wijn was geweest maar inmiddels getransformeerd in een slap en smakeloos drankje, geen water en al helemaal geen wijn. Maar hoeveel is teveel. Een kunstcollectief, kan werken. Een band, kan werken. Een roman schrijven met twee personen, kan werken.

Dat See you through door twee mensen is geschreven, merk je eigenlijk nergens. Ik weet niet of dat als compliment kan gelden, of zelfs maar als zodanig bedoeld is. De roman is toonvast, de klankkleur blijft 183 pagina’s lang minder of meer in hetzelfde spectrum.

Dat See you through door twee mensen is geschreven, is goed te merken. Polyfoner en geflipter dan dit wordt het niet. Dit jaar niet, toch.

Misschien zou je kunnen zeggen dat het gaat over Mimo, die misschien tot taak heeft om beelden te bekijken van beveiligingscamera’s in winkelcentra, nachtclubs, kerken, boerderijen, op straat (vanwaar komen de beelden, vraagt hij zich ergens af, uit Memphis? Kish? Esztergorm?). Misschien moet hij software trainen om gezichten te herkennen en wapens te detecteren, misschien moet hij de beelden alleen maar bekijken. Misschien is er een persoon die de Regisseur genoemd wordt en misschien is dat zijn baas of misschien is het een stem in zijn hoofd (Mimo’s innerlijke stem liegt nooit maar hij weet niet wanneer hij een grapje maakt) of misschien is het de schrijver van het boek (hij bemoeit zich wel opvallend vaak met de ontwikkeling van de roman) (opheffing vierde wand) (derde kaft) (tikveel) of misschien is het wel echt een regisseur en is See you through geen roman maar een film, een tot boek gestolde film. Misschien is er een broer die Emael heet en zonder uitzondering in derde persoon meervoud gezet wordt en zij werken misschien in een restaurant in Parijs waar het hun taak is om levende inktvissen met hun hoofd herhaaldelijk op de badrand te slaan want dat maakt het vlees lekker mals maar Emael vat (vatten?) warme gevoelens op voor één van de inktvissen waar zij misschien een band mee opbouwen. Misschien zijn de ouders van Emael en Mimo omgekomen bij een auto-ongeluk en waarom lees ik de laatste tijd zoveel boeken waarin ouders omkomen bij een auto-ongeluk en waarom t schrijverken nu en waarom denkt hij aan Dregke. Misschien neemt Mimo ontslag, misschien wordt Emael ontslagen, misschien leven ze allebei een tijdje in een tentje in het bos maar niet in dezelfde tent en niet hetzelfde bos en zelfs niet hetzelfde land. Misschien is dat het verhaal of misschien is er nog veel meer, een liefde tussen Emael en een andere keukenhulp allicht, misschien is er iets met Mimo en het meisje Nin, geen liefde denk ik maar een warme vriendschap, misschien helpt hij haar ergens mee, misschien gaat iets niet helemaal goed.

Zo’n soort boek is het. Een boek waarin je het nooit zeker weet, waarin de lezer onophoudelijk zijn greep verliest, waarin je zo vaak valt dat er builen op je builen staan en je geniet er elke pagina weer van.

Alle stemmen die er zijn, en wie er wat vertelt.
We zien doorheen Mimo’s ogen. We zien doorheen Emaels ogen. Soms is het de regisseur die stuurt. Soms zijn er lange voicemails van Emael. Mijn vermoeden is dat er een stukje is waarin een stad de focalisator is, maar dat weet ik niet zeker. En op het einde duikt er ook nog een ikverteller op, geen idee wie dat is of waar hij vandaan komt.

Alle beelden die we voorgeschoteld krijgen. Dansvloeren. Veel dansvloeren. Vuur ook. Veel vuur. En soms op de dansvloer. Paringsdansen van kraanvogels. Een mesopotamische fles die gevonden is in een graf in Ur. Smeltende plafonds. De pro-vrijheidsrellen tijdens corona. Verbrijzelende voorruiten. Een vertrapte jongen. Een andere jongen die een “wheelie” doet. Of misschien is dat dezelfde jongen.

De toon die hermetisch is of poëtisch of analytisch.

