Categorie archieven: Zweedse roman

Selma Lagerlöf Biografie

Selma Lagerlöf Biografie recensie en informatie. Op deze pagina is informatie te vinden over de biografieën die geschreven zijn over de Zweedse schrijfster en de eerste vrouw die de Nobelprijs voor Literatuur kreeg in 1914.

Selma Lagerlöf Biografie

  • Volledige naam: Selma Ottilia Lovisa Lagerlöf
  • Geboren op 20 november 1858
  • Geboorteplaats: Mårbacka, Sunne, Värmland, Zweden
  • Overleden op 16 maart 1940
  • Sterfplaats:  Mårbacka
  • Leeftijd: 81 jaar
  • Nobelprijs voor Literatuur 1914
  • Boeken van Selma Lagerlöf >

Holger Wolandt Selma Lagerlöf Biografie

Selma Lagerlöf

Värmland und die Welt

  • Schrijver: Holger Wolandt (Duitsland)
  • Soort boek: biografie
  • Taal: Duits
  • Uitgever: Urachhaus
  • Verschijnt: 11 april 2018
  • Omvang: 320 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook

Flaptekst van de biografie van Selma Lagerlöf

Selma Lagerlöf – Die erste Nobelpreisträgerin für Literatur, modern und weltoffen. Auf Grundlage ihrer Briefe, die bis heute auf Deutsch nicht zugänglich sind, zeichnet der Autor hier das umfassende Porträt einer Frau, die mit wachem Interesse am Geschehen ihrer Zeit teilnimmt und es oft polemisch kommentiert. So kannten wir Selma Lagerlöf bislang noch nicht.

Selma Lagerlöf (1858–1940), die 1909 als erste Frau den Nobelpreis für Literatur erhielt und 1914 als erste Frau in die Schwedische Akademie eintrat, stammte aus einer entlegenen Ecke Värmlands in Mittelschweden. 1881 wagte sie – gegen den Wunsch des Vaters – den Aufbruch nach Stockholm zur Lehrerinnen-Ausbildung und begann damit ihren Weg in die Welt.

Sie wurde Lehrerin in Landskrona/Südschweden und unternahm von dort ihre ersten Reisen: nach Kopenhagen, Visby auf Gotland und Sizilien. Später – als gefeierte Schriftstellerin – reiste sie nach Kairo, Jerusalem und Ragusa. Sie eroberte die Welt – um mit ihrem Nils Holgersson, dem Fuhrmann des Todes, und der Löwensköld-Trilogie wieder nach Schweden und Värmland zurückzukehren.

Freundschaft und Liebe verband sie mit Sophie Elkan, mit der sie viele Reisen unternahm und gleichermaßen mit Valborg Olander, die ihren Arbeitsalltag in Värmland mit ihr teilte. Die vielbeschäftigte Schriftstellerin und Gutsherrin setzte sich für das Frauenwahlrecht, ab 1914 für den Frieden und Pazifismus und ab 1933 für die Flüchtlinge aus Deutschland wie Nelly Sachs ein.

Im Winterkrieg 1939 galt ihr Engagement der Unterstützung Finnlands, ehe sie am 16. März 1940 an den Folgen eines Schlaganfalls starb.

Bijpassende boeken en informatie

Karin Boye – Kallocaïne

Karin Boye Kallocaïne recensie en informatie over de inhoud van deze dystopische roman. Op 7 april 2021 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik de Nederlandse vertaling van de roman Kallocaïn van de Zweedse schrijfster Karin Boye.

Karin Boye Kallocaïne recensie en informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden de roman Kallocaïne. Het boek is geschreven door Karin Boye. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de beroemde dystopische roman uit 1940 van de Zweedse schrijfster Karin Boye.

Recensie van Tim Donker

Er is het boek. En er is de tijd. Soms neemt de tijd iets van het boek weg. En soms geeft de tijd iets aan het boek mee. Daar zal ik zo meer over vertellen. Maar eerst wil ik u vermoeien met een anekdote.

Dat het op een donderdag was doet niet ter zake maar misschien wel dat het in een depot was waar ik normaal nooit kom. In ieder geval dat het ging om een collega die ik nog nooit gezien had. Ik zag hem en ik noemde zijn naam (want ik had op het rooster gezien wie de enige wijken die nu nog op de schappen stonden weg moest lopen). We raakten aan de praat. We spraken over politiek. Over communisten. Over liberalen. Over absolutisme. Over een eeuwig gelijk. Over het collectief. En over de dystopie. Ik kende diene mens niet eens. Soms heb je bizarre gesprekken met mensen die je niet kent. Ik zei dat ik een dystopische roman uit 1940 had gelezen waarin een personage zijn afschuw uitsprak over zoiets volstrekt onhygiënisch als handen schudden. Het was eigenlijk de opmaat naar een ruimere verhandeling, die over steriele samenlevingen had zullen gaan, maar de collega onderbrak me: “Ja dat is dan typisch zo’n zinnetje dat alleen door deze tijd dan een toevallige meerwaarde krijgt.” Ik meende zelfs een gnuif te horen in zijn stem. Ik zweeg even. Mompelde: “Sja, als je zoiets in de jaren tachtig had gelezen had je er natuurlijk glad overheen gelezen. En nu staat het zelfs op het achterplat!”. We spraken nog even door maar de vaart was merkbaar uit het gesprek. Niet veel later ging hij zijn ronde lopen, en ik de mijne. En ik dacht. Ik dacht na.

