Categorie archieven: Poëzie

Lévi Weemoedt – Vreugde heeft geen vat op mij

Lévi Weemoedt Vreugde heeft geen vat op mij recensie en informatie nieuw boek met gedichten va n de Nederlandse dichter. Op 18 november 2025 verschijnt bij Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar het nieuwe boek van met poëzie Lévi Weemoedt, de uit Nederland afkomstige dichter. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Lévi Weemoedt Vreugde heeft geen vat op mij recensie

Als er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnt van Vreugde heeft geen vat op mij, het nieuwe boek met gedichten van Lévi Weemoedt, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Lévi Weemoedt Vreugde heeft geen vat op mij

Vreugde heeft geen vat op mij

  • Auteur: Lévi Weemoedt (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 18 november 2025
  • Omvang: 112 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 16,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Lévi Weemoedt

Ik voel mijn tijd ten einde snellen.
Ik ga de doodgraver vast bellen:
‘Doodgraver! Begin maar aan mijn graf.
Ik kom eraan. En op een draf!’

Doodsverlangen, het is een vast thema in het oeuvre van Lévi Weemoedt. Maar het begint nu toch echt op te schieten. In zijn nieuwe bundel Vreugde heeft geen vat op mij maakt Weemoedt de balans op. Hij blikt terug op zijn onnozele kinderjaren en zijn roemloze liefdesleven. Steeds korter worden zijn verzen, maar des te pregnanter. En wat worden we vrolijk van zo veel droefenis!

Lévi Weemoedt is geboren op 22 oktober 1948 in Geldrop. Hij is schrijver van korte verhalen en gedichten, die hij als geen ander voor publiek ten gehore brengt. Zijn dichtbundels zijn onverminderd populair. Daarnaast schreef hij de roman De ziekte van Lodesteijn, een ‘minor classic’ aldus de kritiek. In 2021 verscheen het vervolg daarop: Het nut van Lodesteijn. De bundel met gedichten Het leven is zo eenzaam niet verscheen in oktober 2021

Bijpassende informatie

Froukje van der Ploeg – Soms blijft iets

Froukje van der Ploeg Soms blijft iets recensie en informatie van de inhoud van de nieuwe dichtbundel. Op 11 juni 2025 verschijnt bij Uitgeverij Querido het boek met nieuwe gedichten van de Nederlandse dichteres Froukje van der Ploeg. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Froukje van der Ploeg Soms blijft iets recensie

  • “Ze weet wat ze ziet, ze ziet wat mensen beweegt, ze luistert naar ze en ze schrijft het op.” (Marijke Schermer)
  • “Een zeldzame combinatie van diepzinnigheid en toegankelijkheid, humor en ernst.” (Roos van Rijswijk)

Recensie van Tim Donker

Niet alle dichtbundels bereiken mij. Ik ben geen groot publiek. Ik zou de kust willen zijn. De kust waar alle poëzie aanspoelt. Maar ook de kust ben ik niet. Anders had ik het wel geweten. Als ik die kust was, of een groot publiek. Dan had ik geweten van Froukje van der Ploeg. Die maar één jaar jonger is dan ik wat er geen zaken mee heeft maar me toch opviel. In 2006 debuteerde ze met de dichtbundel Kater. Sindsdien publiceerde ze nog drie dichtbundels die, en nu sieteer ik het achterplat, “een groot publiek bereikten“. Lap. Daar heb je het. Een groot publiek bereikten die bundels dus wel. Maar mij bereikten ze niet.

En weer wens ik een groot publiek te zijn, en niet mij (mijzelf wens ik vaak niet te zijn). Want dan was Van Der Ploegs poëzie al veel eerder aangespoeld op mijn kust. Dan had ik al veel eerder haar woorden op mijn lijf, haar zinnen in mijn hoofd gehad. Die zinnen als spartelvisjes. Die woorden die de scheuren zijn waardoorheen het licht valt.

Bijvoorbeeld hoe een gedicht als En toen plotseling begint:

Heel kort geleden, zo kort geleden
dat het eigenlijk nu is, was er eens
in een land hier zo dichtbij
dat het eigenlijk hier is een wezen
dat zo op jou leek dat jij het bent

Een begin dat kan tellen, dat zo bloedmooi is dat het een gedicht op zichzelf is en je al bijna niet meer verder durft te lezen want misschien heb je hiermee je portie schoonheid al wel gehad voor deze dag, zulke dingen moet je doseren, teveel pracht slaat misschien wel om in het tegendeel, weet jij veel, maar je leest toch verder en het brengt je in verwarring, maar het is het goede soort verwarring, je weet niet of je een modern sprookje leest, of een oermythe over een wezen dat zichzelf tot het zijnde slaat door het niets te nietsen. Of is het een advies aan de lezer om hoog genoeg te vliegen opdat je vleugels zullen verbranden. Een lichaam te hebben dat op tijd in slaap valt, en niet pas tien minuten voor de wekker gaat. Of nog weer anders wellicht.

Dat kleeft aan deze poëzie. De veelkantigheid. Het onophoudelijk uit zijn voegen barsten. Dat spreken met al die tongen.

Van Der Ploeg instrueert de lezer over de perfecte wraak. Iemand steeds opnieuw die schooldag laten herbeleven van toen je dat tentamen Duits had waarvoor je niet had geleerd. Maak Nabokov onbegrijpelijk voor hem. Laat al zijn bier naar zuurkool smaken. Zulke wraak is zoet, zeg nou zelf, en dan tien jaar later om het te vieren een dagje naar zee. Neem een frietje. Rij weer naar huis.

Maar evengoed toont ze de poëzie van een inbraak. Een agente die weten wil of het huis altijd zo’n rotzooi is, en ja dit wel zo’n beetje de standaardsituatie ja, wanneer het gebeurd is weet je niet precies want je kent de werktijden van inbrekers niet. De humor in dingen die eigenlijk helemaal niet grappig zijn. Ook dat is een constante.

Of de dood. Of het leven. Punk is dood, en wij leven nog. In ieder geval leven we nog. Anderen zijn dood. Wie is er weg, wat is er weg in Autoriteit, wat kun je, leef je nog, weet je hoeveel knoflook in soep gaat, hangt dat niet af van welke soep het is godverdomme (in knoflooksoep al iets meer dan in erwtensoep vermoed ik), en hoe kun je weten wat er weg moet, wat echt dood is, een dichter is dood omdat hij oud was en rookte en leefde, een vriend is dood omdat hij jong is en de dood iets is om mee te spelen, maar denk je dat het einde der tijden gekomen is?

Of wat is. Wat was. De nostalgie. De hang naar. Dagen dat we niet waren waar onze ouders dachten dat we waren (dachten onze ouders? waren we ergens?). Of. Wat niet is wat het had moeten zijn. Wat niet geaccepteerd, niet volgens normen is. Omdat we ziek zijn. Omdat we dood gaan. Omdat we anders zijn. Altijd weer dat leven, en altijd weer druk met andere plannen. Of waar het heen moest. Toen je nog dacht dat je kon sturen. Pindakaas of kunstacademie. Toen je nog dacht dat het ene lor uitmaakte. Of zoals in één van die geweldige brieven die de dichter aan Imke schrijft: “Denk je dat onze tien jaar jongere ik / gelukkig is met hoe we zijn?” Imke en de dichter zijn in ieder geval geen zwervers geworden. Als kind wenste ik zwerver te worden. Zoals David Banner. Dat leek me mooi. Van stad naar stad, een eeuwige reis, altijd onderweg, een soort levenslange vakantie. Maar net als Van Der Ploeg ben ik toch geen zwerver geworden. Zou mijn vijfenveertig jaar jongere ik daar gelukkig mee zijn? Of met wat ik wel geworden ben? Of mijn dertig twintig tien jaar jongere ik? Altijd weer een pijnlijke vraag. Je bent nooit wat je ooit dacht te zullen zijn. En je kunt altijd weer meer verkloten in tien jaar dan je ooit voor mogelijk had gehouden.

Of alles wat ook zou kunnen zijn, in realiteiten anders dan de dagdagelijkse, misschien ontmoet je wel iemand omdat een spin met klompen over de muur van je slaapkamer loopt.

