Tag archieven: Boom Uitgevers

Peter Malcontent – Splijtzwam in de polder

Peter Malcontent Splijtzwam in de polder recensie en informatie boek over Nederland, Israël en Palestina. Op 25 november 2025 verschijnt bij Uitgeverij Boom het boek van Peter Malcontent, de universitair docent werkzaam bij de afdeling Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen, het boek over de gevolgen in Nederland van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Peter Malcontent Splijtzwam in de polder recensie

Als er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnt van Splijtzwam in de polder, Nederland, Israël en Palestina, geschreven door Peter Malcontent, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Peter Malcontent Splijtzwam in de polder

Splijtzwam in de polder

Nederland, Israël en Palestina

  • Auteur: Peter Malcontent (Nederland)
  • Soort boek: geschiedenisboek
  • Uitgever: Boom Uitgevers
  • Verschijnt: 25 november 2025
  • Omvang: 384 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 29,90
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst van het boek van Peter Malcontent over Nederland, Israël en Palestina

De situatie in het Midden-Oosten als spiegel en splijtzwam.

Meer dan ooit werkt de explosieve situatie in het Midden-Oosten als een spiegel en splijtzwam binnen de Nederlandse samenleving. Wat begon als een strijd ver buiten onze grenzen, werd een binnenlandse kwestie – een geladen strijdtoneel waar nuance steeds vaker onder druk komt te staan.

In Splijtzwam in de polder. Nederland, Israël en Palestina vertelt Peter Malcontent twee met elkaar verweven verhalen. Het eerste schetst de meer dan honderdjarige geschiedenis van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Het tweede laat zien hoe deze kwestie verankerd raakte in het Nederlandse debat en uitgroeide tot een van de meest gevoelige onderwerpen van onze buitenlandse politiek.

Peter Malcontent is als universitair docent werkzaam bij de afdeling Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen (GIB) van het Departement Geschiedenis en Kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Hij is een vooraanstaand wetenschapper op het gebied van de geschiedenis van de mensenrechten en een veelgevraagd duider van de Israëlisch-Palestijnse kwestie.

Bijpassende boeken

Madelon van Hooff – Meer dan nietsdoen

Madelon van Hooff Meer dan nietsdoen recensie, review en informatie boek over de psychologie van verveling op het werk. Op 20 november 2025 verschijnt bij Uitgeverij Boom het boek van Madelon van Hoof, universitair hoofddocent arbeids- en organisatiepsychologie aan de Open Universiteit, over verveling op het werk. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Madelon van Hooff Meer dan nietsdoen recensie en review

Als er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnt van Meer dan nietsdoen, De psychologie van verveling op het werk, geschreven door Madelon van Hooff, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Madelon van Hooff Meer dan nietsdoen

Meer dan nietsdoen

De psychologie van verveling op het werk

  • Auteur: Madelon van Hooff (Nederland)
  • Soort boek: arbeidspsychologie
  • Uitgever: Boom
  • Verschijnt: 20 november 2025
  • Omvang: 192 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,50
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst boek van Madelon van Hooff over verveling op het werk

Iedereen heeft het druk. Maar wat als je je stierlijk verveelt op je werk?

Het is een terugkerend refrein: ‘druk, druk, druk’. We hebben het allemaal druk. Of dat denken we tenminste. Want waar werkdruk, overbelasting en de stress die daarmee gepaard gaat veel aandacht krijgt, blijft de andere kant van de medaille onderbelicht. Verveling en onderbelasting op het werk krijgen nauwelijks aandacht. Dit is een gemiste kans, want ook deze problemen leiden tot serieuze negatieve gevolgen, voor zowel werkenden als organisaties. Bovendien neemt de relevantie van dit onderwerp alleen maar toe, nu AI het werk verandert en mensen langer doorwerken door de stijgende pensioenleeftijd.

Meer dan nietsdoen laat zien dat verveling op het werk geen luxeprobleem is. Het biedt een analyse van de oorzaken en gevolgen van verveling op de werkvloer, gebaseerd op grondig wetenschappelijk onderzoek. En laat vooral ook zien wat je eraan kunt doen. Het reikt handvatten aan om verveling te verminderen of te voorkomen, en zo een meer betekenisvolle werkervaring te creëren.

Madelon van Hooff is universitair hoofddocent arbeids- en organisatiepsychologie aan de Open Universiteit. Haar onderzoek richt zich op het welzijn en de gezondheid van werkenden, met een bijzondere focus op werkstress en werkgerelateerde verveling.

Bijpassende boeken en informatie

Jeroen Torenbeek – De Bourbon Parma

Jeroen Torenbeek De Bourbon Parma recensie en informatie geschiedenisboek met een verhaal van een dynastie. Op 11 november 2025 verschijnt bij Boom Uitgevers het boek van Jeroen Torenbeek over dynastieke rivaliteit en standvastigheid in een veranderende wereld. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Jeroen Torenbeek De Bourbon Parma recensie

Als er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnt van De Bourbon Parma, Verhaal van een dynastie, geschreven door Jeroen Torenbeek, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Jeroen Torenbeek De Bourbon Parma

De Bourbon Parma

Verhaal van een dynastie

  • Auteur: Jeroen Torenbeek (Nederland)
  • Soort boek: geschiedenisboek
  • Uitgever: Boom Uitgevers
  • Verschijnt: 11 november 2025
  • Omvang: 352 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 29,90
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst van het boek over de Italiaanse De Bourbon Parma dynastie

Dynastieke rivaliteit en standvastigheid in een veranderende wereld.

Wat gebeurt er met een koninklijke familie wanneer troon en kroon verloren gaan? In De Bourbon Parma. Verhaal van een dynastie duikt Jeroen Torenbeek diep in de fascinerende geschiedenis van de familie De Bourbon Parma. Ooit bezetten zij de tronen van Frankrijk, Spanje, Napels en andere Europese staten. Prins Carlos Hugo van Bourbon Parma (1930-2010) zal nog de pretendent zijn van de Spaanse troon, maar als Franco iemand anders koning van Spanje maakt, veranderen de perspectieven definitief.