“Dat moet je in die tijd zien.” zei mijn vader altijd. Mijn vader en ik waren beide muziekliefhebber. Of liever. Ik heb muziek altijd nog lief met hart en ziel maar mijn vader is dood. Ik weet niet of je na je dood nog muziekliefhebber bent, of dat de dood maakt dat je alles was je was voorgoed geweest bent. Het lijkt mij logisch dat er na de dood nog bitter weinig te liefhebben valt maar wat weet ik er nou van. Ik ben nog nooit dood geweest. Wat er ook van zij, mijn vader en ik wisselden dingen uit. Tapes. Cd’s. Platen. Dan zaten we op zijn werkkamer en dan luisterden we. Dingen die ik mooi vond, dingen die hij mooi vond. We commentaarden ook op elkaars dingen. Als ik hem bijvoorbeeld iets van meer elektronische aard liet horen, zei hij meestal: “Hier komt denk ik geen instrument meer aan te pas, is het wel? Niet dat dat erg is maar…” Na die maar bleef het stil. Veelzeggend stil, want natuurlijk vond hij het wel erg dat daar geen instrument meer aan te pas kwam. Muziek, dat hoorde je met instrumenten te maken. Op die instrumenten mocht je zo waanzinnig te keer gaan als je maar wilde, maar instrumenten moesten het zijn! Als ik weer eens iets bij me had “waar geen instrument meer aan te pas kwam”, bereidde ik in mijn kop meestal een lange verhandeling voor over wat een instrument precies is, en hoe je moet bepalen of iets al of niet een instrument is, welke criteria je daarvoor kunt hanteren. Ik kwam er nooit toe wat in mijn kop zat daadwerkelijk uit te spreken.

Het kwam ook voor dat mijn vader met iets kwam dat mij niet meteen als muziek in de oren klonk. De liefde voor jazz, die deelden we maar als hij met één van zijn jaren zestig bandjes aan kwam zetten, raakte het negen keer op tien mijn kouwe kleren niet. “Dat moet je in die tijd zien,” was zijn eeuwige verweer op mijn bedenkingen. “Toen was dit revolutionair!”. Ik zakte verder onderuit in mijn zetel. Dronk mijn whisky. Zei “Goede muziek veroudert nooit”. Of: “Klassiek is wat levenskrachtig is.” Of misschien zei ik niets.

Dat is waar ik over na liep te denken toen ik links en rechts brieven in brievenbussen stopte. Over die “toevallige meerwaarde” waar mijn collega van gesproken had. En het “je moet het in de tijd zien” van mijn vader. Er is de kunst (want blijkbaar gaat dit verder dan boeken alleen). En er is de tijd. Er is geen eeuwige kunstbeleving. Iets kan revolutionair zijn in de ene tijd en tientallen jaren later slechts nog flauwe drab. Een passage over handen schudden kan in elke gegeven tijd niets te betekenen hebben. Totdat 2020 komt en alles anders wordt.

Laten we wel wezen. Ja laten we dat vooral wezen: wel. Karin Boye kon onmogelijk hebben voorzien dat er een tijd zou komen waarin iedereen met graagte al hun rechten en alle normale omgangsvormen aan de kapstok zou hangen om te voorkomen dat iemand verderop in de straat een snotvalling zou krijgen die zijn oude omaatje fataal kon zijn (stel je voor dat je het aan een ander doorgeeft die daar minder goed tegen kan, zei iemand tegen me die zonder enige bedenkingen zijn prik had gehaald) (want we doen het niet voor onszelf, we doen het voor de ander) (de eeuwige ander) (we doen het voor elkaar) (want de prik is heilig en het collectief is heilig) (maar over prikken en over het collectief straks meer) (veel meer). De schrijfster haalde de inspiratie voor Kallocaïne uit het stalinisme en het nationaalsocialisme. Kallocaïne is geen visionaire roman, en beoogde dat ook niet te zijn. Maar er is het boek, en er is de tijd. En de tijd heeft met 2020 iets gegeven aan Kallocaïne. Een beklemming bovenop de beklemming die het al had. Het zal wel geen toeval zijn dat Koppernik het dit jaar weer onder het stof vandaan heeft gehaald: dit is slechts de tweede vertaling in het Nederlands sinds 1949. En het zal ook wel geen toeval zijn dat Koppernik uitgerekend de passage over dat handen schudden op het achterplat geciteerd heeft. Je zou bijna gaan denken dat Koppernik aan de goede kant van de streep staat.

Maar eerst wat het is. Wat het eigenlijk is. Wat is het eigenlijk, dat Kallocaïne. Het is een roman, mensen. Jawel. Een roman van een Zweedse schrijfster. Geschreven in 1940. Klassiek ja. En dystopisch. Een klassieke dystopische roman. Ik hoor u al Orwell denken. U denkt er niet naast. U had ook Opstaan op zaterdag van Jan Gerhard Toonder kunnen denken (inderdaad, de broer van) en dan had u er evenmin ver naast gedacht. De ene dystopie wil nog wel eens lijken op de andere dystopie. Misschien is er voorbij de ultieme nachtmerrie niet veel anders meer.

In deze dystopie gaat het om die tiep die Leo Kall heet. En het gaat er meteen goed op met Leo Kall want op de eerste bladzij zit die tiep al in het kasjot. “Mijn levensomstandigheden verschillen slechts marginaal van die waarin ik als vrij man leefde.”, zegt hij. De lezer komt al snel te weten dat dat niet is om dat het gevangenisbeleid zo libertair is. Gans de roman is feitelijk een terugblik op het leven van Leo Kall van voor zijn gevangenschap. Wat er voor de gevangenschap was, was gevangenschap.

Buiten de gevangenismuren is er in de tijd waarin Kallocaïne speelt een wereldstaat. Een wereldstaat met “schoensteden”, “chemiesteden”, “molensteden”, “textielsteden”. Burgers bestaan niet meer, iedereen is medesoldaat en wordt op grond van zijn capaciteiten te werk gesteld in één van de steden. Kall diende als chemicus in een chemiestad. Medesoldaten dragen werkkleren tijdens de werkuren en vrijetijdsuniformen na het werk. Ook zijn er kleren voor de verplichte leger- en politiediensten.

Iedereen woont in gelijkvormige woningen

Iedereen woont in gelijkvormige woningen, dat zijn eenkamerwoningen voor ongehuwden en tweekamerwoningen voor gehuwden en gezinnen. Het eten en de huishoudelijke taken worden verzorgd door een hulp in de huishouding die ook een controlerende functie heeft en aan het eind van de week verslag uitbrengt over alles wat er in huis gebeurd is, en dan met name over eventuele ongeregeldheden. Daarnaast zijn overal “politieogen” en “politieoren” aangebracht in de huizen en daarbuiten; lees: camera’s en microfoontjes.