De gedichten in Soms blijft iets zijn grappig, melankoliek, verontrustend, surrealisties, schurend, verwarrend en ongekend prachtig – en meer dan eens dat allemaal tegelijk. Alle registers open zetten zonder dat het ook maar een moment gaat irriteren – daar moet je iets voor kunnen. Dan moet je een dichter zijn die van poëzie gemaakt is. Froukje van der Ploeg is zo’n dichter.

Froukje van der Ploeg Soms blijft iets

Soms blijft iets

  • Auteur: Froukje van der Ploeg (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 11 juni 2025
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 19,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek met nieuwe gedichten van Froukje van der Ploeg

Een godin zaait verwarring op aarde, een vrouw kijkt opgerold de tijd weg en huizen doen huizen na.

In haar nieuwe bundel trekt Froukje van der Ploeg lering uit alles wat beklijft. Met humor en zonder schroom onderzoekt ze het ongemak, de verandering en het welbehagen van lichamen, noteert ze de levensverhalen van andere mensen en toont ze hoe een spin die met klompen over de slaapkamermuur loopt grote gevolgen kan hebben. In brieven aan Imke en op weg naar huis, door het park, maakt ze de balans op.

Froukje van der Ploeg is geboren in 1974. Zr debuteerde in 2006 met de dichtbundel Kater. Sindsdien publiceerde ze nog drie dichtbundels, die een groot publiek bereikten, Zover (2013), Dit is hoe het ging (2016), Nachtvangst (2020). Ze ontving de Hollands Maandblad Poëziebeurs en werd genomineerd voor de J.C. Bloem-poëzieprijs. Regelmatig wordt haar werk in literaire tijdschriften en in bloemlezingen gepubliceerd, en treedt ze op festivals op.

Bijpassende boeken en informatie

Twan Vet – Troostpogingen

Twan Vet Troostpogingen recensie en informatie boek en debuut met gedichten en poëzie van de in Seoul geboren Nederlandse dichter. Op 5 juni 2025 verschijnt bij Uitgeverij De Bezige bij de nieuwe dichtbundel van Twan Vet. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Twan Vet Troostpogingen recensie van Tim Donker

Voor deze Twan Vet hier zie ik een grootse toekomst weggelegd. Maar wel als cabaretier. Of als staande komediant (klaarblijkelijk bleven hele generaties komedianten er altijd maar bij zitten totdat er één op het idee kwam om er bij te gaan staan). Want hij heeft de neiging een moje gedachte om zeep te helpen met wagonladingen banaliteiten en kliesjees.

Troostpogingen opent met een gedicht dat Achtuurjournaal heet, en dat is goed, misschien openen veel mensen hun avond met het achtuurjournaal, of naja, wat weet ik daarvan, ik kijk nooit televisie. Misschien is het ook wel de eerste dag van een nieuw jaar, want: “Ik hou van elk nieuw jaar zeg je, als het nog niet gebeurd is, / nog knispert in het cellofaan. Als geen mens / de dagen nog heeft aangeraakt.”, klinkt het, en dat is een moje gedachte; een jaar als een leegte die nog met van alles gevuld kan worden; een nieuw jaar dat nog ongevormd ligt te liggen; waar niemand nog een kleur aan gegeven heeft. Ik herinner het me zo te voelen toen ik nog een kinderken waart. Het verheugen omdat er iets in huis was dat nog helemaal nagelnieuw was, al was dat maar een jaar, al waren het maar getallen: een 1 en een 9 en een 8 en een 0, en ik ging zeven worden dat jaar en Lonneke was er nog, en zelfs het decennium was nieuw, en mijn knuffels dachten er net zo over, ik had het die ochtend nog aan ze gevraagd.

Maar dan gaat het gedicht verder. Gedichten gaan altijd weer verder, gedichten gaan vaak verder waar ze eigenlijk al afgelopen hadden moeten zijn. De televisie wordt een “treurbuis” genoemd en volgens mij was dat in de jaren zeventig al een kliesjeewoord, en het zwaarste nieuws was vroeger nog te dragen omdat Rob Trip het gezegd had. Ik moest hem even opzoeken en toen kende ik dat gezicht wel, hoe vroeger is vroeger, naja Vet is natuurlijk schandalig jong, die is geboren in 1998, toen waren fatsoenlijke mensen allang volwassen, maar toch, zelfs met dat in het achterhoofd is het effect minimaal, want als er Harmen Siezen of Fred Emmer had gestaan had ik het nog na kunnen voelen misschien, was het nieuws toen veel onschuldiger of knulliger of houteriger, zodat het iets aandoenlijks had ook als er erge dingen werden verteld?, of was het maar dat ik kind was en nooit de volledige implicatie van al die berichten doorvoelde? Je kunt een mens niet verwijten dat hij niet ouder is dan hij is en ik probeer het te snappen door Rob Trip te vervangen door Harmen Siezen, maar toch: als die Rob Trip verder in de bundel nog een paar keer ten tonele wordt gevoerd krijgt het iets kolderieks. Dus vandaar. Zei ik cabaret.

In De zevende dag (is dat ook al niet iets van televisie?) (Twan Vet kijkt echt veel te veel televisie) komen we een ander bekend persoon tegen: “God had net de kroeg geschapen, zocht afgemat / een plekje aan de bar en bestelde rode wijn. / Na het vierde glas bedacht ze mij.” God als (aantrekkelijke?) vrouw, ook de omkering van een kliesjee is kliesjee, een liefje-voor-één-nacht: dronken de liefde bedrijvend met de ikfiguur, klaarkomend, en liggend, daar, in het eerste ochtendlicht. Ik kan zien hoe dit kan werken in een zaal vol lachende mensen. Blasfemie kan best heel grappig zijn, al is het misschien een beetje te vaak gedaan en hebben christendomgrappen langzamerhand wel wat van hun urgentie verloren. Maar deze bundel is geen zaal. Deze bundel is van papier en ik weet niet wat dit op papier met mij doet. Voor ontroering is de situatie net een beetje te bizar, hoewel de laatste regels iets lieflijks hebben. Voorlopig slechts goed voor een vluchtige grijns. Is een grijns goed genoeg voor een gedicht? Does humor belong in music?, vroeg Frank Zappa zich af en ooit, als student, aan het eind van weeral een avond in de spoelkeuken, tijdens wat wij personeelsleden “de nazit” noemden, herhaalde ik de vraag toen we wijn dronken en de overgebleven amuses opaten en kok Hans (ook hij nu dood) beantwoorde hem met een kort en krachtig NEE. Ik keek hem met één opgetrokken wenkbrauw aan maar vele jaren later ben ik zijn onomstotelijke nee gaan begrijpen. Humor maakt muziek zelden beter. Vervelender wel, vaak. Humor in poëzie zou bij Hans misschien een voorzichtiger “nee” hebben uitgelokt (hij hield van de poëzie van Bukowski, soms toch ook niet ongrappig) en ook ik kan humor in poëzie best goed pruimen: K. Schippers kan je overweldigen terwijl je zit te lachen (voor absurdisme is in gedichten best wel heel veel plaats) maar dat is niet iedere dichter gegeven.

Je kunt het sterk vinden hoe Vet de lezer geen blijf laat weten met zijn emoties. Moet ik lachen, moet ik geschokt zijn, moet het me vertederen? Er is een gedicht over een niet-bestaande dochter dat me bijna ontroeren wist. Totdat Vet begint over hoe hij in “elke jongen” het monster ziet “dat alleen aan neuken / denkt en haar straks ook de hel in naait” en wat het ook was dat ik net begon te voelen met één lompe trap vermorzelt. Hoe blijf ik achter? Ook niet geschokt. Verward misschien. Waarom dat platvloerse taalgebruik? Welk effect wordt hier beoogd? Welke dochter kan een vader tot zulke woorden inspireren? Ik weet niet wat dit is.

Of later, verder, liefde als een oude krant die van bed naar bed waait, zeg me wat dat was.

Maar “nog maar half / zo eenzaam als je straks zult zijn” is dan weer helemaal raak, dat is er vol op, dat is een treurige gedachte, en toch is het mooi, het is een indringende gedachte over hoe dingen gaan, over hoe het leven gaat, dat inzicht geef je iemand die in 1998 pas een keer het levenslicht zag eigenlijk niet, ik moest zelf best al oud zijn om te weten dat alle droefnis die ik als jongere voelde en die me toen heel erg leek eigenlijk veel hoopvoller was dat de droefnis zoals ik die later ben gaan voelen.