Een persoonlijk verhaal van een dynastie in transitie. Carlos Hugo’s grootvader Roberto werd tijdens de Italiaanse eenwording onttroond als hertog van Parma, maar diens oom Henri kreeg tot ieders verrassing in 1873 het koningschap van Frankrijk aangeboden. Hij weigerde, waardoor het herstel van de monarchie mislukte. De familie lijkt opnieuw een kroon te bemachtigen als Carlos Hugo’s zus Teresa in 1958 de grote liefde blijkt van de Belgische kroonprins Boudewijn. In 1963 bekeert ‘onze’ prinses Irene zich tot het katholicisme vanwege haar verloving met prins Carlos Hugo. Dat leidt in Nederland tot grote opschudding en politieke debatten.

Jeroen Torenbeek voerde persoonlijke gesprekken met Carlos Hugo, zijn familie en andere betrokkenen, waardoor hij een heel persoonlijk verhaal heeft kunnen schrijven over een dynastie in transitie. Hij schetst het indrukwekkende verhaal van zes generaties die met verlies, ballingschap en politieke intriges te maken kregen, maar met hun erfgoed desondanks een grote stempel drukten op het moderne Europa.

Bijpassende boeken

Bob de Graaff – Coups, tegencoups en constitutie

Bob de Graaff Coups, tegencoups en constitutie recensie en informatie boek over een kwarteeuw Nederlandse bemoeienis met Suriname, 1975-2000. Op 3 november 2025 verschijnt bij Boom Uitgevers het boek van Bob de Graaf over de geschiedenis van Suriname. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Bob de Graaff Coups, tegencoups en constitutie recensie

Als er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnt van Coups, tegencoups en constitutie, een kwarteeuw Nederlandse bemoeienis met Suriname, 1975-2000, geschreven door Bob de Graaff, dan besteden we op deze pagina aandacht aan.

Bob de Graaff Coups, tegencoups en constitutie

Coups, tegencoups en constitutie

Een kwarteeuw Nederlandse bemoeienis met Suriname, 1975-2000

  • Auteur: Bob de Graaff (Nederland)
  • Soort boek: Surinaamse geschiedenis
  • Uitgever: Boom Uitgevers
  • Verschijnt: 3 november 2025
  • Omvang: 416 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 29,90
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst van het boek over een kwarteeuw Nederlandse bemoeienis met Suriname

De inlichtingendiensten en Suriname. Ook na de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 was de Nederlandse belangstelling voor de voormalige kolonie groot. Na de coup van Desi Bouterse in 1980 maakten de Nederlandse militaire inlichtingendiensten plannen om in te grijpen, al dan niet met internationale steun. Er ontstonden daarnaast particuliere initiatieven om het militaire bewind een halt toe te roepen.

Vijftig jaar na dato is het Bob de Graaff gelukt de beoogde interventiepogingen in kaart te brengen. Dankzij een unieke toegang tot de archieven van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) kreeg hij ook boven tafel waarom er uiteindelijk niet werd ingegrepen. Doorslaggevend hierbij waren de verschillen van opvatting tussen de regeringen in Washington en Den Haag, het gebrek aan eensgezindheid bij de Nederlandse regeringspartijen en uiteenlopende visies van de betrokken ministeries.

Nieuwe inzichten in een beladen periode. In Coups, tegencoups en constitutie geeft Bob de Graaff een nieuwe kijk op het Nederlands beleid ten aanzien van Suriname na 1975, inclusief de bemoeienissen met het Junglecommando van Ronnie Brunswijk en de pogingen om Bouterse veroordeeld te krijgen wegens zijn betrokkenheid bij drugshandel. Met zijn genuanceerde beschrijving van de vrijwel steeds gestrande interventieplannen biedt hij een tegenwicht tegen allerlei complottheorieën over een heimelijk opererende neokoloniale Nederlandse overheid.

Prof. dr. Bob de Graaff is hoogleraar Intelligence en Security Studies bij de afdeling Geschiedenis van Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Utrecht. Van 2005 tot 2010 was hij al verbonden aan de faculteit Geesteswetenschappen als bijzonder hoogleraar Politieke en culturele reconstructie vanuit humanistisch perspectief, op een leerstoel die in het leven is geroepen door de Stichting Socrates. Van 2007 tot 2009 was hij Nederlands eerste hoogleraar Terrorisme en contraterrorisme aan de Campus Den Haag van de Universiteit Leiden. Tussen 2010 en 2017 combineerde Bob de Graaff zijn professoraat in Utrecht met een hoogleraarschap met dezelfde leeropdracht aan de Nederlandse Defensieacademie (NLDA) in Breda. Hij was in 1991 een van de oprichters van de Stichting Inlichtingen Studies in Nederland (NISA) en sinds 2015 is hij voorzitter van de Europese afdeling van de International Association for Intelligence Education (IAFIE). De Graaff was redacteur van Handbook of European Intelligence Cultures (samen met James Nyce) en samen met Cees Wiebes schreef hij Villa Maarheeze. De geschiedenis van de inlichtingendienst buitenland.

