Categorie archieven: Nederlandse Schrijver

Lex Kroon – Ik lach om niet te huilen

Lex Kroon Ik lach om niet te huilen recensie en informatie Nederlandse roman. Op 10 september 2021 verschijnt bij uitgeverij Prometheus de heruitgave van de autobiografische schelmenroman uit 1984 van schrijver Lex Kroon. 

Lex Kroon Ik lach om niet te huilen recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de schelmenroman uit 1984. Het boek is geschreven door Lex Kroon. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de heruitgave van de spraakmakende roman van Lex Kroon.

Lex Kroon Ik lach om niet te huilen Recensie

Ik lach om niet te huilen

  • Schrijver: Lex Kroon (Nederland)
  • Soort boek: autobiografische schelmenroman
  • Inleiding: Özcan Akyol
  • Eerste uitgave: 1984
  • Uitgever: Prometheus
  • Verschijnt: 10 september 2021
  • Omvang: 216 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het boek van Lex Kroon

Op zijn negentiende kreeg Özcan Akyol het boek Ik lach om niet te huilen in zijn handen. Deze autobiografische schelmenroman over het meeslepende, schokkende en intrigerende leven van Rotterdammer Lex Kroon sloeg bij hem in als een bom. Het deed hem denken aan zijn eigen leven en omgeving, aan ‘de verpauperde buurt in Deventer’, die het decor vormde van zijn jeugd. Het boek inspireerde hem om zelf schrijver te worden. Acht jaar later verscheen zijn schelmenroman Eus. Lex Kroon schreef met Ik lach om niet te huilen in 1984 een absoluut unieke roman voor zijn tijd. Brutaal, openhartig en rauw: Kroon neemt ons mee naar de Rotterdamse onderwereld, waarin hoeren, drugs en criminelen centraal staan. Hij beschrijft zijn eigen afdaling – van taxichauffeur naar psychiatrisch patiënt naar cocaïnesnuivende koppelbaas – met een humoristisch cynisme en drijft rancuneus de spot met alles en iedereen. In dit door en door persoonlijke boek houdt Lex Kroon niets verborgen en staat de lezer oog in oog met de harde, vaak ontluisterende werkelijkheid van het bestaan.

Lex Kroon is ex-koppelbaas, ex-cocaïnesnuiver, ex-psychiatrisch patiënt, ex-hotelier, ex-katholiek, ex-taxichauffeur, maar nog altijd Rotterdammer en bovenal groot Feyenoord-kenner.

Bijpassende boeken en informatie

Frits Marnix Woudstra – Wonderjaren

Frits Marnix Woudstra Wonderjaren recensie en informatie nieuwe Nederlandse roman. Op 15 september 2021 verschijnt bij uitgeverij Brooklyn de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver en schilder Frits Marnix Woudstra.

Frits Marnix Woudstra Wonderjaren recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Wonderjaren. Het boek is geschreven door Frits Marnix Woudstra. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Frits Marnix Woudstra.

Frits Marnix Woudstra Wonderjaren Recensie

Wonderjaren

  • Schrijver: Frits Marnix Woudstra (Nederland)
  • Soort boek: autobiografisch verhaal
  • Uitgever: Brooklyn
  • Verschijnt: 15 september 2021
  • Omvang; 128 pagina’s
  • Prijs: € 12,50 – € 17,50
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (zeer goed)

Recensie en waardering van het boek

  • “Beeldend kunstenaar en schrijver Frits Marnix Woudstra is een meester van de mijmering. Hij maakte al eerder indruk met zijn aangrijpende en indringende boek over zijn zoon die zelfmoord pleegde. Nu kijkt hij terug op zijn eigen jeugd en met name op zijn afwezige vader. In korte schetsen, tekent hij het verhaal op van een gebroken gezin met een enigszins excentrieke vader die op een dag vertrekt en niet meer terug komt. Ingetogen doet hij verslag van een jeugd die verre van vlekkeloos verliep. Woudstra kiest ervoor om dit zonder al te veel zelfbeklag. Juist daardoor komt het verhaal des te meer binnen.” (Allesoverboekenenschrijvers.nl, ∗∗∗∗∗)

Flaptekst van de nieuwe roman van Frits Marnix Woudstra

Als het gezin Woudstra uit elkaar spat, verhuist Frits van fabrieksstad Enschede naar het dorp Haaksbergen. Met zijn moeder, zus Fleur en de kat Natasja betrekken ze een grote leegstaande villa met een koepeltje, midden in het Raabos.

De jonge Frits wordt een dolende ziel en trekt zich terug in zijn fantasiewereld. En dan opeens wordt hij wakker geschud als een uit de Twentse hemel geworpen tintelende reddingsboei tot hem komt: Vier jongemannen met lang haar uit Liverpool. Vanaf dat moment begint zijn ‘nieuwe’ leven. De wilde rock-’n-rollklanken elektrificeren zijn hart en laten een nieuw en vrolijker leven ontstaan.