En ”Slaap altijd met je sokken aan, / koop nooit een kruimeldief, / post vijf keer in je leven een liefdesbrief / die beter zoekraakt dan gelezen wordt, // kweek het verlangen om de zee te zien / en ga dan niet, raak door het verstrijken / van de tijd drie goede vrienden kwijt, // loop minstens twaalf vage angsten op / waarvan je niet meer zult genezen, / zorg dat je meer boeken hebt gelezen / dan je mensen hebt veracht, // sluit vrede met het feit dat alles wat je ziet / al mooier door een ander is gezien, / begrijp je ouders pas als het / te laat is voor verdriet, // beweer elke week ten onrechte / dat je weet waarom je leeft, / luister nooit naar iemand / die je meer dan tien adviezen geeft.” vond ik op de goede manier grappig, omdat er ook een lichte treurnis in zit, een klein schokje van het ongerijmde, het absurde van het willekeurige, en kruimeldief is sowieso een bijzonder achterlijk woord, en dat alles bestaat (kruimeldieven bestaan, de zee bestaat, vrienden kwijtraken bestaat).

Als troostpogingen is Troostpogingen al half geslaagd. Er kwamen grijnzen op mijn bakkes, ik zag flitsen die me stil lieten staan, er was gloed, er was een licht daar in de hoek dat goed voor me was.
Als cabaret zou het kunnen werken; er wordt niet alleen maar op een lach gemikt, er worden ook dingen overhoop gegooid, je zou van een avondje Vet nog iets mee kunnen nemen misschien.
Als poëzie komt het voor mij nog net een beetje te kort. Maar dit is een debuut. Vet kan nog veel kanten op. Een verkeerde kant ook, en dan  een nog verkeerdere. Doe het dan nog eens. En faal beter.

Twan Vet Troostpogingen

Troostpogingen

  • Auteur: Twan Vet (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie, debuut
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 5 juni 2025
  • Omvang: 48 pagina’s
  • Uitgave: paperback / luisterboek
  • Prijs: € 21,99 / € 9,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste dichtbundel van Twan Vet

Troostpogingen is een wonderschoon en toegankelijk debuut van Twan Vet, een rijzende ster in de Nederlandse poëzie. Voor de lezers van Menno Wigman en Tjitske Jansen.

Laatste zomerbrief

Ik weet ook wel dat men elkaar in deze tijd
nog amper brieven schrijft, maar dan:
wie gelooft er nog in poëzie?

Jij niet. Daarom is dit een brief
om onder in een la te steken
en bijna te vergeten.

Veel later pas zul je dit lezen
en dan moet je weten dat ik
deze woorden voor je schreef

in de dagen dat we samen waren,
kusten onder de straatlantaars,
in het park en voor je huis.

Als je me mist: houd deze kleine brief
dan schuin. Er dwarrelt nog wat van
het zonlicht dat we lang geleden samen deelden uit.

Twan Vet is in 1998 in Seoul, Zuid-Korea geboren. Hij is dichter, schrijver en muzikant. Troostpogingen is zijn literaire debuut.

Bijpassende boeken en informatie

De tijd is puin, de tijd is hoop

De tijd is puin, de tijd is hoop recensie en informatie boek over 55 jaar Poetry International. Op 10 junu 2025 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik het boek over 55 jaar Poetry International. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteurs en over de uitgave.

De tijd is puin, de tijd is hoop recensie van Tim Donker

&
stoelen missend

&
las ik in eerste:
de tijd is punk, de tijd is hoop
en ik wist niet zo goed wat ik daarvan moest vinden

&
ik ken een band die Puin + Hoop heet
er zit een gat in de soep
dat is van hun

&
de circusklanten
de verheerlijking en het verleden
heimwee en de dood

&
de Poetry International serie
oja de Poetry International serie
de circusklanten zijn weg bracht me hc artmann, jürgen becker, günter bruno fuchs, helmut heissenbüttel, ernst jandl, friederike mayröcker wat bijkans het hele boek was en ik verheerlijk het verleden niet bracht me mario cesariny de vasconcelos, e.m. de melo e castro, casimiro de brito, armando silva carvalho en dat was wat minder misschien of niet het halve boek toch (ook niet bijkans) maar nog altijd heel veel moois zodat het me altijd gespeten heeft dat ik nooit de hand heb weten te leggen op heimwee naar de dood of machine van woorden dus wat kan ik zeggen – ik kan alleen maar zeggen dat de verwachtingen hoog, zeer hoog gespannen waren

&
opent
opent met Diana Anphimiadi uit Georgië
die opent, dus, met een gedicht dat, hoe toepasselijk Het begin heet. De Nederlandse vertaling is van Ingrid Degraeve maar waarom vind ik het Engels, gedaan door Natalia Bukia-Peters en Alyson Hallett, zoveel beter? Het is niet zomaar een verschil, het is niet alleen maar het verschil tussen elke regel met een hoofdletter beginnen ook als de zin nog doorloopt, iets wat ik echt spuuglelijk vind, nee, het is het verschil tussen een matig tot redelijk gedicht en een goed tot bijna prachtig gedicht, & welke vertaling benadert het orzjieneel het best?, is Anphimiadi een goed dichter zwak vertaald door een vertaler die haar stiel niet kent of een zwakke dichter opgelapt door twee vertalers met een goed dichterlijk vermogen?, ik weet het niet, ik beheers het Georgisch niet, ik lees dat schrift niet, het zal de laatste keer niet dat ik me verwonder over de verschillen in de vertalingen

&
Simon Armitage dicht een vermakelijke tedoen-lijst bij elkaar, veel van de voorgenomen aktiviteiten hebben met Donald Campbell te maken, dat moest ik opzoeken, dat bleek een autocoureur geweest te zijn, alweer een tijdje dood, verongelukt, natuurlijk, aan dit gedicht werd gerefereerd in het voorwoord, “luchtig” ze zeiden, “humoristisch” ze zeiden, maar ik weet niet, bij luchtig en humoristisch denk ik onmiddellijk aan light verse en dat is Armitages tedoen-lijst absoluut niet, gewoon een opsomming van aktiviteiten die een mens zou kunnen ondernemen, sommige van die aktiviteiten zijn banaal, sommige zijn redelijk absurd, sommige eigenlijk heel mooi, alle klaarblijkelijk broodnodig want alleen eten en ademen zijn optioneel

&
die Maricela Guerrero, die stond onderlaatst ook al in Terras, (toen haadt zij gezeid dat stilstaan een andere vorm van stromen is), hier dicht zij Angst, hier dicht zij fractietjes mojer dan zij in Terras deed maar wel altijd nog zeer herkenbaar want heur praat over cellen deed bij mij eerder nog een lampje branden dan die naam, het ritme in dit gedicht is mooi, de zinnen in dit gedicht zijn mooi, het ritme van de zinnen in dit gedicht is zo mooi, al kun je ook hier weer het Nederlands niet preciezelijk op het Engels leggen, Me da la sensación de que sí entraron todos, heet het in het Mexicaanse orzjieneel; in het Nederlands wordt dat “Ik krijg het gevoel dat iedereen wel binnen is maar Robin Meyers, die het naar het Engels vertaalde, komt af met “I have a hunch there was room for everyone” wat mij een volslagen andere zin lijkt, volgens mij blijft Lisa Thunnissens Nederlands dichter bij het orzjieneel, Thunnissen vertaalde Guerrero ook toen, in Terras 26 en sowieso vind ik Ik krijg het gevoel dat iedereen wel binnen is een mojere zin dan I have a hunch there was room for everyone

&
later
later weer
het gedicht van Luljeta Lleshanaku
de Engelse vertaling is van Henry Israeli en de Nederlandse van Raoul Schuyt en voorwaar ik zeg u, het zijn twee totaal verschillende gedichten, en dit keer gaat mijn voorkeur dan weer uit naar het Engels, en bij nu denk ik dat ik misschien moet ophouden me te verwonderen over of te ergeren aan de (grote) verschillen in de vertalingen, vertalen is interpreteren, de interpretatie van een gedicht ja dat is iets, weet je nog dat we filmpjes moesten maken van gedichten en dat die docent, die domme vervelende arrogante klotedocent zei dat mijn filmpje een mooi filmpje was maar dat het niet een accurate verfilming van het gedicht was en dat ik dat zo stom vond dat ik subietekens heel de school begon te haten omdat ze zo’n oerstomme droplul voor de klas dierven zetten, verfilmen is vertalen is interpreteren is lezen, iedereen leest een gedicht anders, ik lees, ik lees De tijd is puin, de tijd is hoop, ik lees