Bijpassende boeken

Jacobus de Voragine – Legenda aurea

Jacobus de Voragine Legenda aurea recensie en informatie boek uit de middeleeuwen over het leven en sterven van de belangrijkste heiligen. Op 15 oktober 2025 verschijnt bij Boom Uitgevers de Nederlandse vertaling van het belangrijke Middeleeuwse geschrift van Jacobus de Voragine, de dominicaan die in de dertiende eeuw leefde en dit boek schreef. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Jacobus de Voragine Legenda aurea recensie

  • “Een duizelingwekkend werk van superlatieven. De markante daden en anekdotes spatten van de pagina’s.” (de Volkskrant)
  • “Een heerlijk verzorgd prachtboek. Het Middeleeuwse standaardwerk met de beschrijvingen van de heiligenlevens. Knotsgekke verhalen vol duivels en demonen, maar ook vaak vertederend en aangrijpend. Een beschrijving van de middeleeuwse ziel.” (Trouw)

Jacobus de Voragine Legenda aurea

Legenda aurea

Levens van de heiligen

  • Auteur: Jacobus de Voragine
  • Soort boek: Middeleeuws geschrift over heiligen
  • Nederlandse vertaling: Carolien Hilhorst-Boink, Ton Carolien Hilhorst
  • Uitgever: Boom Uitgevers
  • Verschijnt: 15 oktober 2025
  • Omvang: 1032 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 39,90
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst van het middeleeuwse boek over heiligenlevens

Heiligenlevens beschreven door Jacobus de Voragine. De Legenda aurea is het befaamde middeleeuwse standaardwerk over leven en sterven van de belangrijkste heiligen van de middeleeuwse christenheid, geschreven door de dominicaan Jacobus de Voragine. In levendige verhalen vol wonderlijke gebeurtenissen passeren de grote figuren uit het Nieuwe Testament, de martelaren van de eerste eeuwen en de monniken en bisschoppen van het gekerstende Europa de revue.

De Legenda aurea kende al snel na verschijnen een grote populariteit en geldt als een monument van cultuur, mentaliteit en wereldbeeld van de middeleeuwen. De verhalen zijn meeslepend, aangrijpend, soms absurd, maar altijd doorspekt met devotie en symboliek. Kunstenaars en theologen hebben eeuwenlang uit dit werk geput. Het behoort, naast de Bijbel en de klassieke traditie, tot de fundamenten van de westerse cultuur.

Jacobus de Voragine leefde van circa 1228 tot 1296 en werd geboren in Varazze in de Republiek Genua. Hij was dominicaan, schrijver, bestuurder en in de laatste zes jaar van zijn leven was hij aartsbisschop van Genua waar hij ook overleed.

Bijpassende boeken

De ramp met de Van Imhoff boek

De ramp met de Van Imhoff en het lot van Duitse burgers in Nederlands-Indië, 1940-1945 boek van Ellen Klinkers, Linda Terpstra en Maaike van der Kloet. Op 13 oktober 2025 verschijnt bij Uitgeverij Boom dit geschiedenisboek. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteurs en over de uitgave.

De ramp met de Van Imhoff boek recensie

Als er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnt van De ramp met de Van Imhoff en het lot van Duitse burgers in Nederlands-Indië, 1940-1945, het boek geschreven door Ellen Klinkers, Linda Terpstra en Maaike van der Kloet, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

De ramp met de Van Imhoff boek

De ramp met de Van Imhoff

en het lot van Duitse burgers in Nederlands-Indië, 1940-1945

  • Auteurs: Ellen Klinkers, Linda Terpstra, Maaike van der Kloet (Nederland)
  • Soort boek: oorlogsgeschiedenis
  • Uitgever: Boom
  • Verschijnt: 13 oktober 2025
  • Omvang: 400 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 39,90
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst van het boek van Ellen Klinkers, Linda Terpstra en Maaike van der Kloet

Op 19 januari 1942 werd het Nederlandse koopvaardijschip Van Imhoff voor de kust van Sumatra gebombardeerd door een Japans vliegtuig, waarna het in de golven verdween. Aan boord bevonden zich bijna vijfhonderd in Nederlands-Indië woonachtige Duitse mannen die aan het begin van de oorlog door de Nederlandse koloniale overheid waren geïnterneerd. De bewakers en de bemanning van de Van Imhoff brachten zichzelf in veiligheid, zonder zich te bekommeren om de in het ruim opgesloten Duitsers. 411 van hen kwamen om het leven.

De ramp met de Van Imhoff vertelt het verhaal van deze mannen: hoe zij als vijandelijke onderdanen werden geïnterneerd aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, en hoe hun levens eindigden als gevolg van de scheepsramp die zich op circa 100 km van de kust van Sumatra voltrok. Het boek geeft bovendien een duidelijk beeld van de Duitse gemeenschap in Indonesië vóór de Tweede Wereldoorlog en van de nasleep van de ramp met het koopvaardijschip. Hoe ging de Nederlandse overheid daarmee om? Hoe verliep het debat over schuld en verantwoordelijkheid? En hoe verging het de gezinsleden van de omgekomen mannen?

Ellen Klinkers, Linda Terpstra en Maaike van der Kloet zijn verbonden aan het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) in Den Haag.

Bijpassende boeken

Joost Rosendaal – Het Oranjecomplot

Joost Rosendaal Het Oranjecomplot recensie en informatie boek over de strijd om Nederland in 1799. Op 9 september 2025 verschijnt bij Boom Uitgevers het boek van Joost Rosendaal, bijzonder hoogleraar Geschiedenis van Oorlog en Vrijheid in het Nederlands- Duits grensgebied aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Joost Rosendaal Het Oranjecomplot recensie

Als er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnt van Het Oranjecomplot, De strijd om Nederland in 1799, geschreven door historicus Joost Rosendaal, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Joost Rosendaal Het Oranjecomplot

Het Oranjecomplot

De strijd om Nederland in 1799

  • Auteur: Joost Rosendaal (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse geschiedenis
  • Uitgever: Boom Uitgevers
  • Verschijnt: 9 oktober 2025
  • Omvang: 400 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 29,90
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst van het boek over de strijd om Nederland in 1799

Herfst 1799. Vier jaar nadat de Oranjes zijn verdreven, beramen zij een complot om naar Nederland terug te keren. Een Brits-Russisch leger van 42.000 man, dat de revolutionairen van aartsrivaal Frankrijk wil bestrijden, trekt ter ondersteuning van dit plan Noord-Holland binnen. Achter de linies ontvouwt zich een web van spionage, verraad en sabotage. Oranjegezinde regenten, officieren en edelen vormen een schaduwnetwerk. De Bataafse vloot komt door omkoping in Britse handen. In Twente en de Achterhoek breken opstanden uit. En door het hele land sneuvelt het revolutionaire symbool van de vrijheid: de vrijheidsboom.

