Tag archieven: Poëzie

Daniël Vis – Aan wie, deze offers

Daniël Vis Aan wie, deze offers recensie en informatie boek met gedichten van de Nederlandse dichter. Op 3 juni 2025 verschijnt bij Uitgeverij Hollands Diep de nieuwe dichtbundel van Daniël Vis. Hier lees je informatie van de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Daniël Vis Aan wie, deze offers recensie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van Aan wie, deze offers, de nieuwe dichtbundel van Daniël Vis, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Daniël Vis Aan wie, deze offers

Aan wie, deze offers

  • Auteur: Daniël Vis (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Hollands Diep
  • Verschijnt: 3 juni 2025
  • Omvang: 64 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 19,99 / € 9,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de dichtbundel van Daniël Vis

Een bundel intieme gedichten waarin de lezer meegenomen wordt in de zoekende pogingen van de dichter zich te verhouden tot een mogelijk vaderschap, sterfelijkheid, de liefde en zijn gebreken. Neergezet in vloeiende, klankrijke regels die soms spreken als gebeden, soms als pijnlijke biecht. Hoewel diep persoonlijk van aard, strekken deze gedichten hun armen uit naar alle mensen. Naar onze vreugde en kwetsbaarheden.

Daniël Vis is geboren in 1988. Hij is dichter en schrijver. Van zijn hand verschenen eerder de poëziebundels Crowdsurfen op laag waterInsect redux (genomineerd voor de J.C. Bloem-poëzieprijs) en Het weefsel. In 2022 verscheen zijn eerste roman: Een woelend lichaam. Voor zijn poëtische oeuvre ontving hij in 2021 de Frans Vogel Poëzieprijs.

Bijpassende boeken en informatie

Sjeng Scheijen – De Beginselen

Sjeng Scheijen De Beginselen recensie en informatie bundel met gedichten van de Nederlandse biograaf, dichter en Slavist. Op 13 mei 2025 verschijnt bij uitgeverij Prometheus de het boek met nieuwe gedichten van Sjeng Scheijen. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de dichter en over de uitgave.

Sjeng Scheijen De Beginselen recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van De Beginselen, de dichtbundel van Sjeng Scheijen dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Sjeng Scheijen De Beginselen

De Beginselen

  • Auteur: Sjeng Scheijen (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Prometheus
  • Verschijnt: 13 mei 2025
  • Omvang: 54 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 18,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de dichtbundel van Sjeng Scheijen

‘Poëzie verandert de wereld,’ volgens Sjeng Scheijen, ‘maar waarin ze verandert, vertellen alleen de verzen zelf. Om ze te verstaan hoef je alleen maar wakker te zijn en nauwgezet en wereldwijs te dromen.’

Vanaf zijn vroegste herinneringen schrijft Ruslandkenner en cultuurhistoricus Sjeng Scheijen poëzie. Maar toen zijn wereld veranderde door de oorlog in Oekraïne, kwamen de verzen vaker en ontstond deze bundel. De beginselen is zijn poëziedebuut.

De gedichten van Sjeng Scheijen zijn zowel monumentaal als ongedwongen, zowel puntig als lang van stof, ze zijn grappig en ernstig, maar ze nemen nooit genoegen met een marginaal bestaan. Ze gaan over de liefde, de twijfel, de dood en de vreugde – de onderwerpen waar poëtische taal bij uitstek raad mee weet – en hebben altijd als doel om, als een bijna-vreemdeling die een lok haar achter je oorschelp strijkt, de wereld te veranderen.

Sjeng Scheijen is geboren in 1972 in Maastricht. Hij is een internationaal gerenommeerd slavist en cultuurhistoricus wiens boeken in negen talen zijn verschenen. Zijn biografie van Sergej Diaghilev en zijn aangrijpende boek over revolutionaire kunstenaars in de Sovjet-Unie, De avant-gardisten, gelden wereldwijd als standaardwerken. Recentelijk schreef hij Gelukskind, de biografie van choreograaf Hans van Manen, een van de belangrijkste kunstenaars die Nederland in de twintigste eeuw heeft voortgebracht. Ook dat boek werd zeer lovend ontvangen. Zijn nieuwste boek de dichtbundel De Beginselen, verschijnt eind mei 2025 bij uitgeverij Prometheus. Daarnaast is hij bekend als tentoonstellingsmaker voor onder andere het Groninger Museum, het Bonnefantenmuseum en de voormalige Hermitage Amsterdam.

Bijpassende boeken

Shira Wolfe – Jugoslovenska Kinoteka

Shira Wolfe Jugoslovenska Kinoteka recensie, review en informatie over het boek met gedichten. Op 30 januari 2025 verschijnt bij The New Menard Press het boek met gedichten van de Nederlands-Amerikaanse schrijfster Shira Wolf. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Shira Wolfe Jugoslovenska Kinoteka recensie van Tim Donker