Of wat het eigenlijk is, nu helemaal, dat ik hier lees.
Het zou een roman kunnen zijn. Of een boeklang poëem. Of een film, zei ik al dat ik hier mogelijk een film heb zitten lezen? Of een thematische dichtbundel. Of stadsklaagzangen (dat is een goede titel voor een dichtbundel). Maar evengoed een filosofisch geschrift, of zelfs een pseudo-wetenschappelijk traktaat. Vanwege de gedachten, u weet.

De gedachten, dat is iets anders. Van Mimo of Emael of de Regisseur of de ikverteller of die stad (als het al een stad was). Over ogen die sneller helen als ze beschadigd worden door plexiglas dan wanneer ze beschadigd worden door echt glas. Veel gaat over plexiglas. Glas als filosofie, het waarnemen doorheen glas, glas als doorzichtige barrière tussen jou en de wereld, tussen jou en de anderen, tussen jou en je leven. Maar ook gemis. De lichaamloze dood. Afstand als deel van het ouderschap. Hoe niemand ooit je anus zal stelen. Hoe schaamte is als zwanger worden van je denkbeeldig vriendje. Stilte die wordt gesproken vanuit de barst tussen wat is en wat gebeurt (het verschil tussen wat is en wat gebeurt is iets van een motief in dit boek, dat vond ik aardig heideggeriaans, jij?). En verkopen ze dragon bij Aldi?

See you through deed me geregeld denken aan het al even bizarre Aannex. Maar waar ik bij dat laatste boek minimaal de zekerheid had dat ik een dystopie zat te lezen over een geheel “getechnificeerde” samenleving, kan ik bij See you through de toon minder goed duiden. Gilbert en Houen schreven het tijdens een “lockdown” in de van de gele hond gescheten coronajaren, en het boek bevat genoeg allusies op de covidmaatregelen om er zeker van te zijn dat dit in ieder geval géén toekomstroman is. Sommige stukken ademen wel een zekere beklemming. Waar andere juist weer lichter zijn, teder, liefdevol, of zelfs humoristisch. Of. Naja. Ook daarover kan een mens diskuteren. Is het grappig dat Barry Gibb, Una Stubbs, Sting en Morrissey Cliff Richard ten grave dragen in een plexiglas doodskist (zoals Mimo op één van de schermen die hij de hele dag door in de gaten moet houden kan zien)? Is het grappig dat Mimo van de Regisseur de opdracht krijgt uit te vinden waarom één specifiek varken niet herkend kan worden door de gezichtsherkenningscamera’s (& aan het eind van de dag tegen de Regisseur zegt: Weet ik veel. Het is een gewoon varken)? Is het grappig dat Emael en zijn geliefde Khaled een berber haggis maken voor de rouwende restauranteigenaar na het verlies van diens vrouw (en Emael naar de halalslagerij moet om schapenmaag en al die andere zooi die er in haggis gaat) (en de restauranteigenaar in wie ik maar Gorden Ramsey bleef zien het weigert te proeven, zeggend Dit kan ik niet eten). Grappig of alleen maar bizar?

Als alles in See you through alleen maar als misschien gezegd kan worden zal ik zeggen dat dit boek misschien wel het mafste boek is dat ik dit jaar las. Maar misschien ook wel het intrigerendste.

Recensie van Tim Donker

Geoff Gilbert & Alex Houen See You Through

See You Through

  • Auteurs: Geoff Gilbert, Alex Houen (Verenigd Koninkrijk)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Broken Sleep Books
  • Verschijnt: 31 augustus 2025
  • Omvang: 186 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: £ 10.99
  • Boek bestellen bij: Amazon

Flaptekst van het boek van Geoff Gilbert & Alex Houen

Geoff Gilbert and Alex Houen’s See You Through: A Novel is a formally restless, genre-collapsing hybrid that inhabits the threshold between poetry and fiction. Structured around a shifting dialogue of voices and modes, the book navigates illness, intimacy, war, bureaucracy, and facial recognition technology with a syntax that veers between the lyrical and the analytic, the fragmentary and the fluid. Language becomes a site of both fracture and connection, as the text resists linear narration in favour of a porous, polyphonic architecture. What emerges is a work that holds complexity with conviction: self-aware, searching, and structurally bold.