In Het Oranjecomplot ontrafelt Joost Rosendaal een waargebeurde intrige vol hoogmoed en misrekening, inschattingsfouten, rivaliteit, strijd tussen stad en platteland en de oude Oranjeorde tegenover de democratische eenheidsstaat. Het complot van de Oranjes mislukt, maar legt de zwakte van de Franse regering bloot en maakt zo de weg vrij voor een andere staatsgreep: die van generaal Napoleon Bonaparte.

Joost Rosendaal is in 1963 geboren in Oss, Noord-Brabant. Hij is bijzonder hoogleraar Geschiedenis van Oorlog en Vrijheid in het Nederlands- Duits grensgebied aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Met boeken als Bataven! Nederlandse vluchtelingen in Frankrijk 1787-1795(2003), De Nederlandse Revolutie. Vrijheid, volk en vaderland 1783-1799 (2005) en Staatsregeling voor het Bataafsche volk. De eerste grondwet van Nederland (2005) maakte hij naam als toonaangevende auteur over de Bataafs-Franse tijd.

Bijpassende boeken

Victor Gijsbers – Oneindigheid

Victor Gijsbers Oneindigheid recensie en informatie boek en filosofische gids van de Nederlandse filosoof. Op  30 september 2025 verschijnt bij Boom Uitgevers het nieuwe boek van Victor Gijsbers. Hier lees je informatie over de inhoud van het filosofieboek, de auteur en over de uitgave.

Victor Gijsbers Oneindigheid recensie van Tim Donker

Of dat de bel gaat, en dat Boele voor de deur staat, die je kollega is uit een ander gebied maar die nu hier loopt, in jouw straat, jouw hoogsteigen straat, die niet de vorige straat is, waar hij trouwens ook gelopen heeft, hij volgt je spoor terug, nee heen, de nieuwe straat met een watertje en een bruggetje erover, wie was het weer die zo graag een bruggetje voor de deur zou hebben, het was geloof ik zomaar iemand, iemand op straat, niet deze straat, de straat waar je nu woont, de straat met het watertje en het bruggetje, de straat waar Boele nu staat met een pakje in zijn hand, het is voor jou, waarom belt hij daarvoor aan, het is niet zoon heel erg groot pakje, het had met gemak door de brievenbus gepast, misschien wil hij even een praatje maken, maar als je dan een praatje begint loopt hij al snel weer verder, hij heeft ook post voor de buren, en voor de buren van de buren, misschien was het geen goed praatje, denk je, het ging over politiek, iets met een zaag, dat vond hij niet goed, je gaat terug, naar de keuken, je was al aan het koken, zou hij hebben gezien dat je daar de hele tijd met een bol knoflook in je hand gestaan hebt?, en later, als het pruttelt, dit moet goed pruttelen, dit moet lang pruttelen, denk je, later dus, tijdens het pruttelen, open je dat pakje dat veel kleiner was dan je gedacht had.

Victor Gijsbers komt af met een boek over de oneindigheid en ik had het veel lijviger verwacht ja. Ik dacht dat gaat vast hardkaft zijn, en minimaal achthonderd pagina’s ofzo, de oneindigheid is groot maar boeken moeten ergens eindigen. Gijsbers al na 238 pagina’s. Ja. Ik weet. Die specificaties kun je allemaal zien als je een boek bestelt maar het ding is, filosofie bestel ik bijna altijd in een opwelling. Literatuur niet. Of een roman of een dichtbundel dik of dun is kan me soms net dat essentiële vertellen dat me over de streep trekt of erachter houdt, dan is ook schrijfstijl van belang, dan doe ik mijn voorwerk, grondig, niet altijd grondig genoeg, maar grondiger steeds, doch dit kwam langs in de nieuwsbrief van Boom Filosofie, en via een linkje las ik een stukje uit de inleiding en dat ging over kinderen en een keukentafel. Hoe er niet een uiterste getal is tot waar een mens kan tellen omdat je bij elk getal weer een getal kan optellen om tot bij het volgende getal te komen. Dat vond ik mooi. Als mens. Als vader. Mijn mooie lieve grappige wijze tienjarige dochter had die week net wat filosofie voorgeschoteld gekregen op school, een vraag was geweest of nergens ergens is (of nergens misschien), ik was in die stemming, in die stemming van kinderen, keukentafel en filosofie, en ik bestelde dus, een boek dat dunner uitpakte dat ik vantevoren bedacht had.

Gijsbers kwam als student natuurkunde met filosofie in aanraking; zodus hoeft het geen verwondering te wekken dat hij (ook) een wiskundig licht over de oneindigheid laat schijnen. Misschien ben ik bezig aan de volstrekt tegengestelde beweging. Ik liet de exacte vakken zo snel mogelijk vallen, kwam al de allereerste les wiskunde in het allereerste jaar op de mavo niet goed mee; natuurkunde en scheikunde kwamen achterop als nog grotere verschikkingen, het moest alles het raam uit, en wel zo snel mogelijk, ik hield, denk ik, teveel van nadenken, waardoor ik niks kon met vakken die voor het grootste gedeelte bestonden uit aannemen, aannemen dat het zo is, met deze getallen, deze natuurwetten, deze samenstellingen van deze vloeistoffen, maar eigenlijk was ik ook al geen echte alfa want aan rijen woordjes leren had ik om dezelfde reden een al even grote hekel terwijl mijn taalbegrip doorgaans goed in orde was, zoals keer na keer bij luistertoetsen en tekstverklaring wel bleek. Maar toen ik later in filosofie geïnteresseerd raakte, begonnen de hardere wetenschappen me al wat meer te trekken. Als iets wat ook een venster op de wereld kan zijn. Of verdere (filosofische) overpeinzing behoeft.

