Categorie archieven: Amerikaanse roman

James Purdy – Onder sterren

James Purdy Onder sterren Amerikaanse roman uit 1992 recensie en informatie over de inhoud. Op 1 december 2022 verschijnt bij uitgeverij Athenaeum de Nederlandse vertaling van de roman uit 1992 Out with the Stars van de Amerikaanse schrijver James Purdy.

James Purdy Onder sterren recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Onder sterren. Het boek is geschreven door James Purdy. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman van de Amerikaanse schrijver James Purdy.

James Purdy Onder sterren Amerikaanse roman uit 1992

Onder sterren

  • Schrijver: James Purdy (Verenigde Staten)
  • Soort boek: Amerikaanse roman
  • Origineel: Out with the Stars (1992)
  • Nederlandse vertaling: Harm Damsma
  • Uitgever: Athenaeum
  • Verschijnt: 1 december 2022
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 21,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman uit 1992 van James Purdy

De arrogante componist Abner Blossom schort tijdelijk zijn pensioen op na de ontdekking van een anoniem libretto. Hij besluit een opera te componeren die is gebaseerd op het leven van de beruchte schrijver/ fotograaf Cyril Vane. Maar iedereen die Vane en zijn vrouw kent, een vergane Russische ster, weet dat zij alles op alles zullen zetten om de waarheid niet aan het licht te laten komen.

Onder sterren (1992) bevat alles wat Purdy tot een beroemde schrijver heeft gemaakt: het is een onorthodoxe roman vol kleurrijke figuren, indringend realisme, sociale en maatschappelijke satire, onverwachte wendingen, humor en vooral liefde. De liefde van de schrijver voor zijn veelal bizarre personages.

Bijpassende boeken en informatie

Cormac McCarthy – Stella Maris

Cormac McCarthy Stella Maris recensie en informatie over de inhoud van de roman. Op 22 november 2022 verschijnt bij uitgeverij Picador de nieuwe roman van de Amerikaanse schrijver Cormac McCarthy. De Nederlandse vertaling van de roman verschijnt bij uitgeverij De Arbeiderspers. Een maand eerder, op 25 oktober 2022 verschijnt een tweede nieuwe roman van de beroemde Amerikaanse schrijver. Deze roman heeft als titel The Passenger meegekregen.

Cormac McCarthy Stella Maris recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de roman Stella Maris. Het boek is geschreven door Cormac McCarthy Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit nieuwe roman van de Amerikaanse schrijver Cormac McCarthy.

Recensie van Tim Donker

De Cormac. De McCarthy. Daar is hij. Daar is hij dan weer. En De Passagier staat nog warm en rokend in mijn kast, en De Passagier laat me nog hijgend, en De Passagier leeft nog – en nu al komt hij af met Stella Maris. Toch geen flinterdun boekje, dat De Passagier (liet ik de titel van zijn vorige reeds vallen? De Passagier heette het) maar het liet me niettemin op een zeker soort honger achter: ik had niet gewild dat het al uit was, niet nu al (had ik trager moeten lezen?) en komt dus als geroepen dit Stella Maris want het sluit nogal goed aan bij euh… wel, De Passagier dus. Zie het als een nabeschouwing. Een post scriptum misschien. Ik weet het niet, ik probeer die achterlijke term “tweeluik” te vermijden. Ging het vorige boek nog over Bobby Western, dit keer staat zijn zus centraal (van wie wij via Bobby ook al menige glimp hadden mogen opvangen).

Alicia Western is een briljant wiskundige (ex-wiskundige feitelijk), gediagnosticeerd als lijdend aan “paranoïde schizofrenie” en uit eigen wil opgenomen in een kliniek die Stella Maris heet (hee, anders sloeg die titel ommers nergens op). Gans het boek wordt verteld in therapeutiese sessies.

He?

Wat?

Ja.

Gesprekken. Met haar therapeut. Dit hele boek bestaat uit dialogen, meer niet.

Wow.

Is wat ik dacht. Is wat ik almeteens dacht. Is wat ik op voorhand al dacht. Cormac McCarthy, dacht ik, de geniale Cormac McCarthy komt af met experimenteel proza van een kaliber waarvoor ik Engels ben gaan lezen.

He?

Wat?

Ja, dat behoeft misschien enige uitleg. Die laatste zin ik meen. Eigenlijk kende ik die hele Cormac McCarthy van haar noch pluim toen ik aan De Passagier begon. Maar dat mepte me dan ook steenkoud neder: niet zelden was ik zó onder de indruk van een boek. Oké, ik ben best vaak zó onder de indruk van een boek. Maar gezien de hoeveelheid boeken die ik lees, ging het uitgedrukt in procenten toch nog altijd om een bijzonderheid. Dit was wel één van de boeken die me bij blijven zou & McCarthy was op slag een nieuwe favoriet. Dat was één.

En dan dat experimenteel proza: ik heb nu al bijkans drie decennia lang een boon voor boeken die op één of andere manier afwijken van de vuile rest die daar zo’n beetje in het midden ligt en een boek dat geheel uit dialogen bestaat kwalificeert zich bij mij als experimenteel proza en heeft alleen daarom al mijn aandacht – al zou het niet geschreven zijn door Cormac McCarthy maar lawwezeggûh door William Gaddis. Want die schreef ooit JR, een regelrechte aanval op de Amerikaanse droom (en alleen daarom al goed). En misschien de eerste roman ooit die vrijwel volledig uit dialogen bestaat, kruisende dialogen, in elkaar hakende dialogen, zich verknopende dialogen – niet altijd is het bij Gaddis meteen duidelijk wie er nu eigenlijk precies aan het woord is. Ik vernam wat over JR, ik hoorde iets komen doorheen de druivengaard en ik dacht: Dat boek moet ik lezen! Maar JR is bij mijn allerbeste weten nooit in het Nederlands vertaald (schande, Arbeiderspers!) (nee: schande, Koppernik!) (vroeger zou ik gezeid hebben: schande, IJzer) (maar die tiep kent geen skinnerbox uit een boodschappenkrat, dus laat maar). Dus wat toen gezongen? Zomaar wat uitgeverijen een verzoeknummertje doen? Vertaal dit toch eens, vertaal dit boek toch eens, waarom vertalen jullie dit boek toch niet? Ik trachtte In De Knipscheer ooit zo gek te krijgen de kortverhalen van Michael Gira te vertalen en daar kwam al niks van in de bus – en die mensen kénde ik dan nog min of meer. Wat voor deksels zouden geheel onbekende uitgevers dan op mijn neus doen belanden? Nah. Heel dat boek, heel dat vuistdikke en bij vlagen volslagen onbegrijpelijke boek in de oorspronkelijke taal doorworstelen leek me dan makkelijker. Dus ik liet het aanrukken. Uit het verre Amerika. En dat daar bleek maar de top van de ijsberg: wat een schatten en schatten en nog eens schatten aan wonderschoon onvertaald proza en onvertaalde poëzie lagen daar in dat door mij tot dan toe voor debiel gehouden Amerika te wachten op mijn lezersogen! (en hoe logies ook: met een afzetmarkt zo ontzettend groot, kun je wel eens een onorthodox danspasje veroorloven, niet waar?) Er was een tijd, zelfs, dat het Engelstalige deel van mijn boekenkast het Nederlandstalige deel bij verre oversteeg.

Ik had dus alle redenen om aan te nemen dat ik Stella Maris nog beter ging vinden dan (okee nu is het genoeg regels geleden nu kan ik hem wel weer even noemen) De Passagier. Maar hoeveel beter dan ongelooflijk goed kan goed zijn? Wat ging Stella Maris met me doen als De Passagier me al verpletterd had? Me vergruizelen? Het allereerste McCarthy-boek dat ik ooit gelezen had, was grofkorrelig, duister, spannend, grappig, hallucinant, verwarrend, hard, ontroerend, mooi, aangrijpend, ontregelend, vervreemdend, surrealistisch, dromerig, rauw en vooral volstrekt eigen. Wat ging dit boek meer kunnen zijn dan dat? Kán een boek wel meer zijn dan dat.

Nou. Nee. Nee dus. Dat kan een boek niet. Stella Maris was niet de klap op de vuurpijl. Stella Maris was de mensen op straat die wijzen naar de vuurpijl en ooh! zeggen. Je denkt: zonder die mensen had ik ook wel ooh! kunnen denken.

Misschien doe ik het boek daarmee tekort. Maar eerst dit.

Iets met hoe de kracht de zwakte kan zijn, ik had het niet zo willen zeggen maar jij begint erover. Juist dat wat me zo had aangetrokken, een boek in dialogen, de reden waarom ik Engels ben gaan lezen, experimenteel proza, afwijken van de vuile rest (die ook nog altijd iets met bijtekst moet, van bijtekst de hoofdtekst makend), juist daarmee berooft McCarthy zichzelf van zijn allergrootste troef: de sfeer. Die maffe keelsnoerende nagelbijtende sfeer. Een raar gedoe op een booreiland waar Bobby Western misschien wel misschien niet alleen was voor een dag, of twee dagen, of langer. Een gezonken vliegtuig vol mensen wier haar boven hun hoofd hangt. Al die schimmige kamertjes, boven een bar of waar dan ook waar “ze” je iedere keer weer vinden. De hallucinaties van een zus die misschien geen hallucinaties zijn. Die sfeer. De sfeer van een koortsdroom. Die weg is als je mensen alleen maar laat praten. Praten is geen koortsdroom, hoe maf de praat ook is. Voor koortsdromen bruiken we beelden en liefst geen praat watzoaltijd.

