Tag archieven: Portugese schrijfster

Joana Estrela – Pardalita

Joana Estrela Pardalita recensie en informatie over de inhoud van de graphic novel over nietsonziende verliefdheid. Op 24 augustus 2023 verschijnt bij uitgeverij Querido de Nederlandse vertaling van Pardalita van de Portugese graphic novel auteur en tekenaar Joana Estrela.

Joana Estrela Pardalita recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de graphic novel Pardalita. Het boek is geschreven en getekend door Joana Estrela. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud de de Portugese graphic novel voor lezers van 14+ jaar.

Recensie van Tim Donker

Dat was dan twee keer nieuw voor mij. Ik las nooit eerder een graphic novel en ik las nooit eerder een young adult book. Twee dingen die zo nieuw zijn dat er niet eens meer moeite gedaan is er een behoorlijk Nederlands ekwievalent voor te vinden. Dat Glow van Keerido is trouwens ook iets nieuws, en dus is het ook weer Engels. Later zullen er zoveel nieuwe dingen zijn dat het Nederlands niet meer bestaat.

De greffik nofful eerst dan. De greffik nofful is geen strip maar een, ja, grafische roman. Een literair soort strip misschien? Verzin jij eens iets. Misschien ga ik hiermede alles wat ik nu of ooit nog ga zeggen mee diskwalificeren, maar strips heb ik altijd graag gelezen. Vroeger, toen ik een kinderken waart. Maar ook nu nog lees ik graag, in de ochtend, bij mijn ontbijt, een strip. Het moeten weekdagen zijn, en niemand mag tuis zijn. Het moet zijn na de ochtendhektiek met lunchbakjes en tienuurtjes en ontbijten maken voor de kinderen, de tassen in pakken, ze naar school helpen. Iedereen moet naar school zijn, en naar werk. Het huis alleen. Een moje seedee in de speler, het liefst, in de ochtend nog, eentje van het slag dat niet al teveel laweit maakt. Een zwarte koffij. Een droge schapenkaas op een rozemarijnwafel. En dan dus een strip, ook nu nog, een halve eeuw oud, een reeds lang en diep en breed en ver volwassen man. Toen ik nog maar net een volwassen man was, las ik ook nog graag strips, in die dagen geloof ik juist liever saavonts laat met een biertje en wat nootjes. Je moest er altijd een beetje stil over doen, of ik deed dat tenminste, ik kende andere stripliefhebbers maar die lazen dingen die geloof ik uit Amerika kwamen, en wat duisterder en experimenteler waren, nog geen grafische romans misschien maar de term ook al Engels: comics. Je las geen strips maar je las comics. Dat was goed, want dat werd met een Engels woord aangeduid. Dan was het goed. Dan was het hip.

De tekenstijl van Estrela is simpel. Of hoe zeg je dat. Eenvoudig. Sjarmant? Elementair? Klaar? Zuiver? Ik weet het niet. Ze presteert het, in ieder geval, om met een paar lijnen veel te tonen. In een scene waarin Raquel op een weinig bruisende zondagmiddag op het balkon staat, zijn vrijwel alleen horizontale en vertikale lijnen te zien en toch is de sfeer van de buurt, de flats, de leegte, alles duidelijk voelbaar. Ik dacht aan Barbara Stok af en toe, maar wat is dat toch, hoe gaat dat in mensenhoofden, waarom moeten we bij het ene altijd aan iets anders denken, we zien X en dat doet ons dan aan Y denken, waarom kunnen we bij X niet alleen maar aan X denken, en ik al helemaal, waar praat ik van, ik wist toch immers niks van greffik noffuls nee grafische romans nee literaire strips? Prachtig vind ik haar, Estrela’s, opmerkelijke perpektieven (lap daar had ik bijna van kamerahoeken gewaagd), haar vervreemdende close-ups, de manier waarop ze soms kleine details onherkenbaar opblaast, de omgevingsvervagingen. Een meisje in het ziekenhuis, b’voorbeeld, van toen ze twaalf was, en dat meisje had overal sproeten, ook op haar benen, en je kon die sproeten doorheen haar zwarte panty zien, en, van plaatje tot plaatje, schiet er steeds minder meisje over, en steeds meer sproeten, totdat het laatste plaatje alleen nog maar een sproetenzee is. Veelal zijn er tekeningen die, met weinig tekst of soms zelfs geheel tekstloos, een hele pagina beslaan of ook wel twee overliggende pagina’s. Ook daarin speelt Estrela naar hartenlust met haar biezondere blik. Een aktieve toneelrepetitie (“Bij toneel hebben we / gerend / gesprongen / gezweet / gezwierd / gestrekt / gedraaid / gekraakt / gebogen / gedanst / getrild / gebeefd / gestretcht / gestampt / geschud”) toont wervelende lichamen die in de loop van een achttal pagina’s verworden tot reeksen gebogen lijntjes. Dit soort ingrepen geeft het boek een filmies soort verstilling, een prettige traagte, als het soort film dat het eerder zoekt in stilte en lange shots dan in aksie en harde filmmuziek. Alleen het boek doorbladeren is al een genot, maar dan is er ook nog een verhaal.