Waarom zou je niet het oneindige wiskundig benaderen, bijvoorbeeld? Is wat Gijsbers doet, in een hoofdstuk, en hiermee biedt hij de mens die maar twee jaar wiskunde heeft gehad, op de mavo dan nog, een verrassend bruikbaar handvat in de filosofie van het oneindige. Kardinaalgetallen, ordinaalgetallen, het was allemaal nieuw voor mij, en het was lang niet zo dor als ik bij aanvang vreesde; die Georg Cantor leek me eigenlijk best een boeiende figuur, Ω, en een symbool voor oneindigheid dat niet op deze computer zit maar het is niet de lemniscaat (die zit er wel op); de verzamelingenleer als droste-effect: hoe je nooit alle verzamelingen in een verzameling kunt stoppen want dan maak je een nieuwe verzameling en heb je dus niet alle verzamelingen in je verzameling. Aardigheidjes. Akkoord. Maar wel boeiende aardigheidjes. Een manier van zien die inderdaad van enige hulp kan zijn bij het filosoferen over oneindigheid met kinderen. Wat ik niet dagelijks doe. Maar ineens kon ik wiskunde gaan zien als iets dat in zichzelf oneindig is, waar ik het altijd als statisch had gezien, misschien kun je zoeven, langs al die getallen, waar nooit een einde aan komt, maar dan haalt Gijsbers in het navolgende hoofdstuk even fijntjes Wittgenstein aan die gezeid haadt dat wiskunde van menselijke makelij is en dat je er niks in kunt vinden dat er niet door mensen is ingestopt en je het dus juist niet moet zien als een eindeloos te exploreren terrein.

Al moet een mens wel iets met het gegeven dat in het oneindige het eindige nooit bereikt kan worden.

Je kunt aannemen dat het universum oneindig is, en daar steekhoudende argumenten voor geven.
Je kunt aannemen dat het universum eindig is, en daar steekhoudende argumenten voor geven,
Je kunt steekhoudende argumenten bedenken voor de (on)eindigheid van de tijd, je kunt het met Zeno eens zijn en menen dat Achilles de schildpad nooit kan inhalen omdat hij daarvoor een oneindige reeks handelingen moet voltooien en het voltooien van een oneindige reeks handelingen is onmogelijk. Je kunt duizelen bij oneindig grote getallen of je kunt Wittgenstein volgen en tot de conclusie komen dat je die duizeling alleen maar jezelf aan doet. Je kunt met Louis Blanqui menen dat een oneindig groot universum dat is samengesteld uit een eindige hoeveelheid stabiele atomen uiteindelijk wel in herhaling moet vallen zodat de kans zeer groot is dat er ergens in dat oneindige universum zich nog meer werelden bevinden zoals deze, met daarop mensen zoals wij, en misschien zelfs wel onze exacte dubbelgangers. Je kunt het met Quentin Smith eens zijn dat al onze handelingen zonder waarde zijn omdat geen enkele individuele handeling iets toevoegt (of afdoet) aan de totale hoeveelheid waarde in een oneindig groot universum, zeker niet als zich er in dat universum meerdere werelden bevinden met daarop mensen zoals wij, handelingen verrichtend zoals wij ze verrichten. Je kunt je daardoor laten verlammen. Je kunt niets doen. Je kunt wel alles willen doen. Wat moet je doen met zoveel oneindigheid, die je ook nog eens op schier oneindig veel manieren kunt benaderen.

Je helemaal in jezelf keren, alles niet groter maken dan je allerzelfste zelf groot is?

Gijsbers meent van niet. Hij haalt de ervaringsmachine van Robert Nozick erbij. Stel je voor dat je je hele leven in een machine zou kunnen slijten. Die machine tovert voor jou persoonlijk een prachtig en succesvol leven tevoorschijn. Je hebt een moje partner, je bent intelligent, je schijft een boek dat goed ontvangen wordt, misschien krijg je nog wel de nobelprijs voor de literatuur, en passant breng je wereldvrede, je bent een gevierd en geliefd mens. Je zou nooit weten dat het maar een virtueel leven is en dat je in werkelijkheid al je jaren in een machine hebt gezeten. Zou je willen? Of zou je niet willen? Nozick meent van niet, en Gijsbers valt hem daarin bij. Het zou immers niet echt zijn, en alles wat niet echt is, heeft geen waarde. Ik vraag me af of deze filosofen gelijk hebben in hun oordeel dat de meeste mensen nee zouden zeggen tegen een leven in de ervaringsmachine. Om te beginnen, leven we in zekere zin allemaal al in een ervaringsmachine. Ik doel hiermee niet op de idee dat we zomaar figuranten zouden kunnen zijn in de droom van een godheid of dat soort debiliteiten, of dat we nooit volledig kunnen uitsluiten dat heel het leven maar een door een demon bewerkstelligde hallucinatie is. Ik bedoel dat er geen ander “echt” is dan het “echt” in onze kop, en dat er geen toegang is voor ons mensen tot de buitenkopse werkelijkheid. Wat “alleen” maar in je kop gebeurt is niet perse onechter dan wat zich ook nog ergens daarbuiten bevindt (als Ding an sich ofzo, weetikveel). Bovendien valt de keuze tussen een “echt” leven vol armoede, uitzichtloze baantjes, eenzaamheid en vernedering (wat dat soort levens bestaat ook, Gijsbers) en een “louter” virtueel leven vol rijkdom, succes, liefde en lof misschien niet per se altijd in het voordeel van dat eerste uit. In een hierop gelijkend gedachte-experiment komt Gijsbers met de idee dat je bespot en uitgelachen wordt door je kollega’s – maar alleen maar achter je rug. Ze vinden je zielig, belachelijk, sneu en steken de draak met je maar ze vinden je zo zielig dat ze je hier nooit iets van laten blijken, en in je gezicht doen ze alleen maar aardig tegen je. Ook dit soort aardigheid zouden mensen afwijzen, meent Gijsbers want diene mens is klaarblijkelijk geobsedeerd door oprechtheid. Tsja. Als je er vlak voor je dood achter zou komen dat al het vriendelijks en moois en liefs dat je ooit op je levensweg ontmoet had allemaal maar nep was, zou dat nogal een schok zijn denk ik. Maar dan bedoel ik alles, ook wat je dacht te betekenen voor geliefden en vrienden en familie. Bepaalde categorieën mensen echter, en dit moge materialistisch klinken maar ik denk dat het zo is, hebben voornamelijk (of misschien zelfs alleen maar) instrumentele waarde voor elkaar. Kollega’s. Buren. Kennissen. Ze hoeven me niet echt te mogen. Als ze doen alsof is dat goed genoeg. Van kollega’s wil ik alleen maar dat ze bereid zouden zijn eens een keer een dienst van me over te nemen. Bij buren wil ik een ei kunnen lenen. En met kennissen een oppervlakkig nikspraatje maken als ik bij de slager op mijn beurt sta te wachten. Dieper dan dat kan de band wel gaan, maar dat hoeft niet. Oprechtheid en echtheid zijn niet altijd van richtinggevende waarde. Zelfs niet als we zoeken naar wat nog telt in het aangezicht van de oneindigheid.