Daarbij komt dat anders dan bij Gaddis er bij McCarthy maar twee praters zijn: de therapeut en de patiënte. Ja, ook bij McCarthy weet je soms voor een enkel secondje ofzo even niet wie dat laatste nou zei, maar doorgaans is het verschil tussen therapeutenpraat en patiëntenpraat groot genoeg om eventuele verwarring snel in te dammen – en onindambare verwarring, dat was nou net mijn grote plezier bij De passagier!

Daarbij komt dat de therapeut-patiënte enscenering iets toneelmatigs heeft, lichtelijk overhellend, zelfs, naar het kluchtige. Dat de gesprekken tussen Alice en haar therapeut vrijwel altijd op dezelfde manier beginnen, versterkt dat gevoel nog. Het geeft het iets van een serie sketches, iets als André van Duin, iets waarvan ik vrees dat het de bedoeling niet kan zijn geweest (langs de andere kant: wat weet ik nu helemaal van de bedoelingen van Cormac McCarthy, die mens staat op eenzame hoogte en ik sta daar ergens in het riool wat probeer ik überhaupt aanspraken te maken op zijn bedoelingen?)

Daarbij komt nee daar komt nog bij dat Alice Western een briljant wiskundige is. Of waart. Bovenmatig intelligent, ook als kind al. De gesprekken gaan over wiskunde, algebra, topologie, filosofie, Grothendieck, Poincaré, Spengler, kardinaal- en ordinaalgetallen, Russel, Wittgenstein; de uitspraken van Alice worden zomwijlen door de mij niet geheel ononderlegd lijkende psychotherapeut al niet begrepen – hoe moet dat dan zijn voor de lezers, McCarthy? Ja ik weet wel dat ik de verwarring in uw vorige boek zo hoog achtte maar verwarring en onbegrip dat is niet hetzelfde.

Daar komt nog bij… ja, wacht, er komt nog één ding bij. Therapeutiese sessies tenderen naar rationalisaties. In het vorige boek was er sprake van Het Kind. Dat leek een hallucinatie van Alice te zijn: een onvolgroeid, betweterige, met “vlerken” in plaats van armen uitgeruste stoorzender die te pas maar vooral te onpas kwam opdraven in haar kamer. Maar dan is er die scéne dat Bobby een lange strandwandeling maakt met Het Kind. Bobby is een onalledaags persoon maar zeker niet psychoties. Toch? Ja toch. Maar toch is Het Kind bij hem, en lopen ze op. Dat maakt Het Kind wat? Een broer-zus liefde die zó sterk is dat ze ook deelt in dromen, hallucinaties, visioenen? Een transcendentale entiteit? Simpelweg een metafoor? Voor? Hoe ook – Het Kind intrigeerde me in De Passagier in zulk een hoge mate dat ik vrees voor een therapeut in Stella Maris om het ten dode te rationaliseren. Dat gebeurt niet helemaal, maar toch had ik Het Kind liever niet ter sprake gehad in dit boek.

Wat is het?

Ik overweeg de omgekeerde volgorde: Cormac McCarthy had De Passagier uit laten brengen ná Stella Maris. Oké. Dan had ik misschien wat veel informatie gehad al, misschien zoveel zelfs dat een deel van de spanning van De Passagier al doodgeslagen was maar toch: dan had ik eerst een onorthodox, intrigerend boek gelezen, een boek van het soort dat een reden was om Engels te gaan lezen om dan te leren dat die schrijver niet alleen kan intrigeren maar ook verwarren, verduisteren, beangsten en ontroeren.

Of. Stella Maris was een extra deel geweest bij De Passagier. In dezelfde band. Had ik al dat gepraat gelezen terwijl ik nog steeds zo aan het trillen was om de gebeurtenissen jawel, daaraan was De Passagier ook rijk.

Of.

Maar wat.

Het is gegaan zoals het gegaan is. Stella Maris is voorwaar geen slecht boek. “Grothendieck vergeet ik niet. Alle mensen die ik noemde zijn dood. Is dit een vereiste om bij de groten te horen? Het is een vereiste om niet morgenochtend wakker te worden en iets buitengewoon stoms te zeggen.”, of bijvoorbeeld een idee over hoe taal de waanzin gebracht heeft (“Geestesziekten schijnen bij dieren niet voor te komen”); taal als een epidemie die zeer snel om zich heen greep; een idee die me zowel deed denken aan “language is a virus from outer space”, een uitspraak van William Burroughs maar onsterfelijk gemaakt door Laurie Anderson alsook deed bepeinzen hoe waar dat überhaupt is (kennen dieren geen taal dan, kennen dieren geen waanzin dan) – alleen zulke vragen al.

Alleen zulke vragen al, alleen zulke gedachten al.

Welke schrijver kan dat?

Cormac McCarthy moet een ongemeen intelligent man zijn. En ik hoop dat hij ooit, in zijn tijd, wanneer was zijn tijd, wiskunde en ook het natuurkunde van Bobby uit het vorige boek gestudeerd heeft. Dat hij de waanzin van het intellect (wie schreef daar ook weer over?) van nabij kent en dat hij al wat hij te berde brengt in zijn boeken kan putten uit zijn parate kennis. Want dan, en alleen dan, spreken we over een auteur die op onontkoombare wijze verslag kan doen over de grenzen van wat wel zo kreupel als “de verlichting” wordt aangeduid. De gekte van dat wat zich ooit juist wilde afwenden van de gekte.


Cormac McCarthy Stella Maris Recensie

Stella Maris

  • Schrijver: Cormac McCarthy (Verenigde Staten)
  • Soort boek: Amerikaanse roman
  • Origineel: Stella Maris (2022)
  • Nederlandse vertaling: Arjaan en Thijs van Nimwegen
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 6 december 2022
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 21,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe roman van Cormac McCarthy

1972, Black River Falls, Wisconsin. Alicia Western, wiskundige met paranoïde schizofrenie in een psychiatrische kliniek overdenkt bij haar psychiater de aard van waanzin, het snijvlak tussen natuurkunde en filosofie, en herinnert zich een jeugd waarin haar grootmoeder haar op zevenjarige leeftijd vreesde. Ze introduceert haar hersenschimmen, maar weigert te spreken over haar broer Bobby – niet helemaal dood, niet helemaal de hare – om wie ze voortdurend rouwt.

Geheel verteld door de weergave van de therapeutische sessies is Stella Maris een intiem portret van rouw en verlangen, waarin een jonge vrouw haar eigen bestaan probeert te begrijpen en daarbij leven en dood bevraagt op het hoogste niveau.

Cormac McCarthy Stella Maris Recensie

Stella Maris

  • Schrijver: Cormac McCarthy (Verenigde Staten)
  • Soort boek: Amerikaanse roman
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Picador
  • Verschijnt: 22 november 2022
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe roman van Cormac McCarthy

1972, Black River Falls, Wisconsin: Alicia Western, twenty years old, with forty thousand dollars in a plastic bag, admits herself to the hospital. A doctoral candidate in mathematics at the University of Chicago, Alicia has been diagnosed with paranoid schizophrenia, and she does not want to talk about her brother, Bobby. Instead, she contemplates the nature of madness, the human insistence on one common experience of the world; she recalls a childhood where, by the age of seven, her own grandmother feared for her; she surveys the intersection of physics and philosophy; and she introduces her cohorts, her chimeras, the hallucinations that only she can see. All the while, she grieves for Bobby, not quite dead, not quite hers.

Told entirely through the transcripts of Alicia’s psychiatric sessions, Stella Maris is a searching, rigorous, intellectually challenging coda to The Passenger, a philosophical inquiry that questions our notions of God, truth, and existence.

Cormac McCarthy De passagier RecensieCormac McCarthy (Verenigde Staten) – De passagier
Amerikaanse roman
Uitgever: De Arbeiderspers
Verschijnt: 25 oktober 2022

Cormac McCarthy The Passenger RecensieCormac McCarthy (Verenigde Staten) – The Passenger
Amerikaanse roman
Uitgever: Picador
Verschijnt: 25 oktober 2022

Bijpassende boeken en informatie

John Irving – De laatste skilift

John Irving De laatste skilift recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Amerikaanse roman. Op 22 november 2022 verschijnt bij uitgeverij De Arbeiderspers de Nederlandse vertaling van The Last Chairlift, de nieuwe roman van de Amerikaanse schrijver John Irving.

John Irving De laatste skilift recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de roman De laatste skilift. Het boek is geschreven door John Irving. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit nieuwe roman van de Amerikaanse schrijver John Irving.

John Irving De laatste skilift Recensie

De laatste skilift

  • Schrijver: John Irving (Verenigde Staten)
  • Soort boek: Amerikaanse roman
  • Origineel: The Last Chairlift (2022)
  • Nederlandse vertaling: Luud Dorresteijn, Hans Kloos, Inger Pieters
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 22 november 2022
  • Omvang: 984 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 34,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe roman van John Irving

In Aspen, Colorado, in 1941, neemt skiester Rachel Brewster deel aan de Nationale Kampioenschappen Slalom. Little Ray, zoals ze wordt genoemd, komt niet eens in de buurt van het podium. Maar wél slaagt ze erin zwanger te worden. Terug thuis in New England wordt Little Ray skileraar.