Ja er is een verhaal. Het verhaal verhaalt. Het is een verhaal van jong volwassenen, klaarblijkelijk, of in ieder geval over jong volwassenen, in dit geval Portugese jong volwassenen, het meisje Raquel voorop, die zestien is, en een vriendje heeft maar heimelijk verliefd is op Pardalita, geen diamantvogel maar een meisje. Dan ben je zestien, dan ben je jong volwassen, dan ben je misschien verliefd op iemand van hetzelfde geslacht, dan ben je “het” misschien. Dat vraagt ze zich af: of ze “het” is. (“Er zijn meer mensen die het zijn, natuurlijk / Je hebt beroemdheden. / Die actrice in Amerika. / Het kwam zelfs op de cover van een magazine / toen ze zei dat ze het was.”)  (misschien alleen jammer dat dat de “cover” van een “magazine” moest zijn, kon dat niet gewoon het omslag van een tijdschrift zijn, ik weet het niet, misschien stond dat er in het Portugese orzjieneel ook zo, misschien praten jong volwassenen zo, misschien kennen die van veel woorden alleen nog maar het Engelse alternatief) (het boek is, verder, mooi, ook tekstueel, op het poëtiese af, geregeld, mooi geschreven, mooi vertaald denk ik dus ook, door Finne Anthonissen) (Finne Anthonissen) (Finne Anthonissen) (hee ken ik die niet uit dat fantastiese lusofonie-nummer van Terras, dat las ik vorige zomer geloof ik, op een strand hier in de buurt, ik was daar met mijn kinderen, ik dronk een motorolie en las van lusofonie, het mocht een geslaagde dag heten) (wat ik over tekst gesproken ook nog wilde zeggen, wat ik mooi vond, was dat er niet alleen bladzijden zijn met alleen maar tekeningen en (soms bijna) niks geen tekst maar ook bladzijden met alleen maar tekst en geen tekeningen) (hee dat was mijn idee) (toen ik, twintig of dertig jaar geleden mijn “romanheld” -de roman is er nooit gekomen- WEERZINWEKman wilde gaan “verstrippen” en ik een vage kennis had die wel kon tekenen, toen wilde ik een stripboek maken waarin misschien ook pagina’s en pagina’s lang geen tekening te zien zou zijn). Ze denkt terug aan toen ze dertien was en klasgenoten zeiden dat je aan je vingers kon zien of je homosexueel was: “Als je ringvinger langer is dan je wijsvinger, dan ben je het.” (en ik, toch, even kijken, en links is mijn ringvinger even lang als mijn wijsvinger maar rechts is mijn ringvinger bizar lang, zelfs langer dan mijn middelvinger, was dat altijd al zo of is dat pas sinds mijn resente val?). Dus komt ze, om Pardalita, bij de toneelgroep terecht en dus reist ze, uiteindelijk, om een of andere vage reden, samen met Pardalita naar Lissabon: een reis die even mooi beschreven als getekend wordt.

Wat is er nog als je jong volwassen bent? Er zijn beste vrienden en gelukkig heeft niemand het over bie ef efs. Er is een vader. Die is niet meer bij de moeder. Die heeft, misschien, wel een nieuwe “haar”. Er is een moeder. Die is politiek geëngageerd, links, maakt zich druk om alles (wat een, euh, “elegante” (?) (ik wilde dat woord eigenlijk gaan vermijden) manier is om toch grote(re) thema’s aan te stippen zonder prekerig te worden). Er is school, want school is er altijd (de middelbare school is een aquarium, zegt Raquel, en ik dacht aan de ramen in het gebouw maar ook aan het onophoudelijke gezien worden: of je schoenen wel deugen, of je jas wel deugt, of je kapsel wel deugt, of je fiets wel deugt, of jij wel deugt). Er is een P in je hand, een steen op je maag, er zijn de watten in je hoofd. Er is leven, er is liefde, er is niet weten wat te doen.

