Tag archieven: Zwitserse roman

Kim de l’Horizon – Bloedboek

Kim de l’Horizon Bloedboek recensie en informatie over de inhoud van de non-binaire autofictie uit Zwitserland en winnaar van de Deutscher Buchpreis 2022. Op 23 januari 2024 verschijnt bij uitgeverij De Geus de Nederlandse vertaling van de roman Blutbuch van de Zwitserse schrijver Kim de l’Horizon.

Kim de l’Horizon Bloedboek recensie en informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de roman Bloedboek. Het boek is geschreven door Kim de l’Horizon . Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud de bekroonde roman van de Zwitserse auteur Kim de l’Horizon.

Kim de l’Horizon Bloedboek recensie en informatie

Bloedboek

  • Auteur: Kim de l’Horizon (Zwitserland)
  • Soort boek: autobiografische roman
  • Origineel: Blutbuch (2022)
  • Nederlandse vertaling: Elbert Besaris
  • Uitgever: De Geus
  • Verschijnt: 23 januari 2024
  • Omvang: 368 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 24,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Winnaar Deutscher Buch Preis 2022

Flaptekst van de bekroonde roman van Kim de l’Horizon

De non-binaire verteller van Bloedboek heeft na een benauwende jeugd het leven, het eigen lichaam en de eigen seksualiteit durven omarmen. Maar dan begint hun oma te dementeren. Voor de ik-persoon is dat aanleiding om het familieverleden te bevragen. Waarom zijn zo veel herinneringen zo onduidelijk? Hoe zit het met oma en haar vroeg overleden zusje? Wat is er gebeurd met de oudtante die als jonge vrouw verdwenen is? Kan de verteller de zwijgcultuur in de vrouwelijke bloedlijn eindelijk doorbreken?

Bloedboek is een zoektocht naar een nieuwe vorm van overlevering, naar een non-binaire taal en een nieuwe manier van schrijven. Maar meer nog dan over gender gaat dit boek over immateriële erfenis: Bloedboek is een radicale poging om ons door middel van literaire stijl en vorm te bevrijden van alle ballast die we ongevraagd met ons meedragen.

Bijpassende boeken en informatie

Charles Lewinsky – Halfbaard

Charles Lewinsky Halfbaard recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe roman van de Zwitserse schrijver. Op 24 oktober 2023 verschijnt bij Meridiaan Uitgevers de Nederlandse vertaling van de Zwitserse roman Halbbart van Charles Lewinsky.

Charles Lewinsky Halfbaard recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering lezen van de roman Halfbaard. Het boek is geschreven door Charles Lewinsky. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud de roman van de Zwitserse auteur Charles Lewinsky.

Charles Lewinsky Halfbaard recensie

Halfbaard

  • Auteur: Charles Lewinsky (Zwitserland)
  • Soort boek: Zwitserse roman
  • Origineel: Der Halbbart (2020)
  • Nederlandse vertaling: Elly Schippers
  • Uitgever: Meridiaan Uitgevers
  • Verschijnt: 24 oktober 2023
  • Omvang: 680 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 29,99 / € 15,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Charles Lewinsky

Het is het begin van de veertiende eeuw en de 12-jarige Sebi, woonachtig in het dorpje Schwyz, dat hij niet gemaakt is voor veldwerk of het leven als soldaat – hij wil professioneel verhalenverteller worden. In 1313 heeft zo’n jongen het niet gemakkelijk waar de schoffel van de doodgraver elke dag te horen is en engelen nauwelijks van duivels te onderscheiden zijn. Maar van de halfbaard, een vreemdeling van ver weg, leert de jongen wat mensen onderscheidt in goede en in slechte tijden – en hoe je zelfs in moeilijke tijden het beste uit jezelf kunt halen.

Halfbaard demonstreert op onderhoudende wijze de vaardigheden van de jonge Sebi met een verscheidenheid aan spannende verhalen over diens omgeving en daarmee een ode aan de vertelkunst. Al wordt de vertelkunst ook kritisch tegen het licht gehouden, want zoals blijkt wordt een goed verhaal vaak eerder geloofd en dat is nu, zeven eeuwen later, weer helemaal en vogue.

Bijpassende boeken en informatie

Beat Sterchi – Koe

Beat Sterchi Koe Zwitserse roman uit 1983 recensie en informatie over de inhoud. Op 15 september 2023 verschijnt in de reeks L.J. Veen Klassiek de Nederlandse vertaling van de Blösch van de uit Zwitserland afkomstige schrijver Beat Sterchi.

Beat Sterchi Koe recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de Zwitserse roman Koe. Het boek is geschreven door Beat Sterchi. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman uit 1983 van de Zwitserse auteur Beat Sterchi.

Beat Sterchi Koe Zwitserse roman uit 1983 recensie

Koe

  • Auteur: Beat Sterchi (Zwitserland)
  • Voorwoord: Marieke Lucas Rijneveld
  • Soort boek: Zwitserse roman uit 1983
  • Origineel: Blösch (1983)
  • Nederlandse vertaling: Wil Hansen
  • Uitgever: L.J. Veen Klassiek
  • Verschijnt: 15 september 2023
  • Omvang: 416 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van de roman van Beat Sterchi uit 1983

Koe is een roman over de koningin van de kudde van boer Knuchel, die een traditionele melkboerderij bedrijft op een berghelling ergens in Zwitserland. Koe is ook het verhaal van de Spaanse gastarbeider Ambrosio, die aanvankelijk bij Knuchel als knecht in dienst treedt. Zeven zware jaren later komt Ambrosio in een abattoir te werken waar de ooit zo prachtige prijskoe van Knuchel, intussen oud en uitgemergeld, wordt afgeleverd voor de slacht.

Koe werd bij verschijning in Zwitserland veertig jaar geleden als een hedendaagse klassieker onthaald, een roman die zich kon meten met Die Blechtrommel en Moby Dick. Anno 2023 is deze roman over de manier waarop wij mensen omgaan met de wezens die ons voeden actueler dan ooit.

Bijpassende boeken en informatie

Lukas Maisel – Tanners erf

Lukas Maisel Tanners erf recensie en informatie over de inhoud van de novelle uit Zwitserland. Op 7 maart 2023 verschijnt bij uitgeverij Atlas Contact de Nederlandse vertaling van Tanners Erde van de Zwitserse schrijver Lukas Maisel.

Lukas Maisel Tanners erf recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de Zwitserse novelle Tanners erf. Het boek is geschreven door Lukas Maisel. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het boek Tanners erf van de Zwitserse auteur Lukas Maisel.

Lukas Maisel Tanners erf recensie

Tanners erf

  • Schrijver: Lukas Maisel (Zwitserland)
  • Soort boek: Zwitserse novelle
  • Origineel: Tanners Erbe (2022)
  • Nederlandse vertaling: Ralph Aarnout
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschijnt: 7 maart 2023
  • Omvang: 128 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 19,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Waardering redactie∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van de novelle van Lukas Maisel

Dit is het verhaal van boer Tanner en hoe de grond onder zijn bestaan wordt weggeslagen. Letterlijk. Met een klein stuk land, een paar koeien en wat kippen houdt Tanner zijn hoofd net boven water, precies zoals zijn voorouders eeuwenlang hebben gedaan. Maar op een dag ontdekt hij twee reusachtige, peilloos diepe gaten in zijn land. Zijn ze een voorteken? Een straf? Is het toeval? De pastoor en de burgemeester kunnen hem niet helpen en ook de wetenschap staat voor een raadsel. In zijn ijver om het juiste te doen, maakt Tanner de verkeerde keuzes.

