Tag archieven: Recensie

Autran Dourado – Opera der doden

Autran Dourado Opera der doden recensie en informatie roman uit 1967 van de Braziliaanse schrijver. Op 21 augustus 2025 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik de Nederlandse vertaling door Harrie Lemmens van de roman Ópera dos Mortos van de uit Brazilië afkomstige schrijver Autran Dourado. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Autran Dourado Opera der doden recensie

  • “Met flair, haast jolig, zoomt de verteller in op een huis, nee, op twee huizen, boven op elkaar, en hij vertelt kort de geschiedenissen van een liederlijke potentaat en zijn fijner besnaarde zoon.” (NRC Handelsblad)

Recensie van Tim Donker

En weeral ist Harrie Lemmers verdomd zeg ja weeral ist Harrie Lemmens. Had de goede man me eerst al gehaakt gekregen aan António Lobo Antunes, wiens Voor wie in het donker op mijn wacht ik deze zomer ademloos las onder de hete zon van Valencia (en ik vond dat boek zelfs nog wel een slagje beter dan De omvang van de wereld – het boek dat me ergens int voorbije voorjaar danig verpletterd had); nu introduceert Lemmens me aan Dourado, die ik ook al niet kende, en ook al met keelsnoerend proza weet op te komen. Eveneens opgedolven uit het Portugees, uiteraard, Lemmens moet het Portugees wel door de aderen hebben vloeien, maar het land is Brazilië dit keer. Ook de tijd verschilt: Dourado schreef Opera dos Mortos in 1967. Misschien daarom lijkt het, op eerste gezicht dan in ieder geval, een wat klassiekere toon aan te slaan dan Voor wie in het donker op me wacht of De omvang van de wereld – boeken waar Opera der doden behalve de brontaal en de vertaler niets gemeen mee heeft.

Of. Naja. Misschien de eenzaamheid.
Misschien de beklemming.
Misschien de nostalgie.
Misschien de melankolie.

In Opera der doden gaat het om Rosalina. Ooit was haar familie rijk en machtig; ze bezaten grond en hadden invloed. Rosalina’s opa boezemde ontzag en angst in; haar vader was milder en innemender en lange tijd een geliefde figuur in zijn omgeving. Het huis zat altijd vol, men at en dronk en onderhield zich. Tot hij de fout begin politieke aspiraties te ontwikkelen, en na een debacle gedesillusioneerd achterbleef. En zijn vrouw ging dood, en hijzelf ging dood, en toen was Rosalina alleen met Quiquina, sedert jaar en dag de dienstmeid, in dat ineens wat te grote huis, met weinig meer te doen dan drinken en kunstbloemen maken. Dan komt José Feliciano, de zanger José Feliciano dacht ik nog toen ik het achterplat las, waardoor ik dit boek heel eventjes op een absurdistische roman ging schatten (een blinde zingende klusjesman?), maar neen het is een andere José Feliciano, een personage dat ook gekend is als Juca de Mus en Zé-van-de-Majoor, ik weet ook niet zeker of die andere José Feliciano al platen opnam in 1967, volgens mij wel maar in ieder geval zong hij dan toch niet zó hard dat het tot in Brazilië te horen was, en deze José Feliciano weet zich, met het geluk dat hij van buiten komt (sinds de mislukte politieke carrière van haar vader koestert Rosalina een bittere wrok tegen haar stadsgenoten) zich als manusje-van-alles het huis en het leven van Rosalina in te kletsen. Hij klaart wat klusjes in huis, hij hangt een beetje rond in het stadje, waar hij praatjes maakt en verhalen vertelt en zich snel geliefd maakt, maar als hij in de avond een keer een glas met Rosalina mee drinkt, begint hun verstandhouding te veranderen – tot grote ergernis van Quiquina.

Dourado begint wat wollig, met Rosalina’s opa en met haar vader, en met de voorgeschiedenis van het huis waar ze woont, waardoor je even het idee krijgt dat je in een historische roman verzeild geraakt bent maar dat is (gelukkig) niet het geval. Je zou het postmodern kunnen noemen, je zou ook kunnen zeggen dat de erfenis van het decadentisme niet onopgemerkt aan deze roman voorbijgegaan is (waren er decadenten in Brazilië?); je zou kunnen wijzen op licht experimentelen ingrepen in de vertelstijl, zoals de geregelde perspectiefwisselingen (ah nog iets dat het deelt met De omvang van de wereld!) of de hebbelijkheid van Dourado om de lezer af en toe rechtstreeks aan te spreken maar waarmee Dourado écht onder de huid kruipt is de manier waarop hij het narratief bevriest tot op een punt waarop er ogenschijnlijk niks lijkt te gebeuren.

José Feliciano en Rosalina zijn mensen die, hoewel ze eigenlijk niet vreselijk oud zijn, hun gloriejaren wel achter zich hebben. Hoe gaat dat met levens. Er is geluk, harmonie, en alles is fijn, en dan gaan mensen dood, of jij gaat weg van de plek waar je gelukkig was, en de dagen blijven komen, en je kunt het vullen met wat geklets, of kunstbloemen maken, of likeurtjes drinken, en wat rondhangen en dat is het dan. Misschien gaat Opera der doden daar wel over: het leven, of wat daar van over blijft als het schoonste eraf is, bijvoorbeeld omdat de doden die je te betreuren hebt inmiddels zo talrijk zijn dat hun opera langzamerhand onnegeerbaar hard opklinkt in zelfs je triviaalste dagdagelijksheden. Maar zingen en klinken doet het. Ook in deze woorden. De muzikaliteit van deze roman is weergaloos. De vele herhalingen, de spreektaal, de bewustzijnsstromen, de in elkaar vlechtende perspectieven, de directe rede die zonder leestekens weergegeven in de hoofdtekst verzinkt zodat de verschillen tussen gedachte, monoloog, dialoog, gesprekken en gebeurtenissen vervagen en alles tot dezelfde melodie gaat behoren. Een melodie die komt en gaat in golven die de lezer af en toe overspoelen. Waarlijk prachtig, hallucinant en meeslepend is de scene waarin José Feliciano voor de eerste keer een glas met een al wat aangeschoten Rosalina besluit te drinken. Met een welbepaald ritme weet Dourado een (sexuele) spanning te creëren die zo dik is dat het zweet je op de huid komt te staan. Sex in literatuur werkt meestal niet (is in ieder geval zelden opwindend), maar Dourado laat het werken hier en sowieso behoren deze bladzijden hier tot de schoonste die ik dit jaar las.

Gelijk aan levens die na wat -achteraf bezien misschien- het hoogtepunt was, lijkt Opera der doden na hogergenoemde scene nog maar wat voort te kwakkelen. De lezer ziet de decors scheuren en de personages verbleken in steeds lelijker licht. De afstandelijke, wat vormelijke en onbenaderbare Rosalina ontpopt zich tot een manipulatieve en gevoelsarme hartenbreekster; de goedlachse en sympathieke (en oké misschien wat sukkelige) José Feliciano toont zich een sexistische, kleinzielige en afhankelijke zeurkous met uiterst dubieuze gedachten en herinneringen (was dat nou nodig, Dourado?) (langs de andere kant vormen incest en pedofilie ook wel ruimere motieven in dit boek) (misschien om, in mijn ogen lichtelijk geforceerd, een mythologische onderlaag te leggen) (die lauwe, zenoëske pijl-filosofie dient vermoedelijk een dergelijk doel) en Quiquina, eens zo zorgzaam, liefdevol en zachtaardig blijkt op het wrede af haatdragend te zijn. Het is pijnlijk om het weinige dat er nog is te zien instorten en even vraag ik me af of het wel het goede soort pijnlijk is. Maar dan zet de schrijver een ontwikkeling in gang die ik niet aan zag komen en worden er andere uitzichten geboden.

Misschien is de hoofdrol wel voor Quiquina.

Misschien gaat het om een nog grote kracht dan het heuvelafwaarts gaan van levens: afgunst. Rancune. Woede. Uitsluiting. Drama’s moeten altijd verwijtbaar zijn want wat verwijtbaar is kent zondebokken. Zonder zondebokken gaat het niet, en dat is ook een oeroud thema. Wat geweest is, en altijd zijn zal. Van een opera die nooit zwijgen zal weet Dourado een aardig tijdloze roman te smeden. Eén die nog lang na blijft klinken.