Misschien wordt Gijsbers hier een beetje te prekerig?

Hij doorzoekt zelfgerichtheid nog wat verder. De miljonair op zijn jacht, bijvoorbeeld. Dat noemt Gijsbers obsceen. Omdat het bestaat “in een wereld waarin andere mensen geen schoon drinkwater, medicijnen of menstruatieproducten kunnen betalen” (het laatste lid in die opsomming vond ik een opvallende). In zichzelf een rake observatie, maar hoeveel rijkdom is precies obsceen wanneer je weet dat er ook mensen zijn die op een bankje in het park moeten slapen? Een kollega van mij vindt het onethisch om in een heel groot huis te wonen in tijden van woningnood. Wanneer is je huis te groot? Wanneer heb je teveel? Een jacht is klaarblijkelijk teveel ten overstaan van de armoede die ook in deze wereld bestaat. Om de hand in eigen boezem te steken: ik heb heel erg veel, echt wel heel erg veel, boeken. Goed, een deel ervan werd me ongevraagd op mijn recenseertafel geworpen, maar een niet onaanzienlijk deel kocht en bestelde ik zelf. Ten aanzien van mijn cd-verzameling is het nog erger: slechts een verwaarloosbaar klein deel kwam voort uit mijn roemruchte verleden als marginaal muziekrecensentje en al die zovele, zo heel erg veel vele andere cd’s kocht ik allemaal helemaal zelf. Is dat net zo obsceen als dat jacht? Wanneer moet je beschaamd zijn om wat je hebt? Gijsbers laat die vraag onbeantwoord. Maar duidelijk is wel dat hij de mensen hun besloten wereldje uit wil hebben.

Alles veil hebben voor je land dan? Nationalisme blijkt ook afkeurenswaardig. Ik weet niet of het wenselijk is om je politieke mening naar voren te brengen in een filosofisch werk, en zeker niet als het zo’n obligate mening is, maar iets over Gijsbers overpeinzingen ten aanzien van nationalisme wil ik wel kwijt. Volgens hem leidt nationalisme per definitie tot een soort van obscurantisme omdat nationalisten niet willen horen dat onze rijkdom gedeeltelijk is gebaseerd op een slavernijverleden. Je bent niet alleen maar een nationalist, je bent een extreem domme nationalist (voor zover al geen pleonasme) als je denkt dat de wereld voorbij je landsgrenzen ophoudt te bestaan. Zouden nationalisten al het kwaad dat hun land een ander land heeft aangedaan nu werkelijk ontkennen? Of zouden nationalisten sociaal-darwinisten zijn (dat zou me niet verbazen), en menen dat sommige naties andere naties mogen uitbuiten, dat het volstrekt in orde is met de wetten der natuur als de zogenaamd “moedige”, “avontuurlijke”, “ondernemende”, schepen bouwende volkeren parasiteren op andere? Het lijkt me een denkfout dat wie iets of iemand lief heeft de ogen sluit voor de slechte eigenschappen daarvan. Ik kan het geklier van mijn eigen kinderen in elk geval veel beter hebben dat het geklier van andere kinderen. Ik meen serieus dat mijn kinderen leuker, grappiger en intelligenter klieren dan alle andere kinderen.

Maar bij familie mag het ook niet stoppen van Gijsbers. Hij wijst de lezers in de richting van de potentiële oneindigheid. Er zijn altijd meer mensen te spreken, meer verhalen te horen, meer boeken te lezen, meer dingen te leren, meer zaken te ontdekken.