Geoff Gilbert was born in Dunfermline in West Fife and now lives in France, where he works at the American University of Paris. He teaches, writes, and translates, and is currently completing a book on relations between writing and economics, called For Real.

Alex Houen was born in Oxford, England, grew up in Sydney, Australia, and teaches in Pembroke College and the Faculty of English, University of Cambridge. He co-edits with Adam Piette the poetry journal Blackbox Manifold. His research and writing interests include sacrifice, war literature, affects, and poets’ novels.

Bijpassende boeken en informatie

Jay Farley – A Cupboard Full of Tomboys

Jay Farley A Cupboard Full of Tomboys review, recensie en informatie boek met gedichten van de non-binaire Engelse filmmaker. Op 28 februari 2025 verschijnt bij Broken Sleep Books de dichtbundel van Jay Farley. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave. Een Nederlandse vertaling van het boek is niet verkrijgbaar.

Jay Farley A Cupboard Full of Tomboys recensie van Tim Donker

  is natuurlijk voorschrift, dacht ik. Is wat voorschrijft. Of beslist. Soeverein is hij die over de noodtoestand beslist. Uitnametoestand. De mens komt voor. Dat kan zomaar het geval zijn. Zij is de velen. De vogel vloog weg, en toen kwam de zon op. Het lied van een ik-persoon die hier aanwezig is. De toekomst is rauw, dan wordt die gekookt in het heden, daarna gebakken op een zacht vuurtje, en mettertijd zullen kaantjes overblijven. Man en vrouw en iets voerden de dingen het woord. Vuilnisbelten meubelboulevards silo’s silo’s zendmasten schapenboeren op wolvenjacht sportclubs autosloperijen postsorteercentra bladblazers pizzabezorgers een aan flarden gescheurde bonusfolder, en voor alles een plek. Voor alles een plek.

Plek is voorschrift. Plek is opbergkast. Opbergkast is staties. Is wat vast ligt. Is wat voorgeschreven is. Voorgeschreven rijrichting. Het gekende. De man. De vrouw. Dominerend. Patriarchaal, zeg je. Wit, zeg je. Binair, zeg je. Dat is hoe de opbergkasten getimmerd zijn. Uit hout zo krom. Zet mensen wezens levenden samen in groepen en dat is hoe dingen zullen groeien. De norm normeert. Dat wat de meesten zijn. Dat waaraan het leeuwendeel zich conformeert. De beugel bedacht door de hardst schreeuwenden. Wat past zullen we tolereren. De rest niet. En toen kwam de zon op. Toen klonk het lied van het wij hier aanwezig. En dan juist uitbreken.

Uitbreken. Daarover gaat deze bundel. De opbergkast te krap en sowieso al niet je plek en daar dan weg willen. Dat gaat niet zonder sporen van braak. Farley legt niet alleen de kast of de samenleving, maar gans de taal open. Waardoor deze gedichten geregeld al eens van de bladzijde springen. Op eerste doorbladeren valt al direkt de woekering aan leestekens op. Dus. Je bladert. Je ziet schuine strepen sneeën maken in zinnen, je ziet vierkante haken zich opblazen, je ziet groterdantekentjes hun pijlen richten op wat erna komt. En je denkt. Hier buldert een woedende taal. Maar de leestekens zijn niet zonder betekenis, al is het niet hun gebruikelijke. Een uitleg aan het begin zegt dat [ ] voor onderdrukking staat, < voor slechter wordend, / voor een klein beetje hoopvol. Bijvoorbeeld. Zegt het, om daarna te zeggen dat je die uitleg beter meteen maar weer vergeet en dat zou ik nog willen beklemtonen: vergeet het maar meteen! Het is mojer zonder deze uitleg, het is mojer om de leestekens je eigen gedachten te laten aanjagen, gedichten zijn geen landkaarten, ze kunnen zonder legenda, ze kunnen op zichzelf staan, ze kunnen vrijelijk verkeren met iedere lezer afzonderlijk, ik prefereer een esthetiese duiding, u prefereert iets anders, Jay Farley neigt naar reis, naar progressieve beweging.