Autran Dourado Opera der doden

Opera der doden

  • Auteur: Autran Dourado (Brazilië)
  • Soort boek: Braziliaanse roman
  • Origineel: Ópera dos Mortos (1967)
  • Nederlandse vertaling: Harrie Lemmens
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 21 augustus 2025
  • Omvang: 264 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 23,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman uit 1967 van de Braziliaanse schrijver Autran Dourado

Opera der doden beschrijft het leven van Rosalina, de laatste nazaat van een familie van grootgrondbezitters, die samen met haar stomme dienstmeid in een groot oud herenhuis woont in een stille Braziliaanse provinciestad. Overdag maakt ze kunstbloemen, ’s avonds drinkt ze in het geheim. Ze leidt een vrijwel geheel geïsoleerd leven tot José Felicano aanneemt als klusjesman. Zijn aanwezigheid verlevendigt de claustrofobische atmosfeer van het huis en wanneer hij Rosalina’s minnaar wordt, verdwijnt al haar zelfverzekerde rust.

Opera der doden is het dwingende en intense meesterwerk van een van de belangrijkste Braziliaanse schrijvers van de twintigste eeuw.

Autran Dourado is geboren op 18 januari 1926 in Patos de Minas, Brazilië. Hij was een Braziliaanse romanschrijver. Dourado werd geboren in Patos de Minas, in de deelstaat Minas Gerais, en dat is de setting van zijn meeste boeken. Hij ontving onder meer de Camões-prijs en de Machado de Assis-prijs. In 2024 verscheen bij Uitgeverij Koppernik de roman Het mensenschip. Zijn bekendste roman, Opera der doden, zal in 2025 bij Koppernik verschijnen. Hij overleed op 30 september 2012 in Rio de Janeiro en werd 86 jaar oud.

Bijpassende boeken en informatie

Sofie Leyts – De grote postzegelroof

Sofie Leyts De grote postzegelroof van Rufus, Felix en (per ongeluk ook van) Viebe recensie en informatie over de inhoud van het boek. Op 21 augustus 2025 verschijnt bij Pelckmans Uitgevers het nieuwe 10+ jaar jeugdboek en thriller van Sofie Leyts. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Sofie Leyts De grote postzegelroof recensie

Rufus, Felix en Viebe hebben ietwat vreemde ouders. Die van Rufus jatten alles wat los en vast zit. Ze verhuizen zo vaak om hun sporen te wissen dat Rufus niet eens de moeite neemt om zijn kamer gezellig te maken. Hij moet zakkenrollen en meedoen in hun complotten terwijl hij daar geen zin in heeft. Hij voelt zich erg alleen, vrienden maken is onmogelijk.

Als hij Felix ontmoet, krijgt hij hoop dat zij misschien wel vrienden kunnen worden. De vader van Felix zit in de verzekeringen. Hij probeert mensen de meest idiote dingen te laten verzekeren. Voor forse premies, uiteraard. Felix moeder zit bij de verkeerspolitie en doet niets liever dan boetes uitdelen. Aan haar man en zoon. Voor te laat aan het ontbijt verschijnen, praten met voor mond, minder dan een 10 op school halen…

En Viebe woont met haar moeder, die ze zielenhoedster moet noemen, in een hotel waar zij alle klusjes doet. Waar ze haar zielenhoedster erg dankbaar voor is. Want die zeurt nooit als ze nog tot laat aan het werk is en op tijd naar bed moet. Ze krijgt niet op haar kop als ze slechte cijfers op school haalt – het interesseert haar zielenhoedster vrij weinig.

Door omstandigheden komen de drie met elkaar in aanraking in het hotel van Viebe. Als zij per ongeluk iets opvangt over een grote postzegelroof, die Rufus en Felix met elkaar hebben bekokstoofd. In de hoop dat ze hun levens voor eens en altijd om kunnen gooien. Gaat Viebe hen verraden? Of zal hun plannetje lukken?

De grote postzegelroof begint direct sterk met de zinnen: Het leven van Rufus Donkers was beslist geen pretje. Ten eerste was het vakantie. Ten tweede had zijn ene moeder voor taart gezorgd. En ten derde zou zijn andere moeder hem deze middag meenemen voor een ritje in haar gloednieuwe auto, een knalrode Ferrari met open dak en extra snufjes.

Dat klinkt natuurlijk fantastisch, maar dan komt direct de omkering: Rufus’ zijn moeders zijn eersteklas dieven. Ze overvallen en roven dat het een lieve lust is. Het maakt direct nieuwsgierig naar de rest van het verhaal. De ouders van de drie kinderen hebben iets behoorlijk absurds, wat het verhaal erg grappig maakt.

Het laat ook zien dat dingen er voor buitenstaanders heel fijn uit kunnen zien (Felix zou maar al te graag met Rufus ruilen, kan hij eindelijk eens videogamen), die eigenlijk totaal niet fijn zijn. Het plan dat de jongens bedenken om hun leven om te kunnen gooien, maakt het boek spannend. Zal het ze lukken. De komst van Viebe draagt hieraan bij.

Alle drie de kinderen zijn stoer, dapper, wijs en grappig op hun eigen manier. Je kunt makkelijk met ze meeleven. De ouders zijn zo idioot dat ze zowel grappig als eng zijn. Sofie Leyts heeft een vlotte manier van schrijven, een scherpe pen en humor. Ze weet absurdistische situaties geloofwaardigheid mee te geven.

Voor iedereen die houdt van een goed geschreven, spannend avontuur waarin kinderen slimmer zijn dan volwassen, kan het hart ophalen aan De grote postzegelroof van Rufus, Felix en (per ongeluk ook van) Fiebe. Het boek is gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Recensie van Jolien Dalenberg

Sofie Leyts De grote postzegelroof van Rufus, Felix en (per ongeluk ook van) Viebe

De grote postzegelroof

van Rufus, Felix en (per ongeluk ook van) Viebe

  • Auteur: Sofie Leyts (België)
  • Soort boek: Vlaamse jeugdthriller (10+ jaar)
  • Uitgever: Pelckmans
  • Verschijnt: 21 augustus 2025
  • Omvang: 272 pagina’s
  • Uitgave; paperback / ebook
  • Prijs: € 17,00 / € 12,99
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het nieuwe boek van Sofie Leyts

Rufus Donkers is de zoon van twee doorgewinterde dievegges. Het gezin verhuist om de haverklap, want overal valt wel iets te stelen, maar Rufus wil niets liever dan zich ergens thuis voelen en een normaal leven leiden.

Felix is de zoon van een extreem strenge politie-inspecteur. Hij krijgt voor elke misstap een boete, waardoor zijn leven wel een strafkamp lijkt. Tot Rufus in zijn straat komt wonen en er een nieuwe wereld voor hem opengaat.

De jongens sluiten vriendschap en besluiten hun levens een andere wending te geven. Het enige wat ze daarvoor moeten doen is de meest kostbare postzegel ter wereld stelen. Er is maar één probleem: ze worden per ongeluk afgeluisterd door Viebe, het braafste kind van het universum.

Sofie Leyts is geboren in 1978. Ze werkt al twintig jaar in de bibliotheeksector. Het liefst zit ze mensen achterna met boeken die ze absoluut moeten lezen. In 2018 debuteerde ze met Vitus en een mysterie zo groot als het heelal of misschien nog groter. Twee jaar later volgden Jozefien Wachters en de strijd om altijd, dat werd genomineerd voor de Leesjury 2021-2022 en De familie Claus, naar de gelijknamige film. Momenteel schrijft ze haar eerste boek voor volwassenen. Haar verhalen zijn grappig en spannend maar ook gevoelig, en altijd is er wel een hoekje af.

Bijpassende boeken

Jori Stam – De verdwijning van Sieger Somerman

Jori Stam De verdwijning van Sieger Somerman recensie en informatie over de inhoud van de roman. Op 5 augustus 2025 verschijnt bij Uitgeverij Atlas Contact de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Jori Stam. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Jori Stam De verdwijning van Sieger Somerman recensie

Dat Jori Stam beschikt over een groot talent om boeiende verhalen te vertellen bewees hij al in de verhalenbundel waarmee hij debuteerde en zijn eerste roman Oregon. Maar het is altijd afwachten of de verwachting die door het eerdere werk is opgewekt, vervuld wordt. Om meteen maar duidelijk over te zijn dat is Jori Stam op voortreffelijke wijze geluk in zijn nieuwe roman.

