Laura Broeckhuysen Magnetisch middernacht recensie en informatie over de inhoud van de Nederlandse IJslandse roman. Op 1 oktober 2024 verschijnt bij uitgeverij Querido de nieuwe roman van Laura Broeckhuysen.
Laura Broeckhuysen Magnetisch middernacht recensie van Tim Donker
Stel je voor. Je bent een kind, bijna puber misschien. Je hebt nooit geweten wie je vader is want je moeder voedt je op, en je moeder is ziekelijk, en je moeder kan het niet alleen, en je moeder zoekt een man, altijd zoekt je moeder een man, altijd gaat je moeder samenwonen met een man, steeds een andere man, voor jou een ander misschien in de vaderrol, en al snel maakt je moeder ruzie met de man, maakt je moeder ruzie met iets als een vader, dan gaat ze weer, dan gaat ze verder, neemt jou mee, en zo ga je, heel je jeugdige leven entlang, samen met je moeder van man naar man, en nooit blijf je ergens, en nooit woon je ergens lang genoeg om er gewend te kunnen raken, nooit is het iets als thuis, en nooit iets als een echte vader.
Stel dat het op een dag weer zo ver is. Er is een man met een baard en hij heet Snorri en waarschijnlijk is dat alleen in het Nederlands grappig. Snorri komt jullie halen. Je moeder en jou. Je weet niet waarheen het dit keer gaat maar dat weet je nooit. De toch is lang en gaat door onherbergzame streken. Bergen. IJs. Wind. Het sneeuwt. Het sneeuwt hard. Het sneeuwt zo hard dat heel dat IJslandse landschap zijn diepte verliest en tweedimensionaal lijkt te worden. Je waarschijnlijk wederom maar tijdelijk vader bromzingt aan het stuur: bijna bijna bijna thuis, maar jij weet niet wat bijna is en je kunt je eigenlijk al niks meer voorstellen bij het woordje “thuis”. En als je er dan uiteindelijk inderdaad zijn, blijken jullie helemaal nergens te zijn.
Kan je deze nieuwe woning wel een huis noemen? Het is misschien eerder een bouwseltje. Het ruikt er raar. Alles is oud, en wrak, en niet erg schoon. Het onderkomen is gebouwd op een beek, die stroomt gewoon dwars door de kelder. Dus overal vocht. Overal rotting. Overal schimmels. De nieuwe tijdelijke vader heeft al een kind. Loke. Is het een meisje met een jongensnaam? Of een jongen in een jurk? Vader Snorri verwijst naar Loke met “hij”; moeder, Herdís, die pas later op zal duiken, houdt het op het genderneutrale “hen”. Zelf denk je maar aan Loke als je “sibbeling”.
Dat zijn je nieuwe verwanten.
Dat is je nieuwe thuis.
En dit is je nieuwe omgeving:
“Dorp” is misschien al teveel gezet. Veel meer dan een nederzetting is het niet. Alles is stijf bevroren in de winter, er is nauwelijks iets te eten, en vrijwel niks te doen. Er is een buurman die graag drink, Þor heet hij. Týr is schipper, voor hem moet je oppassen, hij lijkt niet te vertrouwen. Er is een groepje dat vriendelijk lijkt maar het misschien niet is – iedereen noemt ze Niemands vrienden. Er is een meisje dat werd dood gewaand door sommigen maar nog verrassend levend lijkt in de ogen van anderen: een modderstroom zou Iđounn met en huis en familie en al in zee hebben doen belanden maar toch wordt ze steeds gezien op de helling, waar ze schildert, waar ze loopt, waar ze leeft.
Ja stel je dat eens voor.
Kun je?
Pippa kan het. Het is haar leven.
Met Magnetisch middernacht heeft Laura Broekhuysen een vervreemdende roman geschreven waarvan de sfeer lastig te typeren is. “Surrealistisch” of “sprookjesachtig” dekken de lading niet ganzelijk al had ik zulks wel gepeinsd na lezing van het achterplat. Dat had me wat huiverig gemaakt. IJsland, dode meisjes, sneeuw, miks het met hersenschimmen en gekte, maak het af met wat plaatselijke mythologie – het leek me een wat gemakzuchtige manier om sfeer te maken. Het clausterfobiese van continue sneeuwval, dingen zien die er misschien niet zijn, de volksverhalen, de mystificatie jajaja. Het soort roman waarin je nooit volledig kan geloven in wat je net gelezen hebt jajaja. Ik denk dat wij die film ook gezien hebben. Naar het mysterie is niet zozeer of Iđounn een al half verwilderde wees is die tegen alle waarschijnlijkheid in als enige in haar familie de modderstroom heeft overleefd of toch louter een fantoom – een groepshallucinatie?-; nee het mysterie is het leven zelve. Mensen. Volwassenen. De geheimen die ze voor elkaar en voor hun kinderen hebben. Hoe ze omgaan met elkaar. Hoe liefde werkt. Wat ouderschap is. Hiërarchieën. Hoe onderlinge verstandhoudingen groeien in een (kleine) dorpsgemeenschap. De pscyhologie van de van de buitenwereld afgesnedenen.
Psychologie.
Daar zeg je het.
Dit lijkt me voor alles een psychologische roman.