Diene mens zijn moeder schijnt over zijn hoofdstuk over het eeuwige leven gezegd te hebben dat dat duidelijk geschreven is door iemand die nog jong is. Hoewel Gijsbers maar negen jaar jonger is dan ik, komt gans zijn boek een beetje op mij over als “geschreven door iemand die nog jong is”. Zijn pleidooi tegen nihilisme, en voor “potentiële oneindigheid”, duiden niet alleen op een bevoorrechte, zeg “zeven vinkjes”-, positie (hier is duidelijk iemand aan het woord die schrijft, en leest, en intelligent is en goed in staat tot reflectie, omgeven wordt door academici of in ieder geval wat men “intellectuelen” pleegt te noemen; iemand die zich niet dag na dag hoeft af te beulen in één of andere fabriek en bij thuiskomst te moe is voor iets anders dan de maaltijd en wat SBS6 voor het bed alweer lonkt) maar ook op een bepaalde “jongheid van geest”. Ofwel: waartoe Gijsbers aan het einde op lijkt te roepen, werkt vooral voor wie nog niet blasé is (het leven brengt ons allemaal daar, vroeger of later) (hoewel, mijn opa is na zijn pensioen bij de Nederlandse Spoorwegen nog Russisch gaan studeren). Want dat de “potentiële oneindigheid” niet alleen kan enthousiasmeren maar evengoed een verlammende werking kan hebben, ontdekte ik reeds in de puberteit. Ik was in die dagen een metaalhoofd, als je dat zo kan zeggen. Toen ik als achtjarige in het bruiner dan bruine café waar mijn tante werkte de liveversie van Lola van The Kinks hoorde, was ik voor de rest van mijn leven (dacht ik toen) verkocht voor rock. Harde rock. Steeds hardere rock. Tot ik op mijn vijftiende of zestiende grindcore ontdekte. De elpee From enslavement to obliteration van Napalm Death leek me de allerextreemste elpee te zijn ooit gemaakt, en die moest ik hebben. En even later had ik hem. En ik was trots. Ik had hem. De hardste, bizarste, idiootste plaat die maar bestond. De zanger leek op een gekooid dier, de gitaren bruisten onophoudelijk uit de speakers en de drummer brak alle snelheidsrecords. En dat stond gewoon in mijn platenverzameling. Op mijn kamer. Dat had ik, dat luisterde ik, dat was in mijn bezit. Tot een klasgenoot een paar weken later naar me toe kwam met op zijn walkman een bandje met daarop wat liedjes van Sore Throat. In de Aardschok besproken als de band die Napalm Death liet klinken als een huisorkestje. Dat moest ik horen, vond die klasgenoot, en of ik wilde of niet: hij liet het me horen. En inderdaad. Het was nog net een tikje gestoorder, een tikje heftiger, een tikje extremer dan From enslavement to obliteration. Allicht dacht ik er toen niet in die termen over na, maar ik denk dat dit mijn eerste gewaarwording van de potentiële oneindigheid moet zijn geweest. Er was helemaal geen allerextreemste plaat ooit gemaakt, en die zou er ook nooit zijn. Het kon altijd wel nóg een tandje extremer. Was dit geworden van mijn liefde voor (rock)muziek? Een jacht naar de ultiem extreme plaat, een jacht die nooit zou eindigen? Daar en dan, op het schoolplein, hield ik op een metaalhoofd te zijn. Van lieverlee omarmde ik elke muziekstijl, iets wat ik nog steeds doe. Waarmee gezegd wil zijn dat het potentieel oneindige ook een eindigende uitwerking kan hebben (maar wat enerzijds eindigt, opent anderzijds nieuwe deuren dus).

En daar komt nog iets bij. In het geval van bovengenoemde extreme platen zijn de verschillen tussen de ene allerextreemste plaat en de volgende nog-net-iets-extremere plaat miniem. Bij Sore Throat, b’voorbeeld, viel eigenlijk vooral de zang op die iets gestoorder leek te zijn dan bij Napalm Death. Maar hoe anders is dat bij het leven met de potentiële oneindigheid zoals Gijsbers dat voorstelt? Ja, er zijn altijd meer mensen te ontmoeten, meer boeken te lezen, meer dingen te zien, er is altijd meer kennis te verwerven, er is altijd een volgende grens tot waar je verstaanshorizon kan worden opgeschoven. Maar de verschillen tussen wat je al kende en wat er nog bij komt, worden wel steeds kleiner totdat het “altijd nog meer” niet meer is dan oude wijn in nieuwe zakken. Tot een bepaalde leeftijd kan het potentieel oneindige erg inspireren, maar er kan ook een moment komen waarop je je schouders zult ophalen bij de gedachte aan alles wat er nog te ontdekken, te kennenleren, te vernemen, te zien valt.

“Oneindigheid. Een filosofische gids” zal dan ook wel het interessantst zijn voor een wat jonger publiek. Bij mij rees na lezing één vraag: hoe zou Gijsbers dit onderwerp benaderen als hij zestig is, of zeventig? Ik stel een deel twee voor, Gijsbers, door jou te schrijven over twintig jaar jaar. Dat boek zou namelijk wel eens briljant kunnen worden.

Victor Gijsbers Oneindigheid

Oneindigheid

Een filosofische gids

  • Auteur: Victor Gijsbers (Nederland)
  • Soort boek: filosofieboek
  • Uitgever: Boom Uitgevers
  • Verschijnt: 30 september 2025
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 24,90 / € 19,90
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst van het boek van Victor Gijsbers de Nederlandse filosoof

Prikkelende verkenning van het oneindige – en verder.

Het oneindige is grenzeloos fascinerend. Als eindige wezens zullen we het oneindige nooit volledig kunnen vatten. Toch duikt het onderwerp telkens opnieuw op in de filosofie – we kunnen er kennelijk ook niet aan ontkomen. Filosoof Victor Gijsbers leidt de lezer langs de belangrijkste vragen over het oneindige in de wiskunde, de natuur, de werkelijkheid en het menselijk leven.

Via Aristoteles, Descartes, Nietzsche en Wittgenstein leren we hoe de mens het oneindige heeft proberen te temmen, of juist als God boven zich heeft gesteld. Aan het eind van de reis komen we uit bij Kant, die de eindige mens zag als maatgever van de werkelijkheid – maar een maatgever met een opdracht die hij nooit kan voltooien. Door na te denken over de oneindigheid zien we zowel de meest inspirerende als de meest tragische kant van het menszijn.

Victor Gijsbers is geboren in 1982. Hij studeerde natuurkunde en filosofie in Utrecht en is werkzaam als filosoof aan de universiteit Leiden. Eerder publiceerde hij bij Boom een vertaling van Wittgensteins Tractatus.