Hij heeft één van de meest besproken en bediscussieerde ontwikkeling van het moment AI als centraal thema voor zijn nieuwe boek genomen of eigenlijk beter gezegd het leven dat zich daardoor steeds meer tussen waarheid, leugen en verbeelding beweegt. Ema Somerman, is een briljante ontwikkelaar die die software heeft ontwikkeld dat deepfakes kan herkennen. De software wordt door een Noors bedrijf op de markt gebracht.

Echter op het moment dat de software gepresenteerd wordt aan de wereld gaat er iets fout. Hierdoor komt het leven van Ema dat zich tegenwoordig in de Noorse hoofdstad Oslo afspeelt op het spel te staan. Ze wordt geconfronteerd met haar verre van zorgeloze jeugd in Rotterdam, met een vader die spoorloos verdween en een moeder waarmee ze niet kon opschieten. Het is het begin van een zoektocht naar een verloren vader, een verloren jeugd en naar het schemer gebied dat zich bevindt tussen de waarheid en verbeelding.

Net als in zijn vorige roman heeft Jori Stam het vermogen om te schrijven over zaken en gebeurtenissen die raadselachtig zijn, wellicht zelfs onmogelijk. Maar toch ga je door zijn directheid en glasheldere stijl mee in het spannende verhaal dat aan het denken zet en voor verwarring zorgt. Voeg daar nog aan toe het grote schrijverstalent waarover Jori Stam beschikt en je bent volledig verkocht. De roman is door onze redactie gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Jori Stam De verdwijning van Sieger Somerman

De verdwijning van Sieger Somerman

  • Auteur: Jori Stam (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschijnt: 5 augustus 2025
  • Omvang: 304 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 24,99 / € 14,99
  • Waardering redactie∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / BolLibris

Flaptekst van de nieuwe roman van Jori Stam

Ema Somerman leidt PROFIL, een organisatie in Oslo gespecialiseerd in het ontmaskeren van deepfakes. In een wereld vol manipulatie maakt Ema carrière in het onderscheiden van wat wel en niet echt is, terwijl haar eigen verleden haar blijft achtervolgen. Haar vader Sieger, een vooraanstaand journalist bij een landelijke krant, verdween toen zij zestien was. Als er beelden opduiken over de omstandigheden van zijn verdwijning, wordt Ema’s zoektocht naar de waarheid persoonlijker dan ooit. Kan de waarheid bestaan in een tijdperk waarin iedereen zijn eigen werkelijkheid kan creëren?

De verdwijning van Sieger Somerman is een spannende zoektocht naar vertrouwen, liefde en de kracht van perceptie.

Jori Stam is geboren in 1987. Hij debuteerde in 2015 veelbelovend met de verhalenbundel Een volstrekt nutteloos mens, die een eervolle vermelding kreeg van de J.M.A. Biesheuvelprijs. In 2019 verscheen zijn veelgeprezen debuutroman Oregon (∗∗∗∗ , uitstekend). Zijn werk verschijnt in verschillende literaire tijdschriften.

Bijpassende boeken en informatie

Toon Tellegen – De trots van de giraf

Toon Tellegen De trots van de giraf recensie en informatie nieuwe dierenroman van de Nederlandse schrijver. Op 27 juli 2025 verschijnt bij Uitgeverij Querido de nieuwe roman van de uit Nederland afkomstige schrijver Toon Tellegen. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de auteur en over de uitgave.

Toon Tellegen De trots van de giraf recensie

De dierenromans en dieren verhalen spreken een zeer groot publiek aan in binnen- en buitenland en van jong tot oud. Ook bij zijn nieuwe boek De trots van de giraf zal dit zonder twijfel weer het geval zijn.

Deze keer is de verteller van het verhaal een giraf die ’s ochtends wakker wordt zonder lange nek die plotseling verdwenen is. En daarmee blijkt ook zijn eigen onderscheidende identiteit volledig verloren te zijn gegaan.

Ontnekt begint de giraf aan een zoektocht naar zijn verdwenen lichaamsdeel. Alle andere dieren blijken juist een lange nek te hebben gekregen met alle consequenties van dien. Het ene dier is er zeer gelukkig mee, maar bij een andere soort gebeurt juist het tegenovergestelde. En de giraf is in verwarring en zoekt naarstig naar een nieuwe identiteit zonder zijn zo kenmerkende lange nek.

Als zo vaak lijkt Toon Tellegen met zijn nieuwe dierenroman ons en de gehele maatschappij een spiegel voor te willen houden. En in alle eenvoud weet hij de lezer, van jong tot oud, te raken en aan het denken te zetten. Het boek is gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Toon Tellegen De trots van de giraf

De trots van de giraf

  • Auteur: Toon Tellegen (Nederland)
  • Soort boek: dierenroman
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 27 juli 2025
  • Omvang: 120 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 18,99 / € 10,99
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dierenroman van Toon Tellegen

Op een morgen, als hij wakker wordt, merkt de giraf dat hij geen nek meer heeft. Zijn hoofd zit op zijn schouders met niets ertussen. Hij weet niet waar zijn nek is gebleven en zoekt hem overal. Eerst thuis en daarna in het bos, maar hij vindt hem niet. Nooit dacht hij aan zijn nek, maar nu kan hij nergens anders meer aan denken… Hij ziet dat alle dieren er opeens wel een hebben, zelfs de egel, de krekel en de mier. Ze dragen hun lange nek vol trots of schamen zich ervoor, ze kijken op de giraf neer of hebben met hem te doen. Sommigen willen hun nek aan hem afstaan, zoals de sprinkhaan, die zelfs een uitgebreid assortiment nekken te koop heeft. Maar de giraf wil maar één ding: zijn eigen nek terug.

Toon Tellegen is geboren op 18 november 1941 in Brielle, Zuid-Holland. Hij is schrijver en dichter. Zijn werk werd bekroond met onder meer de Woutertje Pieterse Prijs, De Gouden Uil en de Constantijn Huygens-prijs. Van zijn boeken zijn al meer dan 1 miljoen exemplaren verkocht in Nederland. Ook in het buitenland oogst hij groot succes met zijn dierenverhalen. Zo verschijnt Het verlangen van de egel in 16 landen in vertaling, stond het nummer 1 in Japan met meer dan 200.000 verkochte exemplaren, en zullen in 2025 in één klap alle elf zijn dierenromans worden gepubliceerd in China.

Bijpassende boeken en informatie

Albert Helman – Het eind van de kaart

Albert Helman Het eind van de kaart recensie en informatie verhalen van een reis door de binnenlanden van Suriname in 1955. Op deze pagina lees je uitgebreide informatie over het boek van de Surinaams-Nederlandse schrijver Albert Helman dat in 1980 voor het eerst verscheen in de Privé-domein reeks, maar een weerslag is van een reis die hij in 1955 maakte.

Albert Helman Het eind van de kaart recensie

Het einde van de kaart is een bijzonder boek in het oeuvre van de in Suriname geboren schrijver die in 1996 in Amsterdam overleed. Zijn leven was bijzonder. Lou Lichtveld, zoals zijn echte naam luidt, werd op 7 november 1903 geboren in Paramaribo. Als lid van een gegoede Surinaamse familie werd hij op twaalfjarige leeftijd naar het internaat van Rolduc in Limburg gestuurd om opgeleid te worden tot priester. Maar dat was geen succes en snel ging hij terug naar zijn geboorteland.

Maar een aantal jaar later vertrok hij toch weer naar Nederland waar hij naar de kweekschool ging en musicologie studeerde. Hij ging werken als journalist en publiceerde in 1923 zijn eerste boek. Als politiek betrokken journalist volgde hij de Spaanse Burgeroorlog en raakte zelfs actief betrokken in de oorlog. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij actief in het verzet.

Na de oorlog, in 1949, ging terug naar Suriname waar hij politiek actief en minister werd. Maar zijn betrokkenheid bij de zogenaamde Hospitaalkwestie leidde uiteindelijk tot zijn val in 1951.