Haar zoon, Adam, groeit op in een familie die spot met alle conventies, maar die ook alle vragen ontwijkt naar haar bewogen verleden. Jaren later, op zoek naar antwoorden, volgt Adam het spoor terug naar Aspen. In hotel Jerome, waar hij is verwekt, komt hij geesten uit het verleden op het spoor.

In De laatste liftstoel zijn het niet de eerste, noch de laatste geesten die hij zal ontmoeten.

Bijpassende boeken en informatie

Brad Zellar – Till the Wheels Fall Off

Brad Zellar Till the Wheels Fall Off recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Amerikaanse roman. Op 12 juli 2022 verschijnt bij uitgeverij Coffee House Press de nieuwe roman van de Amerikaanse schrijver Brad Zellar. Er is geen Nederlandse vertaling van het boek verkrijgbaar of aangekondigd.

Brad Zellar Till the Wheels Fall Off recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Till the Wheels Fall Off. Het boek is geschreven door Brad Zellar. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman van de Amerikaanse schrijver Brad Zellar.

Recensie van Tim Donker

“Hou je van muziekboeken?” vroeg iemand me laatst. Hum. Hou ik van muziekboeken? Een vraag gelijk aan “Hou je van bumbelie?” of “Hou je van bumbelieboe?”. Hou ik van muziekboeken? Héb ik muziekboeken überhaupt? Road van Wiebren Rijkeboer misschien? Ja dat mag denk ik wel een muziekboek heten. Speelde muziek ook niet een aanzienlijke rol in Het uur van lood van Rob van Erkelens? Maar hoeveel muziek moet er in een boek zitten vooraleer het een muziekboek heten mag? Ik las dat boek zo’n dertig jaar geleden denk ik, Het uur van lood bedoel ik, misschien de allereerste roman die écht indruk op me maakte, het eerste bewijs van een al lang daarvoor sluimerend vermoeden dat ik veel zou kunnen ophebben met literatuur (al zocht ik toen al jaren tevergeefs). Ik geloof dat er veel muziek in zat maar ik geloof dat het toch geen muziekboek was. High fidelity uiteraard. Nick Hornby. Een boek dat ik gekregen moet hebben. Ik zou er in ieder geval nooit een cent voor over hebben gehad. Een pocket, ook nog eens, niets leest zo vervelend als een pocket. Ik hou niet van dat formaat, niet van de kleur van de bladzijdes, niet van hoe die pagina’s aanvoelen. Maar ik las het wel uit, dat wel. Het was een tijdlang een “bovenboek” toen ik nog op mijn vorige adres woonde. Dat betekende dat ik er alleen in las als ik boven naar de weesee ging. Ik las het op een paar maanden tijd uit, en nu weet ik er niks meer van. Ik mocht die hoofdpersoon niet zo geloof ik. Ik mocht de hoofdpersoon van Road ook al niet zo. Is dat zo met muziekboeken? Vinden schrijvers van muziekboeken eigenlijk dat muziekliefhebbers eikels zijn? Hou ik van muziekboeken? Ik kan zeggen dat ik twee muziekboeken las. Ik kan zeggen dat die me niet heel veel deden. Ik kan zeggen dat ik van boeken hou, en van muziek. Ik kan zeggen dat ik in tejorie van muziekboeken zou kunnen houden. Ik kan zeggen dat dat tot voor kort bij een vermoeden bleef, net zoals het tot, wanneer was het?, 1993?, 1994?, het kan niet later geweest zijn dan 1995, maar een vermoeden was dat ik veel van literatuur zou kunnen houden.

Tot voor kort ja. Tot voor Till the wheels fall off. Wat Het uur van lood voor mij deed voor literatuur als geheel, heeft Till the wheels fall off voor me gedaan voor het type “muziekboek”. Of is dat een zjanrûh? Hoe ook. Till the wheels fall off is een muziekboek en Till the wheels fall off is fantasties. Vond ik althans.

Matthew Carnap woont met zijn moeder bij familie in. Zijn vader heeft hij nooit gekend; die is gesneuveld in Vietnam toen Matthew nog niet eens geboren was. Moeder is alleenstaand en jong, en eigenlijk niet echt het type om moeder te zijn. Dus wonen ze in, en worden ze onderhouden door familie. Ooms. Oma. Een okkasjonele tante misschien. Als Matthew een jaar of negen is, trouwt zijn moeder met Russel Vargo, de eigenaar van een rolschaatsbaan. Matthew en zijn moeder trekken in bij Russel in diens kleine appartementje boven de rolschaatsbaan. Omdat de Vargo’s eigenlijk gezworen vijanden zijn van de Carnaps, komen de ooms, de oma, de okkasjonele tante er niet bijzonder vaak over de vloer en bij moeder is het vuur ook betrekkelijk snel gedoofd. Matthew is echter gebiologeerd door de rolschaatsbaan en de vele muziek die Russ er met een passie vanaf zijn “high tower” laat weerklinken. Tussen de jongen en zijn stiefvader, die vaak met zijn tweeën optrekken, ontstaat een zeer hechte band, en de pijn kan dan ook niet groter zijn als een paar jaar later alweer de onvermijdelijke scheiding volgt.

Till the wheels fall off is een hartbrekend hartverwarmend hartveroverend boek over opgroejen, verlies, onvermogen, familie, eenzaamheid, pijn, en muziek, heel veel muziek. Het boek wordt verteld in retrospekt: als Matthew een volwassen man is en vanuit Minneapolis in Minnesota terugkeert naar het Prentice in Wisconsin waar hij geboren en getogen is, waar hij met moeder en Russ woonde boven de rolschaatsbaan, waar hij gebeten werd van het muziekvirus. Waar hij van leeftijd kwam, ja, want behalve een muziekboek is dit ook een komen-van-leeftijd roman.

Prentice. Waar hij eenvoudigweg zou blijven rolschaatsen tot de wielen eraf vielen. De wielen zijn er inmiddels af, alle wielen zijn overal af, en waar ze nog niet af zijn dreigen ze er wel af te vallen. Want Prentice is niet meer het Prentice van Matthews jeugd; “Not a trace of that old magical world remained” laat Zellar Carnap mijmeren als hij als volwassen man voor het eerst weer eens door het noordelijke stadje loopt te dwalen. Hierin lijkt Till the wheels fall off ten dele ook een aanklacht te zijn – een aanklacht tegen het veranderen om het veranderen, het weggojen van wat nog bruikbaar was alleen maar omdat het nieuw moet en nieuwer nog en daarna nog het nieuwste (en dan lachen, met zijn allen om wat ooit nieuw was maar nu alweer oud).

Het is ook een melankoliek boek. Ik herken mezelf in Matthew Carnap – een man die, evenals Vargo overigens, moeilijk om kan gaan met wat voorbij is: “I used to hate the Popular Science magazines Rollie found so fascinating. I hated their fixation on a version of futurism that struck me as pure nightmares from science fiction. These visions of the future seemed to promise nothing but ridiculous and homogenous outfits, human Habitrails, and all manner of contraptions apparently designed to eliminate any sort of inconvenience or difficulty. It all seemed either stupidly utopic or terrifyingly dystopic. And I didn’t want any of it – whatever it was. I wanted life as it was to go on forever. I suppose some people – most people – dream of the future but my dreams are almost exclusively of the past. I dream of going back, of reclaiming a life and a world that’s either lost or rapidly disappearing.” – daar lees ik dan mijn eigen gedacht. Mijn eigen gedacht. In een boek. In het Engels dan nog (denk ik Engels?) (klaarblijkelijk). En ik denk ja. En ik denk ook nee want al dat zou worden “designed to eliminate any sort of inconvenience or difficulty” is helaas al geen toekomst meer, dat is nu gewoon ze prezent. Daarom hebben we “werken op afstand”, mondkapjes, vaccinaties en een anderhalvemetermaatschappij; een -nogal naïeve- (bijna lief naïef, als het niet zo verschrikkelijk was) poging om iets te elimineren wat voor het allergrootste deel van de mensheid inderdaad niet veel meer dan een “inconvenience” hoeft te zijn.

Dit boek is een vriend, dacht ik eerst, maar toen hoorde ik hoe pathetisch dat klonk. Dus ik herstel en zeg: dit boek is als spreken met een vriend. Misschien het soort vriend dat je alle dagen ziet, of meerdere keren per week, weetikveel, ik heb geen vrienden plus daarbij ik zie ze nooit. Eerder nog zou dit boek kunnen zijn als spreken met het soort vriend dat je bijna nooit spreekt maar waarmee het iedere keer als je hem spreekt is alsof je hem gisteren nog sprak (ik had dat laatst of laatst vorig jaar kerst met mijn oudste zus die ik dus bijna nooit zie). Je praat over de mensen die je zag, over de rotzooi die de wereld geworden is, en over muziek, natuurlijk, heel veel over muziek.