In glashelder proza dat aan Robert Seethaler en Franz Kafka doet denken vertelt Lukas Maisel over een boer die naar de afgrond wordt gedreven.

Bijpassende boeken en informatie

Charles Ferdinand Ramuz – Schoonheid op aarde

Charles Ferdinand Ramuz Schoonheid op aarde recensie en informatie over de inhoud van de Zwitserse roman uit 1927. Op 13 januari 2023 verschijnt de Nederlandse vertaling van de roman La beauté sur la terre van de Franstalige Zwitserse schrijver Charles Ferdinand Ramuz.

Charles Ferdinand Ramuz Schoonheid op aarde recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Schoonheid op aarde. Het boek is geschreven door Charles Ferdinand Ramuz. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman uit 1927 van de Zwitserse schrijver Charles Ferdinand Ramuz.

Recensie van Tim Donker

Maar zoon boek vertaalt zichzelf niet, het komt, helemaal vanuit de eerste helft van de vorige eeuw komt het, van een Franse uitgever, Bernard Grasset, de befaamde Franse uitgever u weet, is het gekomen, in het Frans, het Frans van een Zwitser, vanuit het Frans van de Zwitser Ramuz is het gekomen, naar hier, naar 2023, naar het Nederlands en zoon boek vertaalt zichzelf niet, nee nee nee dat deed de Rokus natuurlijk weer, de Hofstede, die van de schwung en het snobisme of hoe was dat ookalweer, of miniskule levens nakomelingen waren van imaginaire levens, u weet, Pierre Michon, u weet, Marcel Schwob u weet, of denk iemand als Régis Jauffret, denk Wereld, wereld!, of denk Henri Roorda, denk Mijn zelfmoord, of denk Joris-Karl Huysmans, denk Aan de vrouw en laten we Perec niet vergeten, zulke boeken vertalen zichzelf niet, dat doet de Rokus, dat doet de Hofstede, soms alleen soms met Martin de Haan en soms is er ook nog een derde bij, dan zijn ze een vrouw, dan zijn ze Marjan Hof waardoor ik nog even het vermoeden heb gehad dat zij ook Marianne Kaas waren, misschien met een vierde vertaler erbij ofzo, waarom niet, waarom hadden zij Dat waren wij niet kunnen vertalen, maar neen, Marianne Kaas is geloof ik heel echt Marianne Kaas en een hele echte vrouw of zijn dat geen woke kwalifikasies meer in deze tijd “echte vrouw”, past dat nog wel in dat achterlijke akroniem met al die achterlijk vele letters erin en dan ook nog zoon debiel plusje erachter zodat iedereen overig oninpasbaar ingepast kan worden om met genoeg erbij getimmerde hokjes fijn voort te kunnen doen met in hokjes te denken, maar komt dus, wil ik zeggen, was ik aan het zeggen, komt uit voorbije tijden uit een ander land in een andere taal Ramuz naar hier, naar nu, naar ons schoon Nederlands, zodat dankzij de Rokus dankzij de Hofstede Schoonheid op aarde ontsloten wordt voor elkendeen die het met een woord als “bureau” alweer genoeg vind voor één dag met die lelijke taal, die met gemak de allerlelijkste taal ter wereld is –

waarmee ik maar wil zeggen: ik weiger mordicus meer Frans te lezen dan de afgrijselijke leenwoorden waaronder onze taal helaas gebukt moet gaan maar Schoonheid op aarde had ik niet willen missen.

Want dit is weer dat soort boek. Het soort boek waarin je geheel kunt verdwijnen. Niet dat je Schoonheid op aarde in één adem uit leest terwijl je de wereld om je heen vergeet; nee: zolang je dit boek leest wordt het je wereld. Ook als je er even niet in leest, ben je ermee bezig. Ikzelf, in elk geval, vond me terug, denkend aan Schoonheid op aarde terwijl ik de afwas deed met The collected short stories of Carrie Anne Crowe van The Sad Bastard Book Club op de steerjoo of terwijl ik aan het werk was of terwijl ik op de fiets naar de supermarkt ging, slapeloos in bed naar het plafond lag de staren, op mijn hurken plee doesj of bad aan het kuisen was. Dan streelden, krieuwelden en warmden Ramuz’ woorden, zinnen en beelden me weer; dan bevond ik me weer tussen de personages; dan dacht ik weer na over de plaats van schoonheid op aarde (zingt Grandaddy: it was quite beautiful / and far away / ‘cause everything beautiful is far away).

Goed. Je hebt dus die gast die Milliquet heet en die in een klein dorp aan het meer van Genève woont. Hij baat een, hoe noem je zoiets, een etablissement uit, een soort van herberg, of noem het een eetkaffee, je kunt er geloof ik ook bowlen. Die Milliquet heeft een broer die Georges-Henri heet maar dat mag je meteen vergeten want ik moet eigenlijk zeggen had een broer die Georges-Henri heette want die broer is op de eerste pagina al dood. Overleden op Cuba waar hij leefde en een dochter had en verder klaarblijkelijk niks of niemendal want die Cubaanse dochter, Juliette, 19 jaar oud zou, volgens zijn wil, onder de hoede gesteld moeten worden van die Zwitserse kaffeebaas. Milliquet zit daar niet direkt om te springen maar zijn vriend Rouge weet hem over te halen en dus komt ze, in de lente, ook al in de lente, in alle boeken die ik de laatste tijd lees begint alles in de lente.

Alles verloopt stroef en ongemakkelijk, zo je peinzen kunt, en na een rare scene (waarover later meer, want hierin schuilt Ramuz’ kracht maar over Ramuz’ kracht kom ik nog te spreken) waarin Juliette, een Savoiaard, een accordeonist en een mes de hoofdrollen vervullen, komt Juliette op straat te staan waarna ze liefdevol wordt opgevangen door Rouge en diens halfblinde zijschop Décosterd. Dit is misschien wel het schoonste deel van het boek. De dagen in het huis van Rouge zijn harmonieus en iedereen is er op zijn plek. Rouge en Décosterd hebben aardbeien voor Juliette, de eerste aardbeien van het seizoen, en het is alles bijna lief, en het is alles bijna mooi, Juliette helpt mee met de visserij, en in dat kleine huis, in dat simpele huis, is er een stil leven, een eenvoudig leven, een mooi leven, en als er plaats is voor schoonheid op aarde dan is het daar wel.