Reizen in. Scenes. Belgrado. Landschappen. Steden. Wat je ziet. Wat te zien is. Zulke scenes. In poëzie. Wat is. Wat zijn kan. Een droom kan een scene zijn. Een droom van piraten, en de plank lopen, en talloze spotvogels die eruit zien alsof ze van papier gevouwen zijn. Of. Dansen. Wijn drinken. Met zijn drieën op een bed. Zij en hij en jij. Dichtbij. Koppel in een bed en een groen flitslicht. Of. Praten over filosofie en liefde en ruimtevaart. Helder. Sterrennacht. De grootsheid. Kosmos. Rijden. Koffie bij een benzinestation. Monumenten van pijn. Muziek wacht op je bij de grens. Je komt iemand tegen in de ondergrondse punkbeweging. Je zou graag. Misschien. Deel van een jeugdbeweging zijn jij. De bergen, de zee & meneer Robot in een hoek van de bar. Dit alles tweetalig. Dus ook. Gospodin Robot. Denk je aan Karel Čapek. Denk je aan arbeid. Denk je aan Rossums universele. Denk je aan Tsjechië. Landen denken. De filosofie van de ruimte. Of. Dode zwanen in bevroren rivieren kunnen een scene zijn. Of. Een zeeman die haiku’s schrijft. Italjeniese roodwijn uit de ijskast. En steden, en steeds weer Belgrado. Of ook. Een kakkerlak die ze Zaza noemt, vanwege een Nederlands kinderboek (schrijft ze) (en te weten) (en we weten) (en je weet Puk van de Petteflat nog wel en je weet juffrouw Heijligers nog wel en je weet het klaslokaal nog wel en het einde van de schooldag en hoe er dan voorgelezen werd uit Puk van de Petteflat) (en het was de eerste klas, en je was zes jaar oud, en je weet het licht nog wel) (en iets daarvan maakte in je de liefde wakker voor het boek) (maar dan was al eerder misschien) (en iets daarvan maakte in je de liefde wakker voor lezen) (maar dat was al eerder misschien) (en iets daarvan maakte in je de liefde wakker voor het woord) (maar dat was al eerder misschien) (of ook echt pas veel later nog) (en iets daarvan maakte in je de liefde wakker voor dat joch met zijn pet en zijn kraanwagentje en al die dieren, en luisteren, en luisteren, en luisteren). Misschien ook. Tijden denken. En dat alles tweetalig. Dat heet dat bubašvabi jednog dečačića iz jedne holandske knjige en dat vind je mooi. Talen denken. Denken aan hoe Google knjige vertaalt met gewoon boek en niet kinderboek en denk je misschien zou. Het begrip kinderboek niet bestaan in het Servisch. Kinderboeken denken talen denken landen denken werkelijkheden denken. De werkelijkheid en datgene wat de werkelijkheid representeert. Hyperrealiteit. Simulacrum. Terug naar het hondenhok. Mensen in een grot. Of. Zwemmen naar kleine kerkjes gebouwd op een eiland. Het was heet we bleven in het water. De derde kop koffie op de eerste regendag. Met Sasho en Posho nergens zijn, behalve weg. Waar te zijn. Wat te zijn. Altijd degene willen zijn die je in de ogen van de ander bent. Kopie zonder origineel. En altijd weg, en wegger nog. Van A naar B te gaan. Van B naar C te gaan. Van C naar D te gaan. Blauwe bloemen kunnen een scene zijn. Een verlaten dorp kan een scene zijn. Een oude vrouw een oude man en een grazend paard. Het kan. Een scene zijn. Of zeventig euro moeten betalen voor een fles Brunello. Of. Gesprekken over. Moet Bukowksi verbannen worden van universiteiten omdat hij misogyn was? De lege eenzijdige universiteiten van de bozen en de bangen, en alle balans naar één kant weer. En te denken was hij wel misogyn was hij niet eenvoudiger misantroop misschien en de weinigen die nog deugden in zijn wereld waren bijna allemaal vrouw. Je kunt dromen. Moeders van de zon. Een verhaal van deze wereld. In de late namiddag. En alles, en steeds, en verder nog. Fluisteringen in de bomen. Doet. In de uitkijk op de loer voor een vertrek. Onder de duim en over de maan. Eerst de koffie. Plaatsbepaling. De lucht in de ochtend. Het delirium is weliswaar geweken. Een broer en een zus uit Parijs, en iemand speelt fluit. Want altijd iets te doen. Niemand kan het echt iets schelen als je niet naar het feestje gaat. Kortegolf nachten. Dingen die in je hand passen. En altijd de volgende keer, en altijd wat nog komen gaat. Hoop is een ding met veren. Tot hier weet wanneer. In poëzie of in stilte. Standbeelden kunnen scenes zijn. Gevallen engelen. Gevallen soldaten. Acht moeders. Vandaag geen vogels gezien. En al deze scenes glanzen van schoonheid. En al deze scenes nemen van weemoed aan een diepere tint van koffie. Dan bedoel ik de koffie van het poeder, de koffie voordat het de drank is. Verlangen, gemis, ochtend, koffie (en muziek) (klonk bijvoorbeeld bij Jugoslovenska Kinoteka: Miri van Bassekou Kouyate & Ngoni Ba, een seedee die ik nu, ineens, veel beter vond dan voorheen) (of ooit tevoren) (hoe dingen elkaar onophoudelijk kleuren) (niets altijd dezelfde tint heeft) (& twee keer in dezelfde rivier) (in mistig licht, en mijn weemoed grensde aan droefnis maar het was de goede droefnis de moje droefnis de droefnis die fijn is om te voelen). In al deze scenes. Scenes van vriendschap. Scenes van liefde. Scenes van dansen. Scenes van drinken. Scenes van lopen. Scenes van sneeuw. Scenes van leven. Hoe voelbaar. Voor iedereen. Die in leven is. Een boek als een schittering, een glans, te zien, heel even, en dan weer weg. Maar je hebt het gezien. Je hebt het in handen gehouden. De kracht is dat Wolfe het niet onopgemerkt voorbij liet gaan.

Shira Wolfe Jugoslovenska Kinoteka

Jugoslovenska Kinoteka

  • Auteur: Shira Wolfe (Nederland, Verenigde Staten)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Taal: Engels, Servisch
  • Servische vertaling: Marko Mladenović
  • Uitgever: The New Menard Press
  • Verschijnt: 30 januari 2025
  • Prijs: € 24,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de dichtbundel van Shira Wolfe

In Jugoslovenska Kinoteka, Shira Wolfe’s cinematic poetry reads like scenes from a movie, describing a period of her life spent in Belgrade and traversing the Balkans – from Sarajevo to the Bay of Kotor, from Stara Planina to Mount Avala. Most of all, it is an ode to the Belgrade of her past and the relationships she formed there, constellating around that city and continuously reappearing elsewhere in encounters fuelled by synchronicity. In her world, cities become smells; statues can be read; and the boundaries between art and life, between self and other, are always blurred.

Jugoslovenska Kinoteka is published as a bilingual edition in English and Serbian. The Serbian translation is a collaborative effort by Shira Wolfe and Marko Mladenović.

Shira Wolfe is a Dutch-American writer, poet and translator from Amsterdam. After completing her masters in International Performance Research, with a project about Palestinian poet Mahmoud Darwish, she lived in Belgrade on and off between 2016 and 2021. She is the author of the self-published poetry trilogy Wider Than the Sky (2021), Wider Wings (2022) and Fallen Angel (2023), and contributed to the anthology Vreselijk verlangen. Een verzameling smachtende Mammoetjes (HetMoet Publishing, 2023). Shira leads poetry and writing workshops for asylum seekers in the Netherlands through the organisation De Vrolijkheid, and frequently collaborates with The Mystifiers, a socially engaged music collective. She is also a translator for the publication series Archival Textures.

Bijpassende boeken en informatie

Vincent van Meenen – Alle fonteinen

Vincent Van Meenen Alle fonteinen recensie en informatie over de inhoud van het boek met gedichten van de Vlaamse schrijver. Op 6 mei 2025 verschijnt bij Uitgeverij Das Mag de eerste dichtbundel van Vincent van Meenen. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Vincent Van Meenen alle fonteinen recensie

  • “Alle fonteinen gaat over de liefde – en de haat – die we koesteren voor degenen die ons verlaten hebben. Van Meenen weet dat rouw geen cirkel is, maar een spiraal.” (Nadia de Vries)

Vincent van Meenen Alle fonteinen

alle fonteinen

  • Auteur: Vincent Van Meenen (België)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Das Mag
  • Verschijnt: 6 mei 2025
  • Omvang: 102 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 32,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de dichtbundel van Vincent Van Meenen

alle fonteinen is: een dichtbundel over crèmekleurige badpakken, lege flessen, slagbomen, schuilplekken, bankpapier en moederliefde; een doodsverwensing; een zoektocht naar vergiffenis, of op zijn minst verzoening; een poging om erfelijkheid het zwijgen op te leggen, nacht na nacht; een broeierige ademtocht; een stomp in je maag; het destillaat van Vincent Van Meenens pogingen om woorden te zoeken voor het onbenoembare; en bovenal een overwinning – ja dat iets mededeelbaar wordt, hoe particulier en eenzaam ook.

Zet alle fonteinen open, laat ze sproeien!

Vincent Van Meenen is schrijver en doctor in het surrealisme. Hij woont en werkt in Oostende. Zijn laatste roman, 0xBlixa, werd genomineerd voor de BNG Bank Literatuurprijs. Sinds 2018 is hij meervoudig laureaat van de Maarten Inghelsprijs. Zijn gedichten werden bekroond en verschenen onder meer in Het Liegend KonijnDe RevisorDeus Ex MachinaHard//hoofd en DW Balle fonteinen is zijn poëziedebuut.

Bijpassende boeken

Graa Boomsma – Breken is bouwen

Graa Boomsma Breken is bouwen recensie en informatie boek over vijfenzeventig jaar Vijftigers. Op 1 mei 2025 verschijnt bij Uitgeverij De Arbeiderspers het boek van Graa Boomsma over de dichters die behoren tot de groep de Vijftigers. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Graa Boomsma Breken is bouwen recensie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van Breken is bouwen, vijfenzeventig jaar vijftigers, geschreven door Graa Boomsma, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Graa Boomsma Breken is bouwen

Breken is bouwen

Vijfenzeventig jaar Vijftigers

  • Auteur: Graa Boomsma (Nederland)
  • Soort boek: biografie, portret
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 1 mei 2025
  • Omvang: 720 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 50,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over de Vijftigers van Graa Boomsma

Breken is bouwen. 75 jaar Vijftigersvertelt voor het eerst het volledige verhaal van de literaire beweging rond Lucebert, Kouwenaar, Schierbeek, Claus en vele anderen. Hoe beroerde de Tweede Wereldoorlog hun hoofd en hart? Waar en hoe in hun werk werden ze aangeraakt door expressionisme, dada, surrealisme of andersoortige avantgarde? Hoe is het mogelijk dat de vrouwelijke Vijftigers zo onzichtbaar bleven?