Naast zijn politieke werk was Albert Helman een productief schrijver. Het eind van de kaart is een bijzonder boek in zijn oeuvre. Het is de weerslag van een reis die hij in 1955 maakte door de binnenlanden van Suriname. Maar de eerste uitgave van het boek verscheen pas in 1980.

Alhoewel sommige van de boeken die Helman schreef inmiddels enigszins archaïsch overkomen geldt dit niet voor dit reisverslag. Wat het nog extra bijzonder maakt is dat de schrijver nauwelijks egodocumenten schreef en dit boek een uitzondering is die de regel bevestigt. De binnenlanden van Suriname waren in 1955 nog nauwelijks ontsloten, laat staan dat er veel aandacht voor was. Het levendige verslag dat Helman schreef tijdens zijn reis heeft weinig aan actualiteit ingeboet en is zeer de moeite waard. Het boek is gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Albert Helman Het eind van de kaart

Het eind van de kaart

  • Auteur: Albert Helman (Suriname)
  • Soort boek: Surinaams reisverslag uit 1955
  • Eerste editie: 1980
  • Uitgever heruitgave: In de Knipscheer
  • Verschijnt: 11 april 2019
  • Omvang: 254 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 19,50
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek van Albert Helman

Het eind van de kaart is in alle opzichten een unicum in het toch al zo veelzijdige, grote oeuvre van Albert Helman. Albert Helman (Lou Lichtveld) schreef het reisjournaal Het eind van de kaart in 1955, maar het boek zou pas 25 jaar later in 1980 verschijnen in de prestigieuze reeks egodocumenten Privé-Domein van Uitgeverij De Arbeiderspers.

In 1955 waren hele stukken van de kaart van Suriname nog wit, oningevuld, onbekend, behalve in het hoofd van de bewoners van het diepe binnenland: inheemsen (Indianen) en marrons (nakomelingen van slaven die eeuwen geleden de plantages ontvlucht waren). Mensen die het binnenland in kaart probeerden te brengen, waren dus werkelijk pioniers, en Helman trok er ook zelf op uit hen aan het werk te zien, verkenningen die hij neerlegde in een tiental verhalen die later in Verdwenen wereld (1990) werden gebundeld. Maar bovenal is Het eind van de kaart een verkenning van zijn eigen psyche en zijn eigen fysieke onvolkomenheid in een omgeving waar hij is overgeleverd aan anderen.

Bijpassende boeken en informatie

Giada Pavesi – Sterren en koper

Giada Pavesi Sterren en koper recensie en informatie romantacy boek en Het verborgen genootschap deel 1. Op 3 juli 2025 verchijnt bij Uitgeverij Cargo de Nederlandse vertaling van Stelle e ottone, de fantasyroman van de Italiaanse schrijfster Giada Pavesi. Hier lees je informatie van de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Giada Pavesi Sterren en koper recensie van Jolien Dalenberg

Ambra Valmori studeert archeologie aan de universiteit in Venetië waar ze een rivaliteitsstrijd heeft met de getalenteerde Ismael Sagredo. Ze proberen elkaar continue de loef af te steken. Ambra heeft extra hard moeten werken omdat ze een week op mysterieuze wijze was verdwenen. Toen ze weer boven water kwam, had ze gaten in haar geheuden. En ze miste haar linker pink.

Als een voor haar belangrijke hanger wordt gestolen, en ze op zoek gaat naar de vermoedelijk dader, raakt ze in gevecht met een stel vreemde personen. Met Sagredo aan haar zijde. Ze ontdekt dat ze krachten heeft die ze niet kent. Wat haar op een heel bijzondere plek brengt. Een plek waar tovenaars studeren. Waar Sagredo Magister is. En waar haar krachten onderzocht worden. Wie, of misschien wel wat is Ambra?

Eerlijk is eerlijk, ik had het boek bijna weggelegd, vanwege het toch wat taaie begin. Veel beschrijvingen, namen, een wereld die nog geschetst moet worden en niet direct tot mijn verbeelding sprak. Ambra is  ook niet het personage dat je direct in je hart sluit. Ze is wat gesloten,  bijna onzichtbaar. Wat natuurlijk ook past bij wat ze heeft meegemaakt. De rivaliteit tussen haar en Ismael lijkt in het begin ook nergens heen te gaan. Toch ben ik meer dan blij dat ik even heb vol gehouden. Het is een tijd lang nog steeds de vraag wat ze voor elkaar zijn, maar dan op een intrigerende manier. Ambra krijgt een vastberadenheid over zich heen haar motieven om dingen te doen die minder handig zijn, begrijpelijk.

Je wordt meegezogen in een onbekende wereld waar je net zoveel weet als Ambra: niks. Wie is te vertrouwen, wie niet? De zoektocht naar de waarheid is spannend. Af en toe zakt de spanningsboog toch nog even in, omdat het te beschrijvend wordt. De namen van de Magisters en hun rol wilden net niet lekker blijven hangen, omdat ze voor mij net te weinig uitgewerkt waren en niet veel betekenis hadden. Toch wordt het verhaal steeds sneller vooruit geduwd, naarmate Ambra dichter bij de waarheid komt.

Sterren en Koper is een verhaal dat overwegend lekker leest en  zeker spannend genoeg is om te blijven lezen. Het laat hier en daar nog wat liggen, bijrollen die net wat meer context mogen hebben, de motivatie voor wat er met Ambra is gebeurd… Maar Ambra zelf wordt steeds leuker, haar dynamiek met Ismael is intrigerend,  wie of wat ze is wil je echt wel weten. Het is het eerste deel, wat betekent dat er meer zullen volgen. Ik ben erg benieuwd wat daar het plot zal zijn. Het einde van dit eerste deel voelt vrij afgerond, op een klein haakje na, wat voor mij niet echt overtuigend is. Ondanks dat ben ik wel nieuwsgierig, ik heb me absoluut vermaakt met het eerste deel van Het Verborgen Genootschap. Het boek is gewaardeerd met ∗∗∗∗∗ (zeer goed).

Giada Pavesi Sterren en koper

Sterren en koper

Het verborgen genootschap deel 1

  • Auteur: Giada Pavesi (Italië)
  • Soort boek: fantasyroman, romantacy
  • Origineel: Stelle e ottone (2024)
  • Nederlandse vertaling: Rianne Aarts
  • Uitgever: Cargo
  • Verschijnt: 3 juli 2025
  • Omvang: 496 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 29,99 / € 14,99
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (zeer goed)
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het romantacyboek van Giada Pavesi

Het eerste deel van een bijzondere Italiaanse Romantasy-serie. Het verborgen genootschapis razend populair in Italië en verschijnt voor het eerst in Nederlandse vertaling.

Ambra Valmori is archeologiestudente aan de Ca’Foscari Universiteit in Venetië. Op een dag leert ze over het bestaan van een geheim genootschap voor magiërs. Nadat ze is toegelaten tot hun prestigieuze Academia Seledia, krijgt ze de kans om haar eigen magische krachten te ontwikkelen en ze te leren beheersen door magische artefacten, en zeldzame, oude boeken te bestuderen.

Maar de sterren hebben andere plannen voor het lot van Ambra Valmori. Ze draagt een geheim met zich mee, en de professoren van de Academia Seledia zien haar als een grote bedreiging voor het voortbestaan van de school. Samen met haar rivaal aan de universiteit, Ismael Sagredo, gaat ze in het magische en fascinerende Venetië op zoek naar haar mysterieuze verleden. Ze zal meer over zichzelf te weten ze zich komen dan ze zich ooit had kunnen voorstellen.

Flaptekst van het fantasyboek van Giada Pavesi

Giada Pavesi is een van de vier auteurs van Het verborgen genootschap. Giada Pavesi komt uit Noord- Italië en woonde ook in Schotland. Ze studeerde Engels en Frans in Milaan en Edinburgh, en Sterren en koperis haar debuut.

Bijpassende boeken en informatie

Iulian Bocai – Het vreemde en aangrijpende leven van Priţă Barsacu

Iulian Bocai Het vreemde en aangrijpende leven van Priţă Barsacu recensie en informatie van de inhoud van de Roemeense roman. Op 19 juni 2025 verschijnt bij Uitgeverij De Geus de Nederlandse vertaling van de roman Ciudata și înduioșătoarea viață a lui Priță Barsacu van de uit Roemenie afkomstige schrijver Iulian Bocai. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en van de uitgave.