Maar het moet zijn dat Ramuz ons vertellen wil dat er voor schoonheid op aarde helemaal geen plaats is en dus geraakt helaas der helazen ook in Rouges huis weeral snel stront aan de knikker. De Savoiaard roert zich weer en Milliquet dreigt met een rechtszaak, er is rep, er is roer, er zijn er die schande spreken, er is tiepiese dorpse bekrompenheid, Juliette laat zich in het eertijds De Coquette geheten maar later tot De Juliette omgedoopte bootje op sleeptouw nemen door twee jochies op een vlot en zulke dingen kunnen niet, zulke dingen kunnen echt niet, de jochies worden zonder eten naar bed gestuurd (waarom???) (nee echt, in godsnaam: WAAROM???), en ook daarover, tijdens die momenten dat ik niet las, liet Ramuz me nadenken: over de kleingeestigheid & over hoe kleingeestigheid altijd weer schoonheid doodt. Misschien dat, zo peinsde ik, fietsend, kuisend, liggend, wassend, kokend, misschien dat, maar mogelijkerwijs sla ik nu door, misschien dus dat Schoonheid op aarde, in essensie gaat over de friksie tussen een “natuurlijke” zijnsstaat, die harmonieus is en golfbewegingen kent en seizoenen volgt, en leeft van wat het land brengt, en het geurbanizeerde leven waarin alles strak is, zijn afgebakende plaats kent en alle afwijkingen begroet met een boze frons (iets diergelijks kwam trouwens ook in mij op toen ik liep in de mist van Nastassja Martins hallucinante roman Geloven in het wild). Zo bezien zou je kunnen stellen dat Ramuz’ omgevingen niet louter (toevallige) omgevingen zijn maar participanten in het verhaal.

De onrust die later bij Rouge ontstaat is wat dik aangezet, iets te dik misschien. Rouge had immers de beste bedoelingen maar de lezer vindt hem bijna terug in de rol van schuimbekkende idioot, en het wat hijgerig geschreven einde overweldigt een beetje. Maar het gaat niet louter om het punt dat gemaakt wordt, het gaat meer, het gaat vooral om hoe dat punt gemaakt wordt.

Charles Ferdinand Ramuz was een meesterlijk schrijver. Zijn tijd ver vooruit bovendien. Hij bedient zich van montagetechnieken (perspectiefwisselingen, tijdssprongen, in- en uitzoomen) die in hedendaagse ogen “filmisch” aandoen maar dit werd wel geschreven in een tijd dat Hollywood nog niet de standaard was. De scene met de Savoiaard, de accordeonist, het mes en Juliette, ja ik zou erop terugkomen en hier kom ik dan, wordt bijvoorbeeld vanuit verschillende personages beleefd en afwisselend direkt of in retrospekt verteld. Zo duurt het lang voordat de lezer begrijpt wat er precies gebeurd is, zo hij dat al ooit helemaal doet. En Ramuz wisselt vaak van vertelperspektief, eigent zich af en toe het ik van zijn personages toe, wordt het ineens een ik-roman of een wij-roman; laat af en toe een “men” zijn visie op het gebeuren geven en laat hiermee en met andere stijlmiddelen dingen soms in het vage.

Ook zijn taal. Het spreektalige. De poëzie. Het wisselen in werkwoordstijden. Alles wat dit boek zo intens, zo mooi, zo onontkoombaar maakt. Hij zet drie mensen op een muurtje in de prachtigste bewoordingen: “Daar zitten ze alle drie, op die muur. Je ziet het meer tussen hun hoofden. Er is tussen hun hoofden veel plaats voor alle dingen die komen, de doodsaaie lucht met erin een vlieg en een gele of witte vlinder, of anders weer een zeil.” En het kon een foto zijn, of je kon daar zelf staan of lopen. En zo schrijft hij. Hij schrijft, hij spreekt, hij toont. Je loopt, je ziet, je hebt de zon op je huid. Of hij komt af, totaal achteloos, met een onvergetelijk aforisme. Zegt hij: “je schaduw draait om je heen tot je dood bent, dat is alles.” Of: “Het was mooi op de wereld, alleen duurt het soms lang voordat je in de gaten hebt dat het er mooi is.” En je ziet, je hoort, je loopt, je voelt de zon op je huid. En hij geeft je te denken, of hij laat je zinderen van puur taalgenot: dit boek bevat vele bladzijden die tot de mooiste uit de wereldliteratuur gerekend mogen worden: de scene, helemaal aan het begin van het boek, waarin Juliette zich verveelt, zich niet thuis voelt, heimwee heeft in haar kamer in Milliquets huis: prachtig; bijna alle scenes Émilie: prachtig, prachtig; de boten het meer hoe het licht valt en hoe dat allemaal beschreven wordt: prachtig prachtig prachtig. En dit boek is bijna honderd jaar oud, en hoe levend het nog is, hoe levendig, hoe sprankelend, hoe fris, hoe nieuw. Zo’n boek vertaalt zichzelf niet, zo’n boek schrijft zichzelf niet. Zo’n boek wordt, zo lijkt het me bijna, geboren. Eens in de honderd jaar.


Charles Ferdinand Ramuz Schoonheid op aarde Roman uit 1927

Schoonheid op aarde

  • Schrijver: Charles Ferdinand Ramuz (Zwitserland)
  • Soort roman: Zwitserse roman
  • Origineel:  La beauté sur la terre (1927)
  • Nederlandse vertaling: Rokus Hofstede
  • Uitgever: Van Oorschot
  • Verschijnt: 13 januari 2023
  • Omvang: 216 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,50 / € 13,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman uit 1927 van Charles Ferdinand Ramuz

‘Je moest over de tafel buigen om haar gezicht te zien; je probeerde haar te zien door je nek uit te steken en omhoog te kijken, en daar lachten de mensen om. Opeens lachten ze niet meer. Ze werden verlegen. Dat was wanneer ze opkeek. Ze waren begonnen iets te zeggen, ze verstomden. En nu durven ze haar niet meer aan te kijken.’

In de lente arriveert Juliette, een negentienjarig Cubaans weesmeisje, bij haar oom Milliquet, cafébaas in een dorpje aan het Meer van Genève. Het meisje is jong en aantrekkelijk. De mensen beminnen, begeren, bevoogden en benijden haar; tegen haar wil richt ze ravages aan in de kleine dorpsgemeenschap. Als de zomer afloopt verdwijnt ze weer, in gezelschap van een mismaakte Italiaanse muzikant. Is er een plaats voor schoonheid op aarde? Die hoopvolle vraag stelt de verteller van deze roman, zonder zijn lezer veel illusies te gunnen over het antwoord. Al wordt die sombere kijk op de wereld tot op zekere hoogte misschien gelogenstraft door de beeldende, poëtische verwoording ervan.

Bijpassende boeken en informatie

Fleur Jaeggy – De waterstandbeelden

Fleur Jaeggy De waterstandbeelden Recensie en informatie over de inhoud van de roman van de Italiaanstalige Zwitserse schrijfster. Op 9 januari 2023 verschijnt bij uitgeverij Koppernik de Nederlandse vertaling van de roman uit 1980, Le statue d’acqua, van de Zwitserse schrijfster Fleur Jaeggy.

Fleur Jaeggy De waterstandbeelden recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de Zwitserse roman uit 1980 De waterstandbeelden. Het boek is geschreven door FleurJaeggy. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman van de Italiaanstalige Zwitserse schrijfster Fleur Jaeggy.