Ruime aandacht ook voor de Vlaamse Vijftigers, de betekenis van bladen als Podium, Merlyn en Raster en de innige band tussen Vijftigers en beeldend kunstenaars (Cobra). Nooit eerder was Vijftig zo’n compleet verhaal.

  • Boomsma haalt nieuwe gegevens naar boven uit bronnen die lange tijd vergeten of moeilijk te bereiken waren, en legt kunstzinnige verbanden die literatuuronderzoekers nog niet eerder hebben gelegd.
  • Een apart hoofdstuk gaat in op de houding van alle Vijftigers in de oorlog en wat die voor hun latere werk betekende.

Graa Boomsma is geboren op 15 februari 1953 in Nieuwe Niedorp in Noord-Holland. Hij is schrijver en essayist, en sinds 1988 literair medewerker van De Groene Amsterdammer. Zijn oeuvre omvat romans, essaybundels, theaterteksten, literaire studies (waaronder over Lucebert) en biografieën zoals die over Bert Schierbeek, Niemand is waterdicht.

Bijpassende boeken

Bertram Mourits – Die pen laat mij zwieren

Bertram Mourits Die pen laat mij zwieren recensie en informatie boek met poëzie in handschriften van bekende Nederlandstalige dichters. Op 22 april 2025 verschijnt bij Uitgeverij De Harmonie de bundel met ruim honderd gedichten, geschreven met ganzenveer of vulpen door Nederlandse dichters, samengesteld door Betram Mourits. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de samensteller en over de uitgave.

Bertram Mourits Die pen laat mij zwieren recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van Die pen laat mij zwieren, samengesteld door Bertram Mourits, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Bertram Mourits Die pen laat mijn zwieren

Die pen laat mij zwieren

Poëzie in handschriften

  • Samensteller: Bertram Mourits (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Harmonie
  • Verschijnt: 22 april 2024
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 29,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek met Nederlandse gedichten in handschriften

Wanneer de dichter een pen in de hand heeft, kan poëzie overal ontstaan. Maar niet alleen die poëzie is de moeite waard, het handschrift waarin het is geschreven is net zo goed vaak ook een
kunstwerk op zich.

P.C. Hooft schreef zijn liefdesgedichten bijvoorbeeld in zijn beheerste ‘zetletter’ met royale beginkapitalen in een ‘rijmkladboek’. J.H. Leopold schreef zijn zwierige naar rechts hangende woorden op de achterkant van een briefje van de ‘cricket- en voetbalclub Vitesse’. En M. Vasalis gebruikte een receptbriefje voor haar even leesbare als achteloze handschrift.

Die mijn pen laat zwieren bevat ruim honderd gedichten die geschreven zijn door de bekendste Nederlandstalige dichters, met ganzenveer of vulpen, potlood of ballpoint. Soms zie je de schrijver denken op papier, soms is alleen de eindversie bewaard gebleven.

Bertram Mourits is geboren in 1969. Hij is hoofd collecties van het Literatuurmuseum in Den Haag. Hij promoveerde op de poëzie van de Zestigers en schrijft over literatuur in diverse media.

Bijpassende boeken en informatie

Onno Kosters – Achter het glas

Onno Kosters Achter het glas recensie en informatie nieuw boek met gedichten van de Nederlandse dichter. Op 17 april 2025 verschijnt bij Uitgeverij Atlas Contact de nieuwe dichtbundel van Onno Kosters. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Onno Kosters Achter het glas recensie van Tim Donker

En Andrea Chapela vertelt
ik ben opgegroeid in een huis van hout en glas

En Horst Scholze zegt
glas is een onderkoelde vloeistof die voorbij haar smeltpunt is

En John Garrison vindt
dat glas beïnvloedt hoe we waarnemen wat er aan de andere kant zit

En Edgar Dutra Zanotto stelt
glas is een niet-evenwichtige, niet kristallijne toestand die op korte termijn vast lijkt, maar zich voortdurend ontspant in de richting van een vloeibare toestand. Het uiteindelijke lot van glas, binnen de grenzen van oneindige tijd, is kristalliseren

& Reemret zei Ik schreeuw de stilte achter glas (wat had dat te beduiden?), en ik herinner me, ter zelfde tijd of niet veel later toch, een essay dat Henk Oosterling schreef voor een nooit verschenen nummer van Kraakpen: een essay over glas; glas als materiaal (zeg liever toestand), maar ook het glas als gebruiksvoorwerp, ik weet nog iets met proosten en met nieuwjaar, en ik weet nog dat ik het niet zo diepgravend vond als Naar een hyperkritiek van de xenofobe rede, wat indertijd voor mij het summum was van waar de Neerlandse filosofie toe in staat was, ik weet het glas nog wel, het glas heffen en het glas waarachter Onno Kosters hier dingen zet, zegt hij: Achter het glas object en oog ineengerold in barnsteen als een wesp gestold (dat lijkt of wat John Garrison zegt over de beïnvloeding van glas op de waarneming) (maar dat rijmen he, dat rijmen bevalt me niks) (een foetus op sterk water die de moonwalk doet dat vond ik dan wel weer aardig), je kunt glas denken als metastabiel, als toestand, wat is dat eigenlijk met al die dichters en filosofen en wetenschappers en hun fascinatie voor glas?, de dingen zien doorheen het glas, het glas ook als kijkglas, en kijkglas als venster, en venster naar buiten, en buiten als wereld, en kijkglas als zicht op de wereld, dat kan ook een fictieve wereld zijn; die van The Shining bijvoorbeeld, enge beelden die achter glas geplaatst niet eng zijn, “just pictures in a book”, of Jack in de spiegel en Doc erachter en droom staat in bloed op de deur geschreven, maar dat is natuurlijk murder, dat, gespiegeld gezien, redrum wordt, red rum, rode rum, de naar Lizzie Borden vernoemde band Lizzy Borden maakte er zelfs een liedje over, eenvoudigweg getiteld Red Rum, maar toen ik in de puberteit enkele jaren lang helemaal lijp was van Stephen King en al die boeken las en dit boek een van de eerste was wist ik nog niet van de rode rum, al kende ik dat liedje van Lizzy Borden geloof ik al wel maar wist ik veel waar die lui over zongen, in heavy metal zoek je niet snel naar achterliggende betekenissen, wat doe je als vertaler met redrum, in het Nederlands wordt moord omgekeerd inderdaad gewoon maar droom en dat kun je niet drinken, en dus had de vertaler gekozen voor doodslag zodat Jack en Doc een gesprekje kunnen hebben over wat Doc in zijn droom (!) gespiegeld op de deur gelezen had, wat is galsdood vraagt hij aan zijn vader en Jack zegt het klinkt als een Indiaans drankje en ik las dat en dacht galsdood klinkt geeveedee helemaal niet als een Indiaans drankje, eerder als een buitenissige doodsoorzaak, dood door een teveel aan gal, zoiets, misschien de zelfmoord van een depressief mens, wist ik veel, pas enkele maanden later zag ik de film en wist ik de redrum en de red rum en dat liedje ook en zo kan het kijkglas ook verhelderd werken in plaats van vertekenend, denk ik, want het kijkglas kan je rode rum geven, denk ik, dus ik geloof ik kan dat nu verstaan, we moeten door de spiegel gaan, nee we moeten door het kijkglas gaan, want achter het glas ligt de stad (Utrecht bijvoorbeeld) (Utrecht of elders), en je kunt je huis uit, je kunt een ommetje maken, jongens op een scooter zien, en een gesloten antiquariaat, en een gast met een geluidsinstallatie in het stuurkrat van zijn fiets waaruit onophoudelijk Jimi Hendrix klinkt, en een vrouw die op iemands moeder lijkt en die alleen in letterlijke zin de weg kwijt lijkt te zijn, of, denk bewegend glas, autoruit als bewegend glas, de ruit van de auto van iemand die naar Berlijn gaat, waarom Berlijn eigenlijk Kosters?, waarom niet Veghel, en waarom een Porsche dan nog?, ik weet het niet, of telefoonglaasje, kan ook, de telefoon waarmee de mensen (altijd weer de mensen) langsheen hun diverse sociale media navigeren, om, zegt Kosters, te schuimbekken en haat te zaaien en de eigen roep het hardst te laten weerklinken waarbij, zegt Kosters, waarde waarheid en rede van geen tel zijn, zulke overpeinzingen, men kent ze wel, men kent ze misschien zelfs wel een beetje te goed, misinformatie, nepnieuws, kretologie, en gij meent dat dan Kosters?, moet er aan dat eindeloze geblaat over die ongecontroleerde stemmenstroom op het internet echt nog iets toegevoegd worden?, is daar nu langzamerhand niet een beetje teveel over gezegd?, vanaf een platform kunt ge roepen ja, vanaf een reëel maar ook vanaf een virtueel, maar niet eens per se ongebreideld, diverse sociale media censureerden indertijd al vrij snel kritische uitlatingen over het coronabeleid, en, naar het schijnt, mag je in Vlaanderen op diverse plekken op het web ook niet zomaar twijfelen aan de werkzaamheid of het gebruik van zonnebrandcrème, maar waarom meningen uiten die niet politiek correct zijn of niet stroken met het heersende discours altijd weer geassocieerd moeten worden met blaffen is mij niet helemaal helder, of liever, waarom men lijkt te peinzen dat traditionelere fora per se gevrijwaard zouden blijven van geblaf, want de mens heeft altijd geblaft, en de hardste blaffers sorteerden altijd het meeste effect, en de gemeenste bijters kwamen altijd al op de invloedrijkste posities terecht, want om iets hoogs te zijn moet je psychopatoire karaktereigenschappen hebben, en ook beleidsmakers hebben zich nooit iets aan waarde waarheid en rede gelegen laten zijn, men moet het raadselaarsglas eenvoudigweg wat vaker ontraadselen misschien, meningen op internet zijn just like pictures in a book, en mensen worden personages, dat is niks vreemds bij Kosters, maar Callahan  (niet Billy) is nu Lucky Luke, of anders mr. Bean, of Watt (die van Beckett weetjewel) (het titelpersonage uit het beste boek ooit geschreven) (en gij moogt raden wie dat Watt naar het Nederlands heeft vertaald) (ik geef één tip: zijn voornaam omgedraaid is nog steeds zijn voornaam) (oké ik geef nog een tip: zijn achternaam lust geen eierens) (en als u het nu nog niet weet bent u aardig, ha, onnozel) (dat laatste was ook een tip) –