Liggend in het aangrenzende maisveld, een jongen met zijn gitaar. Onmetelijk geluk, getemperd verdriet. Als de LP Revolver in de villa arriveert lijkt er een soort oerknal plaats te vinden.

Bijpassende boeken en informatie

Eric Corton – Mist

Eric Corton Mist recensie en informatie eerste spannende roman van de Nederlandse radio- en tv-maker en muzikant. Op 14 september 2021 verschijnt bij uitgeverij Luitingh-Sijthoff de spannende debuutroman van Eric Corton.

Eric Corton Mist recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de thriller Mist. Het boek is geschreven door Eric Corton. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de eerste thriller van de Nederlandse muzikant, tv- en radiomaker Eric Corton.

Eric Corton Mist Recensie

Mist

  • Schrijver: Eric Corton (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman, thriller
  • Uitgever: Luitingh-Sijthoff
  • Verschijnt: 14 september 2021
  • Omvang: 304 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (zeer goed)

Recensie en waardering van het boek

  • “Mist is de eerste roman van acteur, muzikant en tv-presentator Eric Corton. Je kunt dus met een gerust hart zeggen dat hij een multi-talent, zeker gezien het feit dat hij zijn sporen in deze activiteiten wel verdiend heeft. Nu heeft hij zich ook gewaagt aan het schrijven van een roman. Het is een verhaal geworden dat zich beweegt op het grensgebied van de spannende en psychologische roman. Na een hier en daar wat wankel begin weet Corton het verhaal en de roman toch aardig op gang te brengen. Hij vertelt het verhaal van Louis Koch, een filmregisseur van middelbare leeftijd die voor het eerst een speelfilm heeft gemaakt die bovendien een succes is. Echter blijkt de plot van de film gebaseerd op traumatische ervaringen uit zijn verleden waarvan hij zich niet meer bewust is, tot hij ermee geconfronteerd wordt door een jonge vrouw die zegt dat de plot gebaseerd is op de dood van haar moeder. De roman had wellicht hier en daar nog wat meer scherpe mogen hebben maar leest fijn er lekker weg en is zeker geen mislukking.” (Allesoverboekenenschrijvers.nl, ∗∗∗∗∗)

Flaptekst van de debuutroman van Eric Corton

Eric Corton’s spannende debuutroman stelt de vraag: Wat als je de belangrijkste gebeurtenis uit je leven bent vergeten?

Mist is het spannende romandebuut van multitalent Eric Corton. Louis Koch heeft eindelijk zijn eerste, zelfgeschreven speelfilm uitgebracht. Dan wordt hij op de première benaderd door een jonge vrouw die beweert dat het verhaal van de film overeenkomt met de onopgeloste moord op haar moeder, jaren geleden in Louis’ geboortedorp. Ze komt met details die nooit in de media zijn geweest.

Louis begint te twijfelen aan zijn eigen verhaal. Heeft hij dit wel echt verzonnen – en welke waarheid ligt er verborgen in een (alcoholische) nevel van vergetelheid? Een filmisch geschreven en sterk geplot verhaal over een man die de grip op zijn werkelijkheid kwijt is en een duister verleden onder ogen moet zien.

Eric Corton (1969) is bekend van radio en tv; als programmamaker (Kink), acteur (Penoza), muzikant en omroepstem, en als auteur van Wilde wereld en Auto-biografie.

Bijpassende boeken en informatie

Fik Meijer – De vele gezichten van Sicilië

Fik Meijer De vele gezichten van Sicilië recensie en informatie over de inhoud van dit geschiedenisboek. Op 7 september 2021 verschijnt bij uitgeverij Prometheus het nieuwe boek van de Nederlandse oudhistoricus Fik Meijer.

Fik Meijer De vele gezichten van Sicilië recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van het geschiedenisboek De vele gezichten van Sicilië.  Het boek is geschreven door Fik Meijer. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het nieuwe boek van de Nederlandse historicus en schrijver Fik Meijer.