&
ja
je moet Tom Lanoye voor lief nemen
wiens homeruslezing me laatst zo ergerde
omdat hij iets te goed leek te weten wie er allemaal goed zijn en wie fout, iets te klaar meende te mogen zien waar goed ophoudt en fout begint, en dat wijzen, altijd maar dat wijzen, wie ter linker- en wie ter rechterzijde en dat het dan ook nog eens de gebruikelijke verdachten zijn die aan de verkeerde kant eindigen (maar heel eerlijk gezegd is de uit dit hier Een omgekeerd Babylon afkomstige zin “Hoe blijf ik niet-artificieel intelligent” uit mijn hart gegrepen)
maar je krijgt ook
de zinderende oorlogspoëzie van Ljoeba Jakymtsjoek
&
ja
je moet Ramsey Nasr voor lief nemen
(geen enkele akteur deugt echt helemaal en dat met die etentjes en ongemakkelijke gesprekken kennen we nu toch verdorie zo langzamerhand wel dat is zelfs voor een film al aan de minderwaardige kant)
en ook moet je de flauwzinnige puberale sinterklaasrijm van Derk Otte verduren
of dat weeral veels te leukig rijmelende en verdermeer tot het uiterste gezwollen gezeik van Ilja Leonard Pfeijffer
(waarom hebben ze voor het Nederlands taalgebied gekozen voor zo’n beetje de allerslechtste dichters die er te vinden zijn?)
maar daar staat tegenover dat Momtza Mehri op uitnodiging van haar humeurige bovenbuurman op een dakterras staat en muntthee drinkt en de agressiviteit van reclame bespreekt, wat je, als lezer, goed kunt zien, goed kunt voelen, je voelt de wind, je ziet de muntblaadjes, je ziet de zon ondergaan, je staat daar, en dan krijg je met Mensen zijn zo mooi als ze onzeker zijn ook nog eens een prachtzin cadeau
dat Patricia Jabbeh Wesley een gedicht geschreven heeft over iets waar de gemiddelde mens waarschijnlijk niet dagelijks over nadenkt: het verkopen van je huis (zelfs toen ik mijn huis verkocht dacht ik niet na over het verkopen van mijn huis): de mensen, de bezichtigers, de volmaakte vreemden die gewoon maar rondlopen waar je droomt, waar je slaapt, waar je wegglipt naar andere werelden. Hoe ze binnenkomen met hun lelijke jassen aan en met hun ogen alles bezoedelen wat van jou is. Hoe dat wringt. Schuurt. Knelt. “In mijn land verkoop je je huis niet. / Je verkoopt je huis niet aan vreemden. // Je vertrekt niet zodat anderen je bezit kunnen bezitten.” schrijft ze en misschien zit daar wel iets in, net als in het gedacht dat je huis verkopen ei zo na jezelf verkopen is (want inderdaad: mijn vorige huis had een ziel, en hier, in dit al niet meer zo heel erg nieuwe huis, is die ziel niet. waar is die ziel gebleven? bewonen die nieuwe domme bewoners nu mijn ziel, raken ze aan die ziel met hun koppen en hun stemmen en hun wegens hun hele goede banen zo drukke levens?, of heb ik die ziel simpelweg laten sterven – gewoon door accoord te gaan met iets waarmee ik nooit accoord had moeten gaan?). In minder dan anderhalve pagina maakt Wesley het nimmer werkelijk doorvoelde zeer voelbaar middels een gedicht dat beslist humoristische kanten heeft maar nergens lichtvoetig wordt
& dat Esther Phillips’ eerste gedicht de dageraad zelve was; dat Jean D’Amerique een binnenstebuiten gekeerde mond heeft, zure regen is en dor hout en een mitrailleur schietend geboren zag worden; en dat, ik noem maar iets, Chris Tse kans ziet om een ode aan Celine Dion te schrijven die nergens melig, pathetisch of larmoyant wordt – verrek, het gedicht is geeneens onaardig (en een ode aan Celine Dion is het ook al niet echt)

Over bloemlezingen valt altijd wat te zeiken.
Waarom is dit boek zo dun, maar 75 bladzijden, en de meeste gedichten dan ook nog in drie talen wat de spoeling echt wel dunnetjes maakt. Goed, De tijd is puin, de tijd is hoop beoogt geen opsomming te zijn maar een ontmoeting maar zelfs voor een ontmoeting is dit aan de vluchtige kant – meer een begroeting dan een ontmoeting feitelijk.
En waarom waarom waarom ontbreekt iedere nadere informatie over de dichters en de vertalers? Waarschijnlijk hebben ze gedacht dat er dan nog minder ruimte voor poëzie zou overblijven en dat iedereen met een internetaansluiting ook zelf wel wat kan achterhalen maar het is toch altijd fijn om enkele vingerwijzingen op voorhand al te hebben: gaat het om een bekend / gerenommeerd dichter of om een debutant, hoeveel bundels heeft iemand al op zijn naam staan, is er al iets in het Nederlands vertaald en zo ja bij welke uitgeverij dan?, zo nee in het Engels misschien en bij welke uitgeverij dan?, in welk genre specialiseert een vertaler zich?; bovendien vind ik het als lezer fijn om niet het boek uit gestuurd te worden.

Maar!

Bekijk het zo: De tijd is puin, de tijd is hoop bracht me humor, verstilling, gedachten, schoonheid en gelukkig ook nog genoeg ergernis. Meer kun je eigenlijk niet vragen van een dichtbundel.

De tijd is puin, de tijd is hoop

De tijd is puin, de tijd is hoop

55 jaar Poetry International

  • Auteurs: Diverse dichters
  • Soort boek: gedichten, poezie
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 5 juni 2025
  • Omvang: 96 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 17,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over 55 jaar Poetry International

In 2025 viert Poetry International een jubileum: al vijfenvijftig jaar brengt de organisatie poëzieliefhebbers, dichters en vertalers van over de hele wereld bij elkaar tijdens het Poetry International Festival. Ter ere van deze mijlpaal presenteren Poetry International en uitgeverij Koppernik een bloemlezing uit het werk van de dichters die in dit jubileumjaar op het festival staan.

In deze zorgvuldige selectie staan iconische Nederlandstalige dichters zoals Ramsey Nasr, Tom Lanoye en Astrid Roemer naast internationale grootheden en opkomende legendes als Kwame Dawes, Maricela Guerrero en Momtaza Mehri.

Met bijdragen van dichters uit vijftien verschillende landen – van Mexico en Oekraïne tot Liberia en Barbados – biedt deze bloemlezing een rijk palet aan poëzie: van vervreemdende en speelse verzen tot ontroerende odes en lyrische liefdesbrieven aan de wereld – elk in de originele taal én vertaald naar het Nederlands en Engels.

Bijpassende boeken en informatie

Daniël Vis – Aan wie, deze offers

Daniël Vis Aan wie, deze offers recensie en informatie boek met gedichten van de Nederlandse dichter. Op 3 juni 2025 verschijnt bij Uitgeverij Hollands Diep de nieuwe dichtbundel van Daniël Vis. Hier lees je informatie van de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Daniël Vis Aan wie, deze offers recensie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van Aan wie, deze offers, de nieuwe dichtbundel van Daniël Vis, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Daniël Vis Aan wie, deze offers

Aan wie, deze offers

  • Auteur: Daniël Vis (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Hollands Diep
  • Verschijnt: 3 juni 2025
  • Omvang: 64 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 19,99 / € 9,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de dichtbundel van Daniël Vis

Een bundel intieme gedichten waarin de lezer meegenomen wordt in de zoekende pogingen van de dichter zich te verhouden tot een mogelijk vaderschap, sterfelijkheid, de liefde en zijn gebreken. Neergezet in vloeiende, klankrijke regels die soms spreken als gebeden, soms als pijnlijke biecht. Hoewel diep persoonlijk van aard, strekken deze gedichten hun armen uit naar alle mensen. Naar onze vreugde en kwetsbaarheden.