of gans de wereld achter glas:

een landkaart zo groot als het land
wapperende bakkebaarden, montuurgestuurde ogen
een tot bloedens toe uitgebroed ei
de toren waar je woont &
een schepje in je weitas
en dat vond ik goed, dat vond ik eigenlijk echt heel erg goed.

Ten laatste: een herinnering (is ook de herinnering achter glas) (want een herinnering zal altijd vertekend waargenomen worden toch?). Dat ik in dat Utrecht waarin Kosters aan het begin nog loopt te lopen, ergens in de buurten waar de beter gesitueerden wonen, in de bovenwoning van een monumentaal pand, zat te zitten, met bekenden van een bekende (ik kende die mensen eigenlijk niet), na een voorstelling van iemands dochter (ik kende die dochter niet) (haar ouders kende ik ook niet) (wat deed ik daar?). De dochter had iets gezongen, iets van Arvo Pärt, en daarna heel veel andere dingen die me niets gezegd hadden, en daarna iets dadaïstisch, en daarna nog wat dingen die me niets zeiden. Mij werd gevraagd (waarom ik? ik ken jullie allemaal niet) wat ik ervan had gevonden, en ik twijfelde even of ik iets zou zeggen over dat stukje Pärt dat gezongen was en dat één van de twee dingen was geweest die ik goed had gevonden en niet alleen maar strontsaai, maar ik vreesde dat ik niet tot in de allerdiepste diepten zou kunnen meekomen met een gesprek over Pärt, want zoveel wist ik ook weer niet van diene mens, dus ik benoemde het enige andere stuk dat ik goed had gevonden als dadaïstisch, en iedereen was stil en iedereen zat en iedereen keek me aan, en de vader van de dochter zei bedachtzaam Ja… dat was dada… verrek je hebt gelijk, dat was dada, en daarna ging ik verder over dadaïstische literatuur, een lange monoloog die ik eindigde met iets te zeggen over een gedicht van Onno Kosters dat de vorm had van een puzzel –

(wat voor puzzel was dat ookalweer? een kruiswoordpuzzel een doorloper een sudoku?)
(waarom kan ik de bundel van Onno Kosters waarin dat gedicht staat toch nergens meer vinden)
(waarom heb ik ook zo krankjorum veel boeken en waarom liggen die over allerlei verdiepingen verspreid)
(en niks nie natuurlijk nie op alfabet nie)

en díe Onno Kosters heb ik toch wel een heel klein beetje gemist in deze bundel.

Ik las hier een Kosters die me peinzend zette:

als hij zei

vis werd het virus mens en ik dacht aan Burroughs die zei taal is een virus uit de ruimte, of, weer, waarom?, aan Oosterling, en daardoor heel even aan xenofobie als virus, en ik las hier een Kosters die afkwam met beelden die me stil deden staan (niet alleen letterlijk)

als hij zei

van Loper die zingt, slaapt, eet, en een liedje als Hotel California had willen schrijven om elders gezongen geslapen en gegeten te kunnen hebben
van het huis waar het altijd januari is (wat was dat boek ookalweer waarin het vele maanden achtereen februari is?)
van de tomtom die leidt
van een vader op Terschelling
van een man zonder slaap drijvend op een foto
van vallende boeken (onder andere één van Kingsley Amis) (die ik, waarom?, weet jij dat?, kortstondig verwarde met Aracelis Girmay) (Kingdom Animalia – dat zoudt gij eens moeten vertalen, Kosters)
van mannen met bidons, telefoons, bananen en repen in hun achterzak
of nog: alleen maar woorden misschien (moje woorden van Samuel Beckett) (en moje woorden van Johnny Dowd)

beelden die ik mooi vond
woorden die ik mooi vond
de peins die ik best heel aangenaam vond;

maar niettemin was dit Achter het glas me een weinig te bedachtzaam. Dat kun je iets goeds vinden. Misschien is het ook wel iets goeds. Gedichten die mijmeren, gedichten die denken, gedichten die filosoferen. Niettemin miste ik een heel klein beetje het speelse dat ik meende te kennen Onno Kosters. Als ik speels zeg bedoel ik buigzaam. Als ik buigzaam zeg bedoel ik elastisch. Als ik elastisch zeg bedoel ik rekkelijk. Als ik rekkelijk zeg bedoel ik het vermogen om te gaan waarheen gedichten zelden gingen.

Anders gezegd: Achter het glas is een goede bundel. Maar ik had hem beter gevonden als hij niet geschreven was door Onno Kosters. Wat zegt dat Onno Kosters volgens mij een nóg betere dichter kan zijn dan hij hier heeft laten zien.