En gesproken van reizen. Een nota bene in Nebraska. Het gedicht somt op: paren van twee woorden, het eerste woord begint met een n en het twede met een b. Neutrale biologie. Neurodivers brein. Nucleaire bom. Nieuw bloed. Nagel bijten. Nihilisties bravoure. Non-binair. Misschien het non-binair als een nota bene, een postscriptum, iets wat met de opbergkast niet vanzelf is gegeven, wat niet domineert, wat niet datgene is waaraan de meesten zich wensen te conformeren. Wat pas goed vorm kan krijgen buiten de kast, wat steeds opnieuw bevochten of afgebakend moet worden, als een achterop komend zijnde in het lijf gezet; schrijvend; herrijzen door woorden.

Misschien ook daarom zien deze gedichten er zelden uit zoals gedichten en doorgaans uitzien. Er is een gedicht in de vorm van het twittervogeltje. Mag je nog twitter zeggen? Ik vond twitter altijd een achterlijke naam, maar ik vind x nog grotesker, en die Elon Musk is een van de engste mensen van onze tijd, en twitter was dan nog wel toepasselijk omdat het refereerde aan gekwetter, aan de geluiden die vogels maken, en vogels maken geluid om hun terrein af te bakenen of om wijfjes mee te lokken of om te waarschuwen voor gevaar en is dat niet waar twitter precies over gaat, over territoriale pisserijen, over hee kijk mij eens even, en over alles wat we niet vertrouwen, hier is mijn stukje wereld en daar mag jij niet komen, hier is mijn vrouwtje en daar mag jij niet aan zitten, en daar is alles wat anders is en dat moet wegblijven, geen wonder dat dat medium de aandacht trok van zoon Elon Musk, bureaucratie waarom Nederland wel wat Elon Musk kan gebruiken brallen die rechtse ballen van Elsevier jajaja, in een dictatuur is geen bureaucratie want bureaucratie is tiepies iets van die halfzachte democratiese tijd waarin er allemaal van die stomme regeltjes bestaan om de mensen te beschermen tegen de totale willekeur van wie het toevallig voor het zeggen heeft gelukkig kunnen we soms nog de noodtoestand uitroepen die minstens voor eventjes een eind kan maken aan al die overbodige mensenrechtenonzin zaai angst en heers daar kan Mark van Ranst van meepraten en die laat medisch contact nog koppen iedereen die zegt dat de maatregelen niet nodig waren moet je tegenspreken jajaja laat de angst regeren laat altijd de angst voorop laat nooit iemand de angst ombuigen dat is nodig dat is twitter dus vandaar dat ik liever twitter zeg en niet x. Farley schrijft zijn twittervogeltje vol met messcherpe oordelen over het non-binaire zijn. Het valt aan. Het wijst af. Het gaat door korte bochten. Het heeft geen ogen. Het heft de vinger. Het zegt. Het weet. Het stelt geen vragen. Het poneert. Het sluit uit. En het sluit op. In opbergkasten. Of ontsnappen aan de opbergkasten betekent dat je andere opbergkasten moet bouwen weet ik niet. Maar dat was de vraag niet. Er waren geen vragen.

Of.

Een gedicht in de vorm van een kruiswoordraadsel. Heel onnokosteriaans. Denk ik. Kon je iets zeggen, over. Op een feestje.

Of.

Gedicht in de vorm van een oneindige loop. Heel anselmberriganiaans. Denk ik. Kom in alleen.

Of.

In de vorm van een Roos. Is meisje. Ik had die Pier Paolo Pasolini beter gemogen als die nooit films had gemaakt.

Of. Treurarbeid of. De slinger van foucault of. Het hoofd van vitus bering of. Het leven van quintus fixlein of. Iedereen moet ergens zijn of. De mandril op de slagboom of. De mens een machine of. Ook de nacht is een zon.

Of.

De woorden de namen als haken als ankers het fixeren vasthouden op plek houden en eruit willen een wereld bouwen en daarom dichter zijn (want alleen in je gedichten kan je wonen?).

Of gewoon de gedichten in de vorm van een antwoord. Een zoektocht. Een leven buiten de opbergkast. Het uitbreken, en wat daarna komt.