Daniël Vis is geboren in 1988. Hij is dichter en schrijver. Van zijn hand verschenen eerder de poëziebundels Crowdsurfen op laag waterInsect redux (genomineerd voor de J.C. Bloem-poëzieprijs) en Het weefsel. In 2022 verscheen zijn eerste roman: Een woelend lichaam. Voor zijn poëtische oeuvre ontving hij in 2021 de Frans Vogel Poëzieprijs.

Bijpassende boeken en informatie

Rachel Blau DuPlessis – The Complete Drafts

Rachel Blau DuPlessis The Complete Drafts review, recensie en informatie lang gedicht van de Amerikaanse dichteres. Op 20 mei 2025 verschijnt bij Coffe House Press het nieuwe boek van Rachel Balu DuPlessis de dichter uit de Verenigde Staten. Een Nederlandse vertaling van het boek is niet verkrijgbaar.

Brandon Taylor Minor Black Figures review en recensie van Tim Donker

Ha! Wow!

Ja

(ha + wow) dus,

want dit vind ik mooi. Experimenteel dichter Rachel Blau Duplessis schreef tussen 1986 en 2012 114 gedichten (115 als je een ongenummerd gedicht, maar daarover later meer, meetelt), te zien als één “oneindig” gedicht, of 114 (115?) (later, later) pogingen om hetzelfde gedicht te schrijven, of, wellicht, ordinairder misschien, dagboekaantekeningen. Deze “schetsen”; “versies”, of, ah!, “drafts” verschenen overheen de jaren al bij verschillende uitgeverijen maar het altijd sympathieke Coffee House Press heeft alle gedichten verzameld en in twee kloeke boekwerken gebundeld. Beide delen zijn goed voor bijna vijfhonderd bladzijden. Met The complete drafts heeft de liefhebber van experimentele dichtkunst voor bijna 1000 bladzijden poëzie in handen.

Een mens kan diskuteren over wat dit is. Wel. Ja. Dat kan een mens. Meditaties op de aldag, kan iemand zeggen. Of: gevonden vreten. Cutup. Filosofie. Engagement. Is het L=A=N=G=U=A=G=E, is het objectivisme, is het new narrative, of voorbij dat alles? Is het pamflet essay prozagedicht schets aanzet kritiek documentaire getuigenverklaring impressionisme bewustzijnsstroom? Is het hermetisch of is het onderzoekend of is het konkreet? Het is dat alles, mensen, en het is meer, en het is altijd experimenteel, altijd in beweging, altijd vloeiend.

Hoewel “eigenlijk” bedoeld als oneindig, kreeg Blau Duplessis op enig moment de ingeving dat de 114e Draft de laatste moest worden, daar zit een numerologische gedachtegang achter, iets met 19 en delen door of multipleren met zes, ik volg dat niet precies en ik vind het ook niet zo interessant behalve dan dat het deze ingeving is geweest die maakt dat Drafts nu bundelbaar is geworden, in twee boekwerken, en dat is mooi, een heel klein beetje mojer nog was geweest als de beide delen in een kassette waren gekomen, maar dat is iets met slakken en iets met zout, het maakt niet uit, wie Rachel Blau Duplessis wilde volgen in haar Drafts heeft nu iets in handen dat je afgerond kunt noemen, je moet niet meer gans de internet afstruinen om te zien waar al die Drafts zijn verschenen want hier zijn ze, allemaal, alle 114, al speelt de dichter misschien een heel klein beetje vals, want er is één ongenummerde Draft, na nummer 57 en voor nummer 58, hier opgenomen aan het begin van het twede deel, het blauwe boek, en te lezen als een samenvatting, of een herneming zo je wilt, van de eerste 57 Drafts.

De gedichten hierin zijn veelal lang, niet alleen als je het wil lezen als één lang (bijna duizend pagina’s tellend) poëem, maar ook voor wie elke Draft afzonderlijk leest (de dichter moedigt u aan de Drafts is totaal willekeurige volgorde te lezen maar ik vond het het makkelijkst om gewoon te beginnen bij Draft 1 en te eindigen bij Draft 114 – anders ging ik nog moeten bijhouden welke ik had gelezen en welke niet, iets dat niet, zoals u misschien menen zou, evident is, gezien de herhaling van beelden, van zinnen, van thema’s), en hebben de neiging te woekeren, de lezer te overspoelen, dus kiest u maar: houdt u ervan te verzuipen in poëzie of houdt u liever droge voeten? Het laatste soort lezer heeft bij Rachel Blau Duplessis misschien niet zoveel te halen. Maar de eerste soort. Die zwemt. Die gaat kopje onder. Die ziet soms door de woorden het gedicht niet meer. Die wordt meegevoerd naar plekken waar hij nog nooit geweest is. Die komt nooit volledig terug bij zijn oude zelf. En wat kan mojer zijn.

Wat kan mojer zijn dan al die vergezichten waaraan Rachel Blau Duplessis u in razend tempo voorbij laat gaan?

De koralen van willekeurige indrang. De ongerichtheid van gedachten. De grenzen van het zegbare. De grenzen van het uitdrukbare. De grenzen van het be/grijpbare (betekenissen niet voor de grijp).

Of de deixis. Bestaat ook de poëzie daar niet? In alle dingen deiktisch?

Of in Umbrië denken dat watermeloen vertaald kan worden met aqua melone.

Of in dialoog gaan. Met een ruimte? Nee truttemie met de lezer of met Ron Silliman of met des dichters studenten of met Alice Notley of met Charles Bernstein of met de gelijkelijk verbijsterden. Of met Jean-Paul Auxeméry, wie is Jean-Paul Auxeméry, ik dacht aan Armand Schwerner, de zon uit de kabeljauw, noemen we een halve vliegenvleugel kra, leg een kra op de hoorn van deze stier, naar water, zijn prachtige tabletten, zijn die nu al eens een keer in boekvorm verschenen eigenlijk?, en denkend aan Armand Schwerner denk ik aan Gary Snyder, die een stoofpot in de Pinacate-woestijn bereidde. Of aan Nathaniel Tarn. De trage lawine van aarde die valt. Of aan. Tisa Bryant. Of Duriel Harris. Of Dawn Lundy Martin. Of Mark McMorris. Of Julie Ezelle Patton. Of Claudia Rankine. Het einde van het alfabet. Gezwollen clitorissen zwerven door de stad.

Of dat je het hen ziet noemen. Een fotomontage. Ze bouwen dingen. Ze brengen dingen samen. Noem het materie.

Of waar Lacan fallus schreef, het vervangen door het woord dildo.

Of de 52e schets die een midrasj is. Iets Hebreeuws is dat. Onderzoek. Uitleg. Exegese. Peins voor nu een poëem dat staat als een vestzakessay maar loopt als een monoloog. Adorno, dan weet je het wel (Adorno hield niet van jazz). Dat is dweilen met de kraan open. Nach Auschwitz ein Gedicht zu schreiben ist barbarisch. Zegt hij. De oorlog was toen nog maar net gedaan, een mens kan wel verstaan waarom die Adorno aldus sprak. Een mens kan zich afvragen of de houdbaarheidsdatum van deze aanklacht niet allang verstreken is. Ik dacht dat Hans Magnus Einzensberg de kwestie al had afgedaan toen hij zei “Literatuur moet precies deze veroordeling weerstaan, zijnde dat het niet mag toegeven aan cynisme alleen maar doordat het na Auschwitz zou bestaan”; derhalve leek het me al bijna een beetje teveel eer: een “schets” van vijftien bladzijden gewijd aan de efemere woorden van een reeds lang verscheiden literatuurcriticus. Maar ik wist me toch wel enigszins nee nogal nee totaal verpletterd door Draft 52. De specifieke kwetsbaarheid van poëzie is waar DuPlessis over spreekt (dicht? essayeert?) : wat is het aan poëzie dat net dat onder verdenking moet komen te staan omdat het maar blijft bestaan in een wereld die plaats heeft geboden aan de meest onbevattelijke gruwelijkheden? Moet ik het snappen zoals ik Armando’s konsept van het schuldige landschap probeer te snappen – is poëzie dan “landschappelijker” dan film of roman of schilderij, of, hee Adorno, jazz? Of, vraagt DuPlessis zich dan weer af, is het de metaforiek? Iets voorgesteld “als” iets anders? Holocaust is als niets. Onvergelijkbaar. Zou het moeten zijn. Maar had die kerel in dat geval niet beter geschreven: poëzie óver Auschwitz is barbaars? Dacht ik aan Phil Elverum die zichzelf (en de luisteraar) op de plaat die hij over het overlijden van zijn vrouw maakte de vraag stelde of dood wel tot kunst gemaakt mag/kan worden. Kunst, en oorlog, en gespannen voeten, en het denken dat maar niet stopt, ook na vijftien bladzijden niet.