Fik Meijer De vele gezichten van Sicilië Recensie

De vele gezichten van Sicilië

  • Schrijver: Fik Meijer (Nederland)
  • Soort boek: geschiedenisboek
  • Uitgever: Prometheus
  • Verschijnt: 7 september 2021
  • Omvang: 400 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Recensie en waardering van het boek

  • De Nederlandse oudhistoricus heeft al een groot aantal succesvolle boeken over de klassieke oudheid op zijn naam staan. Nu heeft hij zich vol overgave gestort op de geschiedenis van het eiland Sicilië waarvan hij een regelmatige bezoeker is. Tegenwoordig behorend tot Italië, ken het grootste eiland van de Middellandse Zee een lange en bewogen geschiedenis door de strategische ligging tussen Zuid-Europa en Noord-Afrika.  Duizenden jaren lang wisselt hei eiland van bewoners en machthebbers. De meeste van deze bewoners hebben wel sporen achtergelaten die tot op de dag van vandaag terug te vinden zijn. Met zijn welbekende, heldere en enthousiaste aanpak beschrijft Fik Meijer de boeiende en veelbewogen geschiedenis van het eiland van de prehistorie, via de oudheid tot aan het heden. Zeer veel personen en volkeren passeren de revue, bijna te veel om te volgen en toch slaagt Meijer er uitstekend in om het boek van begin tot eind spannend te houden. Je wilt het in één ruk uitlezen. (Allesoverboekenenschrijvers.nl, ∗∗∗∗)

Flaptekst van het boek over Sicilië van Fik Meijer

Door zijn strategische ligging heeft Sicilië altijd een magnetische aantrekkingskracht uitgeoefend. In De vele gezichten van Sicilië beschrijft Fik Meijer aan de hand van politieke, religieuze, culturele, sociale en economische ontwikkelingen hoe de culturen van verscheidene volken samensmolten en hoe brute machtspolitiek Sicilië in een neerwaartse spiraal bracht. Een bont gezelschap trekt voorbij: koningen, krijgsheren, generaals, hertogen, graven, pausen, bisschoppen, priesters, landbaronnen, kooplieden, boeren, pachters, arbeiders en slaven. Gezamenlijk schreven zij de geschiedenis van Sicilië.

Sommige heersers waren heel opvallend aanwezig. In de Oudheid deden vooral de tirannen Gelon en Dionysius I van zich spreken, in de elfde en twaalfde eeuw leverden de Normandiërs Rogier I en zijn zoon Rogier II het bewijs dat uiteenlopende bevolkingsgroepen goed naast elkaar kunnen leven, en in de dertiende eeuw deed de Hohenstaufen-koning Frederik II de wereld versteld staan. Talrijke monumenten herinneren aan de gloriedagen van weleer.

De opstand van de Siciliaanse Vespers in 1282 was een keerpunt. Slecht bestuur in de volgende eeuwen leidde tot opstanden van boeren en arbeiders. De uitbarsting van de Etna, aardbevingen en besmettelijke ziekten zorgden voor een verdere ontwrichting van de maatschappij. De criminaliteit nam toe. Kleine bendes op het platteland konden zodoende uitgroeien tot grote maffiaorganisaties in de steden. In De vele gezichten van Sicilië vertelt Fik Meijer met zijn aanstekelijke pen het complete verhaal van dit fascinerende eiland.

Fik Meijer (1942) is oudhistoricus. Hij werd bekend door zijn boeken over oude geschiedenis en het vroege christendom, waaronder de bestsellers Keizers sterven niet in bed, Gladiatoren, Macht zonder grenzen en Jezus en de vijfde evangelist. Bij Prometheus verscheen in 2020 Droom of daad. De terugkeer van de Olympische spelen naar Griekenland.

Bijpassende boeken en informatie

Willem du Gardijn – Het einde van het lied

Willem du Gardijn Het einde van het lied recensie en informatie nieuwe Nederlandse roman. Op 9 september 2021 verschijnt bij uitgeverij Koppernik de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Willem du Gardijn.

Willem du Gardijn Het einde van het lied recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Het einde van het lied. Het boek is geschreven door Willem du Gardijn. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Willem du Gardijn.

Recensie van Tim Donker

& even later & Gunther was dood & gasten aan de keukentafel & de dingen die je dan zegt. De vrouw zegt dat ze boeken leest, en de man zit daar maar en praat over formule één, en zit daar maar, en drinkt bier, en lacht. Maar de vrouw zegt dat ze boeken leest, dus ik luister met één oor naar haar. Romantiese boeken, specificeert ze en het ene oor wordt een half oor. Ze mompelt wat, noemt wat namen van schrijfsters. Namen die mij niks zeggen. Ik vermoed er schrijfsters van stuiverromannetjes bij. Het soort dat mijn moeder ook las. Wagonladingen vol. Met hele vuilniszakken tegelijk kwamen die binnen. Ik zit. Drink bier. Voel een zweem van nostalgie omdat ik aan mijn moeder denk. Die al elf jaar dood is, en nu niets meer leest. Hoe ook zij zat. Op de bank. Haar benen opgetrokken onder haar. En lezen.

En zitten, ik. En zwijgen. En de man daar tegenover me die bier drinkt. En de vrouw naast me, die zegt dat ze leest. “Ook historische romans.” zegt ze.