Onno Kosters Achter het glas

Achter het glas

  • Auteur: Onno Kosters (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschijnt: 17 april 2025
  • Omvang: 80 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de dichtbundel van Onno Kosters

Kijken en bekeken worden, of je het weet of niet, of je het wilt of niet: glazen ogen zijn overal. In lange, meanderende gedichten en heldere, compacte lyriek legt Kosters de huidige tijd bloot.

Gewapend is het glas, gewapend is het veilig.
Aan welke kant van het glas bevind je je? Weet je het antwoord pas als je het breekt? Onno Kosters leidt je langs en door de transparante wanden die ons scheiden van de werkelijkheid: beeldschermbril en dwazenspiegel, touchscreen en monitor, televisie en surveillancelens. Kijken en bekeken worden, of je het weet of niet, of je het wilt of niet: de glazen ogen zijn overal. Hoe verhoud je je achter het glas tot de ander, tot de wereld en tot jezelf?

Onno Kosters is geboren op 24 oktober 1964 in Baarn. Hij is universitair docent Engelse letterkunde en Vertalen en hij is de auteur van Callahan en andere gedaanten, De grote verdwijntruc en Anatomie van het slik. Hij is vertaler van Samuel Beckett, Seamus Heaney en Ocean Vuong en won met het gedicht ‘Doe-het-zelf’ de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd 2012. In 2015 verscheen de bundel Vangst, en in 2018 Waarvan akte, allen lovend besproken.

Bijpassende boeken en informatie

Jay Farley – A Cupboard Full of Tomboys

Jay Farley A Cupboard Full of Tomboys review, recensie en informatie boek met gedichten van de non-binaire Engelse filmmaker. Op 28 februari 2025 verschijnt bij Broken Sleep Books de dichtbundel van Jay Farley. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave. Een Nederlandse vertaling van het boek is niet verkrijgbaar.

Jay Farley A Cupboard Full of Tomboys recensie van Tim Donker

  is natuurlijk voorschrift, dacht ik. Is wat voorschrijft. Of beslist. Soeverein is hij die over de noodtoestand beslist. Uitnametoestand. De mens komt voor. Dat kan zomaar het geval zijn. Zij is de velen. De vogel vloog weg, en toen kwam de zon op. Het lied van een ik-persoon die hier aanwezig is. De toekomst is rauw, dan wordt die gekookt in het heden, daarna gebakken op een zacht vuurtje, en mettertijd zullen kaantjes overblijven. Man en vrouw en iets voerden de dingen het woord. Vuilnisbelten meubelboulevards silo’s silo’s zendmasten schapenboeren op wolvenjacht sportclubs autosloperijen postsorteercentra bladblazers pizzabezorgers een aan flarden gescheurde bonusfolder, en voor alles een plek. Voor alles een plek.

Plek is voorschrift. Plek is opbergkast. Opbergkast is staties. Is wat vast ligt. Is wat voorgeschreven is. Voorgeschreven rijrichting. Het gekende. De man. De vrouw. Dominerend. Patriarchaal, zeg je. Wit, zeg je. Binair, zeg je. Dat is hoe de opbergkasten getimmerd zijn. Uit hout zo krom. Zet mensen wezens levenden samen in groepen en dat is hoe dingen zullen groeien. De norm normeert. Dat wat de meesten zijn. Dat waaraan het leeuwendeel zich conformeert. De beugel bedacht door de hardst schreeuwenden. Wat past zullen we tolereren. De rest niet. En toen kwam de zon op. Toen klonk het lied van het wij hier aanwezig. En dan juist uitbreken.

Uitbreken. Daarover gaat deze bundel. De opbergkast te krap en sowieso al niet je plek en daar dan weg willen. Dat gaat niet zonder sporen van braak. Farley legt niet alleen de kast of de samenleving, maar gans de taal open. Waardoor deze gedichten geregeld al eens van de bladzijde springen. Op eerste doorbladeren valt al direkt de woekering aan leestekens op. Dus. Je bladert. Je ziet schuine strepen sneeën maken in zinnen, je ziet vierkante haken zich opblazen, je ziet groterdantekentjes hun pijlen richten op wat erna komt. En je denkt. Hier buldert een woedende taal. Maar de leestekens zijn niet zonder betekenis, al is het niet hun gebruikelijke. Een uitleg aan het begin zegt dat [ ] voor onderdrukking staat, < voor slechter wordend, / voor een klein beetje hoopvol. Bijvoorbeeld. Zegt het, om daarna te zeggen dat je die uitleg beter meteen maar weer vergeet en dat zou ik nog willen beklemtonen: vergeet het maar meteen! Het is mojer zonder deze uitleg, het is mojer om de leestekens je eigen gedachten te laten aanjagen, gedichten zijn geen landkaarten, ze kunnen zonder legenda, ze kunnen op zichzelf staan, ze kunnen vrijelijk verkeren met iedere lezer afzonderlijk, ik prefereer een esthetiese duiding, u prefereert iets anders, Jay Farley neigt naar reis, naar progressieve beweging.

En gesproken van reizen. Een nota bene in Nebraska. Het gedicht somt op: paren van twee woorden, het eerste woord begint met een n en het twede met een b. Neutrale biologie. Neurodivers brein. Nucleaire bom. Nieuw bloed. Nagel bijten. Nihilisties bravoure. Non-binair. Misschien het non-binair als een nota bene, een postscriptum, iets wat met de opbergkast niet vanzelf is gegeven, wat niet domineert, wat niet datgene is waaraan de meesten zich wensen te conformeren. Wat pas goed vorm kan krijgen buiten de kast, wat steeds opnieuw bevochten of afgebakend moet worden, als een achterop komend zijnde in het lijf gezet; schrijvend; herrijzen door woorden.

Misschien ook daarom zien deze gedichten er zelden uit zoals gedichten en doorgaans uitzien. Er is een gedicht in de vorm van het twittervogeltje. Mag je nog twitter zeggen? Ik vond twitter altijd een achterlijke naam, maar ik vind x nog grotesker, en die Elon Musk is een van de engste mensen van onze tijd, en twitter was dan nog wel toepasselijk omdat het refereerde aan gekwetter, aan de geluiden die vogels maken, en vogels maken geluid om hun terrein af te bakenen of om wijfjes mee te lokken of om te waarschuwen voor gevaar en is dat niet waar twitter precies over gaat, over territoriale pisserijen, over hee kijk mij eens even, en over alles wat we niet vertrouwen, hier is mijn stukje wereld en daar mag jij niet komen, hier is mijn vrouwtje en daar mag jij niet aan zitten, en daar is alles wat anders is en dat moet wegblijven, geen wonder dat dat medium de aandacht trok van zoon Elon Musk, bureaucratie waarom Nederland wel wat Elon Musk kan gebruiken brallen die rechtse ballen van Elsevier jajaja, in een dictatuur is geen bureaucratie want bureaucratie is tiepies iets van die halfzachte democratiese tijd waarin er allemaal van die stomme regeltjes bestaan om de mensen te beschermen tegen de totale willekeur van wie het toevallig voor het zeggen heeft gelukkig kunnen we soms nog de noodtoestand uitroepen die minstens voor eventjes een eind kan maken aan al die overbodige mensenrechtenonzin zaai angst en heers daar kan Mark van Ranst van meepraten en die laat medisch contact nog koppen iedereen die zegt dat de maatregelen niet nodig waren moet je tegenspreken jajaja laat de angst regeren laat altijd de angst voorop laat nooit iemand de angst ombuigen dat is nodig dat is twitter dus vandaar dat ik liever twitter zeg en niet x. Farley schrijft zijn twittervogeltje vol met messcherpe oordelen over het non-binaire zijn. Het valt aan. Het wijst af. Het gaat door korte bochten. Het heeft geen ogen. Het heft de vinger. Het zegt. Het weet. Het stelt geen vragen. Het poneert. Het sluit uit. En het sluit op. In opbergkasten. Of ontsnappen aan de opbergkasten betekent dat je andere opbergkasten moet bouwen weet ik niet. Maar dat was de vraag niet. Er waren geen vragen.