Recensie van Tim Donker

Misschien als meden. Misschien perzen. Misschien niet bij de pakken neer. Misschien vroeger, of anders later. Misschien als duw komt tot schuif. Misschien een puntje. Misschien een paaltje. Misschien laat op de avond. Misschien als de kinderen op school. Misschien in bad, misschien onder de douche. Misschien in de achtertuin of misschien op de fiets. Als het waait. Regent. Of zon, en windstil, en een reden om in een betere wereld te geloven. Misschien als je het van verre kunt zien komen. Misschien met jeuk op onbereikbare plekken. Misschien zonder reden. Misschien zomaar. Misschien bij de eerste pot koffie van de dag. Misschien in een ander land op het strand. Misschien onder blauwe hemel. Misschien in halfslaap. Misschien dronken. Misschien als ik sta te koken, of mijn nagels knip, of de was ophang. Misschien bijtijds. Misschien veel te laat. Ooit, misschien ga ik de schaamteloosheid bereiken om me die vraag te stellen. Deze vraag: Wat is een boek? Een stompzinnige vraag, zeg nu zelf. Maar. Ik las De waterstandbeelden en het leek me een gepaste doch niet te stellen vraag. Een ongekend domme doch volslagen logische vraag. Een uiterst kinderachtige en toch tamelijk intrigerende vraag.

Met boek bedoel ik natuurlijk fictie.

Met fictie bedoel ik natuurlijk literatuur.

Met literatuur bedoel ik natuurlijk –

O, er zullen ongetwijfeld handboeken bestaan. Het zal wel vastgelegd zijn, ergens. Een of andere literatuurwetenschapper heeft zich er ooit over gebogen en hij heeft iets gezegd. Iets met plot, ontwikkeling, zoiets. Iets met personages die op het eind verder zijn dan aan het begin. Iets met mensen die op de eerste bladzijde al iets moeten willen, al is het maar een glas water. Ik weet het wel. Ik heb die klok ooit horen luiden maar het heeft me nooit een moer kunnen schelen waar de klepel hing. Wetten ontdekken waar die niet zijn, loopt altijd op potsierlijkheden uit. Aan alles valt wel te tornen. Zoals Eekhoorn al zei. In een verhaal van Toon Tellegen dat ik een paar avonden geleden nog aan mijn zoon voorlas.

Ik heb nooit een grijns kunnen onderdrukken als iemand -meestal was Peter dat- oordeelde dat iets “niet zoveel meer met muziek te maken” had, als ik weer eens zo’n soort cd had opgelegd. U kent dat soort cd wel. Geen melodie, geen ritme, soms zelfs in het geheel geen instrumenten meer. The Brutum Fulmen die acht minuten lang het oorverdovende geluid van een industriële ventilator door mijn boxen (of toen: Peters boxen) lieten knallen, die op een werkbank lichtpeertjes kapot hamerden, die het gepiep van een deur in een parkeergarage tot in het ondraaglijke versterkten. Dat heeft niet zoveel meer met muziek te maken, zei hij, zei Peter.

Ik heb me altijd afgekeerd van mensen die naar een schilderij wezen en zeiden Dat kan mijn kleine zusje ook. Klaarblijkelijk is kunst bovenal iets wat je kleine zusje niet kan. Vraag je kleine zusje wat zij niet kan en doe het dan en zie daar: je hebt kunst gemaakt.

Ik heb altijd alleen maar wrevel gevoeld als ik moest zeggen wat ik eigenlijk zo leuk vond aan die “rare boeken” die ik las, ik heb woede gevoeld bij de onderliggende suggestie dat het alleen maar aanstellerij was, dat ik alleen maar deed alsof ik die “rare boeken” leuk vond om interessant te lijken. Want volgens mij heeft dat niet zoveel meer met schrijven te maken. Zei Peter weer.

Toch vroeg ik me toen ik De waterstandbeelden las even, heel even, een kortdurend, schaamtevol, eindeloos lijkend rotmoment, af of ook ik, ik zou bijna zeggen zelfs ik, niet een iets nodig heb, een allerminimaalst iets, een allerlaatste kleine kruimel literatuurwetenschap om mee te wegen, om te zeggen Ja, dit is een boek. Het is onzin, dat weet ik ook wel. Er is alleen maar een kaft, bladzijden, er zijn alleen maar letters. Dat is alles. En met Kraakpen hadden we een keer, één nummer, de kaft zelfs afgeschaft (bijna twee decennia voordat nY dat deed, ik wil het niet zeggen maar ik zeg het toch). Dat begreep toen niet iedereen. Er waren er die dachten dat ze een incompleet exemplaar toegestuurd hadden gekregen.

Jaeggy kende ik nog van De gelukzalige jaren van tucht. Dat was een raar boek, niet? Het was de sfeer, of het was de stijl, of het was de duisternis, of het was het licht, het bleef steeds een laatste rest hebben die je niet benoemen kon. Maar ik kon nog wel zeggen dat het ging over vriendschap, dat het zich afspeelde op een kostschool, dat het jaren overbrugde, dat er twee meisjes waren, dat die zich op het eind op een andere -letterlijke en figuurlijke- plek bevonden dan aan het begin. Daar kon je in de literatuurlessen nog wel wat mee.

Over De waterstandbeelden kan ik niets zeggen. Ik kan wel beginnen over die Beeklam die standbeelden bewaart in een ondergelopen kelder van zijn Amsterdamse huis, zoals de zijflap zegt, maar De waterstandbeelden gaat niet over Beeklam en in weerwil van de titel ook niet over zijn standbeelden. Amsterdam is een plek, helaas, maar er zijn ook andere plekken. Het zou zich nu af kunnen spelen of vijftig jaar geleden of vele eeuwen geleden. Het zou een roman kunnen zijn, maar ook een theatertekst, of een -daar heb je hem weer- boeklang poëem. Maar dat kan nog allemaal. Dat verontrust mij nog niet.

Het boek is maar een luttele 110 pagina’s dik al lijkt het veel dikker. Daarmee bedoel ik dat je het in vele stoelen leest, en onder vele hemels, dat je over vele vloeren gaat terwijl je dit aan het lezen bent, dat je het gedurende vele nachten leest. Ik zat maar in één stoel. Ik las dit in één nacht uit. Maar De waterstandbeelden is rijk, maf, ontregelend, duister. De vele korte, soms zeer korte, hoofdstukjes lijken even zovele geschilderde gruwelijkheden ofnee het zijn geen gruwelijkheden maar ze lijken het slechts. Of. Ja. Nee. Ik weet het niet. Je hebt de indruk dat je naar iets pijnlijks kijkt, dat alles zich afspeelt onder onheilszwangere luchten, er is iets mis aan het gaan maar je kunt niet zeggen wat, straks gaat hier zich iets bijzonder ellendigs afspelen maar dat straks komt nooit. De personages zijn die van Beckett of die van Joyce of die van Poe of die van De Sade of gewoon die van Jaeggy.

Maar dat kan nog allemaal. Dat verontrust mij nog niet.