Pardalita is innemend boek dat met leegte -in woord maar ook in tekening- erg veel weet te zeggen. Een boek dat je kunt lezen als je jong volwassen bent, en in Portugal woont, of in Nederland, en verliefd bent op iemand van hetzelfde of het andere geslacht. Of als je een man van vijftig bent met verdacht lange ringvingers. Grafies, strip, roman, poëzie, weet ik veel – dit vond ik gewoon mooi. Gewoon heel erg mooi. En dat is waar het om gaat bij boeken. Niet om hokjes, niet om glow, niet om letterreeksen, niet om jong of oud. Maar om geraakt worden. En door Pardalita wist ik me geraakt.


Joana Estrela Pardalita graphic novel recensie

Pardalita

  • Auteur: Joana Estrela (Portugal)
  • Soort boek: graphic novel (14+ jaar)
  • Origineel: Pardalita
  • Nederlandse vertaling: Finne Anthonissen
  • Uitgever: Querido Glow
  • Verschijnt: 24 augustus 2023
  • Omvang: 216 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 17,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de graphic novel van Joana Estrela

De zestienjarige Raquel woont in een kleine stad in Portugal waar iedereen elkaar kent. Haar ouders zijn gescheiden en dat is klote. De leraren op school doen vervelend, maar gelukkig heeft ze haar vriendinnen.

Als het wat oudere en opvallende meisje Pardalita bij haar op school komt, kan Raquel niet meer helder denken. Ze wil alleen nog maar in de buurt van Pardalita zijn. Haar vriendje Miguel ziet ze niet meer staan. ‘Ben ik dit?’ vraagt Raquel zich af. Is ze verliefd geworden op een meisje?

De jonge Joana Estrela is illustrator en auteur. Haar eerste prentenboek won meteen belangrijke buitenlandse prijzen. Pardalita is een poëtische graphic novel over de aardbeving die Pardalita teweegbrengt in het tienerleven van Raquel. Een vrolijk en hoopgevend relaas.

Bijpassende boeken en informatie

Maria Judite de Carvalho – Lege kasten

Maria Judite de Carvalho Lege kasten recensie en informatie over de inhoud van de Portugese roman uit 1966. Op 17 januari 2023 verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij de Nederlandse vertaling van de roman Os Armários Vazios van de Portugese schrijfster Maria Judite de Carvalho.

Maria Judite de Carvalho Lege kasten recensie en informatie

Zodra de roman gelezen is door de redactie, kun je op deze pagina recensie en waardering vinden van de roman Lege kasten. Het boek is geschreven door Maria Judite de Carvalho. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien bevat deze pagina informatie over de inhoud van de roman uit 1966 van de Portugese schrijfster Maria Judite de Carvalho.

Recensie van Tim Donker

De dingen dus maar weer. En hoe die gaan. Toch zoals ze gaan, namelijk.

Ik hoorde voor het eerst van de dingen in een auto. Het was een warme nee zeg maar snikhete dag en we waren op weg naar het strand. Iemand zat aan het stuur en zei De dingen gaan toch zoals ze gaan. Dat had ze van haar moeder, geloof ik. En ik, ik wist dat niet. Van die dingen. En hun gaan. Ik denk dat het vooral dat “toch” was dat me trof.

Ik dacht weer aan de dingen toen ik Lege kasten las. Misschien kwam het ook door het achterplat. “Lege kasten […] is een kraakheldere en genadeloze aanklacht tegen een door mannen gedomineerde wereld waarin vrouwen alleen maar een rol mogen spelen.” En: “vrouwen […] moeten […] overleven in een wereld waarin hun hele identiteit is bepaald door miskleunende mannen die geen enkele verantwoordelijkheid dragen.” En bovenaan, een sietaat uit The New York Review of Books: “[Carvalho] laat geen spaan heel van opschepperige mannen en hun afhankelijke vrouwen.”

Ik las dit niet toen ik Lege kasten las.
Ik las geen aanklacht.
Ik las geen kraakhelder. Ik las geen genadeloosheid.
Ik las van geen identiteiten die in hun geheel bepaald waren.
Ik las geen miskleunende mannen die geen enkele verantwoordelijkheid dragen. Of. Naja.

Wel – in het boek komen eigenlijk maar twee mannen voor en één daarvan is al dood op de eerste bladzijde. Dus ja. Die twede is wel een behoorlijke eikel. Dat wel. Ja.