Of.

Een gedicht in de vorm van een kruiswoordraadsel. Heel onnokosteriaans. Denk ik. Kon je iets zeggen, over. Op een feestje.

Of.

Gedicht in de vorm van een oneindige loop. Heel anselmberriganiaans. Denk ik. Kom in alleen.

Of.

In de vorm van een Roos. Is meisje. Ik had die Pier Paolo Pasolini beter gemogen als die nooit films had gemaakt.

Of. Treurarbeid of. De slinger van foucault of. Het hoofd van vitus bering of. Het leven van quintus fixlein of. Iedereen moet ergens zijn of. De mandril op de slagboom of. De mens een machine of. Ook de nacht is een zon.

Of.

De woorden de namen als haken als ankers het fixeren vasthouden op plek houden en eruit willen een wereld bouwen en daarom dichter zijn (want alleen in je gedichten kan je wonen?).

Of gewoon de gedichten in de vorm van een antwoord. Een zoektocht. Een leven buiten de opbergkast. Het uitbreken, en wat daarna komt.

Gedichten die je bijna hoort.
Gedichten die je bijna aanraken.
Gedichten waarin je kunt wonen als je niet in een opbergkast wil wonen.

Jay Farley A [Cupboard] Full of Tomboys review by Tim Donker

– is of course prescription, I thought. Is what prescribes. Or decides. Sovereign is he who decides on the state of emergency. State of exception. The human appears. That can just happen to be the case. She is the many. The bird flew away, and then the sun rose. The song of an I-person who is present here. The future is raw, then it gets cooked in the present, then baked on a slow fire, and in time, cracklings will remain. Man and woman and something gave voice to things. Garbage dumps, furniture boulevards, silos, silos, transmission towers, sheep farmers hunting wolves, sports clubs, car wrecking yards, mail sorting centers, leaf blowers, pizza deliverers, a bonus flyer torn to shreds, and for everything a place. For everything a place.

Place is prescription. Place is storage cabinet. Storage cabinet is static. Is what lies fixed. Is what is prescribed. Prescribed direction of travel. The known. The man. The woman. Dominating. Patriarchal, you say. White, you say. Binary, you say. That’s how the storage cabinets are built. From wood so crooked. Put people beings living things together in groups and that is how things will grow. The norm normalizes. That which most are. That to which the lion’s share conforms. The bracket conceived by the loudest shouters. What fits we will tolerate. The rest not. And then the sun rose. Then sounded the song of the we present here. And then precisely break out.

Breaking out. That’s what this collection is about. The storage cabinet too cramped and anyway not your place and wanting to get away from there. That doesn’t happen without traces of breaking and entering. Farley not only opens the cabinet or society, but the entire language. Which is why these poems regularly leap off the page. On first flipping through, the proliferation of punctuation marks is immediately noticeable. So. You browse. You see slashes making cuts in sentences, you see square brackets inflating themselves, you see greater-than signs aiming their arrows at what comes after. And you think. Here roars an angry language. But the punctuation marks are not without meaning, though not their usual one. An explanation at the beginning says that [ ] stands for oppression, < for worsening, / for a little bit hopeful. For example. It says, only to say afterward that you’d better forget that explanation right away and I would like to emphasize: forget it right away! It’s more beautiful without this explanation, it’s more beautiful to let the punctuation marks drive your own thoughts, poems are not maps, they can do without a legend, they can stand on their own, they can freely associate with each reader individually, I prefer an aesthetic interpretation, you prefer something else, Jay Farley tends towards journey, towards progressive movement.

And speaking of journeys. A nota bene in Nebraska. The poem enumerates: pairs of two words, the first word begins with an n and the second with a b. Neutral biology. Neurodiverse brain. Nuclear bomb. New blood. Nail biting. Nihilistic bravado. Non-binary. Perhaps the non-binary as a nota bene, a postscript, something that is not automatically given with the storage cabinet, what doesn’t dominate, what is not that to which most wish to conform. What can only take proper form outside the cabinet, what must be fought for or demarcated again and again, as a latecomer placed in the body; writing; resurrecting through words.

Perhaps that’s also why these poems rarely look like poems typically look. There is a poem in the shape of the Twitter bird. Can you still say Twitter? I always thought Twitter was a silly name, but I find x even more grotesque, and that Elon Musk is one of the scariest people of our time, and Twitter was at least appropriate because it referred to chirping, to the sounds birds make, and birds make sound to mark their territory or to attract females or to warn of danger and isn’t that exactly what Twitter is about, about territorial pissing contests, about hey look at me, and about everything we don’t trust, here is my piece of world and you may not come there, here is my female and you may not touch her, and there is everything that is different and that must stay away, no wonder that medium attracted the attention of son Elon Musk, bureaucracy why the Netherlands could use some Elon Musk those right-wing balls from Elsevier bellow yesyesyes, in a dictatorship there is no bureaucracy because bureaucracy is typically something from that soft-handed democratic time when all those stupid rules exist to protect people against the total arbitrariness of whoever happens to be in charge fortunately we can sometimes still declare a state of emergency which at least for a moment can put an end to all that superfluous human rights nonsense sow fear and rule there Marc van Ranst can talk about that and medical contact still headlines everyone who says the measures weren’t necessary must be contradicted yesyesyes let fear rule let fear always lead never let anyone bend fear that is necessary that is Twitter so that’s why I prefer to say Twitter and not x. Farley fills his Twitter bird with razor-sharp judgments about being non-binary. It attacks. It rejects. It takes sharp turns. It has no eyes. It raises its finger. It says. It knows. It asks no questions. It posits. It excludes. And it locks up. In storage cabinets. Whether escaping the storage cabinets means you have to build other storage cabinets I don’t know. But that wasn’t the question. There were no questions.

Or.

A poem in the form of a crossword puzzle. Very un-Okosterian. I think. You could say something, about it. At a party.

Or.

Poem in the form of an infinite loop. Very Anselm Berriganian. I think. Come in alone.

Or.

In the form of a Rose. Is girl. I would have liked that Pier Paolo Pasolini better if he had never made films.

Or. Grief work or. Foucault’s pendulum or. The head of Vitus Bering or. The life of Quintus Fixlein or. Everyone must be somewhere or. The mandrill on the barrier or. Man a machine or. The night too is a sun.

Or.

The words the names as hooks as anchors the fixing holding keeping in place and wanting to get out build a world and therefore be a poet (because you can only live in your poems?).

Or simply the poems in the form of an answer. A search. A life outside the storage cabinet. The breaking out, and what comes after.

Poems you almost hear. Poems that almost touch you. Poems in which you can live if you don’t want to live in a storage cabinet.

Jay Farley A Cupboard Full of Tomboys

A [Cupboard] Full of Tomboys

  • Auteur: Jay Farley (Engeland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Taal; Engels
  • Uitgever: Broken Sleep Books
  • Verschijnt: 28 februari 2025
  • Omvang: 56 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: £ 8,99 
  • Boek bestellen bij: Amazon / Bol

Flaptekst van de dichtbundel van John Farley

Through the poetic and raw lens of a neurodiverse filmmaker, A [Cupboard] Full of Tomboys by Jay Farley navigates the intricate intersections of identity, gender, and class. This collection unfolds the journey of an older, working-class non-binary individual. With a cinematic and surreal texture, the poet uses words not only to validate their existence but also to unlock the transformative power of language itself. From the confines of the metaphorical cupboard to the expansive, defiant explorations of a new, queer world, Farley’s poetry challenges binaries, embraces fluidity, and crafts an unflinching celebration of lived authenticity.