Gedichten die je bijna hoort.
Gedichten die je bijna aanraken.
Gedichten waarin je kunt wonen als je niet in een opbergkast wil wonen.

Jay Farley A [Cupboard] Full of Tomboys review by Tim Donker

– is of course prescription, I thought. Is what prescribes. Or decides. Sovereign is he who decides on the state of emergency. State of exception. The human appears. That can just happen to be the case. She is the many. The bird flew away, and then the sun rose. The song of an I-person who is present here. The future is raw, then it gets cooked in the present, then baked on a slow fire, and in time, cracklings will remain. Man and woman and something gave voice to things. Garbage dumps, furniture boulevards, silos, silos, transmission towers, sheep farmers hunting wolves, sports clubs, car wrecking yards, mail sorting centers, leaf blowers, pizza deliverers, a bonus flyer torn to shreds, and for everything a place. For everything a place.

Place is prescription. Place is storage cabinet. Storage cabinet is static. Is what lies fixed. Is what is prescribed. Prescribed direction of travel. The known. The man. The woman. Dominating. Patriarchal, you say. White, you say. Binary, you say. That’s how the storage cabinets are built. From wood so crooked. Put people beings living things together in groups and that is how things will grow. The norm normalizes. That which most are. That to which the lion’s share conforms. The bracket conceived by the loudest shouters. What fits we will tolerate. The rest not. And then the sun rose. Then sounded the song of the we present here. And then precisely break out.

Breaking out. That’s what this collection is about. The storage cabinet too cramped and anyway not your place and wanting to get away from there. That doesn’t happen without traces of breaking and entering. Farley not only opens the cabinet or society, but the entire language. Which is why these poems regularly leap off the page. On first flipping through, the proliferation of punctuation marks is immediately noticeable. So. You browse. You see slashes making cuts in sentences, you see square brackets inflating themselves, you see greater-than signs aiming their arrows at what comes after. And you think. Here roars an angry language. But the punctuation marks are not without meaning, though not their usual one. An explanation at the beginning says that [ ] stands for oppression, < for worsening, / for a little bit hopeful. For example. It says, only to say afterward that you’d better forget that explanation right away and I would like to emphasize: forget it right away! It’s more beautiful without this explanation, it’s more beautiful to let the punctuation marks drive your own thoughts, poems are not maps, they can do without a legend, they can stand on their own, they can freely associate with each reader individually, I prefer an aesthetic interpretation, you prefer something else, Jay Farley tends towards journey, towards progressive movement.

And speaking of journeys. A nota bene in Nebraska. The poem enumerates: pairs of two words, the first word begins with an n and the second with a b. Neutral biology. Neurodiverse brain. Nuclear bomb. New blood. Nail biting. Nihilistic bravado. Non-binary. Perhaps the non-binary as a nota bene, a postscript, something that is not automatically given with the storage cabinet, what doesn’t dominate, what is not that to which most wish to conform. What can only take proper form outside the cabinet, what must be fought for or demarcated again and again, as a latecomer placed in the body; writing; resurrecting through words.

Perhaps that’s also why these poems rarely look like poems typically look. There is a poem in the shape of the Twitter bird. Can you still say Twitter? I always thought Twitter was a silly name, but I find x even more grotesque, and that Elon Musk is one of the scariest people of our time, and Twitter was at least appropriate because it referred to chirping, to the sounds birds make, and birds make sound to mark their territory or to attract females or to warn of danger and isn’t that exactly what Twitter is about, about territorial pissing contests, about hey look at me, and about everything we don’t trust, here is my piece of world and you may not come there, here is my female and you may not touch her, and there is everything that is different and that must stay away, no wonder that medium attracted the attention of son Elon Musk, bureaucracy why the Netherlands could use some Elon Musk those right-wing balls from Elsevier bellow yesyesyes, in a dictatorship there is no bureaucracy because bureaucracy is typically something from that soft-handed democratic time when all those stupid rules exist to protect people against the total arbitrariness of whoever happens to be in charge fortunately we can sometimes still declare a state of emergency which at least for a moment can put an end to all that superfluous human rights nonsense sow fear and rule there Marc van Ranst can talk about that and medical contact still headlines everyone who says the measures weren’t necessary must be contradicted yesyesyes let fear rule let fear always lead never let anyone bend fear that is necessary that is Twitter so that’s why I prefer to say Twitter and not x. Farley fills his Twitter bird with razor-sharp judgments about being non-binary. It attacks. It rejects. It takes sharp turns. It has no eyes. It raises its finger. It says. It knows. It asks no questions. It posits. It excludes. And it locks up. In storage cabinets. Whether escaping the storage cabinets means you have to build other storage cabinets I don’t know. But that wasn’t the question. There were no questions.

