Claudio Morandini – Sneeuw, hond, voet

Claudio Morandini Sneeuw, hond, voet recensie en informatie over de inhoud van deze Italiaanse roman. Op 20 januari 2022 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik de Nederlandse vertaling van Neve, cane, piede, de roman van de Italiaanse schrijver Claudio Morandini.

Claudio Morandini Sneeuw, hond, voet recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Sneeuw, hond, voet. Het boek is geschreven door Claudio Morandini. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van de roman van de Italiaanse schrijver Claudio Morandini.

Recensie van Tim Donker

Eindelijk heb je een antwoord.

Eindelijk heb je een goed antwoord op de eeuwige vraag.

Ga met dit boek naar buiten. Ga ermee naar het park, ga op kaffee, zet u neder op een bank op het plein of bij de bushalte. Ga buiten, ga naar plekken waar mensen zijn, en lees. Ga buiten en lees tot de vraag komt. De eeuwige vraag. De ergerlijke vraag. De vraag die “Waar gaat dat boek over?” is. Kijk dan op en lach en zeg “Wel het gaat over sneeuw en over een hond en over een voet.” en zwijg en lees verder en wees diep tevreden met u zelf in de overtuiging dat u minstens één vraag die dag geheel naar waarheid hebt beantwoord. Want sneeuw en hond en voet, dat is precies waar Sneeuw, hond, voet over gaat.

(ik weet eigenlijk niet of men u dingen vraagt als u leest op plekken waar mensen zijn. ik lees nooit in het openbaar)

(nee. wacht. dat is niet waar. vroeger, toen ik er nog wel eens in zat, las ik heel veel in de trein. en ook vroeger, zij het een later vroeger dan dat eerste vroeger, las ik op bank. een door een handige vader in elkaar getimmerde bank. die daar stond. en waar ik op zat te lezen. als mijn kinderen buiten speelden. toen ze nog kleiner waren. toen ze al te groot waren om in alles mijn hulp nodig te hebben maar nog net iets te klein om het helemaal zonder toezicht te kunnen stellen. toen zat ik, en las. op bank. en één keer las ik op kaffee. in Arnhem was dat, en het was geen kaffee trouwens maar een koffietentje dat geloof ik bagels en bonen heette. kan dat? ik wachtte op een vrouw die niet kwam, of misschien al weg was, of misschien gewoon daar zat, aan het tafeltje naast het mijne, daar zat wel een vrouw, en ze was alleen en na een kwartier ofzo ging ze weg, nog steeds alleen, lichtelijk geïrriteerd, zo leek, misschien was dat wel de vrouw waar ik op wachtte, ik weet het niet, ik ben niet zo goed met gezichten en ik had die vrouw maar één keer eerder ontmoet, dus ik zat en wachtte, tot er iemand binnen kwam of tot de zittende vrouw zou op staan en op mij toe zou lopen zodat ik wist dat zij het was, want welke vrouw zou anders een reden hebben om op mij toe te lopen terwijl ik zat en las, in Zijn en tijd dan nog, kajjegeloven?, wie leest dat nou?, in Arnhem dan nog, in een koffietentje dat misschien bagels en bonen heette, terwijl je wacht op een vrouw die niet komt of al weg is of gewoon aan het tafeltje naast je zit)

(ik heb veel in het openbaar gelezen. niemand heeft me ooit gevraagd waar het boek dat ik zat te lezen over ging)

En man ook nog. Een man die dat alles waarneemt: de sneeuw, de hond, de voet. Die man heet Adelmo Farandola. Zo wordt hij ook het hele boek door genoemd: Adelmo Farandola. Dat vond ik sterk, je min of mere hoofdpersoon het hele boek lang met voor- en achternaam te blijven noemen. Het werkt vervreemdend, en als er één ingrediënt is dat smaakbepalend is voor dit boek dan is het wel vervreemding. Een vervreemding, echter, die meerdere gezichten kent. Er gebeurt weinig in Sneeuw, hond, voet met maar weinig personages en het boek is voorwaar ook niet lijvig te noemen – 127 pagina’s slechts. Maar het voelt wel lijvig. Dit boek is met velen.