Bijpassende boeken

Peter Sloterdijk – Het continent zonder eigenschappen

Peter Sloterdijk Het continent zonder eigenschappen recensie en informatie boek van de Duitse filosoof over bladwijzers in het boek Europa. Op 4 september 2025 verschijnt bij Boom Uitgevers de Nederlandse vertaling van Der Kontinent ohne Eigenschaften, het boek van de uit Duitsland afkomstige filosoof Peter Sloterdijk. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Peter Sloterdijk Het continent zonder eigenschappen recensie

Als er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnt van Het continent zonder eigenschappen, het boek van de Duitse filosoof en schrijver Peter Sloterdijk over bladwijzers in het boek Europa, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Peter Sloterdijk Het continent zonder eigenschappen

Het continent zonder eigenschappen

Bladwijzers in het boek Europa

  • Auteur: Peter Sloterdijk (Duitsland)
  • Soort boek: filosofisch boek over Europa
  • Origineel: Der Kontinent ohne Eigenschaften (2024)
  • Nederlandse vertaling: Mark Wildschut
  • Uitgever: Boom Uitgevers
  • Verschijnt: 4 september 2025
  • Omvang: 288 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 29,90
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over Europa van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk

Indrukwekkende beantwoording van de vraag: Wat is Europa? Nu de geopolitieke kaarten opnieuw worden geschud, is het hoog tijd voor een Europees zelfonderzoek. In Het continent zonder eigenschappen formuleert Peter Sloterdijk een scherpe kritiek op Europa’s identiteitscrisis. Hij ‘leest’ de wording van Europa als ware het een boek, en markeert daarbij fundamentele passages: van de wezenlijke rol van het Latijn, het imperium als bestuursmodel, de betekenis van Comenius voor de Europese cultuur als ‘lerende’ gemeenschap tot de industrialisatie als resultaat van de winning van delfstoffen.

Europa en haar symbolische betekenis. In zijn kenmerkende stijl duidt Sloterdijk de geschiedenis van Europa en haar culturele, politieke (imperiale) en symbolische betekenis in de wereld. Daarbij neemt hij afstand van naïeve ‘Europtimisten’ en verzet hij zich evenzeer tegen het ondergangsdenken dat de voedingsbodem lijkt te zijn voor het nieuwe extreem-rechts. In Het continent zonder eigenschappen zien we meesterdenker Peter Sloterdijk op de toppen van zijn kunnen: ironisch, kritisch en messcherp.

Peter Sloterdijk is geboren op 26 juni 1947 in Karlsruhe, Duitsland. Hij is zowel geliefd als omstreden: enfant terrible van de Duitse filosofie, auteur van filosofische bestsellers, briljant stilist, controversieel denker en vele malen onderscheiden. Met zijn eerste boek, Kritiek van de cynische rede, verwierf hij onmiddellijk internationale faam. Sindsdien schreef hij tal van bestsellers waaronder de trilogie Sferen en Je moet je leven veranderen.

Bijpassende boeken

Marens Engelhard – De Javaanse psyche

Marens Engelhard De Javaanse psyche recensie en informatie boek over koloniale psychiaters in Nederlands-Indië. Op 2 september 2025 verschijnt bij Boom Uitgevers het boek van de Nederlandse historicus Marens Engelhard met een familiegeschiedenis over de koloniale psychiaters in Nederlands-Indië. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Marens Engelhard De Javaanse psyche recensie

Als er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnt van De ‘Javaanse psyche’,  Koloniale psychiaters in Nederlands-Indië. Een familiegeschiedenis, geschreven door Marens Engelhard, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Marens Engelhard De Javaanse psyche

De ‘Javaanse psyche’ 

Koloniale psychiaters in Nederlands-Indië. Een familiegeschiedenis

  • Auteur: Marens Engelhard (Nederland)
  • Soort boek: koloniale geschiedenis
  • Uitgever: Boom Uitgevers
  • Verschijnt: 2 september 2025
  • Omvang: 312 pagina’s
  • Prijs: 26,90
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst boek over koloniale psychiaters in Nederlands-Indië

Koloniale psychiatrie in Nederlands-Indië. Rond 1920 introduceerden Nederlandse psychiaters in Nederlands-Indië theorieën over de zogenoemde ‘Javaanse psyche’. Ze stelden dat Javanen ‘kinderlijk en impulsief’ waren, en waarschuwden daarom tegen een snelle onafhankelijkheid van de kolonie. Deze ideeën, verpakt als wetenschap, werden omarmd door conservatieve politici en genootschappen. Indonesische artsen en psychiaters protesteerden fel en krachtig tegen deze racistische theorieën.

Loopbaan en leven van Chris en Amy Engelhard. Via brieven en dagboeken maakt Marens Engelhard ons deelgenoot van het leven van de jonge psychiater – tevens zijn grootvader – Chris Engelhard, diens vrouw Amy en hun gezin. We zien Chris’ pogingen om geestesziekten bij de cultureel zo verschillende Javanen beter te begrijpen, en volgen het moeilijke leven van Amy als vrouw in de kolonie. Na veel persoonlijk verdriet keert het gezin in 1925 terug naar Nederland. Chris Engelhard is daarna bijna dertig jaar lang de geliefde en gerespecteerde geneesheer-directeur van de Willem Arntsz Hoeve in Den Dolder.

De ‘Javaanse psyche’ biedt een indringend en menselijk portret van een vergeten hoofdstuk van onze koloniale geschiedenis.

Marens Engelhard studeerde Moderne Aziatische Geschiedenis en werkte onder meer als directeur van het Stadsarchief Amsterdam en het Nationaal Archief. Voor dit boek combineerde hij brieven en dagboeken van zijn grootouders met psychiatrische vakliteratuur uit de jaren 1900- 1940. In 2024 heeft hij voor dit boek onderzoek gedaan op Oost-Java.

Bijpassende boeken