Or.

A poem in the form of a crossword puzzle. Very un-Okosterian. I think. You could say something, about it. At a party.

Or.

Poem in the form of an infinite loop. Very Anselm Berriganian. I think. Come in alone.

Or.

In the form of a Rose. Is girl. I would have liked that Pier Paolo Pasolini better if he had never made films.

Or. Grief work or. Foucault’s pendulum or. The head of Vitus Bering or. The life of Quintus Fixlein or. Everyone must be somewhere or. The mandrill on the barrier or. Man a machine or. The night too is a sun.

Or.

The words the names as hooks as anchors the fixing holding keeping in place and wanting to get out build a world and therefore be a poet (because you can only live in your poems?).

Or simply the poems in the form of an answer. A search. A life outside the storage cabinet. The breaking out, and what comes after.

Poems you almost hear. Poems that almost touch you. Poems in which you can live if you don’t want to live in a storage cabinet.

Jay Farley A Cupboard Full of Tomboys

A [Cupboard] Full of Tomboys

  • Auteur: Jay Farley (Engeland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Taal; Engels
  • Uitgever: Broken Sleep Books
  • Verschijnt: 28 februari 2025
  • Omvang: 56 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: £ 8,99 
  • Boek bestellen bij: Amazon / Bol

Flaptekst van de dichtbundel van John Farley

Through the poetic and raw lens of a neurodiverse filmmaker, A [Cupboard] Full of Tomboys by Jay Farley navigates the intricate intersections of identity, gender, and class. This collection unfolds the journey of an older, working-class non-binary individual. With a cinematic and surreal texture, the poet uses words not only to validate their existence but also to unlock the transformative power of language itself. From the confines of the metaphorical cupboard to the expansive, defiant explorations of a new, queer world, Farley’s poetry challenges binaries, embraces fluidity, and crafts an unflinching celebration of lived authenticity.

Jay Farley is a non-binary, neurodivergent award winning filmmaker and digital artist. Discovering their Non-binary identity in 2022 aged 48 was profound and they found their voice as a performer and poet. Farley subsequently became award winning with ‘I Wish I’d Won the Miners’ Strike’, published in How it Started, Creative Futures Writers’ Award 2022 anthology. They are published in the Queer Icons anthology, SparksHot Poets anthology and illustrated in Woop Woop magazine. Their debut book of poetry A [Cupboard] Full of Tomboys was created under the mentorship of TS.Elliot Award winning Joelle Taylor and published by Broken Sleep Books.

Bijpassende boeken en informatie

Kat Dixon – eat the glitter

Kat Dixon eat the glitter review, recensie en informatie dichtbundel van de Engelse dichteres. Op 31 mei 2024 verschijnt bij Broken Sleep Books de bundel met nieuwe gedichten van de uit Engeland afkomstige Kat Dixon. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave. Een Nederlandse vertaling van het boek is niet verkrijgbaar.

Kat Dixon eat the glitter review en recensie van Tim Donker

Komma komma komma. Allemaal (gewoon maar) mensen. De mensen in de straten, de mensen wier slaap gebroken is, de mensen die een instrument spelen, de mensen bij de bakker, de mensen die van de hoed en de rand weten, de mensen die laat moeten werken, de mensen met een tweedehands auto. De mensen die gesieteerd worden.

De mensen die dingen zeggen.

De mensen die eat the glitter het debuut van Kat Dixon noemen.