Het begint lekker sienies. (lekker sienies?) (ja ik hoor het mezelf zeggen). Adelmo Farandola, de misantroop. Adelmo Farandola, de kluizenaar. Adelmo Farandola, die ver weg van alle mensen woont; ergens hoog in de bergen. Die Adelmo Farandola daalt de heuvel af. Naar het dorp. Om zijn voorraden aan te vullen. “Hij heeft gedroogd vlees nodig, worsten, wijn en boter. De aardappelen die hij heeft opgeslagen zijn genoeg voor de hele winter. Ze liggen nu in de stal, in het donker, naast het oude boerengereedschap, houten kuipen, halsters, karnmolens, kettingen, borstels, en ze strekken hun bleke uitlopers uit alsof ze je willen kietelen. Aardappelen heeft hij, en appels ook – kisten vol appels die door de kou zullen verschrompelen, maar wel eetbaar blijven. Adelmo Farandola houdt van de smaak van die lelijke appels, een smaak die zijn tanden stroef maakt, die lang in zijn neusharen blijft hangen en een beetje naar vlees smaakt, naar dat bestorven vlees dat overblijft na een overvloedige jacht. Appels zijn er ook, genoeg voor de winter. Worsten heeft hij nodig, en wijn. Wijn en boter. Boter en zout.” – ja.

Ja. Dit soort boek dacht ik te gaan lezen. De Italiaanse Berckmans, zo dacht ik heel even te denken. Een zonderling. Een man alleen. Een verschoppeling. In een boek dat vooral op taal drijft; de melodie en het ritme ervan. Herhaling. De pracht van minimalistisch schrijven (een smaak die naar vlees smaakt?).

Maar als met goede minimalistische muziek zijn er onmerkbare verschuivingen. Tot het je invalt dat je niet meer zit te luisteren naar wat je in het begin zat te luisteren. Dat Adelmo Farandola praat tegen zijn honger, en tegen een zwerfhond die op de terugweg met hem mee is gelopen en die hij niet meer kwijt raakt, dat past nog prima in het sfeertje. De man. Zijn gekte. De berghut. Mompelen tegen. Tegen de lucht, de bomen, de vogels, je honger, een hond die daar toevallig ineens zit. Maar dan praat de hond terug!

Een pratende hond ja. Die dingen zegt als: “Honden zijn carnivoren, wij hebben niet genoeg aan droog brood, we zijn tenslotte geen kippen… met alle respect voor kippen.” (later praten er ook nog kraaien) (later praat er ook een dode). Dat is geen sienisme, dat is geen misantropie. Grotesk misschien. Absurdisme. Of gewoon blijspel.

Dat is slechts de eerste verschuiving. Een jachtopziener die overduidelijk “iets” in de zin heeft maakt zijn opwachting. Dan is de sfeer van Sneeuw, hond, voet dreigend te noemend. Een onderhuidse spanning die nergens volledig wordt ingelost. Het deed me aan het magistrale Simeliberg van Michael Fehr denken (waarom heb ik daar nooit over geschreven?) (misschien omdat ik over ander dingen schreef) (misschien omdat ik helemaal niet schreef) (misschien omdat het leven is wat je overkomt als je druk bezig bent andere plannen te maken).

Maar andere pijlen, nog meer pijlen op nog meer bogen, en nog meer gaten waar Sneeuw, hond, voet niet voor te vangen is. De pure poëzie van passages waarin honger, kou, slaap en sneeuw als entiteiten worden opgevoerd; een surrealistiese poëzie; een surrealisme dat van bizar tot absolute horreur kan gaan.

De witheid van de sneeuw, de lange winter die dag en nacht en droom en werkelijkheid aan elkaar gelijkschakelt leveren soms een Light boxes-achtige tristesse of melankolie op, maar kunnen andere keren als desolaat of juist koortsig ervaren worden.