Want “He showed me the way one type of music, or one specific artist or record, evolved naturally from another (Howlin’ Wolf to Screamin’ Jay Hawkins to Captain Beefheart to Tom Waits)” lezen, en denken, en zeggen Ja, ja, ja, zo zou het wel eens kunnen zijn al zijn Captain Beefheart en Tom Waits eigenlijk wel min of meer gelijkoorspronkelijk maar goed, toegegeven: Beefheart sloeg al eerder wegen in die Waits pas veel later zou gaan inslaan, nadat hij gedaan had met een folkie te zijn, een nachtclubzanger te zijn, een groezelige blueszanger te zijn, – maar het vervolg lezen: “and the ways obvious influences could be absorbed or incorporated to make something wholly original (Phil Spector plus Bob Dylan plus the Rascals plus Creedence Clearwater Revival equals Bruce Springsteen).” en denken nee, nee denken, nee toch niet denken, want Bob Dylans wijn nemen plus water plus water plus water plus water plus water plus water plus water plus water erbij equals Bruce Springsteen; “wholly original” kun je dat beslist niet noemen, Carnap (of Vargo, want Matthew heeft deze wijsheden van Russ) (of Zellar misschien, wie weet hoeveel van de schrijver er in dit boek zit, ommers) (delen van het boeken komen gemeend genoeg over om voor autofictie te kunnen doorgaan) (en dan, Carnap en Vargo en Zellar, of jullie alle drie, vind ik die Springsteen (die ik graag op zijn Nederlands uitspreek, als een Nederlandse spring en een Nederlandse steen dus, vind ik die springsteen dus, niet eens half slecht. Sterker nog: ik heb seedees van die man. Soms draai ik die zelfs).

Dit boek is ook een essay. Over de wereld en de dingen. Die ja. De wereld en de dingen. En de mensen. Ja de mensen moeten niet vergeten. En hoe het daarmee gaat dan. Met de wereld en de dingen en de mensen. Matthew is vaak alleen in dit boek en dat geeft hem de tijd om te denken, heel veel te denken. Over dus de wereld en de dingen en de mensen.

Een voordracht is het ook. Een poëzievoordracht. Waar de stijl in Till the wheels fall off meestentijds een franjeloze materie-van-feit stijl is, wordt het waar Matthew nadenkt over zijn slapeloosheid juist erg poëtisch en metaforisch. Wat doet hij ’s nachts bij gebrek aan slaap? “I was on the floor. I was in the dark. I was rembering”. Drie regels die samen volgens mij wel als gedicht mogen gelden.

En af en toe is het groot, is het Amerikaans, is het direkt-van-hollywood (ja ik zie dit boek nog wel verfilmd worden en dat is niet per se een compliment). Woonde Matthew als kind in een rolschaatsbaan; zijn oom Rollie (degene die die Popular Science bladen zo interessant vond) (zie een sietaat of drie of vier terug) regelt het zo dat de volwassen Matthew bij zijn terugkeer naar Prentice in het plaatselijke honkbalstadion komt te wonen. Maffe woonlocaties, kleurrijke bijfiguren als Baron, the Cowboy en Greenland Earle, een overdaad aan sentimentele passages en een pompeus, melodramatisch einde ja dit kan zo de bioscoop in (verdorie, het is vaker wel dan niet filmisch: je ziet dit boek eerder nog dan je het leest misschien). En ik haat hollywood, ik haat gezochte bijfiguren, ik haat melodrama en ik haat “filmisch”. Maar in Till the wheels fall off werkt het gewoon. Het werkt allemaal. Dat einde, o god dat einde, ik las het met kippenvel over mijn hele lijf en tranen in mijn ogen en ik weet dat het zemig is en zoet en dat het er helemaal overheen is, over wat, over de top ofzo, nee over de hele godvergemese heuvel heen, sentimentalistisch, weetikveel, maar het werkte, ik las het bijna zonder te ademen, ik vond het prachtig, dan maar een sentimentele dwaas oké?

Uiteindelijk gaat dit boek over luisteren. Naar muziek, naar de ander, naar de straten, naar de nacht. Naar het bloed in je aderen. Naar de wereld, de dingen, de mensen. Daarvoor is het boek. Voor de wereld, de dingen, de mensen. Dit boek is voor iedereen die in leven is.

Brad Zellar Till the Wheels Fall Off Recensie

Till the Wheels Fall Off

  • Schrijver: Brad Zellar (Verenigde Staten)
  • Soort boek: Amerikaanse roman
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Coffee House Press
  • Verschijnt: 12 juli 2022
  • Omvang: 328 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Amazon / Bol

Flaptekst van de roman van Brad Zellar

From roller rinks and record players to coin-operated condom dispensers and small-town mobsters, Till the Wheels Fall Off is a novel about an unconventional childhood among the pleasures and privations of the pre-digital era.

It’s the late 1980s, and Matthew Carnap is awake most nights, afflicted by a potent combination of insomnia and undiagnosed ADHD. Sometimes he gazes out his bedroom window into the dark; sometimes he wanders the streets of his small southern Minnesota town. But more often than not, he crosses the hall into his stepfather Russ’s roller rink to spend the sleepless hours lost in music. Russ’s record collection is as eclectic as it is extensive, and he and Matthew bond over discovering new tunes and spinning perfect skate mixes. Then Matthew’s mother divorces Russ; they move; the roller rink closes; the twenty-first century arrives. Years later, an isolated, restless Matthew moves back to his hometown. From an unusual apartment in the pressbox of the high school football stadium, he searches his memories, looking for something that might reconnect him with Russ.

With humor and empathy, Brad Zellar (House of Coates) returns with a discursive, lo-fi novel about rural Midwestern life, nostalgia, neurodiversity, masculinity, and family—with a built-in soundtrack.

Bijpassende boeken en informatie

Cormac McCarthy – De passagier

Cormac McCarthy De passagier recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Amerikaanse roman. Op 25 oktober 2022 verschijnt de Nederlandse vertaling van The Passenger, de nieuwe roman van de Amerikaanse schrijver Cormac McCarthy. In december verschijnt een tweede nieuwe roman van de Amerikaanse schrijver die als titel Stella Maris heeft gekregen.

Cormac McCarthy De passagier recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de roman De passagier. Het boek is geschreven door Cormac McCarthy. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit nieuwe roman van de Amerikaanse schrijver Cormac McCarthy.

Recensie van Tim Donker

Ai. Daar had McCarthy me even op het verkeerde been zeg. Ik weet niet waarom, maar ik dacht dat hij een schrijver van spionagethrillers was. Met duikboten enzo, en gasten met een Duits aksent. Het slag boeken dat na de eerste druk al snel een zoveelste druk in pocketvorm beleeft. Pockets die dan in zo’n molen worden gezet. Je weet wel. Zo’n molen. Die bij de kassa staat. De kassa van de drogisterij. Je koopt een zonnebril en een flesje antimuggenspray en je staat in de rij en je kijkt in die molen en je ziet een pocket en het is een spionagethriller, iets met duikboten en gasten met een Duits aksent en je denk Hee die pik ik even fijntjes mee. Lekker lezen aan de rand van het zwembad van het all-in resort in Turkije. Ik zeg u één ding. Neem deze goede raad van mij aan. Nee, ik bedoel als je ooit iets van mij aanneemt dan dit. Er zijn mensen die nooit lezen, helemaal goed. Kunnen fantastiese vrienden zijn, die mensen. Prettige gesprekspartners. Misschien kunnen ze goed koken of ze zetten heerlijke koffie. Weetikveel. Er zijn ook mensen die zich helemaal lijp lezen. Snuiven zich door alle boeken. Die nog lezen zelfs al lezen zij niet. Helemaal goed, zullen misschien nog wel betere vrienden zijn. Lenen je al eens een boek uit, of doen je een goede tip aan de hand. Alles goed. Maar mocht u iemand kennen die alleen op vakantie leest, verbreek dan onmiddellijk elk kontakt. Er is geen mens te bedenken waarvan ik een ergere afkeer heb dan de mens die alleen op vakantie leest. Want gedurende het jaar hebben ze het er te druk voor ofzo. Bedenk u. Bedenk u dit. Deze mensen werken niet 24 uur per dag. Deze mensen eten ook, en ze slapen, en ze gaan naar de winkel en tussen al die aktiviteiten door genieten zij ook zomwijlen van wat zij zo domweg “vrije tijd” noemen (in de avond misschien). Ow. Dan kijken zij zeker liever tv? Een leuke serie op Netflix? Goed. Moet je vooral doen. Maar wees dan gewoon een voltijdse niet-lezer. Ook op vakantie. Met dat hypocriete gezeik. Geen tijd. Je houdt van boeken of niet. Hoe kun je geen tijd hebben om niet te houden. Te houden van. Je stomme molenboeken.

Want daar had ik het over. Over Cormac McCarthy als schrijver van spionagethrillers, pockets die eindigen in de molen bij de kassa van de drogist. Dat hij me op dat been gezet had, ik weet niet waarom, ik verwarde hem misschien met een andere McCarthy.

Hoewel. Ik zeg wel “even”. En ik zeg wel “verkeerde been”. Maar verdomd, er komt zowaar wat spionage voor in De passagier. En harde, Charles Bronson-achtige kerels. En intriges of hoe heet dat. En al komen er geen duikboten in voor, gedoken wordt er wel. Maar toch schat ik De passagier niet in op een molenboek, en niet alleen omdat het daar veel te dik voor zou zijn (het past niet in de molen) (er komt trouwens ook nog een molen voor in De passagier). Ook te bizar. Te bizar voor de molen. Te bizar voor de gemiddelde molenboekenlezer.