Het perspectief wisselt, de taal vervreemdt, er is een gesprek met een kraai, personages komen uit de lucht vallen, er zijn onnavolgbare monologen, pinteriaanse dialogen, misschien is het één lange hallucinatie, zomwijlen bijkans hermetische tekstbrokjes die door de aarde zelf opgerocheld lijken te zijn, er is onderkoelde humor: “Als hij zei dat het een prachtige ochtend was, dan leek zijn toon eraan toe te voegen dat het betreurenswaardig was dat ochtenden prachtig waren.”; “ze was even lang als de kasten in haar huis hoog waren.”; “Snel, droogjes en verstrooid hadden de twee mannen amper tijd om met elkaar kennis te maken of ze waren het al eens, twee kieskeurige boompjes, die vanbinnen blij dat ze het snoeien hadden overleefd.”; “Beeklam stond weer op straat. De stad leek hem vaag en ver weg, er hing een geur van natte bloemen. Twee meisjes sloegen elkaar, het ene gebruikte haar vuisten, het andere een rood parapluutje. Hij waardeerde de elegante bedrevenheid van het brute geweld.”- naja geen dijenkletsers nee maar iets dat even een tik tegen de werkelijkheid geeft zodat de werkelijkheid scheef komt te hangen en zulke tikken zijn toch altijd weer goed voor een halve of misschien zelfs hele grijns op mijn gezicht.

Maar dat kan allemaal nog. Dat verontrust mij nog niet.

(Peter zou zeggen dat dat volgens hem niet zoveel meer met humor te maken heeft)

(Peter zei dat ooit daadwerkelijk dat iets volgens hem niet zoveel meer met humor te maken had. Dat ging over de zanger van Hallo Venray die ooit, op een of ander festival, meest vermoedelijk Pinkpop, was opgekomen op een pogostick. Peter beschreef me die scéne en voegde daaraan toe: Dat heeft volgens mij niet zoveel mee met humor te maken. Vroeg ik: Was dat als humor bedoeld dan?)

(& vooral dan dat dat parapluutje rood is)

Pas die allerminimaalste kruimel die Jaeggy me liet heroverwegen, deed het boek branden in mijn vingers. Die allerminimaalste kruimel was peteriaans geformuleerd: Heeft dit volgens mij nog wel wat met betekenis te maken?

Fragmentarisme, dat ken ik.
Tijdloosheid (als in: niet onomstotelijk situeerbaar in een duidelijk herkenbare tijd), dat ken ik.
Geen vaste hoofdpersonen, dat ken ik.
Van vorm veranderen, dat ken ik.
Een onduidelijke plot, of misschien zelfs de totale afwezigheid daarvan – dat ken ik.
Maar het betekende altijd nog wel iets. Iemand stond op, iemand ging zitten. Iemand vond iets, iemand voerde een telefoongesprek. Iemand dronk wijn, iemand dacht aan iemand anders. Iemand viel voor de tweede keer. Hoe die Jozef en die Maria dat grootgebracht hebben hè, je verstaat het niet.

Ik las De waterstandbeelden niet in één nacht uit. Ik deed er meerdere dagen over. De stoel en de vloeren en het plafond waren wel dezelfden, dat wel. Al waren zij dat op een ander nivo ook niet. Dit is ook geen in éénnachtuit-boek. Dit hier is een taje lees. Ik vond mij geregeld terug, in mijn leesstoel, hologig naar de bladzij starend, mompelend Wat heb je nu zojuist gelezen, Donker? – en dan het antwoord moeten schuldig blijven (nee, dat is niet waar, ik adresseer mijzelf nooit bij mijn achternaam). De waterstandbeelden telt vele zinnen die ik drie, vier, vijf keer moest herlezen om ergens in het duister toch nog zoiets als kontoeren te ontwaren. Bijvoorbeeld: “Alles wat vluchtig is voelde als haar eigendom, ofschoon haar dagen elders rondzwierven, waar geen heerschappij bestaat, waar de volmaaktheid geen erfgenamen heeft.”

Zo’n zin dus. En ik lees dat. En dan lees ik het nog eens. En dan nog eens. En nu heb ik hem zelfs overgeschreven. En ik lees, en ik schrijf over, en ik denk Staat daar iets? Betekent dat iets? Zegt het iets? Delen van die zin vind ik erg mooi. “haar dagen elders rondzwierven, waar geen heerschappij bestaat”, dat vind ik mooi, aan het woord “ofschoon” heb ik al sinds mijn vroegste jeugd een enorme hekel (net zoals aan “een poos”, of “dikwijls”, die haat ik ook al sinds mijn kleutertijd); “waar de volmaaktheid geen erfgenamen heeft” vind ik een beetje te gezwollen en “Alles wat vluchtig is voelde als haar eigendom” doet me dan weer te ijl aan, iets waar een bandje als Dead Can Dance mee af zou kunnen komen en dat is niet bedoeld als compliment. Maar het is een zin, en het staat in dit boek, en zinnen als deze deden me dat laatste kruimeltje vastpakken en van dichtbij bekijken. Moet een zin wel iets betekenen, en dan bedoel ik iets buiten die zin zelve. Kunnen zinnen geen “loutere” poëzie zijn, een taal die alleen nog maar naar zichzelf verwijst? Ben ik, juist ik, niet erg afkerig van X verwijst naar Y en Z naar A? Want zou je ommers A bedoelend niet liever ook A schrijven? Wat geen pleidooi is tegen poëtisch taalgebruik, hooguit tegen literair snobisme (ik heb het hier over die werken die je pas ten volle kunt begrijpen als je de bijbel, de Griekse en Germaanse mythologie, de Oosterse filosofie en de gehele wereldgeschiedenis van buiten kent). Mag een zin misschien niet gewoon een moje zin zijn, ook zonder dat je zou kunnen promoveren op die zin?

Dan denk ik aan “In het mooiste uur van de nacht veranderde koelte in treurnis.”. Staat daar iets? Nee. Ja. Ik weet het niet. Misschien is het zwanger van oneindig veel betekenissen. Misschien betekent het niets anders dan dat in het mooiste uur van de nacht de koelte in treurnis veranderde. Koelte verandert wel vaker in treurnis. Wel. Ja. Ik vind het vooral een hele moje zin. Op dit uur van de ochtend, met kaneelkoffie in mijn kop en Ornette Coleman in de speler is een hele moje zin meer dan genoeg. Op dit uur van de ochtend mag een boek best dat zijn: een verzameling hele moje zinnen, een stuk of wat verstillende beelden, vervreemding, duisterheid & dingen die absurd zijn. Ik heb De waterstandbeelden mooi gevonden. Een mooi boek, koffie en Coleman. Niks meer is er nodig om een regenachtige ochtend prachtig te maken.


Fleur Jaeggy De waterstandbeelden Recensie

De waterstandbeelden

  • Schrijfster: Fleur Jaeggy (Zwitserland)
  • Soort boek: Italiaanse roman uit Zwitserland
  • Origineel: Le statue d’acqua (1980)
  • Nederlandse vertaling: Hilda Schraa
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 9 januari 2023
  • Omvang: 112 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 19,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman uit 1980 van Fleur Jaeggy

Familie, obsessie en rijkdom samengebracht door de meesterstilist.