Of een herdersdicht. Pastorale poëzie. Grieks. Keuze. Uitgelezen. Een stervende hond krijgt water uit jouw fles. De kinderen van jouw kinderen zullen deze peren oprapen. Een klllein meisje in de falllische fase, feitelijke verschrijvingen in een essay van Freud over vrouwelijke sexualiteit; freudiaanse verschrijvingen van Freud, de extra l’s, hoe fallisch wil je het hebben?

Of het gesamtnichtswerk. Imperfect vloeiend. Onverbiddelijk gestold.

Of hoe zwaar de doden zijn. Moet poëzie stoppen met rouwen en beginnen met schreeuwen? De taal. Frans is situationeel. Waarbij ik dacht aan. De situationisten. Waarbij ik dacht aan. Het stuurse gezicht van het surrealisme. Waarbij ik dacht aan. Al deze boventaligheid (het italiaans het frans duits het nederlands soms zelfs).

Of massa-observatie. Opgedrongen behoeften. Propaganda. Marktonderzoek. Hebberigheden.

Of gedachten over het herinneren. Het menselijk geheugen wordt als normaal beschouwd als zijn successen worden gelardeerd met momenten van vergeten; selectie(f) (herinneren); samengaan/-vallen (bijvoorbeeld verschillende gebeurtenissen in één herinnering); verstoringen.

Of dat het portaal een elektriek oog heeft. Zoveel is daar dat je kopen kunt. Open je mond en ze hebben jou in hun database.

Of mailart. Ray Johnson (copyleft, u weet) (the tape beatles). Fluxus. Dada. Post als medium, post als kunstwerk, hier, of daar, of elders, tenderend naar visuele poëzie. Stukken. Snippers. Flarden. Bladzijden uit. Bijvoorbeeld een woordenboek (de tee van tongue) (tongue in cheek) (tongue in elders). De overheersing van lijnen was een internationaal fenomeen.

Of verouderde natuurkundige stelsels. Dat heeft iets te maken met dimensies, geloof ik, en energie (maar wat doe ik weten? ik heb op de mavo natuurkunde zo snel mogelijk laten vallen. ik denk dat ik het nu best interessant zou vinden. maar toen ik 14 was vond ik dat niet). Misschien is wat een schrijver doet wel energie samenballen. Of alles stollen tot symbolen. Woorden. Of. Hoe het hier, in deze schets, feitelijk een dialoog is tussen de dichter en haar pen om te ontdekken wat schrijven is. Wat creativiteit. Wat inspiratie is. Misschien is het een slang die ver uit zijn leefgebied geraakt onder een geparkeerde auto terechtgekomen is, en daar onderuit gelokt moet worden om de ongelijke strijd met zijn verdelger aan te gaan. Maar misschien ook wel. Is het een horloge met de hebbelijkheid stil te blijven staan iedere keer als er een beetje vuil onder één van de wijzers komt. Dat je dan driftig je arm moet heen en weer bewegen om het horloge weer gaande te krijgen. En hoe je dan iedere keer weer je arm stoot tegen je schrijftafel. De vrouw van wie je het horloge gehad hebt, is inmiddels dood.

Of. Kan ook. Een poppenopera. Zijnde. Een kunstwerk dat Marcel Duchamp voornemens was te maken. Een vrouwfiguur aan touwen, opgehangen. Dat zou je een marionet kunnen noemen. En. Iets met scharnieren ook. Ik heb geen idee, mensen, of hij, die Macel, die Duchamp, dit kunstwerk ook effectief gemaakt heeft, maar er was sprake van in die doos van hem, de groene doos geloof ik, ofzo, weet ik het, ik ben geen groot kenner van zijn werk. Maar de opgehangen vrouw gaat in DuPlessis’ fantasie een dialoog aan met een andere pop, een mannelijke, over gehangen zijn en over touwen en over scharnieren en over namen en over deuren en over immobiliteit en flexibiliteit en drajen en open en dicht, en het is alles filosofisch en het is alles humoristisch en het is alles activistisch en dat is dan het hele podium. De hele machinerie.

Of dit zal zijn, en dit is geweest.

Of hoe met woorden de wereld meer is dan wat het geval is (alles bestaat. behalve de wereld).

Of de dingen die de dichter had willen doen. Of had willen zeggen. Lijstjes maken. De helft van de woorden wissen. Elke dag schetsen maken. Dinggedicht correct spellen. Een biografie van obscure dingen schrijven. Opmerken hoe het poëem altijd in beweging is. Het soort van schoonheid creëren dat nooit mooi is op een niet-gewilde manier. Meer vragen stellen. Van gedachten veranderen. Jezelf verrassen. En dan terugkijken. Wat heb je geleerd? Hoe weinig metaal er maar voor nodig is om je te doden.

Of een alfabet. Wel. Een alfabet van papier, van karton, van draad. Abecedarium, visuele poëzie, zieteratuur (zegt iemand). De zichtbaarheid van het gedicht. Een sonore glans. Ding is gedicht, gedicht is ding, ding is lied (brot was pain) (b was p); ergens tussen (tussen recto en verso) (versie) (tussen even en on), bijvoorbeeld tekst en beeld (spreken sprak van spreken) (alzo sprak Nathaniel Mackey) (van het beginloze boek) (hier het eindeloze poëem) (paradigma. grammatica. babel.) (gebroken cymbalen) (symbolen) (hoge vloed) (wat breekt) (de ochtend breekt) (er is nu) (er is open); of taal en teken (taalteken) (betekenend vlak, betekend vlak) (de dichter tekent hier de taal) (gouden trompetten van de zon-heid) (er bestaat geen poëzie zonder beelden) (literatuur is geheugen en kode) (de zin rekt zich uit werk beeld in de vorm van scherven) (een leegte vormt en tekent zich) (de taal moet zeggen in een zucht dat het bot van de zee) (beelden die woorden oproepen woorden die weer beelden oproepen), en hoe dan van daaruit een taal ontstaat die duizelingwekkend over zichzelf hangt in de vorm van wonderschone beelden – t zijn hier misschien mogelijkerwijs allicht (bijwoorden van twijfel) de mooiste bladzijden in The complete drafts.

Of het onmogelijke gebaar. Of de calculi de tumuli de cumuli. Of huis boek mok raam dochter honden bureau Apple. Of sneeuw, vallend. Of het ikgeheten ding. Of Cyprus, verdeeld. Of de niet-A. Of zwart gat. Of de elkedag. Of het elders. Of Gelassenheit ja/nee. Of honderd runderen in het oude Griekenland. Of de motor van gedachten. Of pi of plaats of plastiek. Of poëzie. Of qwerty. Of het onzegbare. Of hypertekst. Of het onophoudelijke heropenen van het boek. Of de talloze connotaties van eindes, en het spectrum van bijbehorende fenomenen. Of de letter, imploderend in de tekst. Of gestopt, maar niet compleet. Of de is en het het, en eens te meer de kruising.

Of hoe ik denk aan de anti-kamer (zou Rachel Blau DuPlessis Yannis Kyriakides kennen?).

Of hoe ik daar zit, in leesstoel, met het  blauwe twede deel uitgelezen op mijn schoot (het eerste deel licht daar al, in een hoekje, op de secretaire), en denk aan alle werelden die Rachel Blau DuPlessis met haar poëzie in mijn lijf en in mijn leven heeft gezet. Ja. Het eindeloze poëem is tot een halt gekomen. In de 114e schets stond de terminus. Het was een lange reis, en nog was het niet lang genoeg. In mijn hoofd gaat het altijd verder. Dat is hoe eindeloze dichtwerken nooit tot een echt einde komen.