De passagier is in geen enkele categorie onder te brengen. Het is spannend, ja het is doordesemt van spanning, onheimelijkheid, dreiging, duisternis. De passage waarin de hoofdpersoon alleen is op een nogal absurd booreiland is bloedstollend angstaanjagend. Maar ondanks dat De passagier spannend is, is het geen spannend boek. Als u mij volgt. Het boek is te grillig voor een spannend boek (maar misschien is het alleen maar mijn vooroordeel dat “het spannende boek” doorgaans een zekere eenduidigheid heeft).

Goed. Neem de hoofdpersoon. Bobby Western. Hoogst curieus tiep. Studeerde natuurkunde. Brak die studie af, ging autoracen. Was musicus. Is nu diepzeeduiker. Niet meteen een frekwent voorkomend carrièreverloop. Heeft een zus, een geniaal wiskundige. Helaas ook schizofreen. Zus en Bobby koesteren een innige liefde voor elkaar, een beetje te innig voor een broer en een zus. In de wereld van zus komen vreemde wezens voor. In de wereld van Bobby voornamelijk harde kerels. Om mee te praten. Dialogen. Veel dialogen. Gesprekken over Vietnam, racewagens, vrouwen, drank. Zulke kerels zijn het. Maar evengoed kan een bladzijden- en bladzijdenlang gesprek gaan over de s-matrixtheorie, fotonen, bosonen en quarks; three quarks for Mustar Mark; zo’n gesprek laat McCarthy zonder enige gêne gewoon dertien pagina’s duren; al die natuurkundige praat waarvan de gemiddelde lezer alleen maar een vaag vermoeden zal hebben, of gesprekken over de zin en reikwijdte van wis- en natuurkunde of van wetenschap in haar totaliteit; filosofiese gesprekken, absurde gesprekken. In barren. In restaurants. Verrassend veel eetscènes in De passagier. Veel drinkscènes ook. Maar dat verrast allicht minder. Het rithme van de dialogen deed mij een weinig denken aan A Naked Singularity van Sergio de la Pava (wat een fantasties boek dat ook is trouwens) (ik ben er al jaren in bezig maar sedert het bij mijn verhuis weer onder mijn aandacht is geraakt lees ik er weer wat geregelder in) (maar de laatste maanden is de stapel op mijn recenseertafel (feitelijk een secretaire) zo hoog dat het lezen in mijn privécollectie een beetje voelt als spijbelen) (meestal spijbel ik als ik boven op de weesee zit) (laatst spijbelde ik een keer in bad) maar met de dialogen in De passagier is nog iets anders aan de hand. Aanhalingstekens ontbreken bijvoorbeeld, maar ook het obligate “zei die en die”. Omdat dialogen rap kunnen gaan en als gezegd ook lang kunnen duren, weet je bij vlagen niet meer goed wie wat zegt. Als lezer ben je soms verloren.

Als lezer ben je vaak verloren. Met die verlorenheid speelt McCarthy, en dat doet hij briljant. Briljant. Ik heb de neiging briljant te kapitaliseren, vet en onderstreept. Iets als dit BRILJANT. Ik kende Cormac McCarthy niet (want ik dacht dat hij van die molenboeken was, weet u nog) maar djiezus wat een ongekend plezante kennismaking is dit geweest zeg. De pagina’s smolten gewoon doorheen mijn vingers. McCarthy schrijft geen spannend boek, en ook geen spionagethriller. Omdat hij niet de wetten van fictie volgt. Wie veel leest, of voor mijn part geregeld al eens een film kijkt, kan meestal na enkele tientallen pagina’s wel zo’n beetje inschatten waar het heen gaat. Of in ieder geval waar hij met dit boek aan toe zal zijn. Dat het waarschijnlijk toch wéér de butler gaat zijn die het gedaan heeft, dat de hoofdpersoon uit de gevangenis zal ontsnappen, dat personages met een nadrukkelijke hekel aan elkaar meest waarschijnlijk in elkanders armen eindigen gaan. De passagier volgt geen enkele wet. Cormac McCarthy pleurt zijn lezers ergens in de oceaan (om bij het diepzeeduikthema te blijven) en vanaf daar moeten zij zichzelf maar zien te redden. Je weet op geen enkel moment wat er op de volgende pagina gebeuren kan. Sterker nog: je weet meer dan eens niet goed wat er nu eigenlijk aan de hand is. McCarthy geeft de lezer zo weinig informatie dat je er een beetje paranoïde van wordt. Wat wordt er hier voor me achtergehouden? Personages worden nauwelijks geïntroduceerd, en er trekt nogal een bonte stoet aan markante personages voorbij. Soms kun je alleen maar vermoeden wie iemand is (zal wel een collega van Western zijn). Maar McCarthy leidt sowieso niks in. Ineens zit je in een flashback, zomaar ineens, net zaten ze nog in de kroeg, verrek ze zaten toch in de kroeg, wat is met die racewagens ineens dan? Of in iemands hallucinatie. Soms ben je zonder dat je het wist in een andere stad, in een andere staat, in een ander land. De passagier lezen is zoiets als op een dag gekatapulteerd worden in het leven van iemand anders, iemand met een turbulent leven, en je hebt geen enkele informatie, en iedereen doet tegen je of jij die ander bent en alsof alles maar bekend voor je is, niemand legt iets uit, je moet zelf maar de stukjes bij de beetjes leggen. En alles is duister, alles is groezelig, alles doet ontheemd voelen, ow, sferisch is McCarthy sterk, ijzersterk. Hoe hij dat toch doet. Al die schoonheid, al die pracht, en toch vrees je ellende om elke andere hoek. De passagier spande mijn zenuwen tot het uiterste, en dan draait McCarthy ze nog iets strakker en ik dacht ze bijna te horen springen.

(nou hielp de muziek ook niet mee, ik draaide eerst iets onrustbarends van Can (ik heb het Damo Suzuki nooit helemaal kunnen vergeven dat hij heeft meegespeeld in Hair, jij?) (wie speelt er nu godsamme mee in welke musical dan ook) (musicals zijn het verwerpelijkste dat de entertainmentindustrie heeft opgeleverd) (en dat wil wat zeggen) en daarna iets zelfs-nog-onrustbarenders van Unbehagen, iets rustigs, ja iets zalvends heb ik nodig, Amplifier Machine welja Amplifier Machine waarom dacht ik niet veel eerder aan Amplifier Machine?)

En ik zit hier en dacht te zullen schrijven dat De passagier een tiepies mannenboek is. Maar mogen zulke termen nog wel tegenwoordig? Is vast niet erg woke. Een tiepiese man, wie is er nog een tiepiese man, ik ben zelf de minst tiepiese man die je ooit zag (kom zelf kijken). Maar ik weet de tijd voor het wokeïsme nog wel. Ik weet de trein nog wel. Wanneer kwam Elementaire deeltjes uit? 1998? 1999? Ik liep toen stage bij Roodkoper. Oosterhuis en de zijnen hadden me henen gezonden. Naar de Vers voor de Pers-dag. Bestaat dat nog, Vers voor de Pers? Zal haast wel niet. Bij Roodkoper zullen ze blij zijn geweest eindelijk eens een stagiair te kunnen sturen op dat soort rotklusjes. Doch ik vond het fantasties. Daar rond te lopen als afgezant van een blad, een heus blad, een echt bestaand blad, tussen journalisten, uitgevers en een okkasjonele schrijver. Ik groette iemand die ik dacht te kennen. Hij groette niet terug maar keek me wel aan, lang en indringend, en enigszins spottend. Ik nam een prospectus van haast elke uitgeverij mee (want wist ik eigenlijk veel wat nu tiepiese boeken gingen zijn voor Roodkoper om te bespreken?) en navigeerde de helft van de tijd op mijn eigen voorkeuren. Stond lang stil bij het kraampje van Nijgh en Van Ditmar. In die tijd uitgever van het werk van JHM Berckmans, en van het Uur van lood, en in een verder verlee hadden ze dat prachtige Nieuwe Nijgh Boeken-reeksje gehad. Met dat alles was Nijgh en Van Ditmar verantwoordelijk voor een substantieel deel van mijn toen nog zeer bescheiden bibliotheekje dus ik bestudeerde hun komende uitgaven nauwgezet. Zo nauwgezet, klaarblijkelijk, dat Vic van der Rijt me uiteindelijk aansprak. Er ontstond een geanimeerd gesprek, Van Der Rijt is vermoedelijk de aardigste mens ter wereld. Toen ik Berckmans ter sprake bracht geraakte hij bijkans buiten zichzelf van enthousiasme. Er stond niks nieuws van Berckmans op stapel, zei hij, maar hij ging me wel kunnen helpen mijn Berckmans-collectie aan te zuiveren, hij zou eens kijken in het magazijn, ik moest hem maar eens mailen. Hij gaf me zijn kaartje en ik mailde hem des anderendaags een lijst van alle Berckmans-titels die ik nog zocht (dat was destijds ongeveer 2/3 deel van zijn oeuvre). Na lange tijd liet Van Der Rijt Harold Polis me één boek toesturen. Eén. Ik geloof dat het Vergeet niet wat de zevenslaper zei was.