Zelfs in het bepaald niet weelderige oeuvre van Fleur Jaeggy is De waterstandbeelden een bijzonder eigenaardig boek. Deze vroege roman, wrang van eenzaamheid en vol vervreemde emotionele armoede, is gedeeltelijk gestructureerd als een toneelstuk: de dramatis personae omvatten de verschillende familieleden, vrienden en bedienden van een man genaamd Beeklam, een rijke kluizenaar die standbeelden bewaart in de ondergelopen kelder van zijn Amsterdamse huis, waar herinneringen beven in traag licht en het omringende water ondergronds naar het IJ wordt gelokt.

De waterstandbeelden, opgedragen aan Ingeborg Bachmann en uitgewerkt in Jaeggy’s sobere maar diamantscherpe stijl, levert – met zijn verzameling getroebleerde maar verwante zielen – een onuitwisbaar beeld van de drassigheid van het leven.

De Zwitsers-Italiaanse schrijfster Fleur Jaeggy (31 juli 1940) werd in Zürich geboren. In 2019 verschenen van haar in vertaling de verhalenbundel Ik ben de broer van XX en de roman SS Proleterka, die op de shortlist van de Europese Literatuurprijs stond. De gelukzalige jaren van tucht, haar bekendste roman, die bekroond werd met de Premio Bagutta, verscheen in 2021 bij Koppernik.

Bijpassende boeken en informatie

Joël Dicker – De zaak Alaska Sanders

Joël Dicker De zaak Alaska Sanders recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Zwitserse roman. Op 27 oktober 2022 verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij de Nederlandse vertaling van de Franstalige roman L’affaire Alaska Sanders, geschreven door Joël Dicker.

Joël Dicker De zaak Alaska Sanders recensie en informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman De zaak Alaska Sanders. Het boek is geschreven door Joël Dicker. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van deze nieuwe thriller van de Zwitserse schrijver Joël Dicker.

Joël Dicker De zaak Alaska Sanders Recensie

De zaak Alaska Sanders

  • Schrijver: Joël Dicker (Zwitserland)
  • Soort boek: Zwitserse spannende roman
  • Origineel: L’affaire Alaska Sanders (2022)
  • Nederlandse vertaling: Angela Knotter-de Boer
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 27 oktober 2022
  • Omvang: 576 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 25,00 / € 15,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Waardering: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van de nieuwe roman van Joël Dicker

April 1999. Mount Pleasant, een rustig stadje in de Amerikaanse staat New Hampshire, wordt opgeschud door een gruwelijke moord. Het lichaam van een jonge vrouw, Alaska Sanders, wordt gevonden aan de rand van een meer. De politie verkrijgt al snel een bekentenis van de dader en zijn handlanger en sluit het onderzoek.

Elf jaar later ontvangt sergeant Perry Gahalowood een verontrustende, anonieme brief, die de uitkomst van het eerdere onderzoek geheel in twijfel trekt. Wat als er een grove fout is gemaakt? Met hulp van de bevriende schrijver Marcus Goldman, die inmiddels beroemd is geworden door zijn boek over Harry Quebert, besluit Perry het onderzoek te heropenen, met alle gevolgen van dien.

Met De zaak Alaska Sanders heeft Joël Dicker weer een absolute pageturner geschreven, een spannende, zorgvuldig opgebouwde thriller die de lezer keer op keer op het verkeerde been zet.

Bijpassende boeken en informatie

Alex Capus – Susanna

Alex Capus Susanna recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Zwitserse roman over New York. Op 25 juli 2022 verschijnt bij uitgeverij Hanser Verlag de nieuwe roman van de Zwitserse schrijver Alex Capus. Er is geen Nederlandse vertaling van de roman verschenen of aangekondigd.

Alex Capus Susanna recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Susanna. Het boek is geschreven door Alex Capus. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Duitstalige Zwitserse schrijver Alex Capus.

Alex Capus Susanna recensie

Susanna

  • Schrijver: Alex Capus (Zwitserland)
  • Soort boek: Zwitserse roman
  • Taal: Duits
  • Uitgever: Hanser Verlag
  • Verschijnt: 25 juli 2022
  • Omvang: 288 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 25,00
  • Boek bestellen bij: Amazon
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van de nieuwe roman van Alex Capus

Der neue Roman von Bestsellerautor Alex Capus – die faszinierende Geschichte einer Emanzipation.

Alte Gewissheiten gelten nicht mehr, neue sind noch nicht zu haben. In New York wird die Brooklyn Bridge eröffnet, Edisons Glühbirnen erleuchten die Stadt. Mittendrin Susanna, eine Malerin aus Basel, die mit ihrer Mutter nach Amerika ausgewandert ist. Während Maschinen die Welt erobern, kämpfen im Westen die Ureinwohner ums Überleben. Falsche Propheten versprechen das Paradies, die Kavallerie steht mit entsicherten Gewehren bereit. Mit ihrem Sohn reist Susanna ins Dakota-Territorium. Sie will zu Sitting Bull, um ihn zu warnen. Ein Portrait, das sie von ihm malt, hängt heute im State Museum North Dakotas. Das ergreifende Abenteuer einer eigenwilligen und wagemutigen Frau, voller Schönheit und Mitgefühl erzählt.

Bijpassende boeken en informatie

Zora del Buono – De maarschalk

Zora del Buono De maarschalk recensie en informatie over de inhoud van de roman over communistisch Joegoslavië en Italië van Mussolini. Op 20 januari 2022 verschijnt bij uitgeverij Meulenhoff de Nederlandse vertaling van de roman Die Marschallin van de Zwitserse schrijfster Zora del Buono.

Zora del Buono De maarschalk recensie en informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de historische roman De Maarschalk. Het boek is geschreven door Zora del Buono. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van deze nieuwe historische roman van de Zwitserse schrijfster Zora del Buono.

Zora del Buono De maarschalk Recensie

De maarschalk

  • Schrijfster: Zora del Buono (Zwitserland)
  • Soort boek: historische roman
  • Origineel: Die Marschallin (2020)
  • Nederlandse vertaling: Michel Bolwerk
  • Uitgever: Meulenhoff
  • Verschijnt: 20 januari 2022
  • Omvang: 336 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Recensie en waardering voor de roman

  • “Het waanzinnige verhaal van Zora senior, gecombineerd met de ongelooflijke vaardigheid van de auteur, zorgt voor niets minder dan een kunststuk. Vorm, stijl en inhoud geven de indruk van een klassieker.” (NRC, ∗∗∗∗∗)
  • “De prachtige epiloog is de kroon op deze gulle roman die je nu al mag inpakken voor een tripje richting Italiaanse zon.’’ (Knack, ∗∗∗∗)

Flaptekst van de roman van Zora del Buono

Zora del Buono schetst een bijzonder en fascinerend beeld van communistisch Joegoslavië en het Italië van Mussolini. De twintigste eeuw in Europa aan de hand van het avontuurlijke levensverhaal van Zora del Buono, de grootmoeder en naamgenoot van de auteur.