Maar toch snap ik niet zo goed waarom je het boek vanuit deze hoek zou belichten. Dit is de tijd. Dit is de tijd van wokeïsme en van MeToo en van “grensoverschrijdend gedrag” (en al diegenen die grenzen overschrijden mogen nooit meer terug bij de mensen komen, die hebben hun menselijkheid moeten opgeven). Dit is de tijd waarin alles duidelijk is. Dit is de tijd waarin de vijanden gekend zijn: de ongevaccineerden zijn de vijanden. En de Russen zijn de vijanden. En mannen. Omdat ze man zijn. Ging daar zelfs niet een keer een heel nummer van nY over (en wordt nY zeer tot mijn ergernis niet meer en meer het politiek korrekste jongetje van de klas?). Dit is de tijd waarin je niet meer met elkaar van mening mag verschillen. Omdat alles duidelijk is. Wie de daders zijn, en wie de slachtoffers. In de tijd “vermarkt” je boeken misschien best door met kraakhelder en genadeloos en aanklacht en miskleunende mannen op de proppen te komen. Maar waarom moet alles “vermarkt” worden?

Ik las een nu eens warmbloedige, dan weer wat verstilde, een bij vlagen zeer poëtiese, een opmerkelijke, een heel erg moje, een gloedvolle, een aangrijpende roman.

De vertelinstantie vond ik al mooi. Het boek gaat over de weduwe Dora, maar Dora is niet de verteller. De verteller is Manuela, en die heeft maar zijdelings iets met het hele verhaal te maken: “Ik maak geen deel uit van dit verhaal -als je het zo kunt noemen-, ik ben een simpel nevenpersonage van het soort dat de aftiteling niet haalt, zelfs niet de aftiteling van andere verhalen die er een vervolg op zijn, en wel vanwege een totaal gebrek aan dramatische roeping.”, zegt ze, zegt Manuela, zegt de ikverteller. Die dus het verhaal vertelt van een ander, van Dora.

Die Dora was ooit getrouwd met Duarte. Dat zal dan wel een van die “miskleunende mannen” zijn.  Duarte ging dood, zoals mensen wel vaker plegen te doen. Hij was een wat ambitieloze man, die genoegen nam met een eenvoudig bestaan. Dierhalve liet hij Dora en Lisa (hun dochter) geen schatten na, geen hopen geld voor een onbekommerd leven. Zou dat bedoeld worden met dat “geen enkele verantwoordelijkheid dragen”? Dat zou dan wel erg sexisties zijn (& zou je als man wel arm en berooid mogen sterven als je alleen gebleven bent?). Daarenboven zijn ambitieloosheid en eenvoud prijzenswaardige eigenschappen; prijzenswaardiger alleszins dan een onbegrensde hang naar geld, status, aanzien, meer. Er moeten einden aan elkaar geknoopt worden, en aldus komt Dora te werk in een antiekwinkel. Een bestaan in de schaduw, ook al omdat ze haar rouw haar laat overheersen. Aan die rouw komt pas een eind als de moeder van Duarte, de wat vileine Ana, een schokkende bekentenis doet over haar zoon waardoor Dora haar huwelijk anders gaat bezien. Ze stopt met rouwen en begint met leven. Of: ze stapt uit de schaduw, en in het licht.

Daar, in dat licht, wordt ze gezien door Ernesto. De enige andere man in Lege kasten. En inderdaad wel een behoorlijke opschepper. Er is iets, Ernesto komt naar de antiekwinkel, hij ziet, hij handelt, er gebeuren dingen, ook bij hem thuis, later is er een ongeluk, ja dat was wel een behoorlijke miskleun ja, en het wordt erger nog als Ernesto bij Dora thuis komt en Lisa ziet – de ontwikkeling die dan volgt is te walgelijk voor woorden maar wordt wel aangemoedigd door Ana en dat is toch duidelijk geen man. En Lisa, ook geen man, gaat er om de meest opportunistische redenen nog in mee ook.

Niet de identiteitsbepalende en onverantwoordelijke mannen vormen volgens mij het wezen van dit boek. Evenzogoed zou je iets kunnen beweren over schoonmoeders: Ana speelt hier echt geen moje rol. Of mompel “generatiekloof” en wijs op het herhaaldelijke onbegrip tussen Dora en de soms net iets te wijsneuzerige Lisa. Of zeg dat het gewoon weer die dingen zijn, die gaan zoals ze gaan. De dingen die levens uitmaken. De dingen die zijn wat leven heet. En ineens ben je tien jaar weduwe en weet je niet wat het geweest is allemaal.