Kinderen zijn overdag in het kinderverblijf waar ze in een nogal bizarre speelbak mogen spelen: “een reusachtige kuip van email, vier vierkante meter groot en een meter diep, waarin je niet alleen kleine speelbommen kon laten vallen en bossen en huizen met licht ontvlambaar materiaal in brand kon steken, maar als de kuip met water werd gevuld ook complete miniatuurzeeslagen kon uitvechten, waarbij de kanonnen van de scheepjes met dezelfde lichte springstof werden geladen als in de speelgoedbommen werd gebruikt, er waren zelfs torpedoboten bij. Hierdoor kregen kinderen spelenderwijs zoveel strategisch inzicht dat het hun tweede natuur werd, bijna een instinct, en tegelijkertijd was het natuurlijk eersteklasvermaak.” Op hun zevende gaan ze naar een kinderkamp, waar ze ook ’s nachts verblijven; dan komen ze nog maar twee dagen per week thuis. Als in hun volwassenheid het moment daar is dat ze te werk gesteld zullen worden in één van de steden, wordt er een groot, publiek, streng gereguleerd afscheid gevierd onder het toeziend oog van medesoldaten op politiedienst. Dan wordt er gegeten en naar een kunstmatig opgewekte “groepsextase” toegewerkt. Het is niet toegestaan verdrietig te zijn, of te praten over of zelfs maar te denken aan toekomstig gemis. Eenmaal aan het werk in een andere stad zien mensen hun ouders nooit meer terug. De opdracht is dan om elkaar zo snel mogelijk te vergeten.

Zwakkere emoties, zoals melankolie, verlangen en zoals gezegd verdriet of gemis zijn niet toegestaan: slechts een kontinue opgewektheid en de op de afscheidsfeesten georganiseerde groepsextase. Medesoldaten spreken elkaar in deze panoptische samenleving meteen aan op zulke zwaktes. Het zal weinig verwondering wekken dat in deze wereldstaat liefde op sterven na dood is: “Ik denk dat het woord liefde op zijn plaats is wanneer je je in alle troosteloosheid toch aan elkaar vastklampt,” laat Boye Kall peinzen, “alsof er ondanks alles een wonder zou kunnen gebeuren, wanneer de pijn zelf een soort waarde heeft gekregen en getuigenis aflegt van het feit dat je tenminste één ding gemeen hebt: het wachten op iets dat niet bestaat.” (misschien niet eens zo’n onrake definitie van liefde; op zijn minst heel toepasbaar voor “huwelijk”).

In het verlengde hiervan is ook lichamelijk contact tot een minimum beperkt. Uiteraard wordt het aangemoedigd als man en vrouw voor nieuwe medesoldaten zorgen, maar lichamelijk contact buiten deze pure functionaliteit wordt als afkeurenswaardig en verwerpelijk beschouwt (want dat zou maar zo een uiting kunnen zijn van affectie, of, erger nog, pure lust). In dit licht moet ook de passage waarover ik met mijn collega sprak (en die op het achterplat geciteerd staat) gelezen worden. Een zekere groep vrijdenkers gedraagt zich volgens een ooggetuige wel zeer staatsgevaarlijk: “En trouwens, alleen al hoe ze elkaar begroetten! Ze pakten elkaars handen vast. Is dat normaal? Het moet onhygiënisch zijn en bovendien is het zo intiem dat het beschamend is. Elkaars lichamen zo aan te raken, opzettelijk! Ze beweerden dat het een heel oude begroeting was die ze nieuw leven hadden ingeblazen, maar je hoefde het niet te doen als je niet wilde, je werd nergens toe gedwongen.”

(ja stel je een staat voor waarin je tot niets gedwongen wordt, dat zou pas echt verwerpelijk zijn) (nicht wahr, Hugo de Jonge?)

En daar raken we aan het allerbelangrijkste: het ik mag niet meer zijn in de wereldstaat. Niemand mag nog individuele gevoelens, gedachten, twijfels, ideeën, opvattingen koesteren: alles moet in dienst staan van het collectief. De grootste schande die een mens over zichzelf kan afroepen, is iets gezegd, gedacht of gedaan te hebben dat niet volledig aan het collectief was toegewijd. Er is zelfs een “excuusuurtje” op de radio. Op vrijdagavond lezen mensen tussen acht en negen hun excuses voor als ze zich een keer wat al te “staatsgevaarlijk” hebben geuit in een publieke ruimte (iedereen die zich in een publieke binnenruimte beweegt draagt een mondkap, zegt Maffe Mark).

Tegen deze achtergrond vindt Leo Kall een waarheidsserum uit. Wie ingespoten wordt met “kallocaïne”, zoals het spul al snel komt te heten, vertelt in iets dat een beetje lijkt op een alcoholroes alles wat hij in normale omstandigheden nooit kwijt had gewild. Kalls uitvinding leidt ertoe dat gedachten strafbaar worden. Iedereen die in zijn gedachten maar de miniemste twijfels heeft bij de wereldstaat kan veroordeeld worden, als het moet tot de dood. In eerste instantie is Leo Kall erg fier op zijn uitvinding en de wettelijke consequenties ervan. Maar gedurende Kallocaïne begint hij steeds meer te twijfelen. Aan de wereldstaat, aan kallocaïne, aan de nieuwe wet. Het valt hem alsmaar moeilijker een onberispelijk medesoldaat te zijn.

Het grootste gedeelte van Kallocaïne vreesde ik dat het einde zeer voorspelbaar ging zijn. Dat je dat wel kilometers van te voren ging kunnen komen aanzien waar dat heen ging met die Leo Kall, en zijn twijfels, en zijn uitvinding. Maar zo voorspelbaar als ik dacht dat het zou zijn, was Kallocaïne niet. Daarmee is het boek van de eerste tot de laatste bladzijde spannend, beklemmend, koortsig en hallucinerend. Dat is het boek. En dan is er nog de tijd.