Rachel Blau DuPlessis The Complete Drafts

The Complete Drafts

  • Auteur: Rachel Blau DuPlessis (Verenigde Staten)
  • Soort boek: gedicht, poëzie
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Coffee House Press
  • Verschijnt: 20 mei 2025
  • Omvang: 984 pagina’s
  • Uitgave: paperbacks
  • Prijs: € 60,95
  • Boek bestellen bij: Amazon 

Flaptekst van het boek van dichteres Rachel Blau DuPlessis

From experimental poet Rachel Blau DuPlessis comes a major work over three decades in the making: a long poem addressing the intimate and dynamic nature of poetry, culture, and life.

The Complete Drafts comprises 114 endlessly innovative cantos engaging the poet’s life and our times. Saturated with polyphonic responses to the historical and artistic sweep of the 20th and 21st centuries, all emotions are double and conflicting: wonder and bedazzlement at the world alongside grief for what we have made of it.

Transcendent and ethically inquisitive at once, The Complete Drafts is an urgent contemporary long poem of hope, critique, resistance, and melos.

Rachel Blau DuPlessis is born December 14, 1941 in Brooklyn, New York. She a poet, scholar, critic, and collagist. Her work includes the notable long poem Drafts (1986-2012), related historical-serial books such as Daykeeping (2023), and collage poems. As a poet-critic she has written extensively on gender, modern and contemporary poetry, and both feminist and objectivist poetics, with special attention to H.D., Mina Loy, Lorine Niedecker, Barbara Guest, and George Oppen.

Bijpassende boeken

Sjeng Scheijen – De Beginselen

Sjeng Scheijen De Beginselen recensie en informatie bundel met gedichten van de Nederlandse biograaf, dichter en Slavist. Op 13 mei 2025 verschijnt bij uitgeverij Prometheus de het boek met nieuwe gedichten van Sjeng Scheijen. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de dichter en over de uitgave.

Sjeng Scheijen De Beginselen recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van De Beginselen, de dichtbundel van Sjeng Scheijen dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Sjeng Scheijen De Beginselen

De Beginselen

  • Auteur: Sjeng Scheijen (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Prometheus
  • Verschijnt: 13 mei 2025
  • Omvang: 54 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 18,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de dichtbundel van Sjeng Scheijen

‘Poëzie verandert de wereld,’ volgens Sjeng Scheijen, ‘maar waarin ze verandert, vertellen alleen de verzen zelf. Om ze te verstaan hoef je alleen maar wakker te zijn en nauwgezet en wereldwijs te dromen.’

Vanaf zijn vroegste herinneringen schrijft Ruslandkenner en cultuurhistoricus Sjeng Scheijen poëzie. Maar toen zijn wereld veranderde door de oorlog in Oekraïne, kwamen de verzen vaker en ontstond deze bundel. De beginselen is zijn poëziedebuut.

De gedichten van Sjeng Scheijen zijn zowel monumentaal als ongedwongen, zowel puntig als lang van stof, ze zijn grappig en ernstig, maar ze nemen nooit genoegen met een marginaal bestaan. Ze gaan over de liefde, de twijfel, de dood en de vreugde – de onderwerpen waar poëtische taal bij uitstek raad mee weet – en hebben altijd als doel om, als een bijna-vreemdeling die een lok haar achter je oorschelp strijkt, de wereld te veranderen.

Sjeng Scheijen is geboren in 1972 in Maastricht. Hij is een internationaal gerenommeerd slavist en cultuurhistoricus wiens boeken in negen talen zijn verschenen. Zijn biografie van Sergej Diaghilev en zijn aangrijpende boek over revolutionaire kunstenaars in de Sovjet-Unie, De avant-gardisten, gelden wereldwijd als standaardwerken. Recentelijk schreef hij Gelukskind, de biografie van choreograaf Hans van Manen, een van de belangrijkste kunstenaars die Nederland in de twintigste eeuw heeft voortgebracht. Ook dat boek werd zeer lovend ontvangen. Zijn nieuwste boek de dichtbundel De Beginselen, verschijnt eind mei 2025 bij uitgeverij Prometheus. Daarnaast is hij bekend als tentoonstellingsmaker voor onder andere het Groninger Museum, het Bonnefantenmuseum en de voormalige Hermitage Amsterdam.

Bijpassende boeken

Shira Wolfe – Jugoslovenska Kinoteka

Shira Wolfe Jugoslovenska Kinoteka recensie, review en informatie over het boek met gedichten. Op 30 januari 2025 verschijnt bij The New Menard Press het boek met gedichten van de Nederlands-Amerikaanse schrijfster Shira Wolf. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Shira Wolfe Jugoslovenska Kinoteka recensie van Tim Donker

Reizen in. Scenes. Belgrado. Landschappen. Steden. Wat je ziet. Wat te zien is. Zulke scenes. In poëzie. Wat is. Wat zijn kan. Een droom kan een scene zijn. Een droom van piraten, en de plank lopen, en talloze spotvogels die eruit zien alsof ze van papier gevouwen zijn. Of. Dansen. Wijn drinken. Met zijn drieën op een bed. Zij en hij en jij. Dichtbij. Koppel in een bed en een groen flitslicht. Of. Praten over filosofie en liefde en ruimtevaart. Helder. Sterrennacht. De grootsheid. Kosmos. Rijden. Koffie bij een benzinestation. Monumenten van pijn. Muziek wacht op je bij de grens. Je komt iemand tegen in de ondergrondse punkbeweging. Je zou graag. Misschien. Deel van een jeugdbeweging zijn jij. De bergen, de zee & meneer Robot in een hoek van de bar. Dit alles tweetalig. Dus ook. Gospodin Robot. Denk je aan Karel Čapek. Denk je aan arbeid. Denk je aan Rossums universele. Denk je aan Tsjechië. Landen denken. De filosofie van de ruimte. Of. Dode zwanen in bevroren rivieren kunnen een scene zijn. Of. Een zeeman die haiku’s schrijft. Italjeniese roodwijn uit de ijskast. En steden, en steeds weer Belgrado. Of ook. Een kakkerlak die ze Zaza noemt, vanwege een Nederlands kinderboek (schrijft ze) (en te weten) (en we weten) (en je weet Puk van de Petteflat nog wel en je weet juffrouw Heijligers nog wel en je weet het klaslokaal nog wel en het einde van de schooldag en hoe er dan voorgelezen werd uit Puk van de Petteflat) (en het was de eerste klas, en je was zes jaar oud, en je weet het licht nog wel) (en iets daarvan maakte in je de liefde wakker voor het boek) (maar dan was al eerder misschien) (en iets daarvan maakte in je de liefde wakker voor lezen) (maar dat was al eerder misschien) (en iets daarvan maakte in je de liefde wakker voor het woord) (maar dat was al eerder misschien) (of ook echt pas veel later nog) (en iets daarvan maakte in je de liefde wakker voor dat joch met zijn pet en zijn kraanwagentje en al die dieren, en luisteren, en luisteren, en luisteren). Misschien ook. Tijden denken. En dat alles tweetalig. Dat heet dat bubašvabi jednog dečačića iz jedne holandske knjige en dat vind je mooi. Talen denken. Denken aan hoe Google knjige vertaalt met gewoon boek en niet kinderboek en denk je misschien zou. Het begrip kinderboek niet bestaan in het Servisch. Kinderboeken denken talen denken landen denken werkelijkheden denken. De werkelijkheid en datgene wat de werkelijkheid representeert. Hyperrealiteit. Simulacrum. Terug naar het hondenhok. Mensen in een grot. Of. Zwemmen naar kleine kerkjes gebouwd op een eiland. Het was heet we bleven in het water. De derde kop koffie op de eerste regendag. Met Sasho en Posho nergens zijn, behalve weg. Waar te zijn. Wat te zijn. Altijd degene willen zijn die je in de ogen van de ander bent. Kopie zonder origineel. En altijd weg, en wegger nog. Van A naar B te gaan. Van B naar C te gaan. Van C naar D te gaan. Blauwe bloemen kunnen een scene zijn. Een verlaten dorp kan een scene zijn. Een oude vrouw een oude man en een grazend paard. Het kan. Een scene zijn. Of zeventig euro moeten betalen voor een fles Brunello. Of. Gesprekken over. Moet Bukowksi verbannen worden van universiteiten omdat hij misogyn was? De lege eenzijdige universiteiten van de bozen en de bangen, en alle balans naar één kant weer. En te denken was hij wel misogyn was hij niet eenvoudiger misantroop misschien en de weinigen die nog deugden in zijn wereld waren bijna allemaal vrouw. Je kunt dromen. Moeders van de zon. Een verhaal van deze wereld. In de late namiddag. En alles, en steeds, en verder nog. Fluisteringen in de bomen. Doet. In de uitkijk op de loer voor een vertrek. Onder de duim en over de maan. Eerst de koffie. Plaatsbepaling. De lucht in de ochtend. Het delirium is weliswaar geweken. Een broer en een zus uit Parijs, en iemand speelt fluit. Want altijd iets te doen. Niemand kan het echt iets schelen als je niet naar het feestje gaat. Kortegolf nachten. Dingen die in je hand passen. En altijd de volgende keer, en altijd wat nog komen gaat. Hoop is een ding met veren. Tot hier weet wanneer. In poëzie of in stilte. Standbeelden kunnen scenes zijn. Gevallen engelen. Gevallen soldaten. Acht moeders. Vandaag geen vogels gezien. En al deze scenes glanzen van schoonheid. En al deze scenes nemen van weemoed aan een diepere tint van koffie. Dan bedoel ik de koffie van het poeder, de koffie voordat het de drank is. Verlangen, gemis, ochtend, koffie (en muziek) (klonk bijvoorbeeld bij Jugoslovenska Kinoteka: Miri van Bassekou Kouyate & Ngoni Ba, een seedee die ik nu, ineens, veel beter vond dan voorheen) (of ooit tevoren) (hoe dingen elkaar onophoudelijk kleuren) (niets altijd dezelfde tint heeft) (& twee keer in dezelfde rivier) (in mistig licht, en mijn weemoed grensde aan droefnis maar het was de goede droefnis de moje droefnis de droefnis die fijn is om te voelen). In al deze scenes. Scenes van vriendschap. Scenes van liefde. Scenes van dansen. Scenes van drinken. Scenes van lopen. Scenes van sneeuw. Scenes van leven. Hoe voelbaar. Voor iedereen. Die in leven is. Een boek als een schittering, een glans, te zien, heel even, en dan weer weg. Maar je hebt het gezien. Je hebt het in handen gehouden. De kracht is dat Wolfe het niet onopgemerkt voorbij liet gaan.