Bij het kraampje van De Arbeiderspers werd ik toch zeker weer aangesproken. Ik wist niet wie die man was, een lector, een redacteur, een waarnemer, de directeur zelf misschien? Wel leek hij me meer biertjes op te hebben dan ik. Maar dat waren er dan ook maar nul. Hij drukte me een recensie-exemplaar van Elementaire deeltjes in handen. Dit moet je lezen, zei hij. Een hele reeks superlatieven verliet zijn mond. Ik doorbladerde wat, probeerde het achterplat te lezen. Wat me slecht afging, omdat de man maar kreten bleef slaken. Het is wel een echt mannenboek!, zei hij. Dan scheelt het alvast dat ik er één ben, mompelde ik, en liep door, met dat boek in mijn hand. Later, in de trein, midst stapels folders, schuin aangekeken door mijn medetreinreizigers, viel het me in dat die man, die man die ik gegroet had omdat ik hem meende te kennen, dat dat Midas Dekkers geweest was.

In die dagen, 1998 of 1999, was nog helemaal niemand woke maar ik zal lange tenen omzeilen door te zeggen dat De passagier in ieder geval niet is voor mensen met zwakke zenuwen (waarmee ik niet suggereren probeer dat vrouwen zwakkere zenuwen zouden hebben dan mannen). Het is hard, ruw, bonkig, duister, dreigend, huiveringwekkend, kafkaesk, hallucinant, surrealisties, nachtmerrie-achtig, dystopies, onvoorspelbaar, desolaat, ontroerend, ongrijpbaar, filosofies, poëties en bloedmooi.

Soms dacht ik dat sommige dingen niet hadden gehoeven. Een weeral bladzijdenlang gesprek over de moord op Kennedy bijvoorbeeld. Zou de moord op Kennedy wereldwijd gezien niet het meest uitgekauwde thema allertijden kunnen zijn? Of dat laatste hoofdstuk. Dat maf is. Ja heel dat boek is maf maar dat laatste hoofdstuk is nog wel wat maffer. Fietst hij nou echt van een plaats nabij Murcia naar een heuvel nabij Barcelona? Is hij op een eiland? Gaat er een veerboot naar Ibiza? Wie is die man die hij tegenkomt bij een processie? Wil ik me nog wel zoveel vragen moeten stellen op het eind van een boek? Maar dan weer. Zonder dat laatste hoofdstuk had ik misschien wel de mooiste zin uit het boek moeten missen. “Geloof in zichzelf als een man in een land in oorlog voor een zaak die rechtvaardig was voor de mensen van wie hij hield en de vaders van die mensen en hun poëzie en hun pijn en hun God”. Ah. Die zin had ik niet willen missen. Nee. Niets uit De passagier had ik willen missen.


Cormac McCarthy De passagier Recensie

De passagier

  • Schrijver: Cormac McCarthy (Verenigde Staten)
  • Soort boek: Amerikaanse roman
  • Origineel: The Passenger (2022)
  • Nederlandse vertaling: Arjaan en Thijs van Nimwegen
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 25 oktober 2022
  • Omvang: 384 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs; € 24,99 / € 15,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe roman van Cormac McCarthy

1980, Pass Christian, Mississippi. Reddingduiker Bobby Western – gekweld door verlies, bang voor de diepte van de oceaan en verlangend naar een dood die hij niet met God kan verzoenen – is getuige van intriges die hem alleen maar schade berokkenen. Hij wordt fysiek achtervolgd door mannen met insignes, en mentaal door de geest van zijn vader en door zijn zus: de liefde van zijn leven én de verwoester van zijn ziel.

De passagier reist door het zuiden van Amerika, van de praatzieke kroegen van New Orleans tot een verlaten booreiland voor de kust van Florida.

Cormac McCarthy Stella Maris RecensieCormac McCarthy (Verenigde Staten) – Stella Maris
Amerikaanse roman
Uitgever: De Arbeiderspers
Verschijnt: 6 december 2022

Bijpassende boeken en informatie

Ousmane K. Power-Greene – The Confessions of Matthew Strong

Ousmane K. Power-Greene The Confessions of Matthew Strong recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Afro-Amerikaanse roman. Er is nog geen Nederlandse vertaling van de roman verkrijgbaar op aangekondigd.

Ousmane K. Power-Greene The Confessions of Matthew Strong recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman The Confessions of Matthew Strong. Het boek is geschreven door Ousmane K. Power-Greene. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman van de Amerikaanse schrijver Ousmane K. Power-Greene.

Ousmane K. Power-Greene The Confessions of Matthew Strong Recensie

The Confessions of Matthew Strong

  • Schrijver: Ousmane K. Power-Greene (Verenigde Staten)
  • Soort boek: Amerikaanse roman
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Other Press
  • Verschijnt: 25 oktober 2022
  • Omvang: 416 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook

Flaptekst van de roman van Ousmane K. Power-Greene

A wildly original, incendiary story about race, redemption, the dangerous imbalances that continue to destabilize society, and speaking out for what’s right.

One could argue the story begins the night Allegra Douglass is awarded Distinguished Chair in Philosophy at her top-tier university in New York—the same night her grandmother dies—or before that: the day Allie left Birmingham and never looked back. Or even before that: the day her mother disappeared. But for our purposes Allie’s story begins at the end, when she is finally ready to tell her version of what happened with a white supremacist named Matthew Strong.
From the beginning, Allie had the clues: in a spate of possibly connected disappearances of other young Black women; in a series of recently restored plantation homes; in letters outlining an uprising; in maps of slave trade routes and old estates; in hidden caves and buried tunnels; and finally, in a confessional that should never have existed. They just have to make a case strong enough for the FBI and police to listen. This is when Allie herself disappears.

Allie is a survivor. She survived the newly post-Jim Crow south, she survived cancer, and she will survive being stalked and kidnapped by Matthew Strong, who seeks to ignite a revolution. The surprise in this doesn’t lie in the question of will she be taken; it lies in how she and her community outsmart a tactical madman.

Bijpassende boeken en informatie

Elizabeth Strout – Lucy aan zee

Elizabeth Strout Lucy aan zee recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Amerikaanse roman. Op 18 oktober 2022 verschijnt bij uitgeverij Atlas Contact de Nederlandse vertaling van Lucy by the Sea van de Amerikaanse schrijfster Elizabeth Strout.

Elizabeth Strout Lucy aan zee recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Lucy aan zee  Het boek is geschreven door Elizabeth Strout Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Amerikaanse schrijfster Elizabeth Strout.

Elizabeth Strout Lucy aan zee Recensie

Lucy aan zee

  • Schrijfster: Elizabeth Strout (Verenigde Staten)
  • Soort boek: Amerikaanse roman
  • Origineel: Lucy by the Sea (2022)
  • Nederlandse vertaling: Madelon Janse
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschijnt: 18 oktober 2022
  • Omvang: 272 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Recensie en waardering van het boek

  • “Strout schept opnieuw fenomenaal een kleine wereld, via onverwachte ontmoetingen en schijnbaar weinigzeggende observaties.” (NRC)

Flaptekst van de nieuwe roman van Elizabeth Strout

Wanneer de wereld begin 2020 vol paniek in lockdown gaat, wordt Lucy Barton losgerukt uit haar ordelijke schrijfstersleventje in Manhattan en neemt haar ex-man William, met wie ze af en aan contact heeft, haar op sleeptouw naar een klein stadje in Maine. De daaropvolgende maanden zijn Lucy en William ondanks het ingewikkelde verleden dat ze delen op elkaar aangewezen, in een huisje aan de kolkende, grauwe zee, terwijl de wereld ten onder lijkt te gaan. Ze zullen er niet ongeschonden uit komen. Lucy aan zee biedt een emotioneel en empathisch beeld van de angst en het isolement uit de begindagen van de pandemie, maar ook van het gevoel van rust dat die lange, stille dagen met zich meebrachten. De diepe connecties die Lucy – en ons – zelfs in tijden van afzondering met de wereld verbinden liggen ten grondslag aan dit verhaal: de pijn die het verdriet van haar volwassen dochter teweegbrengt, de leegte na het overlijden van een dierbare, de belofte van een nieuwe vriendschap en de troost van een oude liefde die blijft voortbestaan. ‘Allemaal hebben we in ons leven mensen – en plaatsen – en dingen – die in onze ogen gewichtig zijn,’ zegt Lucy. ‘Maar uiteindelijk zijn we gewichtloos.’

Bijpassende boeken en informatie

John Irving – The Last Chairlift

John Irving The Last Chairlift recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe roman van de Amerikaanse schrijver. Op 18 oktober 2022 verschijnt bij uitgeverij Simon & Schuster de nieuwe roman van John Irving. De Nederlandse vertaling met de titel De laatste skilift verschijnt op 22 november 2022 bij uitgeverij De Arbeiderspers.

John Irving The Last Chairlift recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de roman The Last Chairlift. Het boek is geschreven door John iIving. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit nieuwe roman van de Amerikaanse schrijver John Irving.

John Irving The Last Chairlift Recensie

The Last Chairlift

  • Schrijver: John Irving (Verenigde Staten)
  • Soort boek: Amerikaanse roman
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Simon & Schuster
  • Verschijnt: 18 oktober 2022
  • Omvang: 912 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Nederlandse vertaling: De laatste skilift

Recensie en waardering van de roman

  • “Powerfully cinematic…Irving’s portrayal of a shooting in a crowded venue, for instance, is rendered with such visual acuity and kinetic energy that I’d swear I saw it rather than read it….Whenever “The Last Chairlift” is actively expanding the boundaries of what a family can be — the story feels vital and exciting.” (The Washington Post)
  • “Here the consistent pleasure is an extended family whose distinctive voices deliver thoughtful messages of tolerance, understanding, and affection for those who are different.” (Kirkus Review)
  • “His enormous imagination, his storytelling gifts, and his intelligence are all on display.” (Publishers Weekly)

Flaptekst van de nieuwe roman van John Irving

John Irving, one of the world’s greatest novelists, returns with his first novel in seven years–a ghost story, a love story, and a lifetime of sexual politics.