De tijd geeft ons allen gelijk op het eind

Neen. De tijd is gewoon maar de tijd. De tijd tikt. De minuten brengen uren, de uren brengen de dagen. De dagen weken, maanden, jaren. De jaren brengen tijdperken. Hebben dit tijdperk gebracht. Dit tijdperk dat Boye niet kon voorzien hebben maar dat wel hier is, nu. In het nu waarin ik Kallocaïne las. Het nu dat zoveel raakvlakken vertoont met Kallocaïne.

De injecties, ja. De injecties, gans het land, gans de wereld. Alles en iedereen geïnjecteerd. Weten de geïnjecteerden waarmee ze worden geïnjecteerd worden en wat voor gevolgen de injecties voor hen hebben? Nee, dat weten ze niet. Maar het zal De Staat; “het collectief” ten goede komen. “Want stel je voor dat je iemand anders aansteekt die daar minder goed tegen kan. Zo sta ik er toevallig nog eens een keer in.” of woorden van dien strekking sprak dus iemand tot mij. (maar wacht we konden elkaar toch al niet meer aansteken? want we moesten toch al anderhalve meter uit elkaars buurt blijven en we droegen toch al allemaal die maffe lappen voor ons bakkes). En lap, daar heb je het dan. De onbereidwilligen zijn staatsgevaarlijke gekken. Nee moordenaars. Vuile schoften die het niets kan schelen dat door hun toedoen iemand dood zou kunnen gaan. Moet je je maar laten inspuiten met eender welke zooi, moet je maar vertrouwen dat dat helpt, dat dat goed is. Want je slikt toch ook paracetamol? (ja, das een goeje vergelijking! een geneesmiddel dat bijna honderdvijftig jaar geleden werd uitgevonden enerzijds en een veel te snel ontwikkeld en totaal nieuw vaccin anderzijds. een in de supermarkt verkrijgbare pil die iedereen geheel vrijwillig en individueel kan slikken enerzijds en een spuit die de hele wereld wordt opgedrongen anderzijds). De mensen in Kallocaïne weten ook niet waarmee ze geïnjecteerd worden en wat voor (zeer nadelige) gevolgen die zal hebben. Het lijkt bijna een allegorie!

Het collectief! Hoe gans de wereld (gerealiseerde wereldstaat!) in de ban van een fascistoïde soort van pseudo-communisme het collectief tot de absolute norm heeft verheven waaraan alles opgeofferd moet worden. (want stel je fucking voor dat je fucking iemand anders fucking aansteekt die daar fucking minder goed tegen kan) (wees niet die eigenwijze Nederlander) (doe niet zo vervelend, doe nou eens mee) (dus laat je kop hangen en neem die spuit!) (ik heb geen seconde getwijfeld). Maar ook de paradox: wanneer het collectief boven alles en iedereen moet gaan, leidt alles en iedereen daar aan. Maar wat is het collectief meer dan “alles en iedereen”? Dus feitelijk wordt het collectief opgeofferd aan het collectief. Dat zie je goed in Kallocaïne. Het leven in de wereldstaat in onleefbaar, iedereen wantrouwt iedereen; wantrouwen is zelfs een groot goed geworden (niet alleen in de wereldstaat, dit, ook in de coronamaatregelenstaat in wantrouwen alom: kom de ander niet te nabij want de ander kan ziek zijn, de ander kan je dood worden, weest angstig mensen, wees toch zo doods- en doodsbang voor elkaar!) (nicht wahr, Van Ranst?). Geluk, liefde, warmte, spontaniteit en vrijheid zijn verdwenen; niet voor niks merkte Kall op dat zijn leven in gevangenschap niet zo gek veel verschilde van zijn leven daarvoor. In de wereldstaat kan elke gedachte die ook maar het miniemste beetje afwijkt van het allerbraafste braaf je de doodstraf opleveren. Iedereen, ook de allerbraafste braverik, heeft op zijn minst één keer in zijn leven een gedachte gehad die een miniem beetje afweek van het allerbraafste braaf. De conclusie moge duidelijk zijn. Wanneer het collectief belangrijker wordt dan de hele verzameling individuen bij elkaar, moet uiteindelijk iedereen dood.

Medesoldaten die elkaar aanspreken op “staatsgevaarlijke” uitlatingen en gedragingen, ow dat kennen we nu ook hè? Het lijkt wel alsof dat coronabeleid ruim baan gegeven heeft aan de allerlaagste karaktertrekken in de mens. Ik zat voor het zwembad van mijn kinderen te praten met de moeder van een ander kind. De vrouw had het erover dat ze het zo zielig vond voor de kinderen dat ouders nu niet meer mochten kijken, de vorderingen die ze maakten niet meer van nabij konden zien. Dat het afzwemmen met maar weinig publiek mocht, en niet groots en uitbundig gevierd kon worden. Ik zei (en ik dacht dat ik het zeggen kon tegen deze vrouw, die me heel redelijk leek: “Op de lange termijn zullen alle coronamaatregelen vele malen schadelijker blijven dat corona zelve ooit kon zijn.” De vrouw stoof op. “Nee! Totdat je het krijgt. WE moeten zeker blijven oppassen!”. Ik vond dat “we” opvallend. Waarom waren we ineens een “we” geworden? Zij kon anders denken over zaken, andere media raadplegen dan ik, dat is goed, dan vindt ze misschien dat zij moet blijven oppassen. Maar waarom waren wij ineens de WE die moesten blijven oppassen? Of toen ik in een winkel was waar ik normaal nooit kom, in een stad waar ik niet woon, en geen idee waarom ik daar was nee. Ik had mijn zoon in de winkelwagen. Mijn lieve moje wijze grappige gekke zoon van acht. Die sjipjes wilde, van die hoorntjes, waar je spuitkaas in kan spuiten. Ik kende het daar niet, ik kom daar nooit. Ik zocht me ongans naar het sjipjespad, vond het, schoot het in, liet hem kiezen, en wilde toen weer teruggaan. Maar er liep een man achter ons die hologig en met een halve pruillip een paar passen achteruit deinsde, en toen nog een paar. Het hologig en pruillipig persoon ving ineens te spreken aan. Nogal lomp, als je het mij vraagt: “Hee. Je gaat de verkeerde kant op, jij!” Ik denk dat je de verbazing met kruiwagens tegelijk van mijn gezicht kon afscheppen (een verkeerde kant? hebben supermarkten tegenwoordig verkeerde en goede kanten dan?) want de man verduidelijkte: “Er staan pijlen op de grond.” Inderdaad had een of andere zwakbegaafde met tape pijlen op de supermarktvloer gemaakt. Het was me niet opgevallen, welke gek gaat immers kijken of er geen pijlen op de vloer staan. Wat mij verbaasde was de onbeleefdheid die de man zich meende te mogen permitteren. Dat kan toch alleen in een wereldstaat waar brave medesoldaten geacht worden te weten hoe de pijlen staan?

