Autran Dourado Opera der doden recensie en informatie roman uit 1967 van de Braziliaanse schrijver. Op 21 augustus 2025 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik de Nederlandse vertaling door Harrie Lemmens van de roman Ópera dos Mortos van de uit Brazilië afkomstige schrijver Autran Dourado. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.
Autran Dourado Opera der doden recensie
- “Met flair, haast jolig, zoomt de verteller in op een huis, nee, op twee huizen, boven op elkaar, en hij vertelt kort de geschiedenissen van een liederlijke potentaat en zijn fijner besnaarde zoon.” (NRC Handelsblad)
Recensie van Tim Donker
En weeral ist Harrie Lemmers verdomd zeg ja weeral ist Harrie Lemmens. Had de goede man me eerst al gehaakt gekregen aan António Lobo Antunes, wiens Voor wie in het donker op mijn wacht ik deze zomer ademloos las onder de hete zon van Valencia (en ik vond dat boek zelfs nog wel een slagje beter dan De omvang van de wereld – het boek dat me ergens int voorbije voorjaar danig verpletterd had); nu introduceert Lemmens me aan Dourado, die ik ook al niet kende, en ook al met keelsnoerend proza weet op te komen. Eveneens opgedolven uit het Portugees, uiteraard, Lemmens moet het Portugees wel door de aderen hebben vloeien, maar het land is Brazilië dit keer. Ook de tijd verschilt: Dourado schreef Opera dos Mortos in 1967. Misschien daarom lijkt het, op eerste gezicht dan in ieder geval, een wat klassiekere toon aan te slaan dan Voor wie in het donker op me wacht of De omvang van de wereld – boeken waar Opera der doden behalve de brontaal en de vertaler niets gemeen mee heeft.
Of. Naja. Misschien de eenzaamheid.
Misschien de beklemming.
Misschien de nostalgie.
Misschien de melankolie.
In Opera der doden gaat het om Rosalina. Ooit was haar familie rijk en machtig; ze bezaten grond en hadden invloed. Rosalina’s opa boezemde ontzag en angst in; haar vader was milder en innemender en lange tijd een geliefde figuur in zijn omgeving. Het huis zat altijd vol, men at en dronk en onderhield zich. Tot hij de fout begin politieke aspiraties te ontwikkelen, en na een debacle gedesillusioneerd achterbleef. En zijn vrouw ging dood, en hijzelf ging dood, en toen was Rosalina alleen met Quiquina, sedert jaar en dag de dienstmeid, in dat ineens wat te grote huis, met weinig meer te doen dan drinken en kunstbloemen maken. Dan komt José Feliciano, de zanger José Feliciano dacht ik nog toen ik het achterplat las, waardoor ik dit boek heel eventjes op een absurdistische roman ging schatten (een blinde zingende klusjesman?), maar neen het is een andere José Feliciano, een personage dat ook gekend is als Juca de Mus en Zé-van-de-Majoor, ik weet ook niet zeker of die andere José Feliciano al platen opnam in 1967, volgens mij wel maar in ieder geval zong hij dan toch niet zó hard dat het tot in Brazilië te horen was, en deze José Feliciano weet zich, met het geluk dat hij van buiten komt (sinds de mislukte politieke carrière van haar vader koestert Rosalina een bittere wrok tegen haar stadsgenoten) zich als manusje-van-alles het huis en het leven van Rosalina in te kletsen. Hij klaart wat klusjes in huis, hij hangt een beetje rond in het stadje, waar hij praatjes maakt en verhalen vertelt en zich snel geliefd maakt, maar als hij in de avond een keer een glas met Rosalina mee drinkt, begint hun verstandhouding te veranderen – tot grote ergernis van Quiquina.
Dourado begint wat wollig, met Rosalina’s opa en met haar vader, en met de voorgeschiedenis van het huis waar ze woont, waardoor je even het idee krijgt dat je in een historische roman verzeild geraakt bent maar dat is (gelukkig) niet het geval. Je zou het postmodern kunnen noemen, je zou ook kunnen zeggen dat de erfenis van het decadentisme niet onopgemerkt aan deze roman voorbijgegaan is (waren er decadenten in Brazilië?); je zou kunnen wijzen op licht experimentelen ingrepen in de vertelstijl, zoals de geregelde perspectiefwisselingen (ah nog iets dat het deelt met De omvang van de wereld!) of de hebbelijkheid van Dourado om de lezer af en toe rechtstreeks aan te spreken maar waarmee Dourado écht onder de huid kruipt is de manier waarop hij het narratief bevriest tot op een punt waarop er ogenschijnlijk niks lijkt te gebeuren.