In Aspen, Colorado, in 1941, Rachel Brewster is a slalom skier at the National Downhill and Slalom Championships. Little Ray, as she is called, finishes nowhere near the podium, but she manages to get pregnant. Back home, in New England, Little Ray becomes a ski instructor.

Her son, Adam, grows up in a family that defies conventions and evades questions concerning the eventful past. Years later, looking for answers, Adam will go to Aspen. In the Hotel Jerome, where he was conceived, Adam will meet some ghosts; in The Last Chairlift, they aren’t the first or the last ghosts he sees.

John Irving has written some of the most acclaimed books of our time–among them, The World According to Garp and The Cider House Rules. A visionary voice on the subject of sexual tolerance, Irving is a bard of alternative families. In The Last Chairlift, readers will once more be in his thrall.

Bijpassende boeken en informatie

Celeste Ng – Onze verloren harten

Celeste Ng Onze verloren harten recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe roman van de Amerikaanse schrijfster. Op 6 oktober 2022 verschijnt bij uitgeverij Hollands Diep de Nederlandse vertaling van de roman Our Missing Hearts van de Amerikaanse schrijfster Celeste Ng.

Celeste Ng Onze verloren harten recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden de roman Onze verloren harten. Het boek is geschreven door Celeste Ng. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Amerikaanse schrijfster Celeste Ng.

Celeste Ng Onze verloren harten Recensie

Onze verloren harten

  • Schrijfster: Celeste Ng (Verenigde Staten)
  • Soort boek: Amerikaanse roman
  • Origineel: Our Missing Hearts (2022)
  • Nederlandse vertaling: Anna Livestro
  • Uitgever: Signatuur
  • Verschijnt: 6 oktober 2022
  • Omvang: 368 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 24,99 / € 14,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Celeste Ng

De twaalfjarige Bird Gardner woont bij zijn liefhebbende, maar gebroken vader. Diens leven wordt al tien jaar lang bepaald door wetten die zijn opgesteld om de ‘Amerikaanse cultuur’ te behouden, in de nasleep van jaren van economische instabiliteit en geweld. Vooral ouders en kinderen van Aziatische afkomst lopen gevaar om van elkaar gescheiden te worden. Bird kan zich zijn moeder nauwelijks herinneren en weet niet wat er met haar is gebeurd. Wanneer hij een mysterieuze brief met alleen een cryptische tekening ontvangt, gaat hij naar haar op zoek. Zijn zoektocht voert hem terug naar de vele volksverhalen die ze hem als kind heeft verteld, naar een ondergronds netwerk van bibliothecarissen, en uiteindelijk naar New York City, waar een nieuwe daad van verzet het begin kan zijn van de broodnodige verandering.

Bijpassende boeken en informatie

Kate Zambreno – Drang

Kate Zambreno Drang recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe roman. Op 29 september 2022 verschijnt bij uitgeverij Koppernik de Nederlandse vertaling van de roman Drifts van de Amerikaanse schrijfster Kate Zambreno.

Kate Zambreno Drang recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden de roman Drang. Het boek is geschreven door Kate Zambreno. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Amerikaanse schrijfster Kate Zambreno.

Recensie van Tim Donker

Een boek over het (maar niet kunnen) schrijven van een boek, jaja, dat kenden we nog niet. Ofnee. Dat kenden we wel. Of we. Ik toch. En anderen met mij, neem ik aan. Maar dat geeft niet. Een boek hoeft niet perse iets volstrekt nieuws te vertellen om iets volstrekt nieuws te vertellen. Laat staan om eenvoudigweg te boeien. Of te intrigeren. Het boek is immers maar dat wat gebeurt tussen twee kaften, hoe kan het nog moeten ontstaan als de lezer er al aan begint? En als het boek nooit tot stand heeft kunnen komen, wat hebben we dan zojuist gelezen? Waar gaat het dan eigenlijk over. Jaja. Waar gaat het over, ook zo’n vraag. “Wat voorkomt dat een boek wordt geschreven, wordt uiteindelijk het boek zelf”, schrijft Zambreno ergens in Drang, en misschien is dat wat Drang is: “…een memoir over niets…”, om andermaal Zambreno zelve te sieteren.

Ja goed, het gaat dus over die vrouw die een boek probeert te schrijven en dat lukt niet erg. Van dat falen wordt verslag gedaan in korte, dagboek-achtige hoofdstukjes, veel paginawit, af en toe een foto of een afbeelding. De bladspiegel is alvast goed. Het is de leegte die ademt, de leegte waarin we zwemmen, ja: ik, jij, wij allemaal. De niksheid die het leven is. Ommetjes maken met de hond. Naar het werk gaan. In de metro zitten. Dingen bekijken op je kompjoetur. Een literaire avond bijwonen. Ongemakkelijke sociale situaties. Een vreemde bovenbuurman. Series “bingen”.  Wat is in godsnaam series “bingen”? Maar die ene serie die ze “bingt”, Taxi, die kende ik wel. Met Tony Danza en als mijn geheugen me niet bedriegt Danny DeVito? In mijn herinnering werd het hier in de jaren tachtig uitgezonden op zaterdag, ergens in de vooravond, en in mijn herinnering keken we er altijd naar, mijn mamma mijn pappa mijn twee zussen en ik, en in mijn herinnering was het dan altijd gezellig. Boeken lezen. Met vrienden mailen. Op de veranda zitten al is het herfst. Een galadiner. Een strohoed kopen, of misschien een jurk. En gedachten, vooral heel veel gedachten.

Gedachten over Chantal Akerman. Gedachten over Wittgenstein. Gedachten over Walser. Gedachten over Kafka. Gedachten over Rilke, heel veel gedachten over Rilke. Je kon bijna het idee gaan krijgen dat Drang een Rilke-biografie beoogde te zijn maar het leven had er andere plannen mee. Zoals De Kapellekensbaan veel meer dan over Ondine, over Boontje en zijn huisgenoten ging. Een moderne, Amerikaanse Kapellekensbaan, niet gek, denk ik, om Drang zo te noemen.

Want uiteindelijk gaat Drang over onvermogen. Nee. Het gaat over futloosheid. Nee. Het gaat over dissociatie. Nee. Het gaat over ergens anders over gaan. Nee. Het gaat over drift. Nee. Het gaat over hoe je op een of andere manier aan het eind van de dag altijd nooit gedaan hebt wat je had willen doen. Nee. Het gaat over drang, eerder dan over actie. Nee. Het gaat over zoeken. Nee. Het gaat over wanderlust. Nee.

Drang scheen me doordesemt te zijn van melankolie. Of in ieder geval: ik werd er vaak een weinig melankoliek van. Al zegt dat misschien niet zoveel, ik word melankoliek van haast alles. In het geval van Drang was het meestal de goede soort melankolie, maar een keer, het was een dinsdag, sloeg de goede melankolie na verloop van bladzijden en bladzijden om in het slechte soort melankolie. De melankolie die alleen maar taai en zwart en zwaar en zompig is, en ik kon niet verder lezen. Nou dan ga ik maar afwassen, mompelde ik halfluid en mijn dochter, die verderop op de grond zat en bezig was om van elektriciteitsgeleidende staafjes een radio te maken, zei Wat? En ik liep naar de steerjoo, want afwassen zonder mjoeziek, dat gaat niet. Ploegsteert. Het Zesde Metaal. Feitelijk hun mooiste, hoewel het geloof ik de naam heeft één van hun mindere seedees te zijn. Akattemets herbergt best heel veel saje liedjes, maar áls het raak is op Akattemets is het ook wel meteen goed raak. Nie voe kinders is fantasties, dat zal ik niet ontkennen. Calais viel me echter zo zwaar tegen dat die seedee maakte dat ik stopte een volger te zijn, geen idee wat ze sedert nog gedaan hebben, de mannen van Het Zesde Metaal en Calais is ook de enige ZesdeMetaalseedee die tussen mijn bovenseedees is geraakt, ofwel: alle seedees die nog net niet slecht genoeg zijn om ze naar de kringloop te sturen. Maar Ploegsteert is gewoon een bloedmoje seedee & ik herinner me nog hem kopen. Dat was na afloop van een optreden van Het Zesde Metaal in Ekko. Kees had me zo ver gekregen daarheen te gaan. Goede ouwe Kees. Die kende ik van Facebook, in die tijd was ik nog een fervent gebruiker van Facebook. Nu hoor ik nooit meer wat van Kees. Wat misschien een helaas is. Zanger / gitarist / bandleider Wannes Cappelle had mijn Ploegsteert nog voor me gesienjeerd, nadat hij het cellofaan van de seedee had weten te peuteren omdat mij dat niet lukte. Aardige gast, die Wannes. Sienjeerde de seedee, zei ik dat al? Op de achterkant van het seedeeboekje. En nu ik de seedee opende zag ik dat dat in 2017 geweest moest zijn; 2017, zo lange her alweer? Toen was mijn zoon vier, mijn dochter zelfs nog maar twee. En ik stond daar, met die seedee in mijn hand en die vaat die op mij wachtte en ik dacht aan mijn kinderen als peuters en als kleuters, ik dacht aan dingen die voorbij gaan, ik dacht aan mensen die ik nooit meer zie, aan november, misschien wel de gruwelijkste maand, ik dacht aan steeds meer donker en steeds minder licht. En dan moest de mjoeziek nog komen, dan moest heel die intenste mjoeziek van Ploegsteert nog komen. Na afloop van de afwas die dinsdag voelde ik me pas waarlijk droef (behalve dan de ontroering, de goede soort ontroering, de moje en warme ontroering toen ik vanuit mijn ooghoeken mijn dochter zag, mijn lieve moje prachtige geniale zevenjarige dochter, nog immer in de weer met haar staafjes die een radio moesten worden, die ik zag, vanuit mijn ooghoeken, zachtjes meezingend met Ier bie oes) (een fantasties liedje, ga zelf luisteren).