Kallocaïne. De collega. Mijn vader. De muziek die hij me liet horen. Dat wat een “toevallige meerwaarde” heette te zijn.

Een boek dat mooi is, maar ook ongemakkelijk maakt. Dat is het boek, en dat is de tijd

Dat iets dat sterk is door onvoorziene ontwikkelingen nog sterker kan worden, is te mooi om een toevalligheid te kunnen zijn. Net zo goed als de revolutionaire muziek van mijn vader die luttele decennia later al niets revolutionairs meer heeft. Wanneer de revolutie zó efemeer is, had ze om te beginnen al niet veel kracht. Stel je voor: ik ken iemand die Le Sacre du Printemps nog steeds onbeluisterbare chaos vindt. Ik bedoel maar. Verbrijzeling kan hoorbaar blijven.

Boye schrijft niet over deze tijd, maar veel uit Kallocaïne is wel toepasbaar op deze tijd. Ik snap hoe voor de collega de verleiding groot is om in toevalligheden te denken. Maar het is wel degelijk een kwaliteit van Kallocaïne en van de schrijfkunst van Karin Boye. Iedereen kan een nachtmerrie verzinnen. Maar een mogelijke nachtmerrie is nog iets anders. De schrijfster van Kallocaïne had goed gekeken naar de spoken van haar tijd; spoken die klaarblijkelijk zo onuitroeibaar zijn dat ze ook in andere tijden -in een andere gedaante- weer op konden duiken. Ze maakte er een goed geschreven roman van, de tijd kwam en gaf er iets aan dat het nog huiveringwekkender maakte. Een boek dat mooi is, maar ook ongemakkelijk maakt. Dat is het boek, en dat is de tijd.

Recensie van Tim Donker

Karin Boye Kallocaïne Recensie

Kallocaïne

  • Schrijfster: Karin Boye (Zweden)
  • Soort boek: dystopische roman, Zweedse roman
  • Origineel: Kallocain (1940)
  • Nederlandse vertaling: Bart Kraamer
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 7 april 2021
  • Omvang: 196 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Recensie Tim Donker

Waardering voor Kallocaïne

  • “Een fascinerende roman in het genre van 1984 en Brave New World.” Literary Journal
  • “Ze schetst met een ontstellend combinatievermogen het beeld van een toekomstige wereld.” Tagesanzeiger Zürich
  • “Wat in Kallocaïne de strijd zo aangrijpend maakt, is het feit dat de held Kall zich er aanvankelijk in het geheel niet van bewust is, en pas gaandeweg tot het besef van zijn afwijkend en daarmee zijn verzet en staatsgevaarlijkheid komt.” Maatstaf

Flaptekst van de roman van Karin Boye

Karin Boye’s ‘roman uit de eenentwintigste eeuw’ is een spookachtig visioen van een door politie bestuurde en gemilitariseerde samenleving. Met zijn uitvinding kallocaïne heeft de scheikundige Leo Kall de Wereldstaat voorzien van een middel om totale controle uit te oefenen. Maar terwijl zijn waarheidsdrug de weg opent naar de zielen van zijn medeburgers komen de wildste dromen over opstand naar boven en verlangens naar vrijheid, liefde en vertrouwen – waardoor Leo Kall begint te twijfelen aan de voortreffelijkheid van de Staat en zijn rol erin als loyale soldaat.

Kallocaïne heeft na tachtig jaar nog niets van zijn actualiteit verloren en behoort samen met Jevgeni Zamjatins Wij, George Orwells 1984 en Aldous Huxleys Brave New World tot de grote dystopische klassiekers van de twintigste eeuw.

Bijpassende boeken en informatie

Magnus Florin – Siblings

Magnus Florin Siblings recensie en informatie Zweedse roman. Op 8 maart 2021 verschijnt bij Uitgeverij Vagabond Voices de Engelse vertaling van Syskonen van de Zweedse schrijver Magnus Florin, de novelle die oorspronkelijk verscheen in 1998.

Magnus Florin Siblings recensie en informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden de roman Siblings. Het boek is geschreven door Magnus Florin. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de novelle uit 1998 van de Zweedse schrijver Magnus Florin.

Magnus Florin Siblings Recensie

Siblings

  • Schrijver: Magnus Florin (Zweden)
  • Soort boek: Zweedse roman
  • Origineel: Syskonen (1998)
  • Engelse vertaling: Harry Watson
  • Uitgever: Vagabond Voices
  • Verschijnt: 8 maart 2021
  • Omvang: 98 pagina’s
  • Uitgave: Paperback 

Flaptekst van de roman van de Zweedse schrijver Magnus Florin

His late father owned the Lion pharmacy in Lund, and he followed in his father’s footsteps, persuading his nine younger siblings to follow his example and to accept his tutelage. But, like the naturalist Linnæus in the same author’s “The Garden”, the anonymous narrator finds that other people have minds and aspirations of their own and are determined to go their own way. He abandons pharmacy for the law, trying again to take his siblings with him, but again they rebel and follow their own destinies, even landing in prison in some cases.