Is wat ze zeggen. Ja. Debuut zeggen de mensen. Goed. Het kan. Maar ik heb hier in mijn kast een boek dat Here / Other heet. Het werd in 2014 uitgegeven door Artistically Declined Press. Een roman, proza misschien, maar een met veel paginawit omgeven proza & poëties tot op het bot. De schrijfster? Een zekere Kat Dixon.

Het is tien jaar geleden dat ik Here / Other las en ik kan me er eerlijk gezegd niet heel veel meer van herinneren, behalve dat de personages vreemde namen hadden als Wednesday, Zanzibar en Pigeon, dat de woorden een zeer poëtiese muzikaliteit (vooral ritme) hadden, dat het vervreemdend was, dat alles zwom in paginawit (soms niet meer dan vier regels op een bladzijde) & dat het bloedmooi was.

Is het mogelijk dat er twee Kat Dixons zijn?
Ja. Dat is mogelijk.
Is het mogelijk dat ze allebei schrijver zijn?
Ja. Dat is mogelijk.
Is het mogelijk dat beide schrijvende Kat Dixons een hang hebben naar het experimentele?
Ja. Dat is mogelijk.
Is het mogelijk dat beide schrijvende en experimenterende Kat Dixons zich geïnspireerd weten door een denkrichting die een mens als “postmodern” zou kunnen klassifiseren, met de nodige mitsen en maren, aangezien wij, als Bruno Latour niet onjuist zegt, nooit modern geweest zijn en ons daartoe dus ook niet “post” kunnen verhouden jajaja maar toch dat deconstructivisme jajaja en toch de geesten van Foucault en Deleuze en Derrida jajaja & de ironizeringen jajaja en de tijden die vol geworden zijn – is dát mogelijk?
Ja. Dat is mogelijk.

Maar weet je wat ook mogelijk is? Dat de mensen maar wat uit hun nek lullen, dat is ook mogelijk. Het zijn immers de mensen maar. Het zijn Clare en Emma en Glyn maar. En die zeggen zoveel. Die noemen dit boek ook een pamflet. Dat zegt zelfs Kat Dixon zelf. “Dit pamflet zou niet bestaan zonder Gladstone’s Library” zegt ze in het dankwoord. Maar ik ben nooit van mening geweest dat een maker van een werk goed in staat zou zijn om te kunnen zeggen wat het is. Integendeel, misschien zelfs wel.

“Pamphlet” verwijst wel naar iets meer dan “pamflet” alleen, en in sommige opzichten kan eat the glitter zeker pamflettisties genoemd worden (een manifest! een verklaring! iets dat roept en zegt wat de dichtkunst vermag!) maar toch hecht ik eraan dit boek gewoon een poëziebundel te noemen. Een bundel vol poëzie. En wat voor een!

Ieder gedicht schreeuwt het uit. Met schuine strepen als zweepslagen.
Ieder gedicht schreeuwt. Ieder gedicht roept op om de poëzie te zien. De poëzie, die overal is.

In gesprekken en herinneringen in een biertuin op zwartpaardweg; in een aanvraag gericht aan de Kunstraad betreffende geld om mescaline te kunnen kopen; in de tabbladen die je om half drie ’s nachts open hebt staan op je laptop (voornamelijk de pagina’s van Rachel Stone op verscheidene sociale media); in iets dat een regelement zou kunnen zijn voor virtuele en/of echte relaties (“unflattering photo’s are banned”, “listen while not listening”, “each party may attend a party without the other Party should the aforementioned Party be moody, badly dressed or hate their friends”); in een lijstje met de voors en tegens van een potensjeel lief (tegen: heeft een portemonnee met klittenband, gelooft in vrijemarkteconomie; benadert haar vulva als een gameboy); in gedachten over sex, porno en het verwijderen van ongewenst haar; in een fiksjonele bijsluiter van hygiëniese handgel; in hoe je in Noorwegen zit in een boot met een vrouw die je geacht wordt lief te hebben; in een prachtige zin als “for the sake of two teas and a coffee on a Sunday morning / for the sake of three croissants and happier than I’d felt in years”; in polygrammaticale turnoefeningen; in de verdwijningen; in een prachtige zin als “say you in Russian / say they in Croatian / say us and say / almost nothing, an almost unnoticeable something”; in getto Van Gogh; in de halfgod van regenval; in een prachtige zin als “my ignorance spread on morning toast”; in alles wat je lichaam verlaat en alles wat je lichaam binnenkomt; in huid als een beschermlaag; in een uiterst verwarrende zin als “a woman hands out sunflower seeds and wishes / the man standing in front of her would die”; in trachten niet te willen willen,

in hoe de gedichten soms dwars liggen op de pagina
in de doorhalingen
in de realiteit & haar (lichte) verschuivingen
in de schuine strepen als zweepslagen –
in alles wat eat the glitter zo godvergeten prachtig maakt.