Enkele dagen ontbrak mij alle lust verder te lezen in Drang.

Ja. Dat is ook zoiets. Dat wou ik nog zeggen. Of. Eigenlijk wou ik dat later pas gaan zeggen. Dat Drang me in dat opzicht een heel klein beetje tegenviel. Dat het niet het soort boek bleek te zijn waarin ik maar blijf lezen, gejaagd, hijgerig, hongerend, hunkerend naar meer, elke volgende letter, elk volgend woord, elke volgende zin, elke volgende bladzijde, het allemaal moeten hebben, het allemaal moeten insnuiven, nu. Dat het niet het soort boek bleek te zijn waarvan ik me maar niet kan losscheuren. Niet het soort boek dat ik in één twee drie sessies uitlees, in een roes, in een trance. Niet het soort boek dat ik maar niet kan wegleggen. Nee. Drang bleek prima weglegbaar.

De eerste keer dat ik het weglegde had ik denk ik een honderddertigtal pagina’s gelezen, ik las wat in dichtbundels, ik las wat in de nieuwe Drehmanns, ik las wat in een boek waarin een producer de lezer uitlegt waarom muziek doet wat het met ons doet (iets waarin zij overigens niet geheel slaagt), er was nog niet veel aan de hand, het was maar enkele dagen als ik zei, daarna alweer, viste ik Drang weer uit de stapel, het was nog niet ver onderaan geraakt.

Het was een ochtend, er was koffie, Pharoah Sanders lag in de speler. Jewels of thought. Sanders, ook hij nu dood. Dat moest ik notabene van René horen. Die kwam het depot binnen, die riep me apart, die vroeg me of ik Pharoah Sanders kende, als jazzliefhebber, daar weet hij van, goeje René, ik kreeg het niet eens over mijn hart om te doen alsof ik dacht dat hij het over Pharoahe Monch had, ik zei alleen maar Ik wist eigenlijk niet eens dat hij nog leefde, daarmee stelde ik René geloof ik een beetje teleur, René leest alle internationale kranten, ik lees alleen maar boeken, even later vertel ik het aan Theo, ik zeg hem, Pharoah Sanders is dood en Theo doet zijn duim en wijsvinger op elkaar en houdt die heel dicht bij zijn oog om te demonstreren wat een klein grootheidje Pharoah Sanders was: alleen in een microscopiese wereld lijkt hij groot en ik lach want ik vind het grappig nee ik lach want ik doe alsof ik het grappig vond en nu, ochtend, koffie, een nieuwe poging voor Drang, Sanders op de speler, nu kon ik het eigenlijk alleen maar een potsierlijk, lomp, respectloos en achterlijk gebaar vinden.

Ik lees.

De hond heet Genet. Waarom een hond vernoemen naar Jean?, misschien omdat haar man John heet?, of was het Onze Lieve Vrouw van de Bloemen?, was het Een verliefde gevangene? (ik las die titel, het moet ergens in de jaren negentig geweest zijn, ik las Een verliefde gehangene, ik dacht Dat boek moet ik lezen & pas tuis las ik de titel beter) (op 13 april 1986 stierf Jean Genet in een Parijse hotelkamer, 75 jaar oud) (wat oud genoeg is) (en als je ergens moet sterven, dan maar in een hotelkamer) (eventueel nog wel in Parijs) (alle beelden uit de taal veilig stellen en je ervan bedienen want ze bevinden zich in de verlatenheid waar je ze moet gaan zoeken dat moet Kate Zambreno aanspreken) (De bladzijde die aanvankelijk blanco was, is nu van boven tot onder overdekt met minuscule zwarte tekens, letters, woorden, komma’s, uitroeptekens en dank zij hen noem je deze bladzijde leesbaar dat moet Kate Zambreno aanspreken) (de betekenis van het decor moet Kate Zambreno aanspreken); de scénes met Genet zijn zomtijds ronduit goor maar ik ben het tegendeel van een hondenliefhebber. Doch zelfs als Genet een kat was geweest (ik ben een hartstochtelijk kattenliefhebber) had ik die scénes goor of hooguit een beetje minder goor gevonden. Dan weer: andere Genetscénes zijn ontroerend, aandoenlijk, mooi.

Zambreno lijkt sowieso een fascinatie te hebben voor het gore, ze kon bijna een Neerlands schrijfster zijn.

Ik lees. En dan weer niet. En dan weer wel. En dan weer niet.

De passagier van Cormac McCarthy slaat de grootste bres in mijn leesritme. Enkele weken lees ik helemaal niet meer in Drang.

En ik beschuldig Drang. Ik verwijt het dat het niet het soort boek bleek te zijn dat me in zijn ban hield. Het heeft toch alles. Het is deels dagboek, deels Rilke-biografie, deels (kunst)filosofie, deels kijkboek, deels kleinpraat. Ik dacht aan Gehuwde rotsen, aan A Naked Singularity, aan Speedboat, aan Kassa 19, de meeste van die assoosjasies misschien lukraak, maar toch, ik dacht aan enkele van de beste boeken ter wereld, en toch bleek Drang steeds gemakkelijker, met steeds kortere tussenpauzes, weg te leggen en steeds moeilijker terug te vinden. Wat is dat met jou Drang, ik vroeg, waarom nestel je je gewoon niet onder mijn huid? Je kent zoveel verschijningsvormen, je zou toch zo maar mijn ideale boek kunnen zijn?

Is het de vertaalster? Ja. Mag ik alles op de vertaalster steken? Die in ieder geval wat beter haar best had mogen doen om elegante vertalingen te vinden voor woorden als “upstate”, “downtown”, “bitchy”, “nanny” en “diner” in plaats van ze gewoon onvertaald te laten staan, midst het Nederlands, want dat kan in deze wereld, waarin het Nederlands wordt weggedrukt door het Engels of meer nog door het Amerikaans, geen enkel programma heeft nog een Nederlandse naam, kantoorpikken beklagen zich dat de “meeting” zomaar is “gecanceld” en pubers vinden alles maar “so satisfying”, moet je daar als vertaler dan in meegaan?, vertaal dan niet en raadt mensen gewoon aan de Engelse versie te lezen.

Maar misschien is het niet de vertaalster, misschien mist Drang gewoon een zekere bezwering. Het mist de hypnose. Het mist de hand die grijpt naar de strot. Ofzo. Weetikveel.

Misschien ben ik het wel, misschien was het de mjoeziek, misschien waren het de dagen. Misschien was de koffie niet straf genoeg.

Maar bedenk dit: schrijf een geniaal boek dat nog te wensen overlaat. Of: schrijf een tegenvallend boek dat evenwel geniaal is. Dat boek is Drang. Dus hoe briljant ben je dan als schrijver? Denk daar eens over na.


Kate Zambreno Drang Recensie

Drang

  • Schrijfster: Kate Zambreno (Verenigde Staten)
  • Soort boek: Amerikaanse roman
  • Origineel: Drifts (2021)
  • Nederlandse vertaling: Nicolette Hoekmeijer
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 29 september 2022
  • Omvang: 336 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 24,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Recensie en waardering van het boek

  • “Uitgeroepen tot het beste boek van het jaar door The Paris ReviewHarper’s Bazaar en Vulture.

Flaptekst van de roman van Kate Zambreno

Het verleidelijke en meanderende Drang is een intiem portret van lezen, schrijven en creatieve obsessie. Terwijl de hoofdpersoon werkt aan haar roman, die al lang ingeleverd had moeten zijn bij haar uitgever, raakt ze in de ban van het werk van Rilke, Dürer, Chantal Akerman en anderen. Ze fotografeert de bewoners en zwerfhonden uit haar buurt, spookt rond in boekwinkels en galerieën en legt haar gedachten vast in een geel notitieboekje, dat al snel haar werk aan de roman volledig overschaduwt.

Terwijl de winter nadert, wordt ze door een reeks ingrijpende voorvallen steeds onzekerder totdat een intense en tedere gebeurtenis alles verandert.

Drang – een verhaal over artistieke ambitie, persoonlijke crisis en de mogelijkheden en de tekortkomingen van de literatuur – is een betoverende roman van een van de meest gedurfde schrijvers van dit moment.

Kate Zambreno (30 december 1977) is de auteur van meerdere veelgeprezen boeken, waaronder ScreenHeroines en Green Girl. Haar werk verscheen onder meer in The Paris Review en The Virginia Quarterly Review. Ze ontving een Guggenheim Fellowship en doceert aan Columbia University.

Bijpassende boeken en informatie