En telkenmale lees je een ander boek. Sneeuw, hond, voet is met velen. Psikologiese roman ook nog. Had je niet gedacht. Nee. Dat had ik niet gedacht. Maar als Adelmo Farandola zich (delen van) zijn kindertijd herinnert, gaat het schrijnen. Ook boekpersonages waren ooit jong. Een weinig gelukzalige jeugd. Een twede (of is het inmiddels al de tiende?) assosjasie: Oude afdekkerij van Wolfgang Hilbig (wat een fantasties boek dat was) (waarom heb ik daar nooit over geschreven?) (misschien omdat ik over andere dingen schreef) (misschien omdat ik helemaal niet schreef) (misschien omdat het leven is wat je overkomt als je druk bezig bent andere plannen te maken) (en waarom schrijf ik er niet alsnog over, kan best, is maar uit 2021, kan best toch?) (misschien wie weet). In mindere mate: School voor gekken. Sasja Sokolov. De illusieloosheid, alleszins. Voorbij wrang en pijn.

Tegen het einde van het boek begint de sneeuw te smelten. Een voet wordt onthuld. Er ligt daar een lijk onder de sneeuw. Adelmo Farandola en de hond ondernemen meerdere vruchteloze pogingen het lijk op te graven: de sneeuw is nog lang veel te hard (de lente komt, maar niet met rasse schreden) (en even zelfs, lijkt de winter het wel te winnen van de lente) (weeral Light boxes ja). In deze scénes is Adelmo Farandola extreem vergeetachtig, hulpeloos, deerniswekkend. De hond is superieur aan hem; helpt hem te herinneren wat hij steeds weer vergeet. Ik kon niet helpen te denken dat Claudio Morandini hier zijn mensbeeld weergeeft. De eerste de beste zwerfhond vermag want de man niet vermag. Stop speciësisme, las ik laatst ergens op een aanplakbiljet (het was nabij het winkelsentrum). Voor speciësist kan men Morandini alvast niet meer uitmaken.

Bij de laatste hoek die Morandini omslaat – het definitieve einde van het boek – raakt hij me een beetje kwijt. Daar begint het flauwzinnig gewauwel te worden. Vind slechts ik. En misschien wel mooi ook, om zo een boek gewoon totaal stompzinnig te laten eindigen.

De stompzin en de pracht en alles daar tussenin. Dat is Sneeuw, hond, voet. Of misschien ook wel de stompzin van de pracht. De pracht van de stompzin. Ja. Zelfs het denken over dit boek blijft maar verschuiven. Geef toe: dat is niet velen gegeven.

Claudio Morandini Sneeuw hond voet Recensie

Sneeuw, hond, voet

  • Schrijver: Claudio Morandini (Italië)
  • Soort boek: Italiaanse roman
  • Origineel: Neve, cane, piede (2017)
  • Nederlandse vertaling: Hilda Schraa, Manon Smits
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 20 januari 2022
  • Omvang: 129 pagina’s
  • Prijs: € 17,50 – € 22,50
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de roman van Claudio Morandini

Adelmo Farandola houdt niet van mensen. In de zomer zwerft hij door de valleien met als enig gezelschap een praatgrage, chagrijnige oude hond en een jonge bergwachter die hem, vermoedt Adelmo Farandola, bespioneert. Wanneer de winter komt zijn de man en de hond ingesneeuwd. Terwijl de voorraden wijn en brood ernstig worden teruggebracht, brengen ze de tijd door met kibbelen over restjes en discussiëren over wie de ander als eerste zal opeten.

De lente brengt een nog sinisterdere ontdekking die Adelmo Farandola’s toch al wankele greep op de werkelijkheid helemaal dreigt te verbreken: de voet van een man die uit de zich terugtrekkende sneeuw steekt.

Sneeuw, hond, voet, voor het eerst gepubliceerd in 2015, is het zesde boek van Claudio Morandini. De roman is een literair fenomeen: hij stond in de top vijf van de Italiaanse bestellerslijst, won de Procida-Isola di Arturo-Elsa Morante-prijs en is vertaald in het Engels, Frans, Spaans en Turks.

Bijpassende boeken en informatie