Florin’s deadpan narration conceals a wicked sense of humor and a bent for satire at the expense of some of society’s sacred cows. At a time when Swedish fiction tends to be synonymous with “Nordic noir”, this author’s literate, witty and quirky short novels deserve to be better known in the English-speaking world.

Bijpassende boeken en informatie

Ann-Helén Laestadius – Slechts een diefstal

Ann-Helén Laestadius Slechts een diefstal recensie en informatie roman over Lapland. Op 20 januari 2022 verschijnt bij uitgeverij Cargo de Nederlandse vertaling van Stöld de roman van de Sami-Zweedse schrijfster Ann-Helén Laestadius.

Ann-Helén Laestadius Slechts een diefstal recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden de roman Slechts een diefstal. Het boek is geschreven door Ann-Helén Laestadius. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman van de Sami-Zweedse schrijfster Ann-Helén Laestadius.

Ann-Helén Laestadius Slechts een diefstal recensie

Slechts een diefstal

  • Schrijfster: Ann-Helén Laestadius (Zweden)
  • Soort boek: Lapland roman
  • Origineel: Stöld (2021)
  • Nederlandse vertaling: Angélique de Kroon
  • Uitgever: Cargo
  • Verschijnt: 20 januari 2022
  • Omvang: 400 pagina’s
  • Prijs: € 22,50 – € 27,50
  • Uitgave: gebonden boek
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de Lapland roman van Ann-Helén Laestadius

Ten noorden van de poolcirkel biedt de zon slechts een paar uur per dag een bleek licht voordat het landschap weer in duisternis wordt gehuld. Elsa is negen jaar oud en de dochter van een Samische rendierherder. Wanneer ze op een ochtend in haar eentje naar de rendieren skiet, is ze getuige van de moord op Nastegallu, een van de rendierkalveren. Ze wordt gedwongen te zwijgen, maar draagt het donkere geheim voor altijd met zich mee.

Tien jaar later vecht Elsa voor haar plek in de kleine gemeenschap. Ouderlingen verwachten dat de jonge vrouw haar plaats kent, maar Elsa wil meer uit haar leven halen. Terwijl om haar heen het racisme en de bedreigingen tegen de Sami escaleren, wordt Elsa het doelwit van de man die ooit haar rendier doodde.

Slechts een diefstal is een bijzondere en indringende roman over een jonge vrouw die haar plek zoekt in een samenleving die gevormd is door tradities en angst.

Bijpassende boeken en informatie

Karolina Ramqvist – De berenvrouw

Karolina Ramqvist De berenvrouw recensie en informatie over de inhoud van deze Zweedse roman. Op 9 februari 2021 verschijnt bij Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar de Nederlandse vertaling van de roman Björnkvinnan  van de Zweedse schrijfster Karolina Ramqvist.

Karolina Ramqvist De berenvrouw Recensie en informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden de roman De berenvrouw. Het boek is geschreven door Karolina Ramqvist. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman van de Zweedse schrijfster Karolina Ramqvist.

Karolina Ramqvist De berenvrouw Recensie

De berenvrouw

  • Schrijfster: Karolina Ramqvist (Zweden)
  • Soort boek: Zweedse roman
  • Origineel: Björnkvinnan (2019)
  • Nederlandse vertaling: Janny Middelbeek-Oortgiesen
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 9 februari 2021
  • Omvang: 304 pagina’s
  • Uitgave: Paperback

Flaptekst van de roman van Karolina Ramqvist

In 1541 volgt een jonge vrouw haar voogd tijdens een van de eerste koloniale expedities naar Noord-Amerika. Na een seksueel schandaal aan boord van het schip wordt ze gestraft en achtergelaten op een onbewoond eiland, waar ze het opneemt tegen wilde dieren en de elementen en bevalt van een zoon. Een paar eeuwen later probeert een hedendaagse schrijver te begrijpen wat er met de ‘Berenvrouw’ is gebeurd. Ze denkt aan de duisternis, de honger en de kou, en aan een vrouw met een geweer, gekleed in dierenvellen. Terwijl de auteur aan De berenvrouw schrijft, dringt haar eigen leven het werk binnen. Haar onderzoek raakt verweven met kwesties als waarom ze schrijft, wat een verhaal is, wie ze ooit was en wat ze is geworden.

Karolina Ramqvists roman vertelt het fantastische verhaal van de berenvrouw en maakt de lezer tegelijkertijd deelgenoot van het ontstaan van dat verhaal.

Bijpassende boeken en informatie

Tova Gerge – De jongen

Tova Gerge De jongen recensie en informatie over de inhoud van deze Zweedse roman. Op 1 december 2020 verschijnt bij Uitgeverij Nobelman de Nederlandse vertaling van Pojken de roman van de Zweedse schrijfster Tova Gerge.

Tova Gerge De jongen recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman De jongen. Het boek is geschreven door Tova Gerge. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman van de Zweedse schrijfster Tova Gerge.

Tova Gerge De jongen Recensie

De jongen

  • Schrijfster: Tova Gerge (Zweden)
  • Soort boek: Zweedse roman
  • Origineel: Pojken (31 juli 2018)
  • Nederlandse vertaling: Eline Jongstra
  • Uitgever: Uitgeverij Nobelman
  • Verschijnt: 1 december 2020
  • Omvang: 260 pagina’s
  • Uitgave: Gebonden Boek

Flaptekst van de roman van Tova Gerge

Tova Gerge’s roman Pojken (De jongen) deed in Zweden veel stof opwaaien. Niet in het minst vanwege de nogal controversiële inhoud. Het boek werd alom gerecenseerd, vrijwel alle kranten, tijdschriften en andere media besteedden aandacht aan het boek. De recensies waren positief. Het boek, waarin thema’s als gender, feminisme, seksueel misbruik, sadomasochisme en klasse-conflicten aan bod komen, is nu ook in Nederlandse vertaling verkrijgbaar. De uitgeverij heeft er op aandringen van de schrijfster voor gekozen het originele coverontwerp van de Zweedse uitgave over te nemen. Op de groene cover prijkt een buttplug, een voorwerp om seksueel genot te stimuleren, dat je over het algemeen niet in een literaire context tegenkomt. In de Zweedse literaire wereld veroorzaakte het boek de nodige ophef.

