Tag archieven: Pim te Bokkel

Pim te Bokkel Nederlandse dichter, boeken, dichtbundels, recensie, informatie over de inhoud en biografische gegevens.

Pim te Bokkel is op 21 maart 1983 geboren in Winterswijk in de Achterhoek en groeide op in Aalten. Hij debuteerde in 2007 met Wie trekt de regen aan? Hierna verschenen met enige regelmaat nieuwe bundels zoals De Achterhoekse verzen en Dit en alles en heel het heelal. In januari 2025 verschijnt zijn nieuwste dichtbundel Even zweven de levende wezens.

Pim te Bokkel – Even zweven de levende wezens

Pim te Bokkel Even zweven de levende wezens recensie en informatie nieuw boek met gedichten van de Nederlandse dichter. Op 16 januari 2025 verschijnt bij uitgeverij Wereldbibliotheek de nieuwe dichtbundel van Pim te Bokkel. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Pim te Bokkel Even zweven de levende wezens recensie van Tim Donker

Zwevende levende wezens, dat is niet moeilijk, ook niet voor even. Ziet hoe zweeft de albatros. Ziet hoe zweeft de adelaar. Ziet hoe zweeft een vleermuis. Maar het zal. Een kauwgombal blijkt een toverbal. Ook dat zal. De dingen zullen, de dingen worden, misschien is ook dat zweven, wie was het weer die zei dat een pijl op elk moment in zijn vlucht alleen maar is waar hij is, en niet waar hij niet is, en dat een zwevende pijl feitelijk dus stil staat, was dat niet Anselmus nee truttemie dat was Zeno natuurlijk, en dit is maar het vluchten, dit is maar het worden en het gaan. Het zijn en het schijnen. Volgens de zandhagedis is de maan het ei waaruit de wereld is ontstaan. De lieve man nam de maan naamloos op in zijn horizon. Het zal. Het is. Het klinkt.

Klankenspel zal. Klank is plank. Nee klank is een schaal. Nee klank is plonk. Nee klank is plinketieplonk, is een golf, is beweging, het gaat in en het gaat uit fase, klank bestaat uit golven, als de klank ophoudt bewegen de golven immer nog. Ook poëzie kan klankenspel zijn. Meestal is dat rijm. Klank gaat de betekenis vooraf, schoonheid niet zelden zelfs, breek taalpracht opdat het rijmen zal. Offer de zeggingskracht op aan de plinketieplonk. Opdat het rijmen zal. O. Hoe haat ik gedichten op rijm. Het kinderachtige ervan. Kleuterliedjes rijmen altijd. Slogans meestal ook. Maar er is weinig verschil tussen dat eerste en dat twede. Simplisme en dwang. Het woord zelf is al lelijk. “Rijm”. Maar Te Bokkel laat ander klankenspel zien hier. En laat zien hoe. Klanken allianties kunnen aangaan die niet altijd per se rijmen. Niet-rijmende allianties. Maken ritme. Melodie. Muziek. Golfjes. Klank bestaat uit golven. Het kabbelt. Het klatert. Ook daarin het zweven, het gaan, het worden.

De man draait zijn hand niet om voor vette mooischrijverij als “Er komt een dag verwacht ook de vader in de echokamer met de slapeloze huiler.” Of voor pseudo-diepzinnigheden in de sfeer van: “Weet dat licht ook overdag verdwijnt als jij de andere kant op kijkt” (de dingen verdwijnen niet als je de andere kant op kijkt) (de wereld gaat niet weg als jij je ogen sluit) (objectpermanentie) (ook de slapeloze huiler in de echokamer weet dat) (ook als niemand luistert maken vallende bomen geluid) (de wereld is niet alleen maar een voorstelling voor onze zintuigen) (ook zonder waarnemers bestaat de wereld) (de wereld als wil en voorstelling) (de wereld is niet subjectgericht) (alles bestaat niet alleen maar opdat subjecten het horen zouden subjecten het zien zouden subjecten het beleven zouden) (alsof alleen onze zintuigen het waargenomene zin verlenen) (alsof alleen wat wordt waargenomen bestaat).

Ja. Te Bokkel kan het er goed overheen duwen. Over het hoogste punt, achter de gezichtseinder, voorbij elke horizon. Maar Even zweven de levende wezens heeft zijn momenten. Momenten waarop het gaat klinken, het er even bovenuit zingt, me voor een moment even raakt. Soms danst ook het paginawit. Misschien zoiets als een gaatje in je kist. Gewoon voor het uitzicht.

Ik dacht aan taalfragmentatie. Elke splinter weerspiegelt het geheel der taal. Flintertjes taal is wat de lezer hier toch minimaal bemachtigen kan. En wie het flintertje heeft, die heeft -. Pars pro toto. Ja. Ik ben blij dat jij het zegt. Hoef ik het niet meer te zeggen.

Want wat ineens in het licht staat. Hij is niet voor jou gestorven. Hij is voor jou gestorven. Velen zijn voor jou gestorven. Eén miljoen zijn gestorven om dit geluid te maken. Binnenin leeft het geluid. Het geluid dat jij haat maar ik lief heb. Geluid gaat in en uit fase. Geluid bestaat uit golven. Jij gaat niet door naar de volgende ronde.

Dat is de fragmentatie waar ik het over heb.
Dat zijn de fragmenten.
De splinters. De flinters. Dit is wat je vangen kunt als je Te Bokkel leest.

Zegt iemand zegt wie zegt Rachel Blau Duplessis (de praline dankt haar naam aan de kok van de Franse maarschalk Du Plessis-Praslin. hij brandde als eerste een gesuikerde amandel): ‘Gedicht’ is een druppel in die emmer en belooft niets.

Druppel. Emmer. Ja.

De druppel kan in Even zweven de levende wezens wel gevonden worden. De emmer komt een andere keer wel misschien. Of misschien is de lezer zelf wel de emmer. Het zal. Het kan. Het is.

Pim te Bokkel Even zweven de levende wezens

Even zweven de levende wezens

  • Auteur: Pim te Bokkel (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Wereldbibliotheek
  • Verschijnt: 16 januari 2025
  • Omvang: 80 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Pim te Bokkel

Zo haastig we leven, zo heerlijk beleef je dat ene moment, als je durft. De tijd trekt zich terug. Je wankelt, springt en bent, voor even, vrij.

Even zweven de levende wezens is een eigentijds, sprankelend memento mori – een rijke bundel met verzen voor natuurliefhebbers, dromers, lopers, zwemmers, forensen, zinzoekers, ouders, grootouders, smartphonestaarders, kinderen, stedelingen, dichters, dorpsbewoners, levensgenieters, nabestaanden, strandwandelaars, lezers, buitenlui, vakantiegangers, vaders, liefhebbers – iedereen die soms het gevoel heeft dat we gedachteloos snel aan de dingen voorbijgaan.

In tastbare, zorgvuldig uitgeserveerde zinnen roept Pim te Bokkel een wereld op die er eigenlijk niet meer had mogen zijn.

Pim te Bokkel is op 21 maart 1983 geboren in Winterswijk in de Achterhoek en groeide op in Aalten. Hij debuteerde in 2007 met Wie trekt de regen aan? Hierna verschenen met enige regelmaat nieuwe bundels zoals De Achterhoekse verzen en Dit en alles en heel het heelal.

Bijpassende boeken en informatie