De jonge Sloveense Zora ontmoet haar toekomstige echtgenoot, radiologieprofessor Pietro del Buono, aan het einde van de Eerste Wereldoorlog. Ze volgt hem naar Bari, in het zuiden van Italië, waar het communistische echtpaar een bourgeois maar actief politiek leven leidt in het verzet tegen het opkomende fascisme onder Mussolini. Zora is dominant, indrukwekkend, temperamentvol en getalenteerd, en groot bewonderaar van communistisch partizanenleider Tito, aan wie ze tracht wapens te leveren en van wie haar man het leven redt. Ze wil meer dan waartoe ze in staat is, en toch drukt ze een groot stempel op de mensen om haar heen. Haar leven en de levens van haar kinderen en kleinkinderen spelen zich af in een tijd van oorlogen en geweld, territoriale en ideologische gevechten die onze huidige wereld hebben gevormd. In een magnifieke slot-monoloog besluit Zora del Buono senior haar verhaal, een verhaal over liefde, strijd, haat en verraad. De maarschalk is een kleurrijke roman vol levenslust, over een onvergetelijke vrouw en het tragische lot van een familie.

Bijpassende boeken en informatie

Fleur Jaeggy – De gelukzalige jaren van tucht

Fleur Jaeggy De gelukzalige jaren van tucht recensie en informatie over de roman uit 1989 van de Italiaans-Zwitserse schrijfster. Op 16 september 2021 verschijnt bij uitgeverij Koppernik de Nederlandse vertaling van de roman I beati anni del castigo van schrijfster Fleur Jaeggy.

Fleur Jaeggy De gelukzalige jaren van tucht recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman De gelukzalige jaren van tucht. Het boek is geschreven door Fleur Jaeggy. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van deze Italiaanse roman uit 1989 van de Zwitserse schrijfster Fleur Jaeggy.

Recensie van Tim Donker

Soms duurt een vriendschap tot aan de dood van Bowie. Want mensen gaan dood, zangers gaan dood, iedereen gaat dood, Bowie ging dood. Ik had nog feesboek in die tijd. Bowie ging dood en ik had nog feesboek. En iemand schreef, iemand zei, toen, bij de dood van Bowie, hij zei, hij schreef, en ik lieg niet, ik spreek de hele zuivere erge waarheid als ik zeg dat hij schreef dat hij zei, bij de dood van Bowie: A saint has passed away.

Die iemand was een vriend van mij.

Ik zeg met opzet was.

En ik dacht O. En ik dacht Hum. En ik dacht Tsja. Uh seent hes past uh-weej. Ik was met die gast op vakantie geweest ooit. Niet met Bowie. Maar met die vent die dat geschreven had. Dat van uh seent hes past uh-weej. Ik had met die gast op een strand gezeten, we hadden biertjes gedronken, we hadden avond aan avond gekaart, we hadden ons de tranen in de ogen gelachen om de absoluutste stompzinnigheden, ik mocht hem wel. Maar ja. Dan moet je niet gaan schrijven dat er uh seent uh-weej gepast is als de meest overgewaardeerde artiest allertijden komt te overlijden. Uh seent hes past uh-weej. Zouter vraten we het niet die zomer, of was het winter toen hij dood ging, ik weet het niet meer. Waarom moest dat in het engels, dat om te beginnen al, misschien omdat het in het Nederlands te duidelijk zou zijn geweest hoe achterlijk die mededeling was. Is een vriendschap bestand tegen zulke dingen, is er een vriendschap denkbaar die hiervoor robuust genoeg is, ach vriendschap, ik zag die gast al jaren nog maar nauwelijks, komaan dan, weg jij met je seent.

Vriendschap, dat is ook waar het in De gelukzalige jaren van tucht over gaat en dan met name over de vraag of een vriendschap “buiten” overleven kan. Buiten? Ja. Waar zal ik eens beginnen? Ow. Dat hele boek, mensen, daar hebt gijlie geen gedacht van.

Doch bijna had ik het boek al bij de eerste bladzijde het raam uit gekegeld. In de twede regel Robert Walser al tegenkomen, dat is niet alleen mooi -want Walser is de schrijver van vele weliswaar bij momenten lichtelijk saje maar vooral toch voor het grootste gedeelte fijne, zachte, warme, innemende, lieve (ja Walser heeft zoon beetje de liefste literatuur ooit nedergepend) en steeds een tikje zonderlinge boeken- maar ook begrijpelijk: het internaat waar De gelukzalige jaren van tucht zich afspeelt (het speelt zich af in een internaat ja had ik dat nog niet gezegd?) staat op een steenworp afstand van Herisau, het gesticht waar Walser de laatste jaren van zijn leven verbleef, en ook van de plek waar Robert Walser op eerste kerstdag 1956 aan een hartinfarct stierf in de sneeuw.

Maar dan staat er: “We kenden die schrijver niet. Zelfs onze lerares Duits kende hem niet. […] Het is echt zonde dat wij niet van het bestaan van Walser afwisten, we zouden een bloem voor hem hebben geplukt. Tenslotte was ook Kant ontroerd toen een onbekende vrouw hem, voor hij stierf, een roos aanbood.” Waarom moet die zin over Kant er nou weer bij? En waarom Kant, waarom niet Jan Boerenlul, die vast ook blij was met een roos, van een bekende of een onbekende vrouw, toen Jan Boerenlul nog in de bloei van zijn leven was of toen Jan Boerenlul al op sterven na dood was? Ja, ik weet waarom Kant: omdat de filosoof de mededeling moet doen uitstijgen boven het stompzinnige, nietszeggende en totaal overbodige anekdotiekje dat het is. Wat een pretentieuze weetjesweterij, wat een pedanterie, want een gemaakt achteloze namennoemerij! Weg, weg, weg met dit boek, onmiddellijk het raam uit ermee! Maarja, ik zat op het weesee toen ik de eerste bladzijden las en ik had zo gauw geen raam bij de hand (ja waar zijn die goeje ouwe weeseeraampjes eigenlijk gebleven?) en ik had ook nog niet ganzelijk gedaan met op de kakstoel te zitten dus ik las maar door. Gode zij dank. Gelukkig las ik door. Hoezee voor de weeseeraampjesloze weesees! Ik las door! Ik las zinnen als “Als je de kleine witomlijste ramen bekijkt en de nijvere, stralende bloemen op de vensterbanken, ontwaar je een tropische stilstand, een getemd woekeren, en krijg je het gevoel dat er zich binnenshuis koel-sombere en enigszins ziekelijke dingen afspelen. Een Arcadië van ziekelijkheid. Het is alsof daarbinnen, in die netheid, de vrede en idylle des doods heersen. Een gejuich van kalk en bloemen”; “Ik deed Frans en Duits en algemene ontwikkeling. Ik deed helemaal niets.”; “Ze was vijftien, had glanzend haar, steil als een lemmet, een duistere, strakke, ernstige blik. Een arendsneus, haar tanden, als ze lachte, en ze lachte niet vaak, waren spits. Een mooi hoog voorhoofd, waarop je de gedachten bijna kon aanraken, waarop voorbije generaties talent, intelligentie en charme hadden overgedragen.” –

en ik was gegrepen.