De roman werd tijdloos, lastig en eigenzinnig genoemd en onder andere vergeleken met Lolita van Nabokov. De jongen onderzoekt hoe sociale machtsstructuren een relatie binnendringen met elementen van dominantie en onderwerping. Gerge portretteert de twee hoofdpersonages en hun tekortkomingen met tederheid, laster en absurde humor. De verteller is een jonge man wiens naam we niet aan de weet komen. Hij studeert filmstudies aan een universiteit, werkt extra als nachtportier en heeft een ietwat onhandig verleden in een provinciestadje waar alleen maar op wordt gezinspeeld. Hij schept er plezier in om mensen te laten lijden. Of liever gezegd: een specifieke persoon. Hij noemt haar de jongen, en ze zit schuin voor hem in de collegebanken en heeft zo haar mening over de docent. De twee beginnen een consensuele relatie waarbij de jongen regelmatig seksueel vernederd en met een riem geslagen wordt, terwijl er een grote mate van dagelijkse controle over hem wordt uitgeoefend. De roman beschrijft de relatie gedurende het jaar waarin deze ongeveer voortduurt. Het klinkt vrij eenvoudig, maar niets is eenvoudig in deze vakkundig gecomponeerde roman. Eerst moet je wennen aan de denkbeeldige wereld van de verteller en het jonge meisje leren zien als de jongen, en de oppervlakkige, ongelijke relatie accepteren als een afgesproken overeenkomst.

Bijpassende boeken en informatie

Alex Schulman – De overlevenden

Alex Schulman De overlevenden recensie en informatie over de inhoud van deze nieuwe Zweedse roman. In mei 2021 verschijnt bij Uitgeverij De Bezige Bij de Nederlandse vertaling van Överlevarna, geschreven door de Zweedse schrijver Alex Schulman.

Alex Schulman De overlevenden recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering lezen van de roman De overlevenden. De roman is geschreven door Alex Schulman. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman van de Zweedse schrijver Alex Schulman.

Alex Schulman De overlevenden Recensie

De overlevenden

  • Schrijver: Alex Schulman (Zweden)
  • Soort boek: Zweedse roman
  • Origineel: Överlevarna (4 september 2020)
  • Nederlandse vertaling: Angélique de Kroon
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: mei 2021
  • Omvang: 272 pagina’s
  • Uitgave: Gebonden Boek

Flaptekst van de roman van Alex Schulman

Drie broers keren terug naar het vakantiehuisje bij het meertje waar twintig jaar geleden een ongeluk heeft plaatsgevonden dat hun leven voor altijd heeft veranderd. Ze hebben de as van hun overleden moeder mee om uit te strooien. Dat hun moeder liever niet had dat ze naast hun vader werd uitgestrooid, wordt pas de avond voor de crematie duidelijk via een brief die de broers in haar appartement vinden.

Benjamin bestuurt de auto, zijn broers zitten naast hem. Het is een reis naar hun verleden, naar een tijd waarin ze als jongens door hun ouders volledig aan hun lot werden overgelaten. Nu zijn het jongemannen, verwijderd van elkaar, maar nog altijd verbonden door hun gedeelde geschiedenis van strijd om aandacht van hun vader, en om de onvoorspelbare liefde van hun moeder. Haar dood gooit alles in een stroomversnelling en de spanning tussen de broers loopt op. Welke tragedie heeft zich destijds afgespeeld?

Bijpassende boeken en informatie

Elin Willows – Binnenland

Elin Willows Binnenland recensie en informatie over de inhoud van deze Zweedse roman. Op 29 oktober 2020 verschijnt bij Uitgeverij Stortebeeker de Nederlandse vertaling van de debuutroman van de Zweedse schrijfster Elin Willows.

Elin Willows Binnenland Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie  en waardering lezen van de Zweedse debuutroman Binnenland. Het boek is geschreven door Elin Willows. Ook besteden we aandacht aan recensies en waardering van anderen. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien besteden we aandacht aan de inhoud van de eerste roman van de Zweedse schrijfster Elin Willows.

Elin Willows Binnenland Recensie

Binnenland

  • Schrijfster: Elin Willows (Zweden)
  • Soort boek: Zweedse roman
  • Origineel: Inlandet (2018)
  • Nederlandse vertaling: Edith Sybesma
  • Uitgever: Stortebeeker
  • Verschijnt: 29 oktober 2020
  • Omvang: 183 pagina’s
  • Uitgave: Paperback

Flaptekst van de roman van Elin Willows

Niemand komt hier wonen. Lang voordat ik al mijn bezittingen in een auto laad om ze hiernaartoe te vervoeren wordt dat al duidelijk. Het leidt tot een heleboel uitleg over waarom ik de stad verlaat en meer dan ­duizend kilometer verderop ga wonen. De liefde, dat is de beste ­verklaring. Maar toch is het raar dat ik verhuis, dat vindt iedereen.

Een jonge vrouw uit Stockholm verhuist naar het dorp van haar vriend in het hoge noorden van Zweden. Voordat ze er zijn, is hun relatie al uit. ­Tegen alle verwachtingen in blijft ze wonen in het dorp waar de mensen hun deur openlaten, ’s winters met de auto over het ijs rijden en op zaterdag stevig innemen in het Hotel. Kun je overal opnieuw beginnen, een bestaan opbouwen op een plek die je niet echt zelf hebt gekozen?

In haar debuutroman vertelt Elin Willows over verlies en verandering en over het verband tussen vrijheid en eenzaamheid.