Iulian Bocai Het vreemde en aangrijpende leven van Priţă Barsacu recensie

  • “Dit ogenschijnlijk kleine boek opent een grote, melancholische, duistere wereld waar je maar al te graag in rond zou blijven dwalen.” (Lisa Weeda)
  • “Er zit iets in het hart van deze mensen, een onschuld die niet aangetast wordt door het cynische leven, en dat is wat je eigen (lezers)hart diep raakt.” (Mira Feticu)

Recensie van Tim Donker

Dan deze vraag: hoe vaak kun je een kliesjee vernieuwen? De vrije jazz maakte zich los van de traditionele jazz en hoe doorstroomde het me. Het liep met me mee tot hets schoenen ook weeral een weinig versleten leken te zijn. De innovaties van Ornette met de pet jajaja, en MIngus en Dolphy en Shepp en Albert Ayler natuurlijk jajaja, Albert Ayler altijd, en dan Pharoah Sanders die er nog wat soul bij mikte, en Sun Ra die alles de ruimte in schoot, en toen voelde het, ineens, of ik het belangrijkste wel in kaart had inmiddels, velden afgegrazen, weet jij het?, de essentialia op tafel, dan en daar, doorstromen deed het me nog wel, maar geheel nieuw op de oren vallen niet meer. Maar vele jaren later een dag Het begon al zomer te worden, stombelend doorheen de discografie van het prachtige Clean Feed-labeltje, stuitte ik op Will Holshouser, wie kon me zeggen wat dat was, die accordeon, hoe had ik het nu, huppelig en onderkoeld tegelijk, en altijd nog jazzy, kon het de mooiste accordeonplaat zijn sinds Accordion & voice van Pauline Oliveros?, nee natuurlijk niet want de hallucinante neofolk van Kimmo Pohjonen en Eric Echampard op Uumen is veel later nog dan Accordion & voice, het is ook maar bij manier van spreken, wat een drummer Eric Echampard is trouwens maar daar gaat het nu niet over, nu gaat het over hoe ik dacht oja een beetje folk bij de jazz dat kan ook nog natuurlijk, dat kun je ook doen, dit had ik nog niet eerder gehoord, het was ochtend, de zomer stond op het punt te beginnen, en ik hoorde Reed song, en onophoudelijk viel het licht, en onder deze omstandigheden begon ik te lezen in Het vreemde en aangrijpende leven van Priţă Barsacu van Iulian Bocai. Die hier geen nieuwe romansoort uitvindt, nee zeker niet, hoewel, Laurie Anderson zegt the detective novel is the only novel truely invented in the twentieth century because in the detective novel the hero is dead at the very beginning of shit verraad ik nu iets?, en waarom is het eigenlijk altijd maar muziek hier in deze bespreking dit moest toch over een boek gaan?, dit hier Het vreemde en aangrijpende leven van Priţă Barsacu is gewoon je dagdagelijkse komenvanleeftijd-literatuur en een komenvanleeftijd-roman lazen we al eerder, toch?, en zelfs de hoofdpersoon komt vertrouwd over. Natuurlijk is Priţă Barsacu een eenzelganger, en niet als anderen, niemand is ooit als anderen, zelfs de anderen zijn niet zoals de anderen. Natuurlijk is hij een dromer, en een vorser, en een eenling. Natuurlijk is hij intelligent en gevoelig. Natuurlijk heeft hij een paar andere zonderlingen om zich heen. Natuurlijk is er armoede, natuurlijk zijn zijn ouders volslagen geschift, natuurlijk wordt het dorp waar hij woont bevolkt door dwazen, dronkaards, werklozen, agressievelingen, pestkoppen en criminelen. We kennen het verhaal. We kennen het verhaal al zo lang. En toch schijnt Bocai er uit wat onvermoede hoeken lichten op zodat dit boek blijft boeien. Hij stopt als het ware wat folk in deze jazz, hij huwt de trompet met een accordeon, weetikveel. Zo heeft hij er om te beginnen al zeer wijs aan gedaan de roman kort te houden, een luttele 142 bladzijden en dan al gedaan. Nu peinst ge misschien of welzeker peinst gij dat want ik weet wel hoe gijlieden zit te peinzen daar allemaal, dat het triviaal is om een boek te wegen op het feitelijke gewicht. Maar toch. Niet veel schrijvers weten wanneer ze moeten stoppen. Ik wil hier niet aankomen met dat eeuwige in bekasting zeikt zich de meester want er zijn vele vuistdikke boeken waarvan iedere regel meer dan gerechtvaardigd is en waar van mij zelfs wel een vuist had bij gemogen maar er zijn eveneens genoeg  boeken met vele en vele overbodige bladzijden. Niet zo hier. Eén adem en het is uit, gelukkig nog lang voor het kans zag je te gaan vervelen. Of. Anders. En ook. En voorts. Het intrigerende begin. Bocai begint aan het eind en dat maakt dat je blijft lezen omdat je het wil vatten, hoe komt het tot dit einde, is het einde nog te keren, is het einde wel het einde, je las het aan het begin en je was nieuw in dit boek, als je nieuw bent zie je alles anders, dat is algemeen geweten. Zo blijf je kijken. Of ook zo: dat een toon het oog trekt. In dit geval de toon die Iulian Bocai aanslaat. Wat klankkleur zegt. Ja het gaat over armoede, geweld, sociale ongelijkheid, uitsluiting, ellende; maar Het vreemde en aangrijpende leven van Priţă Barsacu is geen tranentrekker, geen drama, niet zwaar op de hand; vermoedelijk heeft Bocai niet eens de bedoeling gehad bepaalde misstanden aan de kaak te stellen. Hij schetst gewoon een leven, een leven dat soms lijkt op het leven dat je had of gehad kon hebben (ja dat vele buiten zijn, dat herinner ik me nog wel van toen ik kind was, en ook iets met insecten, ik was er niet zo in geïnteresseerd als de hoofdpersoon van dit boek maar insecten speelden altijd wel een rol, je zag ze op de bladeren van de struiken zitten, je verzon maar wat, een simpele kever noemde je een bloedzuiger, wist jij veel), een leven waarin dingen gebeuren die vervelend zijn en een leven dat ook vaak mooi is; Bocai heeft met deze roman eerder een hoopvol boek geschreven, ja: hoop- en liefdevol. Dan weer niet doorslaand naar zoetsappigheid. Er is humor om daar voor te waken, er zijn zotte scheldkanonnades om daar voor te waken, er zijn idiote gebeurtenissen om daar voor te waken. En als alles eraf is, nee als alles goed strak staat, nee als alles gedaan is, of lijkt te zijn, volgt er nog iets over begrafenisrituelen en de lezer weet even niet of dat nog bij de vertelling over Priţă Bocai hoort, misschien maar iets dat er achter geplakt is omdat er nog wat ruimte overschoot, ook hier geven mafheden iets te lachen. Een accordeon kan huppelen, jazz kan folky zijn en een komenvanleeftijd-roman kan nieuw genoeg lijken om boeiend te blijven. Elke lezer dient zijn hoed af te nemen voor Bocai. Maar wie geen hoed heeft, kan ook gewoon dit boek lezen.

Iulian Bocai Het vreemde en aangrijpende leven van Priţă Barsacu

Het vreemde en aangrijpende leven van Priţă Barsacu

  • Auteur: Iulian Bocai (Roemenië)
  • Soort boek: Roemeense roman
  • Origineel: Ciudata și înduioșătoarea viață a lui Priță Barsacu (2018)
  • Nederlandse vertaling: Charlotte van Rooden
  • Uitgever: De Geus
  • Verschijnt: 19 juni 2025
  • Omvang: 144 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 15,99 / € 9,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman van de Roemeense schrijver Iulian Bocai

De intelligente en nieuwsgierige Priţă Barsacu groeit op in een kansarm gezin in een Roemeens dorp aan de oevers van de Olt. Hij ontwikkelt een bijzondere fascinatie voor de natuur, en ontpopt zich als een amateurtaxonoom. In warme kleuren zet Bocai een kindertijd neer te midden van armoede en geweld, waarin de jongen zich desondanks staande probeert te houden.