José Feliciano en Rosalina zijn mensen die, hoewel ze eigenlijk niet vreselijk oud zijn, hun gloriejaren wel achter zich hebben. Hoe gaat dat met levens. Er is geluk, harmonie, en alles is fijn, en dan gaan mensen dood, of jij gaat weg van de plek waar je gelukkig was, en de dagen blijven komen, en je kunt het vullen met wat geklets, of kunstbloemen maken, of likeurtjes drinken, en wat rondhangen en dat is het dan. Misschien gaat Opera der doden daar wel over: het leven, of wat daar van over blijft als het schoonste eraf is, bijvoorbeeld omdat de doden die je te betreuren hebt inmiddels zo talrijk zijn dat hun opera langzamerhand onnegeerbaar hard opklinkt in zelfs je triviaalste dagdagelijksheden. Maar zingen en klinken doet het. Ook in deze woorden. De muzikaliteit van deze roman is weergaloos. De vele herhalingen, de spreektaal, de bewustzijnsstromen, de in elkaar vlechtende perspectieven, de directe rede die zonder leestekens weergegeven in de hoofdtekst verzinkt zodat de verschillen tussen gedachte, monoloog, dialoog, gesprekken en gebeurtenissen vervagen en alles tot dezelfde melodie gaat behoren. Een melodie die komt en gaat in golven die de lezer af en toe overspoelen. Waarlijk prachtig, hallucinant en meeslepend is de scene waarin José Feliciano voor de eerste keer een glas met een al wat aangeschoten Rosalina besluit te drinken. Met een welbepaald ritme weet Dourado een (sexuele) spanning te creëren die zo dik is dat het zweet je op de huid komt te staan. Sex in literatuur werkt meestal niet (is in ieder geval zelden opwindend), maar Dourado laat het werken hier en sowieso behoren deze bladzijden hier tot de schoonste die ik dit jaar las.
Gelijk aan levens die na wat -achteraf bezien misschien- het hoogtepunt was, lijkt Opera der doden na hogergenoemde scene nog maar wat voort te kwakkelen. De lezer ziet de decors scheuren en de personages verbleken in steeds lelijker licht. De afstandelijke, wat vormelijke en onbenaderbare Rosalina ontpopt zich tot een manipulatieve en gevoelsarme hartenbreekster; de goedlachse en sympathieke (en oké misschien wat sukkelige) José Feliciano toont zich een sexistische, kleinzielige en afhankelijke zeurkous met uiterst dubieuze gedachten en herinneringen (was dat nou nodig, Dourado?) (langs de andere kant vormen incest en pedofilie ook wel ruimere motieven in dit boek) (misschien om, in mijn ogen lichtelijk geforceerd, een mythologische onderlaag te leggen) (die lauwe, zenoëske pijl-filosofie dient vermoedelijk een dergelijk doel) en Quiquina, eens zo zorgzaam, liefdevol en zachtaardig blijkt op het wrede af haatdragend te zijn. Het is pijnlijk om het weinige dat er nog is te zien instorten en even vraag ik me af of het wel het goede soort pijnlijk is. Maar dan zet de schrijver een ontwikkeling in gang die ik niet aan zag komen en worden er andere uitzichten geboden.
Misschien is de hoofdrol wel voor Quiquina.
Misschien gaat het om een nog grote kracht dan het heuvelafwaarts gaan van levens: afgunst. Rancune. Woede. Uitsluiting. Drama’s moeten altijd verwijtbaar zijn want wat verwijtbaar is kent zondebokken. Zonder zondebokken gaat het niet, en dat is ook een oeroud thema. Wat geweest is, en altijd zijn zal. Van een opera die nooit zwijgen zal weet Dourado een aardig tijdloze roman te smeden. Eén die nog lang na blijft klinken.

Opera der doden
- Auteur: Autran Dourado (Brazilië)
- Soort boek: Braziliaanse roman
- Origineel: Ópera dos Mortos (1967)
- Nederlandse vertaling: Harrie Lemmens
- Uitgever: Koppernik
- Verschijnt: 21 augustus 2025
- Omvang: 264 pagina’s
- Uitgave: paperback
- Prijs: € 23,50
- Boek bestellen bij: Bol / Libris
Flaptekst van de roman uit 1967 van de Braziliaanse schrijver Autran Dourado
Opera der doden beschrijft het leven van Rosalina, de laatste nazaat van een familie van grootgrondbezitters, die samen met haar stomme dienstmeid in een groot oud herenhuis woont in een stille Braziliaanse provinciestad. Overdag maakt ze kunstbloemen, ’s avonds drinkt ze in het geheim. Ze leidt een vrijwel geheel geïsoleerd leven tot José Felicano aanneemt als klusjesman. Zijn aanwezigheid verlevendigt de claustrofobische atmosfeer van het huis en wanneer hij Rosalina’s minnaar wordt, verdwijnt al haar zelfverzekerde rust.
Opera der doden is het dwingende en intense meesterwerk van een van de belangrijkste Braziliaanse schrijvers van de twintigste eeuw.
Autran Dourado is geboren op 18 januari 1926 in Patos de Minas, Brazilië. Hij was een Braziliaanse romanschrijver. Dourado werd geboren in Patos de Minas, in de deelstaat Minas Gerais, en dat is de setting van zijn meeste boeken. Hij ontving onder meer de Camões-prijs en de Machado de Assis-prijs. In 2024 verscheen bij Uitgeverij Koppernik de roman Het mensenschip. Zijn bekendste roman, Opera der doden, zal in 2025 bij Koppernik verschijnen. Hij overleed op 30 september 2012 in Rio de Janeiro en werd 86 jaar oud.
Bijpassende boeken en informatie