Jay Farley is a non-binary, neurodivergent award winning filmmaker and digital artist. Discovering their Non-binary identity in 2022 aged 48 was profound and they found their voice as a performer and poet. Farley subsequently became award winning with ‘I Wish I’d Won the Miners’ Strike’, published in How it Started, Creative Futures Writers’ Award 2022 anthology. They are published in the Queer Icons anthology, SparksHot Poets anthology and illustrated in Woop Woop magazine. Their debut book of poetry A [Cupboard] Full of Tomboys was created under the mentorship of TS.Elliot Award winning Joelle Taylor and published by Broken Sleep Books.

Bijpassende boeken en informatie

William Shakespeare – Voor jou en jou alleen

William Shakespeare Voor jou en jou alleen recensie en informatie sonnetten van de Engelse schrijver vertaald door Frans van Deursen. Op 9 mei 2025 verschijnt bij Uitgeverij Van Oorschot de Nederlandse vertaling van vijf sonnetten van William Shakespeare, vertaald door Frans van Deursen. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

William Shakespeare Voor jou en jou alleen recensie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van Voor jou en jou alleen, het boek met vijf sonnetten van William Shakespeare, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

William Shakespeare Voor jou en jou alleen

Voor jou en jou alleen

De sonnetten

  • Auteur: William Shakespeare (Engeland)
  • Soort boek: gedichten, sonnetten
  • Nederlandse vertaling: Frans van Deursen
  • Uitgever: Van Oorschot
  • Verschijnt: 9 mei 2025
  • Omvang: 176 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 19,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek met sonnetten van William Shakespeare

Toen acteur en schrijver Frans van Deursen werd gevraagd vijf van Shakespeares sonnetten voor te lezen tijdens een sonnettenmarathon, ging hij op zoek naar vertalingen die voor voordracht geschikt zijn, maar vond die niet.

Niet gespeend van een gezonde dosis overmoed ging hij zelf aan de slag. Hij kreeg algauw de smaak te pakken en besloot alle 154 sonnetten te vertalen. Dat resulteert in een fonkelnieuwe, frisse, brutale, verrassend begrijpelijke en heerlijk leesbare vertaling van de beroemdste liefdespoëzie ooit geschreven.

Met respect voor vorm en inhoud van het origineel (de regels van het sonnet, metrum en rijm) worden Shakespeares schitterende, tijdloze verzen voor iedereen toegankelijk.

Bijpassende boeken

Esther Kondo Heller – Arrangements

Esther Kondo Heller Arrangements review, recensie en informatie dichtbundel van de Keniaans-Duitse dichteres. Op 11 maart 2025 verschijnt bij Fonograf Editions de eerste dichtbundel van de dichteres en experimentele filmmaker Esther Kondo Heller. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave. Een Nederlandse vertaling van het boek is niet verkrijgbaar.

Esther Kondo Heller Arrangements review en recensie van Tim Donker

Stel. Een moeder op sterven. Gedurende haar laatste momenten begint ze Engels te spreken. Kind staat erbij, spreekt geen Engels, maar vader moedigt aan en zegt Ja ze kan je begrijpen, ze krijgen nu Engels op school. Wat doet taal op dat moment? Voor het kind is de taal die gesproken wordt iets geslotens. Maar er wordt gedaan alsof het daar ligt, open, vatbaar. Door de ouders. Een stervend. En een die leeft. Taal op grens van leven en sterven, taal op grens van verstaan en niet-verstaan. Taal is een streek. Een land. Om in te dwalen. Om in op zoek te gaan. Ontdekken. Taalbegeerte. Taalhonger. Het onbegrepene begrijpen, in de haast letterlijke zin van be-grijpen; in een greep proberen te krijgen; wat ver was nabij halen. De mens als ontverringsmachine. Heidegger zei het al. Heidegger? Hoe is hij de bespreking binnen gewandeld? Dit gaat over hoe Esther Kondo Heller zich door de taal snuift en betekenis tracht te vinden in elke kier, in elke uiting, en omdat AR:RANGE:MENTS een Engelstalige bundel is, gaat het niet over iets uiten maar over “to utter”. Utter, zet een m voor de u en je bent weer terug bij mutter, bij de moeder waarmee alles altijd begint (broers en lijnen worden uitgeworpen toen Berlijn & vandaar misschien het Duits, er staat ook een pracht van een Duits gedicht in deze bundel) (de overtalige) (de meertalige) (ook nog één in een taal die ik niet ken, iets met damu yanga ina zagunika; het zou iets Afrikaans kunnen zijn) (het pan-afrikaanse ar-kest), en ook mutter kun je fijner snijden, het eerste deel zegt dan mut, bijna mute, wat wijst op stilte want “in linguïstiek is een uiting een eenheid van spraak gevolgd door stilte”; “toen ze stierf was alles wat ik zei: [   ]”- bijgevolg heeft naast spraak stilte de belangrijkste rol in deze bundel. De woorden en het wit rondom de woorden. Wat het zijn de begrenzingen die het begrensde zijn inhoud geven. Het wit maakt de woorden evenzeer als de letters dat doen. Leegte. Leegte die ademt.

Stel je je geest voor als een hond die Denzel heet. Aan de lijn gehouden door een vrouw die er altijd over klaagt dat er teveel tomatenpuree in de stoofpot zit maar toch iedere keer weer alleen schoongezogen botjes voor Denzel overlaat. Stel je het tollen voor in de beweging van het lied van de betover(en)de zee. Jodelend. In de morgen schept een kruiwagen je op en de vrouw die jou een naam heeft gegeven eet Coco Pops met warme opgeschuimde melk en zegt dat ze die hond nooit heeft gemogen omdat hij altijd overal pist en altijd tegen iedereen opspringt. Ja. Stel je dat eens voor.

Stel je een broer voor die boeken verbrandt in de woonkamer om een ei te kunnen koken. Het vuur. De rook. Het smelten van de harde kaften. Je zus vormt woorden doorheen het raam. Geen zorgen, buren, het vuur is onder controle, jullie hoeven de brandweer niet te bellen. Maar natuurlijk bellen de buren de brandweer toch en tot hun grote ongenoegen is het brandje geen reden om de familie het huis uit te zetten want de huur wordt altijd op tijd betaald. Alleen vertoont het tapijt nu een krater nee een mond nee een zwart gat in de grond. Dus stel je een zwart gat in de huiskamer voor: je hoort je ouders nooit meer ruzieën want het geluid van hun gedempte stemmen wordt volkomen geïnhaleerd door het gat.

Stel je een land voor dat niet uit het vliegtuig wordt gegooid. Afgeslachte documenten. Archieven in Berlijn, ja Berlijn, ik zei het toch al, ich hab’ noch eine Koffer in Berlin, een kerk in Berlijn, een interview, misschien in Berlijn misschien elders, een verslaggever die aan Marten Luther King jr. vraagt en vindt u dat deprimerend en Marten Luther King jr. die antwoordt ja dat vind ik zeker deprimerend terwijl ergens buiten beeld een stem opklinkt die zegt vorsicht!

Stel je de zoektocht naar taal voor, naar leven, naar liefde, naar een plek om te mogen, om te kunnen zijn, plekken waar je kan bestaan want de mens komt voor, dat kan zomaar het geval zijn.

Stel je pagina’s voor die geluid maken; een patroon dat gevoeld, gehoord, ervaren kan worden. Gesmolten boeken die één worden. De kinderen van de terminaal zieke moeder (zegt Zappa: alles is terminaal!) (waarna hij woedend de hoorn op de haak gooit). Stel je de vraag voor hoe je een moeder moet noemen die er niet meer is. Nomen est omen. Namen zijn nieuws. Dus. Schuim. Geest. Merg. Wind. Uiting. Muiting. Hun mond naar de oceaan. Een droom waarin alle moeders groeien. Eeuwigdurend aanwezig. Haar: hen: ik: samenzwerend om te zijn.