Iulian Bocai is geboren op 6 maart 1986. Hij is een Roemeense schrijver en literatuurwetenschapper. Hij doceert letterkunde aan de Universiteit van Boekarest, werkt als vertaler en essayist en schreef twee bekroonde romans en een verhalenbundel. Het vreemde en aangrijpende leven van Prita Barsacu is zijn debuut.

Bijpassende boeken en informatie

Tracy Chevalier – De glasmaakster

Tracy Chevalier De glasmaakster recensie en informatie van de inhoud van de roman van de Brits-Amerikaanse schrijfster. Op 19 juni 2025 verschijnt bij Uitgeverij Orlando de Nederlandse vertaling van The Glassmaker roman van de in de Verenigde Staten geboren schrijfster Tracy Chevalier. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Tracy Chevalier De glasmaakster recensie

  • “Deze betoverende vertelling is tegelijkertijd een historisch liefdesverhaal dat zes eeuwen omvat en een lofzang op het tijdloze ambacht van glasblazen. Chevalier onderzoekt de felle rivaliteit en loyaliteiten van de glasdynastieën van Murano en legt het gebrul van de oven, het zweet op de huid en de glinsterende schoonheid van Venetiaans glas prachtig vast.” (Geraldine Brooks)
  • “Chevalier op haar best. Een rijke, levendige en betoverende roman.” (Elif Shafak)

Recensie van onze redactie

Al eerder las ik romans van Tracy Chevalier, waaronder het bekende Meisje met de parel. Ik verheugde me dus erg op het lezen van de nieuwe roman van deze geweldige schrijfter.

Het verhaal begint in 1486 in Murano, met als hoofdpersoon de jonge Orsola Rosso die deel uitmaakt van een glasblazersfamilie. Glasblazen is helemaal niet bedoeld voor vrouwen, maar na haar ontmoeting met Maria Barouvier, een vrouw uit een concurrerende glasblazersfamilie, komt daar voor Orsola verandering in. Ze gaat leren om glaskralen te maken en slaagt er in daar zo goed in te worden, dat ze er aardig mee in haar bestaan kan voorzien. Bij een bezoek aan Venetië leert Orsola Antonio kennen, die door haar broer Marco is uitgenodigd als glasblazer in de leer te gaan op Murano. Iets wat heel ongebruikelijk is, want de Muranezen houden het glasblazen liever onder hen.

Wat ik een heel leuke en vooral ook slimme twist aan dit boek vond, was de lange levensduur van Orsola. Het verhaal begint in 1486 en eindigt pas in de huidige tijd. Orsola werd maar heel langzaam ouder. Een verrassende en boeiende manier om een heel groot stuk van de historie van Murano en het glasblazen te vertellen. Een boeiende, leerzame en kleurrijke achtergrond voor het levensverhaal van de Rosso’s. Een prettig geschreven verhaal met veel kleurrijke personages. Chevalier is een uitstekende verhalenvertelster en door de twist met de tijd blijft het boeiend om een verhaal dat zich uitstrekt over 5 eeuwen te lezen. Ik vond het ook heel leuk om meer te leren over de geschiedenis van glas en Venetië.

Ik heb genoten van deze roman en hem achter elkaar uitgelezen! De roman is gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Recensie van Monique van der Hoeven

Tracy Chevalier De glasmaakster

De glasmaakster

  • Auteur: Tracy Chevalier (Engeland)
  • Soort boek: Venetië roman
  • Origineel: The Glassmaker (2024)
  • Nederlandse vertaling: Jacqueline Smit
  • Uitgever: Uitgeverij Orlando
  • Verschijnt: 19 juni 2025
  • Omvang: 400 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,99 / € 16,99
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de Venetië roman van Tracy Cevalier

Venetië, 1486. Aan de overkant van de lagune ligt Murano. De tijd stroomt hier anders – net als het glas waar de meesters van het eiland hun leven lang mee leren werken.

Het is niet de bedoeling dat vrouwen met glas werken, maar Orsola Rosso lapt de regels aan haar laars om haar familie van de ondergang te redden. Ze werkt in het geheim omdat ze weet dat haar glazen kralen perfect moeten zijn om door mannen geaccepteerd te worden. Maar perfectie kan een mensenleven duren. De lezer volgt Orsola op een tijdreis door de eeuwen heen terwijl ze haar vakmanschap aanscherpt, door oorlog en pest, tragedie en triomf, liefde en verlies. De kralen die ze creëert zullen de halzen sieren van keizerinnen en courtisanes van Parijs tot Wenen – maar zal Orsola ooit het respect verdienen van degenen die het dichtst bij haar staan?

Tracy Chevalier is een meester in haar eigen vak, en haar nieuwste roman De glasmaakster is levendig, inventief en betoverend: een virtuoos portret van een vrouw, een familie en een stad die net zo eeuwig zijn als hun glas.

Tracy Chevalier is geboren in 1962 in Washington D.C., Verenigde Staten. Ze is de auteur van elf romans, waaronder Meisje met de parel, een internationale bestseller waarvan meer dan vijf miljoen exemplaren zijn verkocht, die in 45 talen is vertaald en die bewerkt is tot een film, toneelstuk en opera. Ze is geboren in Washington DC, verhuisde in 1986 naar het Verenigd Koninkrijk en woont met haar man in Londen. Van Tracy Chevalier verschenen bij Orlando ook de romans Opmerkelijke schepsels en Een losse draad.

Bijpassende boeken

Johny Vansevenant – Eddy Merckx De ultieme biografie

Johny Vansevenant Eddy Merckx De ultieme biografie recensie en informatie over de inhoud van het wielerboek. Op 18 juni 2025 verschijnt bij Uitgeverij Lannoo de biografie van Eddy Merckx, de beste Belgische wielrenner ooit, geschreven door Johny Vansevenant. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Johny Vansevenant Eddy Merckx De ultieme biografie recensie

De wielrenner Eddy Merckx wordt gezien als de beste wielrenner ooit (zij het dat de Sloveense wielrenner Tadej Pogačar aardig in de buurt begint te komen) en bovendien als de grootste sport die België ooit heeft voorgebracht. Als zo’n sportman tachtig jaar oud wordt, verdient hij alle aandacht en een mooie biografie. De Vlaamse wielerjournalist Johny Vansevenant heeft die taak op zich genomen.

Opvallend is de, zeker voor Vlaamse begrippen, onbescheiden ondertitel De ultieme biografie, die veel verwachtingen wekt. Wordt deze claim waargemaakt? Ja en nee. Ja omdat de biografie in een mooi en gebonden formaat is uitgeven en rijk geïllustreerd is met de veel foto’s die tijdens de beslissende momenten tijdens de carrière van Eddy Merckx gemaakt zijn. Nee omdat de biografie hier en daar een beetje braaf is en misschien iets kritischer had gemogen, zij het dat het boek misschien ook als een soort van cadeau voor de jarige gezien moet worden.

Positief is zeker ook dat Vansevenant de tijd neemt om het leven van Merckx en zijn zeer succesvolle wielertijd uitgebreid te bespreken. Hier en daar zouden zijn beschrijvingen iets levendiger mogen maar aan de andere kant leest het boek gemakkelijk weg. Maar of dit uiteindelijk de ultieme biografie van de grootste Belgische sporter ooit blijkt te zijn? De tijd zal het leren. Toch is het boek voor de liefhebber van het wielrennen niet heel teleurgesteld zijn in het boek dat door onze redactie is gewaardeerd met ∗∗∗∗∗ (zeer goed).