Gegrepen door de stijl van Jaeggy. Een prachtige, unieke stijl die zich moeilijk typeren laat. Het is poëtisch, het is duister, het is broeierig, het is onderkoeld, het is lyrisch, het is grimmig, het is sienies, het is ontwapenend, het is mooi. Ik ben blij met mijn weesee zonder ramen, heel blij. Ik las door, ik las rap, het is een dun boekje, net iets over de honderd bladzijden heen, met korte hoofstukken en ik hou van korte hoofdstukken, ik hou van te kunnen denken: “Nog één hoofdstukje? Ja dat kan wel voor ik moet gaan koken / voor ik de kinderen uit school moet halen / voor ik de plee moet opkuisen / voor ik de boodschappen moet gaan doen / voor ik nog even kleinstwijltjens melankoliek uit het raam moet gaan staren.”, ik hou van dat ritme, ik hou van dat wit, ik hou van dat deinen.

Jaeggy beschrijft het mooi maar Jaeggy beschrijft ook iets moois: de vriendschap tussen de ikpersoon en ene Frédérique (het meisje met het glanzende haar en de aanraakbare gedachten). In retrospekt: de ikpersoon is geen meisje meer maar vrouw en kijkt terug op “de gelukzalige jaren van tucht”, en haar vriendschap met Frédérique; een vriendschap die niet bestand bleek tegen een leven buiten de muren van de kostschool.

(& vroeger, toen ik kind was, en ging loozjeren bij mijn tante, las ik saavonts, stiekem, want ik had het gevoel dat ik iets deed wat niet mocht, in de stripboeken van mijn tien jaar oudere nichten. die hadden meisjesstripboeken. wij hadden thuis geen meisjesstripboeken, ondanks dat ik twee zussen heb. er was een reeks van dikke stripboeken, ik geloof dat de reeks “Debbie” heette. de verhalen daarin speelden zich bijna altijd af op een kostschool. de kleuren waren donker, veel bruin. de verhalen waren ellendig maar toch vond ik er iets gezelligs in. een beetje dat. dit. nu. deze gelukzalige jaren van tucht. een bruinige gezellige tristesse. ofzo)

De gelukzalige jaren van tucht is een miniatuurtje vol prachtige zinnen van het kaliber “De lucht was nog steeds blauw, geheugenloos”. Het is een verstild, het is een beweeglijk boek. Het is teder, het is zacht, het is bikkelhard. Trieste liedjes en walsen. Eigenlijk meer een herfstboek dan een zomerboek maar soit, ik bespreek het weer eens veel te laat. “De dag was helder en rampzalig”. Ingetogen. Afgemeten. Mat. “Oeroud zijn onze kinderjaren”.

Fantasties is het hoofdstuk van het afscheid, alle meisjes weg uit het internaat, iedereen naar “huis”, hoe problematies want wat is tuis als je de “gevangenis” van het internaat alleen maar kent? Iedereen weg, de ikpersoon als laatst, de leraar gymnastiek, tennis en aardrijkskunde brengt haar naar het station, de trein, dan aankomst in Zürich:  “Op het perron stond Herr Dr. op me te wachten, mijn vader. Hij nam zijn hoed af. Laten we naar huis gaan. Naar het hotel. Het was bijna zomer. Met Pasen was er net zo’n blauwe lucht geweest, en ook die haan op de klokketoren van een protestantse kerk. Er is iets verstards. ‘Bist du zufrieden?’ ‘Ja, mein Vater.’ Ook in de manier van praten iets verstards.”

Tevredenheid lijkt het hoogst haalbare, de geslaagde dag, wanneer was je voor het laatst tevreden? Maar wie heeft tevredenheid nodig als de treurnis zo mooi kan zijn:

“Orde en onderwerping, je weet maar nooit wat die voor uitwerkingen hebben als je volwassen bent. Je kunt crimineel worden of, als de tijd zijn werk doet, een verstandig mens. Maar getekend zijn we allemaal, vooral de meisjes die tussen de zeven en tien jaar kostschool achter de rug hebben. Ik weet niet wat er van hen is geworden, ik weet niets meer van hen. Het is alsof ze dood zijn. Alleen eentje, Frédérique, heb ik overal gezocht, omdat ze voor me uit loopt. En ik ben altijd op haar brief blijven wachten. Zij hoort niet bij de doden. Het stond voor mij onomstotelijk vast dat ik haar nooit meer terug zou zien, en ook dat dankzij onze opvoeding: je de mooie dingen ontzeggen en het goede nieuws vrezen.”

Het goede nieuws is dat het goede nieuws niet gevreesd hoeft te worden.
Het goede nieuws is dat de brief nooit gekomen is.
Het goede nieuws is dat je elkaar nooit meer terug ziet, of in ieder geval pas lang nadat uh seent uh-weej gepast is.

Het goede nieuws is dat alles in ieder geval nog altijd prachtig beschreven kan worden.

Fleur Jaeggy De gelukzalige jaren van tucht recensie

De gelukzalige jaren van tucht

  • Schrijfster: Fleur Jaeggy (Zwitserland)
  • Soort boek: Zwitserse roman
  • Origineel: I beati anni del castigo (1989)
  • Nederlandse vertaling: Annegret Böttner, Leontine Bijman
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 16 september 2021
  • Omvang: 104 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek kopen bij: Boekhandel / Bol
  • Winnaar Premio Bagutta 1989

Recensie en waardering voor de roman

  • “IJskoud proza is het, maar vol van spanning en suggestie. Als een tragisch voorval de meisjes uit elkaar drijft, wordt pas echt duidelijk wat er zo gelukzalig is aan die jaren van tucht.” (Emilia Menkveld, de Volkskrant)
  • “Deze Zwitserse schrijfster schrijft spectaculair. Ze durft risico’s te nemen om door te dringen tot de essentie.” (Sebastiaan Kort, NRC, ●●●●)

Flaptekst van de roman van Fleur Jaeggy

In een hoog in de bergen gelegen Zwitsers meisjespensionaat, waar de dagen op exact dezelfde manier verstrijken, doet op een dag een nieuw meisje haar intree: ze is mooi, streng, perfect, ze lijkt alles al te hebben meegemaakt. Tussen deze Frédérique en de hoofdpersoon, die het verhaal van hun ‘amitié amoureuse’ jaren later met een mengeling van nostalgie en huiver te boek stelt, ontspint zich binnen de strenge muren van het internaat een verwarrende verbondenheid.

Deze ongrijpbare verhouding wordt in de buitenwereld nog problematischer wanneer zij elk op hun eigen manier ondervinden dat de tucht weliswaar uit hun leven is verdwenen, maar dat daardoor de eerder zo verafschuwde orde ook ontbreekt. De gelukzalige jaren van tucht is een intens verhaal over idylle en gevangenschap. De Zwitsers-ltaliaanse schrijfster Fleur Jaeggy werd in Zürich geboren. In 2019 verschenen van haar in vertaling de verhalenbundel Ik ben de broer van XX en de roman SS Proleterka, die op de shortlist van de Europese Literatuurprijs stond. De gelukzalige jaren van tucht is haar bekendste roman die verscheen in 1989 en bekroond werd met de Premio Bagutta.

Bijpassende boeken en informatie