Bijpassende boeken en informatie

 

Jan Guillou – De tweede doodzonde

Jan Guillou De tweede doodzonde recensie en informatie van dit negende deel uit de reeks historische romans De grote eeuw. In augustus 2020 verschijnt bij Uitgeverij Prometheus de Nederlandse vertaling van Den andra dödsynden, de nieuwe historische roman van de Zweedse schrijver Jan Guillou.

Jan Guillou De tweede doodzonde Recensie en Informatie

De Zweedse schrijver Jan Guillou is inmiddels uitgegroeid tot de chroniqueur van de twintigste eeuw. Aan de hand van de levensverhalen van een groot aantal verschillende leden van de familie Lauritzen vertelt hij de geschiedenis van de eeuw in een monumentale romanreeks die uit tien delen zal bestaan.

In De tweede doodzonde, het negende deel van de reeks De grote eeuw, zijn we inmiddels in de jaren tachtig aanbeland. Het is het decennium van de yuppie, ongekende economische groei en daarmee samenhangende buitensporige aandelenhandel en speculatie op de beurzen. Maar het is ook het decennium waarin Zweden definitief de onschuld verliest door de moord op premier Olof Palme, de val van het ijzeren gordijn en de ineenstorting van de Sovjet-Unie, D.D.R. en andere communistische landen.

Jan Guillou De tweede doodzonde Recensie

Centraal in De tweede doodzonde staat het verhaal van Eric Letang, een ambitieuze advocaat die ervoor kiest om de onschuld te bewijzen van van incest beschuldigde mannen. Bovendien staat hij ook een aantal van vermeend terrorisme beschuldigde mannen bij. Een deel van de sensatiepers, politie en geheime diensten lijken een verborgen agenda te hebben waarmee ze proberen Letang zwart te maken en zijn werk te frustreren. Geen enkel middel wordt hierbij geschuwd.

Historische feiten op een spannende en zeer boeiende wijze verweven met de fictieve familiegeschiedenis

Het negende deel van De grote eeuw is spannend en doet denken aan de politiek geladen en geëngageerde thrillers rondom Carl Hamilton, die trouwens een kort cameo optreden heeft in deze roman, waarmee Jan Guillou in de tweede helft van de jaren tachtig van de vorige eeuw wereldwijd succes had. Ook nu worden historische feiten op een spannende en zeer boeiende wijze verweven met de fictieve familiegeschiedenis. Bovendien biedt het een ontluisterende inkijk in de Zweedse maatschappij van de jaren tachtig van de vorige eeuw. De tweede doodzonde is één van de beste delen van de tiendelige romanreeks en is gewaardeerd met ∗∗∗∗∗ (uitmuntend).

De tweede doodzonde

De grote eeuw, deel 9

  • Schrijver: Jan Guillou (Zweden)
  • Soort boek: historische roman, Zweedse roman
  • Origineel: Den andra dödsynden (2019)
  • Nederlandse vertaling: Bart Kraamer
  • Uitgever: Prometheus
  • Verschijnt: 14 juli 2020
  • Omvang: 464 pagina’s
  • Uitgave: Gebonden Boek / Ebook
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (uitmuntend)

Flaptekst van de nieuwe roman van Jan Guillou

De jaren tachtig verschijnen turbulent ten tonele in het negende deel van Jan Guillous monumentale reeks De grote eeuw. Opnieuw weet Guillou met veel verve historie en fictie te verweven, en blijkt de tijdgeest van het decennium onontkoombaar voor de personages die hij opvoert.

Voor de familie Lauritzen lonkt de lucratieve handel in vastgoed, die gouden bergen belooft. Tegelijkertijd komt het advocatenkantoor van Eric Letang onder druk te staan, met een serie aan onschuldige slachtoffers die in deze jaren de rechtszaal in worden geleid.

Voor de lezer begint Guillou herkenbare tijden te naderen. Tegelijkertijd nadert met dit op een na laatste deel ook het einde van een meeslepend epos over drie broers uit een klein vissersdorp in Noorwegen en hun nazaten. Jan Guillou voert de lezer langs kolonialisme, wereldoorlogen, verzet, spionage en protestbewegingen in de meest bewogen en bloedigste eeuw uit de menselijke geschiedenis.

Bijpassende boeken en informatie

Åsa Hellberg – Welkom bij hotel Flanagans

Åsa Hellberg Welkom bij hotel Flanagans recensie en informatie van deze Zweedse feelgood roman. Op 12 januari 2021 verschijnt bij Uitgeverij Xander Uitgevers de Nederlandse vertaling van Välkommen till Flanagans de nieuwe roman van de Zweedse schrijfster Åsa Hellberg.

Åsa Hellberg Welkom bij hotel Flanagans Recensie en Informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de Zweedse feelgood roman Welkom bij hotel Flanagans. Het boek is geschreven door Åsa Hellberg. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Zweedse schrijfster Åsa Hellberg.

Åsa Hellberg Welkom bij hotel Flanagans Recensie

Welkom bij hotel Flanagans

  • Schrijfster: Åsa Hellberg (Zweden)
  • Soort boek: feelgood roman, Zweedse roman
  • Origineel: Välkommen till Flanagans (2019)
  • Uitgever: Xander Uitgevers
  • Verschijnt: 12 januari 2021
  • Omvang: 400 pagina’s
  • Uitgave: Paperback

Flaptekst van de nieuwe roman van Åsa Hellberg

In Welkom bij hotel Flanagans volgen we de bijzondere vrouwen die het illustere hotel Flanagans in Londen runnen. Dit sfeervolle verhaal zit vol emoties, bedrog, wraak en catastrofes, maar ook met fantastische personages, een krachtige verhaallijn én een gelukkig einde.

Linda Lansing heeft de leiding over het hotel sinds ze het met tegenzin van haar vader erfde. Als ongetrouwde, alleenstaande hoteleigenaresse voldoet ze niet aan het plaatje van de Londense society, en dan is ze ook nog eens verwikkeld in een machtsstrijd met haar neef, die zichzelf als een veel geschiktere eigenaar voor het hotel ziet.

Bijpassende boeken en informatie