Johny Vansevenant Eddy Merckx De ultieme biografie

Eddy Merckx. De ultieme biografie

Ik wilde altijd winnen

  • Auteur: Johny Vansevenant (België)
  • Soort boek; biografie, wielerboek
  • Uitgever: Lannoo
  • Verschijnt: 17 juni 2025
  • Uitgever: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 49,99 / € 27,99
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (zeer goed)
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de Eddy Merckx biografie van Johny Vansevenant

Eddy Merckx heeft de indrukwekkendste erelijst die ooit is bijeengekoerst. Voor velen is hij daarom ‘de grootste wielrenner aller tijden’. In zijn topjaren won hij één op de drie wedstrijden waaraan hij deelnam. Vijf keer won hij de Tour de France, vijf keer de Giro d’Italia en in totaal schreef hij meer dan 500 overwinningen op zijn naam. Bovendien behaalde Merckx zijn zeges meestal met groot machtsvertoon. Zijn eerste Tour won hij met bijna achttien minuten voorsprong. Ook topklassiekers zoals de Ronde Van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en Luik-Bastenaken-Luik schreef hij met grote tijdsverschillen op zijn naam. In dit boek komen niet alleen die heroïsche overwinningen aan bod. Eddy Merckx. De ultieme biografie gaat uitgebreid op zoek naar zijn drijfveren. Waarom had hij die onstilbare honger naar overwinningen? Zijn afkomst, zijn opvoeding en zijn karakter bieden het antwoord op de vraag.

Eddy Merckx. De ultieme biografie bevat unieke foto’s uit het familiearchief, nooit eerder gepubliceerde beelden en nieuwe interviews. Het boek werd geschreven naar aanleiding van zijn 80ste verjaardag en neemt je mee achter de schermen van een leven dat volledig in het teken stond van de wielersport. Eddy Merckx zelf vertelt in dit boek uitgebreid over zijn uitzonderlijke leven. Dat doen ook zijn naaste familieleden, zijn vrienden, zijn ploegmaats en zijn generatiegenoten op de fiets.

Johny Vansevenant us geboren op 13 juli 1958 in Roeselare. Hij ging in 1988 aan de slag bij de radionieuwsdienst van de toenmalige BRT. Sinds 1990 is hij voltijds Wetstraatreporter. Hij modereerde daarnaast debatten voor De Zevende Dag en schrijft analyses voor VRT NWS. Voor zijn toegankelijke Wetstraatverslaggeving kreeg hij een eredoctoraat aan de Universiteit Hasselt. Als wielerauteur schreef hij verschillende veelgeprezen Merckx-boeken.

Bijpassende boeken

Naja Marie Aidt – Oefeningen in donkerte

Naja Marie Aidt Oefeningen in donkerte recensie en informatie roman van de op Groenland geboren Deense schrijfster. Op 11 juni 2025 verschijnt bij Uitgeverij Querido de Nederlandse vertaling van Øvelser i mørke, de roman van de Deense schrijfster Naja Marie Aidt. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de auteur en over de uitgave.

Naja Marie Aidt Oefeningen in donkerte recensie

  • “Net als in Het boek van Carl branden de pagina’s zich in je vast, de zinnen wikkelen zich om je hart, spannen aan, knorren en plagen je afwisselend, stimuleren je, en je verandert woord voor woord van de lezer die je bent in een vrouw van middelbare leeftijd met haar trauma’s, melancholie en verzet.” (Berlingske, ∗∗∗∗∗∗)

Recensie van Tim Donker

Het zijn van het zijnde dat het karakter heeft van het erzijn, ook maar geworpen, een geworpen zijnde. Het bestaan in gesleurd, nu heb je je zijn maar te zijn, en je kiest de omstandigheden niet. De omstandigheden waar daar al, om je heen, daarom heten ze zo, en ze blijven groeien ook waar je ze zelf niet gezaaid hebt. Ze knellen, ze drukken, ze duwen dit bestaan een kant op die niet noodzakelijkerwijs een gewenste kant is. Probeer nog maar geloof te hechten aan de fabel van vrije wil als een mens zich geworpen ziet in de omstandigheden van de hoofdpersoon uit Oefeningen in donkerte. Een vrouw, al diep de vijftig in gestombeld, duwend naar zestig, met de sporen van haar tumultueuze jeugd die in haar ziel gekerfd. De harteloze, gewelddadige vader die alles brak wat er in de knop maar te breken valt opdat dit meisje en haar twee zussen nooit meer voluit bloeien zouden. De moeder die liever wegkeek, want wegkijken is makkelijker, zolang je het niet ziet kun je nog doen alsof het niet bestaat. Eén van de twee zussen wordt later, als ze op de rand van volwassenheid staan, door de hoofdpersoon dood aangetroffen op haar studentenkamer. Het lijkt niet direct zelfmoord te zijn, er is geen afscheidsbrief, het oogt niet gepland. Misschien een overdosis. Er is hoe dan ook iets voltrokken dat jaren geleden door de beul van een vader in gang gezet is. De overlevende zussen zuipen en feesten zo hard mogelijk om het verdriet te overstemmen. Altijd feest en altijd dronken; zo ook, bijvoorbeeld, die keer dat de hoofdpersoon toen ze aardig wat in haar keelgat had gegoten in slaap viel op een bed in een huis waar ze niemand kende. Toen ze wakker werd bemerkte ze dat iemand bezig was haar te verkrachten. En later. Dit jaar nog niet. Deze eeuw nog niet. Maar later zeker misschien, een heel klein beetje liefde vinden, zomaar, op een hoopje, ergens in een hoek. Het brengt een beetje respijt. Soms is er respijt. Een man, geluk, drie zonen, een gezin. Maar dan wil de man, de vader van haar zonen, misschien liever toch niet dit familieleven, misschien liever toch een eigen leven. Alsof je de levens voor het uitkiezen hebt en slecht één daarvan echt helemaal van jou is. Misschien is er ook een ander lief, en misschien is zij wat jonger dan de moeder van je drie zonen. Misschien een beetje minder getroebleerd ook. Maakt het uit? Wat het uitmaakt is dat de hoofdpersoon van Oefeningen in donkerte nu alleen is. Alleen de jongens moet opvoeden, want de vader verdwijnt steeds verder naar de achtergrond totdat hij daarin is opgelost. En is ze niet te stuk om dit alleen te kunnen, torst ze zelf al niet een te zware last met zich mee om helemaal in haar eentje ook nog drie jongens te moeten dragen, op het leven voor te bereiden? Ze doet wat ze kan, ze loodst haar jongens naar de volwassenheid. Niemand komt er helemaal zonder kleerscheuren vanaf. De jongens niet. De moeder niet. Dat doet leven. Het scheurt. Niet alleen kleren. Want als de vrouw later, alleen, de jongens allang het huis uit, ongewild getuige is van een vreselijk voorval waarbij haar hachje er ook nog bijna bij inschiet, heeft het leven haar net die ene kaaksmeet teveel gegeven. Wat rest zijn de therapeuten. Behandelaars. Psychologen. U weet wel. Uiteindelijk komt ze terecht bij een specialist in posttraumatische stressstoornissen (die heel het boek doorheen de ptss-man genoemd wordt, wat, misschien onbedoeld, iets grappigs heeft) (of misschien ben ik dat maar, ik heb een beetje een raar gevoel voor humor, ik lach wel vaker om dingen die niemand grappig vindt) (ik herinner me nog mijn keiharde lach door een verder doodstille bioscoop om een scéne waar klaarblijkelijk alleen ik humor in zag) (die zeer waarschijnlijk ook helemaal niet komisch bedoeld was) (al een geluk dat het donker is in zo’n bioscoop) (Debby en Nadia waren daar ook, ik vroeg me af of ze mijn lach herkend hadden, ze zeiden er later op school in elk geval niks over).