Het Goede Ding, het Heel Erg Goede Ding, is, om te beginnen, dat Broekhuysen de geniale ingeving heeft gehad om het verhaal te vertellen vanuit het standpunt van Pippa. Hoe gemakkelijk was het geweest om Loke als verteller aan te wijzen? Of Herdís, ja? Of voor mijn part Iđounn. Dan had je drie andere romans gehad. Drie mindere romans, als u het mij vraagt.
Via Pippa wordt de lezer een medereiziger: hij weet net zoveel als zij, en deelt in haar af en toe tegen verbijstering aan schurkende verwondering. Is Loke een jongen of een meisje. Wanneer ze Lokes naakte lichaam een keer te zien krijgt, brengt dat geen duidelijkheid en de voornaamwoorden die beide ouders voor Loke reserveren, zeggen ook niks. Waarom komt Lokes moeder alleen in de lente? Waar is zij de rest van het jaar? Wat voor machtsspelletjes worden er gespeeld tussen Herdís, Snorri en Oddný (de moeder van Pippa)? Kan Snorri een vader zijn, hoe vul je het vaderschap op, wat is daar voor nodig? Is Loke als “sibbeling” iemand om gehecht aan te raken? Is het goed, of slecht om aan iemand gehecht te zijn? Hoe lang heeft Oddný nog te leven? Waarom davert de grond in de dorp steeds en waarom doet iedereen daar zo nonchalant over? Wat voor types zijn die dorpelingen nu eigenlijk? Wat is dat met die wolf waar iedereen het over heeft? Waarom zitten er alleen maar vrouwen op alle (belangrijke) posten in het dorp en waarom komen de mannen die tot voor kort op die posten zaten steeds samen in de sporthal, een beetje murmelend alsof ze nog steeds belangrijke kwesties met elkaar bespreken, nog immer forse knopen door dienen te hakken? Wie is er te vertrouwen en wie niet? Wat is er aan de hand met dat meisje op de helling en waarom moet ze uit het zicht van Herdís gehouden worden?
Magnetisch middernacht snijdt veel aardsere -en aktuelere!- thema’s aan dan je in eerste instantie verwachten zou: gender, ecologie, feminisme, ouderschap, verantwoordelijkheid, arbeid, scholing, zorg, alternatieve leefwijzen. Maar doordag Pippa -en dus de lezer!- op al haar vragen slechts langzaamaan antwoorden krijgt, behoudt het heel het boek doorheen dat heerlijk vervreemdende sfeertje. Noem het dromerig. Of, kan ook: poëtisch. Als je je bedenkt dat een zin als “Niemands vrienden staan in de sauna elkaars oogbollen te betasten” in de kontekst van deze roman volstrekt logisch is, weet je meteen hoe het met het dichterlijk gehalte van Magnetisch middernacht gesteld is. Bovengenoemde kwesties worden dan ook eerder bezongen dan aan de kaak gesteld – de vrees dat het om een aktivisties boekwerk zou gaan, kan ik hiermee meteen wegnemen. Mogelijkerwijs dat alleen het gekonkel tussen Oddný en Herdís een beetje detoneert met Broekhuysen bijna hallucinante schrijfstijl. Je kunt dat jammer vinden: ontwaken je warmige slaap en zoals elke ochtend helaas moeten vaststellen dat de wakende werkelijkheid toch altijd net weet een paar graadjes kloteriger is dan de droomwerkelijkheid. Maar anderzijds is het niet veel schrijvers gegeven om op tamelijk natuurlijke wijze twee tegengestelde registers tegelijk open te zetten.
Wanneer het op het eind zegt dat ook de sneeuwvlokken waar geen naam voor gevonden is gewoon vallen, denk ik: oké taal is misschien niet de regisseur van elk fenomeen. Maar in Magnetisch middernacht is het juist wel de taal die mijn bloed sneller doet stromen.
Magnetisch middernacht
- Auteur: Laura Broeckhuysen (Nederland)
- Soort boek: Nederlandse IJsland roman
- Uitgever: Querido
- Verschijnt: 1 oktober 2024
- Omvang: 192 pagina’s
- Uitgave: paperback / ebook
- Prijs: € 22,99 / € 13,99
- Boek bestellen bij: Bol / Libris
Flaptekst van de IJsland roman van Laura Broeckhuysen
Nog lang na de lawine blijft Loki’s moeder hun buurmeisje Iðunn zien. Iðunns huis is met bewoners en al in zee geschoven, haar naam staat op de gedenksteen. Als Loki’s moeder blijft geloven dat Iðunn nog leeft, haar blijft zoeken en niet opgeeft, wordt zij door haar man naar een psychiatrische kliniek gebracht.
De androgyne Loki krijgt een nieuwe moeder; samen met haar dochter Pippa vormen ze een nieuw gezin. Tot de kinderen op een dag een meisje zien, op de helling, even beige als het gras, met haren als takken en de oogopslag van een dier.
Zoals IJslandse familiegeschiedenissen verstrengeld zijn met mythen en sagen, zo fungeert de Edda in deze roman als een magnetisch veld, waarmee niet alleen het verhaal maar ook de taal aan zwaartekracht wint.
Laura Broekhuysen (23 april 1983) is schrijver en violist, en studeerde viool aan het Conservatorium van Amsterdam. Over haar emigratie naar IJsland schreef zij de veelgeprezen boeken Winter-IJsland en Flessenpost uit Reykjavik. Haar proza werd genomineerd voor de Confituur Boekhandelsprijs en de Bob den Uyl Prijs. Wij capabelen, haar poëziedebuut, staat op de shortlist van de C. Buddingh’-prijs.