(waar ist werk van)

eat the glitter een pamflet?
eat the glitter is muziek
eat the glitter is kunst

eat the glitter is een afdruk van alle plaatsen waar geleefd werd

(ik las het boek op een zondagmiddag in mijn achtertuin, terwijl mijn dochter, mijn moje lieve wijze grappige negenjarige dochter naast me zat & ook las: en zie, die achtertuin zit nu in het boek, en gans mijn achtertuin staat nu vol eat the glitter en poëzie en Kat Dixon en mijn dochter)

Kat Dixon laat ons eens temeer zien hoe poëzie voor wie het zien wil werkelijk overal vanaf druipt. Sjee. In eat the glitter druipt de poëzie nog wel van de poëzie.

Kat Dixon eat the glitter

eat the glitter

  • Auteur: Kat Dixon (Engeland)
  • Soort boek: gedichten, poezie
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Broken Sleep Books
  • Verschijnt: 31 mei 2024
  • Omvang: 42 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: £ 7,99
  • Boek bestellen bij: Amazon / Bol

Flaptekst van de dichtbundel van Kat Dixon

eat the glitter is an irreverent, lyrical exploration of queer love, modern culture, and a post-pandemic world. Tender yet cynical, this pamphlet nudges at the discomfort of art, capitalism, social contracts and the disconcerting remnants of lockdown in our lives. Amidst Kat Dixon’s poetry lies an undercurrent of vulnerability, an acute and sensitive awareness of the world’s complexities and contradictions.

Bijpassende boeken

Ted Hughes – Kraai

08Ted Hughes Kraai recensie en informatie over de inhoud van boek met gedichten uit 1970. Op 15 oktober 2020 verschijnt bij Uitgever De Bezige Bij de Nederlandse vertaling van Crow: From the Life and the Songs of the Crow, de poëziebundel van de Engelse dichter Ted Hughes.

Ted Hughes Kraai Recensie en Informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van Kraai, Uit het leven en de liederen van de kraai. Het boek is geschreven door Ted Hughes. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het boek met gedichten van de Engelse dichter Ted Hughes.

Ted Hughes Kraai Recensie

Kraai

Uit het leven en de liederen van de kraai

  • Schrijver: Ted Hughes (Engeland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Origineel: Crow: From the Life and the Songs of the Crow (1970)
  • Nederlandse vertaling: Daan Doesborgh
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 15 oktober 2020
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: Gebonden Boek

Flaptekst van het boek van Ted Hughes

Vijftig jaar na het eerste verschijnen van Kraai in Engeland in 1970 leidt de gitzwarte gedichtencyclus nog altijd tot verwoede discussies. Ted Hughes, voormalig Poet Laureate van Groot Brittannië, begon de cyclus in de tweede helft van de jaren zestig, na de suïcide van zijn vrouw Sylvia Plath. Hij voltooide de gedichten in 1969, toen hij voor de tweede keer een partner aan zelfmoord verloor.

De bundel Kraai was een stilistisch experiment waarin Hughes zijn rouw en verdriet probeerde vorm te geven. Het hoofdpersonage Kraai bevindt zich in een landschap dat de ene keer apocalyptisch is, en dan weer rechtstreeks uit Genesis lijkt te komen. God schept de wereld, Adam en Eva bevinden zich in het paradijs, waar achter elke boom een slang op hen wacht. De gedichten sidderen dan ook van angst, woede, geweld en verdriet. Kraai beziet dit alles vanuit het middelpunt met een mengeling van nieuwsgierigheid en een verlangen naar destructie.

Bijpassende boeken en informatie