Dat is waar Oefeningen in donkerte begint. Bij de ptss-man. Bij de gesprekken. Bij het trauma. Slechts met mondjesmaat, zeg beetje bij beetje, komt de lezer meer te weten. Dat is het boek, en dat is ook waarom ik het eventjes vreesde. Ik was bang voor huilerig proza, vet aangezet drama, onophoudelijke psychologiseringen. Maar het viel mee. Allermeest viel het mee. Aidt laveert juist met een zekere elegantie langsheen de grote thema’s die ze aansnijdt. Dat is in de eerste plaats te danken aan haar bijna griezelige taalbeheersing. Oké je moet wat lelijke onwoorden als “dealen”, “hooked” of “steppingstone” voor lief nemen (of zouden die uit de pen van vertaler Kor de Vries zijn gevloeid? misschien zijn die woorden niet te vinden in het orzjienele Øvelser i morke? zijn sommige talen sterker misschien, zelfverzekerder, en daarom resistenter tegen Engels?) maar over het algemeen weet Aidt een verslavend hallucinant toontje aan te slaan. Poëtisch zou een mens kunnen zeggen. Maar dat dekt nog maar de halve lading. Zangerig, zou beter zijn. Melodieus. Muzikaal. Woorden die dansen. Gegeven een zeker soort ritme. Bij momenten wisselt het perspectief naar andere bewoners van het appartementencomplex waar de hoofdpersoon woont; die vertellen dan wie ze zijn en welk appartement van hen is en welke andere bewoners er nog zijn. Dat gaat steeds in dezelfde bewoordingen, met dezelfde accenten zodat deze passages een soort intermezzi worden of, zo je wilt, refreinen. Een vrouw uit de vriendinnengroep van de hoofdpersoon was een keer op een feest waar iedereen een anekdote moest vertellen. Op dit feest wordt in het  boek een aantal keer teruggekomen, altijd zonder enig verband met het voorafgaande of met het volgende -een zekere mate van fragmentarisme is iets anders wat dit boek zo’n aangename leeservaring maakt- en de paragrafen die handelen over dat feest worden steeds met min of meer gelijkluidende zinnen ingeluid: “Zoals gezegd was Lea een keer op een feest waar iedereen een anekdote moest meebrengen, en een vrouw tikte tegen haar glas en ging staan.” (met kleine variaties in woordvolgorde en -keus). Dat lijkt in beginsel nog iets grappigs te hebben, op een flauwzinnige sitcom-manier: het suffe personage dat altijd hetzelfde soort verhalen op eenzelfde soort manier vertelt, zodat de kijker op enig moment al gaat kunnen voorspellen wat er komt als die lulligaard weer begint. Type: Cliff Clavin. Of als dat je niks zegt: denk aan je oom die boekhouder is en nooit iets meemaakt en daarom steeds maar begint over die paar dingen die hij wél heeft meegemaakt. Doch al snel weet de lezer dat de anekdote die komen gaat, verre van grappig is. Zonder uitzondering vertellen de vrouwen op het feest hartverscheurende verhalen over verkrachting, vernedering, bedrog, pijn, verwaarlozing (feitelijk zijn het ook geen anekdotes want zijn anekdotes niet per definitie grappig of op zijn minst luchtig? in ieder geval gaat het bij een anekdote om een (eenmalig) voorval en niet om ganse levensgeschiedenissen). Daardoor krijgt de houterige inleiding met dat “zoals gezegd”, dat “op een feest”, dat “iedereen een anekdote”, en dat “tikte tegen haar glas en ging staan” een heel andere lading. Iemands onvoorstelbare pijn wordt tot anekdotiek gemaakt of, misschien erger nog, onbeduidend feestjesgeneuzel, kleinpraat, vermaak, een koe, een kalf, iets wat geen speciale aandacht behoeft en wel afgedaan kan worden met de meest afgesleten woorden die een taal te bieden heeft. De tragiek is dubbel: er is iets gruwelijks gebeurd en vervolgens wordt het gebeurde (door de maatschappij? daders? mannen? de slachtoffers zelve, die ingepeperd hebben gekregen er maar overheen te stappen, het “een plekje” te geven, ermee te leven?) gebagatelliseerd tot het nog maar louter borrelpraat meer is. En de lezer zat zelfs nog een beetje te gnuiven! Oja daar heb je haar weer met haar anekdotefeestje! Gnuiver voelt zich nu betrapt: werkt hij niet net zo hard mee aan de machinerie die de pijn en de ellende van deze vrouwen het liefste tot kleinzieligheden vermaalt?

Fragmentarisme, taalkunst, het omkeren van ingesleten reacties: het zijn slechts enkele technieken waarmee Aidt Oefeningen in donkerte zijn indringende pracht geeft. Iets anders dat opvalt is dat veel van de personages in dit boek naamloos blijven. De hoofdpersoon zelve kennen we alleen als “ik”, en vrijwel al haar verwanten alleen in de rol die ze ten opzichte van haar vervullen: de oudste / middelste / jongste zoon, de moeder, de vader, de kleinkinderen, de opa, de ptss-man, de zus, de ex-man, de vader van de drie zonen. Dat werkt vervreemdend omdat je bij namen makkelijker gezichten voorstelt. Zodus blijven de personages in dit boek tot op zekere hoogte gezichtsloos, waardoor je ze ook makkelijker met elkaar verwart? Wie had nu ook alweer dat saje baantje? Was dat de oudste, de middelste of de jongste zoon? Wat zei de zus die nu in Spanje woont en waarover ging dat of wacht was het misschien toch de dode zus die dat zei? De lezer weet het niet meer zeker, en moet af en toe terugbladeren.

Dus vervreemding ook?
Ja vervreemding ook. En verwarring. Omdat je moeite moet doen om het te begrijpen. En er niet uit eerste impuls overheen walsen. Dacht ik zelf al niet dat het huilerig zou zijn, alleen omdat het ging over iets waarvoor een vrouw in therapie moest gaan, is dat niet zoals we zijn (wij mannen, wij westerlingen, wij hollanders): niet zeiken, niet moeilijk doen, herpak u zelve, ga terug op het paard (hee door mijn eigen metafoor zie ik het einde van het boek nu ineens in ander licht!).

Aidt kent haar materialen. Niet alleen verstaat ze de kunst inkt te laten schreeuwen, ook bespeelt ze de lezer als was hij een instrument. Alsof hij ook deel uitmaakt van wat ze zeggen wil. Zijn verwachtingen, zijn vooroordelen, zijn ideeën, zijn meningen, wat hij voor humor meent te moeten houden (ja mijn rare bioscooplach komt terug na vijfendertig jaar om me in mijn billen te bijten). Het anekdotefeestje, het naamloos blijven van de ptss-man, de weerzin die de hoofdpersoon voelt tegen simpele dingen als feestjes, reizen, werk – het leek me alles aanvankelijk best grappig maar later keek ik toch in een angstaanjagender gelaat. Ik acht het niet onwaarschijnlijk dat Aidt de lachreflex doelbewust heeft opgezocht. Ergens een grapje van maken heeft eenzelfde functie als het wegkijken van de moeder van de hoofdpersoon: alles waar je om kunt lachen, hoef je niet serieus te nemen.

De lezer van Oefeningen in donkerte weet zich gemangeld, uitgewrongen, ontroerd, in zijn hemd gezet, gepijnigd en totaal onthutst. En hij kan niet anders dan Aidt daarvoor ten diepste dankbaar te zijn.

Naja Marie Aidt Oefeningen in donkerte

Oefeningen in donkerte

  • Auteur: Naja Marie Aidt (Denemarken)
  • Soort boek: Deense roman
  • Origineel: Øvelser i mørke (2 februari 2024)
  • Nederlandse vertaling: Kor de Vries
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 11 juni 2025
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Naja Marie Aidt

Op de tweede verdieping van een appartementencomplex dat uitsluitend door vrouwen wordt bewoond, woont een vrouw van 57 jaar. Ze heeft drie volwassen zonen, ze leeft alleen en slaapt geregeld onder haar salontafel. Ze lijdt aan PTSS sinds een zeer traumatische gewelddadige ervaring. Elke week neemt ze de bus om haar therapeut te ontmoeten, en met haar vriendinnen in de buurt probeert ze de donkerte waarin ze zich bevindt te bestrijden en te hopen op nieuwe dromen.

Oefeningen in donkerte is een confronterende roman over geweld tegen vrouwen en de liefde tussen vrouwen onder elkaar, over vrouw zijn en terugkijken op jezelf als kind, tiener, jonge vrouw en volwassene. Over in het reine komen met je verleden – op je eigen voorwaarden.

Naja Marie Aidt is geboren op 24 december 1963 in Aasiaat op Groenland. Ze  is een van de meest gewaardeerde Deense auteurs. In 2017 publiceerde ze Het boek van Carl over de dood
van haar zoon, waarvan in Denemarken 50.000 exemplaren werden verkocht. Het werd genomineerd voor de National Book Awards 2019, de Kirkus Review Awards 2019 en de PEN Translation Prize 2020 en werd in veertien talen vertaald. In 2022 ontving Aidt de Swedish Academy Nordic Prize.

Bijpassende boeken en informatie