Stel je de bus voor als een archief van lichamen. Een vrouw die een hardgekookt ei eet aan boord van een trein. Stel het geluid voor dat het breken van dat ei maakt. Dingen die open gaan. Dingen afgesloten. Een taal die langzaamaan openbreekt en begrepen wordt, omdat je wil begrijpen, omdat je begrepen wil worden, Stevie Wonder die zei sommige mensen willen je een heel klein beetje te snel begrijpen, op tv zegt iemand Schrijven is voor mij een boodschap overdragen die begrepen wordt, in het overdragen en het begrijpen, ligt het daar niet?, is dat (deze) poëzie (?): het dragen en het grijpen, van arm naar hand, de hand, de arm, de opflikkering in dat kortstondige contact.

Stel je de opflikkering voor en je stelt je deze bundel voor.

Stel je het voor met het zonlicht dat doorheen de ramen op je blote onderarmen valt. Er is koffie. Er is muziek. David First misschien, of The Red Crayola, of was het alweer Nordvargr / Drakh die keer, wie weet.

Stel je voor dat iemand zegt Waar ist werk van en dat je zwaait met AR:RANGE:MENTS in je hand en zegt Hier ist werk van, stel je handen en ogen en flikkeringen en wind en bomen en leven voor. Stel je voor hoe het kruipt, hoe dat allemaal kruipt, hoe het in en uit de woorden kruipt, omdat dat de kracht is van woorden, de kracht van bundels, de kracht van poëzie.

English translation of the review in Dutch bij Tim Donker

Imagine. A mother dying. During her final moments, she begins to speak English. Child stands nearby, doesn’t speak English, but father encourages and says Yes she can understand you, they’re now learning English at school. What does language do at that moment? For the child, the language being spoken is something closed. But it’s treated as if it lies there, open, graspable. By the parents. One dying. And one living. Language at the border of life and death, language at the border of understanding and non-understanding. Language is a region. A country. To wander in. To search in. Discover. Language-desire. Language-hunger. To understand the incomprehensible, in the almost literal sense of grasping; trying to get a hold of it; bringing near what was far. The human as a de-distancing machine. Heidegger already said it. Heidegger? How did he walk into this discussion? This is about how Esther Kondo Heller sniffs through language and tries to find meaning in every crack, in every utterance, and because AR:RANGE is an English-language collection, it’s not about expressing something but about “to utter.” Utter, put an m before the u and you’re back at mutter, at mother with whom everything always begins (brothers and lines are cast out when Berlin & perhaps that’s why the German, there’s also a beautiful German poem in this collection) (the multilingual) (also one in a language I don’t know, something with damu yanga ina zagunika; it could be something African) (the pan-African or-chestra), and you can also slice mutter more finely, the first part then says mut, almost mute, which points to silence because “in linguistics an utterance is a unit of speech followed by silence”; “when she died all I said was: [ ]” – consequently, alongside speech, silence has the most important role in this collection. The words and the white space around the words. What it is are the boundaries that give the bounded its content. The white space makes the words as much as the letters do. Emptiness. Emptiness that breathes.

Imagine your mind as a dog named Denzel. Held on a leash by a woman who always complains that there’s too much tomato paste in the stew but still every time leaves only cleaned-off bones for Denzel. Imagine the spinning in the movement of the song of the enchant(ing) sea. Yodeling. In the morning a wheelbarrow scoops you up and the woman who gave you a name eats Coco Pops with warm frothy milk and says she never liked that dog because he always pees everywhere and always jumps up against everyone. Yes. Imagine that.

Imagine a brother who burns books in the living room to cook an egg. The fire. The smoke. The melting of the hard covers. Your sister forms words through the window. Don’t worry, neighbors, the fire is under control, you don’t need to call the fire department. But of course the neighbors call the fire department anyway and to their great displeasure, the fire is no reason to evict the family from the house because the rent is always paid on time. Only now the carpet shows a crater no a mouth no a black hole in the ground. So imagine a black hole in the living room: you never hear your parents argue again because the sound of their muffled voices is completely inhaled by the hole.

Imagine a country that isn’t thrown out of the airplane. Slaughtered documents. Archives in Berlin, yes Berlin, I already said so, ich hab’ noch eine Koffer in Berlin, a church in Berlin, an interview, maybe in Berlin maybe elsewhere, a reporter who asks Martin Luther King Jr. and do you find that depressing and Martin Luther King Jr. who answers yes I certainly find that depressing while somewhere off-screen a voice sounds saying vorsicht!

Imagine the search for language, for life, for love, for a place to be allowed, to be able to exist, places where you can exist because humans occur, that might just be the case.

Imagine pages that make sound; a pattern that can be felt, heard, experienced. Melted books becoming one. The children of the terminally ill mother (says Zappa: everything is terminal!) (after which he angrily slams down the receiver). Imagine the question of how to call a mother who is no longer there. Nomen est omen. Names are news. So. Foam. Spirit. Marrow. Wind. Utterance. Mutiny. Their mouth to the ocean. A dream in which all mothers grow. Eternally present. Her: them: I: conspiring to be.

Imagine the bus as an archive of bodies. A woman eating a hard-boiled egg on board a train. Imagine the sound that breaking that egg makes. Things that open up. Things sealed. A language that gradually breaks open and is understood, because you want to understand, because you want to be understood, Stevie Wonder who said some people want to understand you a little bit too quickly, on TV someone says Writing for me is conveying a message that is understood, in the conveying and the understanding, doesn’t it lie there?, is that (this) poetry (?): the carrying and the grasping, from arm to hand, the hand, the arm, the flicker in that brief contact.

Imagine the flicker and you imagine this collection.

Imagine it with the sunlight falling through the windows onto your bare forearms. There is coffee. There is music. David First perhaps, or The Red Crayola, or was it Nordvargr / Drakh that time, who knows.

Imagine someone saying Where ist work from and that you wave AR:RANGE in your hand and say Here ist work from, imagine hands and eyes and flickers and wind and trees and life. Imagine how it crawls, how all of that crawls, how it crawls in and out of the words, because that is the power of words, the power of collections, the power of poetry.

Esther Kondo Heller Arrangements

AR:RANGE:MENTS

Poems

  • Auteur: Esther Kondo Heller (Kenia, Duitsland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Fonograf Editions
  • Verschijnt: 11 maart 2025
  • Omvang: 74 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: $ 17,95
  • Boek bestellen bij: Amazon

Flaptekst van de dichtbundel van Esther Kondo Heller

Can words hold a note? Can language foam like a mouth? In Ar:range:mentsEsther Kondo Heller creates textual & visual language that escapes the page to utter and speak past the record, the archive, and the document. What arrangements exist between a mother and child? In listening to Black queer life in Berlin, Mombasa, and London, the action of arranging becomes a means of sounding out a collective utterance of Black survival with joy amidst grief, colonialism, medical racism, and loss.

Ar:range:ments collectively thinks with, amongst others, the works of Audre Lorde, May Ayim, Fred Moten, NourbeSe Philip, Harryette Mullen, Diana Khoi Nguyen, Victoria Adukwei Bulley, Marvin Gaye, Taylor Johnson, and Gabrielle Octavia Rucker.

Esther Kondo Heller is a poet, literary critic, and experimental filmmaker. They are a Barbican Young Poet 18/19, an Obsidian Foundation fellow, and a Ledbury Critic. They have an M.F.A. in Poetry from Cornell University 23′ and are currently, a first-year Ph.D. student in Comparative Literature at Harvard University, where they are working on transnational Black poetics.

Bijpassende boeken en informatie