Shira Wolfe Jugoslovenska Kinoteka

Jugoslovenska Kinoteka

  • Auteur: Shira Wolfe (Nederland, Verenigde Staten)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Taal: Engels, Servisch
  • Servische vertaling: Marko Mladenović
  • Uitgever: The New Menard Press
  • Verschijnt: 30 januari 2025
  • Prijs: € 24,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de dichtbundel van Shira Wolfe

In Jugoslovenska Kinoteka, Shira Wolfe’s cinematic poetry reads like scenes from a movie, describing a period of her life spent in Belgrade and traversing the Balkans – from Sarajevo to the Bay of Kotor, from Stara Planina to Mount Avala. Most of all, it is an ode to the Belgrade of her past and the relationships she formed there, constellating around that city and continuously reappearing elsewhere in encounters fuelled by synchronicity. In her world, cities become smells; statues can be read; and the boundaries between art and life, between self and other, are always blurred.

Jugoslovenska Kinoteka is published as a bilingual edition in English and Serbian. The Serbian translation is a collaborative effort by Shira Wolfe and Marko Mladenović.

Shira Wolfe is a Dutch-American writer, poet and translator from Amsterdam. After completing her masters in International Performance Research, with a project about Palestinian poet Mahmoud Darwish, she lived in Belgrade on and off between 2016 and 2021. She is the author of the self-published poetry trilogy Wider Than the Sky (2021), Wider Wings (2022) and Fallen Angel (2023), and contributed to the anthology Vreselijk verlangen. Een verzameling smachtende Mammoetjes (HetMoet Publishing, 2023). Shira leads poetry and writing workshops for asylum seekers in the Netherlands through the organisation De Vrolijkheid, and frequently collaborates with The Mystifiers, a socially engaged music collective. She is also a translator for the publication series Archival Textures.

Bijpassende boeken en informatie

Vincent van Meenen – Alle fonteinen

Vincent Van Meenen Alle fonteinen recensie en informatie over de inhoud van het boek met gedichten van de Vlaamse schrijver. Op 6 mei 2025 verschijnt bij Uitgeverij Das Mag de eerste dichtbundel van Vincent van Meenen. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Vincent Van Meenen alle fonteinen recensie

  • “Alle fonteinen gaat over de liefde – en de haat – die we koesteren voor degenen die ons verlaten hebben. Van Meenen weet dat rouw geen cirkel is, maar een spiraal.” (Nadia de Vries)

Vincent van Meenen Alle fonteinen

alle fonteinen

  • Auteur: Vincent Van Meenen (België)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Das Mag
  • Verschijnt: 6 mei 2025
  • Omvang: 102 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 32,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de dichtbundel van Vincent Van Meenen

alle fonteinen is: een dichtbundel over crèmekleurige badpakken, lege flessen, slagbomen, schuilplekken, bankpapier en moederliefde; een doodsverwensing; een zoektocht naar vergiffenis, of op zijn minst verzoening; een poging om erfelijkheid het zwijgen op te leggen, nacht na nacht; een broeierige ademtocht; een stomp in je maag; het destillaat van Vincent Van Meenens pogingen om woorden te zoeken voor het onbenoembare; en bovenal een overwinning – ja dat iets mededeelbaar wordt, hoe particulier en eenzaam ook.

Zet alle fonteinen open, laat ze sproeien!

Vincent Van Meenen is schrijver en doctor in het surrealisme. Hij woont en werkt in Oostende. Zijn laatste roman, 0xBlixa, werd genomineerd voor de BNG Bank Literatuurprijs. Sinds 2018 is hij meervoudig laureaat van de Maarten Inghelsprijs. Zijn gedichten werden bekroond en verschenen onder meer in Het Liegend KonijnDe RevisorDeus Ex MachinaHard//hoofd en DW Balle fonteinen is zijn poëziedebuut.

Bijpassende boeken

Graa Boomsma – Breken is bouwen

Graa Boomsma Breken is bouwen recensie en informatie boek over vijfenzeventig jaar Vijftigers. Op 1 mei 2025 verschijnt bij Uitgeverij De Arbeiderspers het boek van Graa Boomsma over de dichters die behoren tot de groep de Vijftigers. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Graa Boomsma Breken is bouwen recensie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van Breken is bouwen, vijfenzeventig jaar vijftigers, geschreven door Graa Boomsma, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Graa Boomsma Breken is bouwen

Breken is bouwen

Vijfenzeventig jaar Vijftigers

  • Auteur: Graa Boomsma (Nederland)
  • Soort boek: biografie, portret
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 1 mei 2025
  • Omvang: 720 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 50,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over de Vijftigers van Graa Boomsma

Breken is bouwen. 75 jaar Vijftigersvertelt voor het eerst het volledige verhaal van de literaire beweging rond Lucebert, Kouwenaar, Schierbeek, Claus en vele anderen. Hoe beroerde de Tweede Wereldoorlog hun hoofd en hart? Waar en hoe in hun werk werden ze aangeraakt door expressionisme, dada, surrealisme of andersoortige avantgarde? Hoe is het mogelijk dat de vrouwelijke Vijftigers zo onzichtbaar bleven?

Ruime aandacht ook voor de Vlaamse Vijftigers, de betekenis van bladen als Podium, Merlyn en Raster en de innige band tussen Vijftigers en beeldend kunstenaars (Cobra). Nooit eerder was Vijftig zo’n compleet verhaal.

  • Boomsma haalt nieuwe gegevens naar boven uit bronnen die lange tijd vergeten of moeilijk te bereiken waren, en legt kunstzinnige verbanden die literatuuronderzoekers nog niet eerder hebben gelegd.
  • Een apart hoofdstuk gaat in op de houding van alle Vijftigers in de oorlog en wat die voor hun latere werk betekende.

Graa Boomsma is geboren op 15 februari 1953 in Nieuwe Niedorp in Noord-Holland. Hij is schrijver en essayist, en sinds 1988 literair medewerker van De Groene Amsterdammer. Zijn oeuvre omvat romans, essaybundels, theaterteksten, literaire studies (waaronder over Lucebert) en biografieën zoals die over Bert Schierbeek, Niemand is waterdicht.

Bijpassende boeken