Maar de aksenten die je op de inhoud kunt leggen zijn één ding. Of het de miskleunende mannen waren, of de harteloze schoonmoeder, of toch maar weer de jeugd zonder scrupules of moraal, of misschien alleen maar de dingen die gaan zoals ze gaan – je leest met wat er in je eigen hoofd zit dus onontkoombaar leest iedereen een ander boek (het grootste gedeelte van dit boek, het is niet dik, las ik op een avond nadat ik de hele dag met mijn kinderen in een zwembad was geweest (er zat dacht ik nog wat water in mijn oor), het was zo laat in de avond dat je het misschien vroeg in de nacht kon noemen, er schoot nog een fruitbom over en daar was ik blij mee -dank gode voor de moersleutel dan maar weer-, op de steerjoo speelde zachtkens The conference of the birds van Saddar Bazaar, en met een ander glas, met een andere seedee, met een andere dag had ik misschien al een ander boek gelezen, wie weet). Het zijn ook niet de mannen of de aanklacht of de spanen die niet heel gelaten zouden worden die Lege kasten maken tot wat het is. Het is de taal.

God, wat een wonderschoon boek is dit. De opening alleen al: “Het was een voorjaarsdag die begon en eindigde als alle andere, althans in schijn, zou ze hebben gezegd, of eerder gedacht, want ze was nooit een vrouw van veel woorden geweest. Ze zei het noodzakelijke, maar beperkt tot het absolute minimum, en soms begon die noodzaak halverwege moe te worden en te haperen, alsof ze ineens besefte dat doorgaan zinloos zou zijn, want verspilde moeite. Dan zat ze stil, bewegingloos, te aarzelen aan de rand van haar gedachtepuntjes als iemand aan de rand van een water in de winter, en op zulke momenten verloor ze alle glans uit haar ogen, als was die geabsorbeerd door een vel vloeipapier. Misschien is dat nog steeds zo, dat weet ik niet, ik heb haar nooit meer gezien.” Of de herhaling op het eind: “Het bleef maar regenen, een zachte, gelijkmatige, bijna trage regen die lusteloos omlaagviel, als het ware passief neerdroop uit een zieke, oude, huilerige lucht die het bestaan moe was. Het was een dag als zovele andere, nu ik alleen was.” Of de scene waarin Ana Dora de confidentie doet over Duarte, prachtig hijgerig, stamelend, ijlend, repetitief geschreven – dáár ligt Carvalho’s kracht. Niet aanklagen. Maar zingen. Niet genadeloos maar genadelozer zelfs. Krassend in je huid. Zoals het leven zelve doet.

Daarin leeft ook het boek. Een boek over miskleunende mensen, miskleunende levens. En over de dingen. Die gaan zoals ze gaan. Op al hun ontelbaar miskleunende manieren.


Maria Judite de Carvalho Lege kasten Portugese roman uit 1966

Lege kasten

  • Schrijfster: Maria Judite de Carvalho (Portugal)
  • Soort boek: Portugese roman
  • Origineel: Os Armários Vazios (1966)
  • Nederlandse vertaling: Kitty Pouwels
  • Uitgave: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 17 januari 2023
  • Omvang: 128 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman van Maria Judite de Carvalho

Dora is al tien jaar lang weduwe. Haar geliefde man leefde op zeer bescheiden voet en voor Dora en haar dochter blijkt er na zijn dood geen erfenis te zijn. Dora klampt zich heel traditioneel vast aan haar rouw, maar dat verstokte ritueel maakt haar afhankelijk van de hulp van vrienden en bekenden. Pas als haar schoonmoeder een ongelooflijk geheim over haar huwelijk onthult zal Dora moeten inzien dat ze haar jaren als weduwe heeft verkwist. Drie generaties vrouwen – Dora, haar dochter en haar schoonmoeder – moeten nu overleven in een wereld waarin hun hele identiteit is bepaald door miskleunende mannen die geen enkele verantwoordelijkheid dragen.

Lege kasten verscheen voor het eerst in 1966 en is een kraakheldere en genadeloze aanklacht tegen een door mannen gedomineerde wereld waarin vrouwen alleen maar een rol mogen spelen. Het boek is recent herontdekt en maakt nu wereldwijd furore.

Bijpassende boeken en informatie