Maria Dermoût De tienduizend dingen roman uit 1955. Op 6 februari 2024 verschijnt de heruitgave van de roman van de Nederlandse schrijfster Maria Dermoût. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek en over de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van De tienduizend dingen van Maria Dermoût.
Maria Dermoût De tienduizend dingen roman uit 1955 informatie
Maria Dermoût is geboren op 15 juni 1888 in Pekalongan, Java in Indonesië. Van 1900 tot 1905 bracht ze haar schooljaren door Nederland. Terug in Nederlands-Indië ontmoette ze in 1906 Isaac Johannes Dermoût, met wie ze in 1907 trouwde. Samen met haar man verbleef ze van 1910 tot 1914 op de Molukken. Het verblijf viel haar tegen maar desondanks maakte het grote indruk op haar.
Alhoewel ze al wel verhalen schreef verscheen haar debuutroman Nog pas gisteren pas in 1951. De tienduizend dingen, waarover je hier alles leest, werd in 1955 uitgegeven. Daarnaast verschenen er een een aantal verhalenbundels van Maria Dermoût, gedeeltelijk postuum.
Maria Dermoût De tienduizend dingen recensie van Tim Donker
Deze bespreking nam geen ticket naar de tropen
Deze bespreking ging links waar hij rechts had moeten gaan
Deze bespreking heeft nog niet genoeg koffie op
Voor deze bespreking heb ik me eerst gedoucht
Deze bespreking heeft nog nooit een monnik vergiftigd
Deze bespreking is geschreven met The Suicidal Bird hard op de steerjoo (harder dan de buren waarschijnlijk leuk zullen vinden) (deze bespreking heeft bij volle verstand het risico gelopen op een fikse burenruzie) (deze bespreking wil een drumstel voor zijn verjaardag)
Deze bespreking landt kalm en zacht op rimpelloos water en peinst over, nee, zuigt lang op een van de eerste zinnen uit De tienduizend dingen: “drie golfjes achter elkaar, elkaar, elkaar”, en peinst dan, wel, aan hoe woorden een watertje zijn, hoe het klotst, hoe het stroomt (en de posthouder is verdronken) (tenzij hij is vermoord)
Deze bespreking vraagt zich af wat er te zeggen valt over De tienduizend dingen en gaat daarvoor te rade bij weer een andere zin uit de roman (want de zinnen groeien, de zinnen woekeren, de zinnen zijn overal): “Al deze dingen, en nog andere, en de hemel erbij, waren het eiland” en ja, denkt deze bespreking, al deze dingen zijn ook het boek – de dingen die samen de wereld maken, alles wat het geval is, daarover gaat het hier, en misschien ook over wat pleegt te resideren tussen de dingen en de hemel, over het leven in niet-levende dingen (dit niet per se in strikt animalistiese zin), waar het, misschien, een diepere tint van ziel aanneemt
Deze bespreking ziet nu eindelijk de zon in de tuin schijnen
Deze bespreking vond het beter om The Suicidal Birds te vervangen door Arvo Pärt
Deze bespreking heeft geen rekenmachine gebruikt om honderd keer honderd uit te rekenen. Deze bespreking vindt de idee dat er honderd dingen zijn waaraan een dode herinnert wel wat baud. En dat er dan honderd doden moeten zijn, elk verbonden met hun honderd dingen om bij de tienduizend dingen uit te komen. Wat misschien zou kunnen, er gaan erg veel mensen dood in dit boek, nee er worden erg veel mensen vermoord in dit boek, mevrouw van Kleyntjes vindt dat niet hetzelfde maar de vermoorden denken daar zelf anders over
Deze bespreking koestert als twede gedachte dat de titel is afgeleid van een regel van de zevende-eeuwse sjienese dichter Ts’ên Shên: “Wanneer de tienduizend dingen gezien zijn in hun eenheid keren wij terug tot in het begin en blijven waar wij altijd geweest zijn”
Deze bespreking noemt het kolonialisme, en de trots, en de moed, zwijgt dan even
Deze bespreking wil het niet zwaarder maken dan het hoeft te zijn
Maar dan, toch, komt deze bespreking met Nietzsche op de proppen, de eeuwige wederkeer, een radja wordt huisbediende want er was een familie die de familie van de radja verdreef want die andere familie was talrijker en sterker en jonger “en de jongen overwinnen de ouden, de sterken de zwakken, de velen de weinigen – dat is nu eenmaal zo en dat is niet erg: in het eind zijn de jongen weer de ouden, de sterken de zwakken, de velen de weinigen” en de kring op wereldschaal ook de kring in je familie ook de kring in je eigen leven, en altijd, en steeds opnieuw
Deze bespreking waagt het niet om de belangrijkste personages in dit boek aan te wijzen want er zijn veel belangrijkste personages in dit boek en verschillende perspectiefwisselingen en een mens zou dit boek dan ook net zo goed als verhalenbundel kunnen lezen, of ook, gewoon, als de roman die het is
Deze bespreking zegt ook prozagedichten (omwille van het poëtiese gehalte van het boek)
Deze bespreking was nog nergens toen in 1955 de eerste druk van dit boek verscheen
Deze bespreking ontstond in een huisje in Zeeland in februari van het jaar 2024, en de regen sloeg tegen de ruiten, en de duisternis was bijna tastbaar
Deze bespreking wil taal geven aan de zielen die in Allerzielen hun opwachting maken: de vermoorden komen tesaam, hebben het eigenlijk goed naar hun zin, in het huis, in die tuin aan de binnenbaai, al was het misschien alleen maar een hallucinatie van mevrouw van Kleyntjes
Deze bespreking kwam geheel nuchter tot stand
Deze bespreking wil benadrukken hoe het zindert in De tienduizend dingen, hoe het broeit, hoe het is, het verstikkende, het desolate, het zinnelijke, de poëzie der dingen, de poëzie van het gaan, al die dingen – of misschien gewoon nog een kop koffie en proberen te leven
Deze bespreking ziet in deze bladzijden een ode aan het leven (& misschien een viering van de dood)
Deze bespreking heeft nog meer te doen vandaag
Deze bespreking richt zich langzaam op
Deze bespreking heeft de wind in de zeilen
Deze bespreking gaat nu pas goed beginnen
De tienduizend dingen
- Auteur: Maria Dermoût (Nederland)
- Soort boek: Nederlands-Indische roman uit 1955
- Uitgever: Querido
- Verschijnt: 6 februari 2024
- Omvang: 208 pagina’s
- Uitgave: paperback / ebook
- Prijs: € 21,99 / € 9,99
- Boek bestellen bij: Bol / Libris
Flaptekst van De tienduizend dingen, de roman uit 1955 van Maria Dermoût
Een Moluks eiland in de nadagen van de Nederlandse kolonisatie. Felicia, ‘mevrouw van Kleyntjes’, woont alleen met haar bedienden op een afgelegen plantage aan een baai. Met weemoed maar berustend in haar lot herinnert ze zich de doden en de levenden, en ziet ze een veelvoud van dingen aan zich voorbijgaan. Het is een Moluks gebruik om bij iemands overlijden honderd dingen te noemen die hem of haar aan het leven binden: van de kleinste voorwerpen, de schelpjes van het strand, tot de omringende mensen. Niet voor niets nam Maria Dermoût deze zin van de achtste-eeuwse dichter Ts’ên Shên als motto op: ‘Wanneer de “tienduizend dingen” gezien zijn in hun eenheid, keren wij terug tot in het begin en blijven waar wij altijd geweest zijn.’
Meer dan alleen een levendig portret van een voorbije tijd is deze roman een tijdloze verkenning van de menselijke conditie.
Bijpassende boeken en informatie