En zitten, ik. En peinzen. Een gedachte die opkomt en die ik formuleren wil. Want uiteindelijk moet een mens iets zeggen. Ik zit daar al te lang te zitten en te zwijgen en bier te drinken en me te ergeren aan dat domme lachje van die man die zo graag naar formule één kijkt. Iets zeggen nu, bijvoorbeeld over historische romans. Iets zeggen over keizer Hadrianus en de laatste tachtig pagina’s van Het einde van het lied. Ik verzamel woorden in mijn hoofd, ik broed op een strekking, ik zoek naar een structuur. Ik wil weten wat ik ga zeggen voor ik het ga zeggen. Maarja. U weet. Gasten aan een keukentafel en hoe dat dan gaat. Dan gaat het zo: ze zijn allang drie onderwerpen verder vooraleer ik maar enigszins weet wat te zeggen en hoe het te zeggen. Ze lachen nu. Om dingen die mij ontgaan zijn. Zo gaat dat met gasten aan een keukentafel. Het moet snel gaan voor gasten aan een keukentafel. Er moet gelachen worden met gasten aan een keukentafel. De man vraagt mij om een volgend biertje. Ik haal het hem.

Zie je, ik hou niet van gasten aan een keukentafel. Ik hou niet van man en vrouw gaan op bezoek bij man en vrouw. Ik hou van gasten die in hun eentje komen op momenten dat ik ook in mijn eentje ben. Gasten die op de bank zitten, of op de vloer, of in de tuin als het weer het toelaat. Of voor mijn part aan de keukentafel maar dan niet op zo’n nadrukkelijke WijZittenAanDeKeukentafel-manier. Bovenal hou ik van gasten die stilte verdragen. Die tegen zwijgen kunnen. Die naar woorden zoeken begrijpen. Die weten dat niet elke gedachte klaar en af in je hoofd ligt te liggen maar soms nog gevormd moet worden – en dat dat tijd kost. Ik hou van gasten waarbij het traag en aarzelend mag.

Zo waren niet deze gasten. Maar wat maakte het eigenlijk uit. Het einde van het lied is toch geen historische roman.

Het einde van het lied is een lied. Nee. Het einde van het lied is drie liederen.

Of.

Nee.

Wacht.

Want zo was het natuurlijk niet begonnen.

Casiotone For The Painfully Alone op de steerjoo, midderdagse herfstzon in het keukenraam en op die vervloekte inductieplaat staat een soepje traag en zachtjes te koken. Er was geen enkele andere reden dat dit soepje traag en zachtjes koken moest dan dat ik vond dat dit het soort soepje was dat traag en zachtjes koken moest. Ik zat. Aan de keukentafel ja. Maar alleen. En ik las. Ik las het eerste lied in Het einde van het lied. Dat eerste lied is een droevig lied. Maar een mooi lied. Ik las moois, er was warmige zon, fijne muziek, trage soep; voor enkele momenten was het leven zelfs in dit godverdomde huis en in deze godverdomde tijd goed (en wat hebben we meer dan momenten) (wie zei dat ook alweer?). Ik las iets over de duistere meisjes, en dat vond ik prachtig. Ik las een zin als “De wijzer van de klok maakte een paar rondjes”, en dat vond ik prachtig. Ik las zinnen als “Voel me veel, behalve mijn naam” en “Wanneer begon het begin van de middag?”, en dat vond ik prachtig. Ruiterlijk -want zo ben ik- vergaf ik Du Gardijn “Niet zomaar, er waren redenen. Die waren niet goed gecommuniceerd.” Ik haat het woord communiceren en het overmatige gebruik ervan waaraan deze tijd mank gaat (naja, deze tijd gaat aan wel veel meer mank natuurlijk). Vooral op kantoor, denk ik. Waar de mensen dingen zeggen als “Daar is naar mij toe niets over gecommuniceerd” waar met hetzelfde gemak gezegd had kunnen worden “Dat is mij nooit verteld” en dan maak je nog een veel minder achterlijke indruk ook. Maar ik vergaf het Du Gardijn want vergeving is een prachtig ding vind ge niet? Ik knarste slechts eventjes met mijn tanden, en las door. Moje dag. Moje muziek. Mooi boek.

Maar zo was het niet begonnen nee.

Willem du Gardijn -ik kende hem niet- heeft een zeer overrompelende schrijfstijl die wegkijken onmogelijk maakt. Hij inkt zijn woorden direkt op de huid van de lezer (ha! mag je van Theo alvast nooit meer kritisch zijn over welke vaccinatie dan ook). Dacht ik: Willem du Gardijn schrijft het leven zelve. Maar meteen schaam ik me voor die gedachte en ik streep hem door: Willem du Gardijn schrijft het leven zelve. Maar toch. Er is wel iets van aan. Zijn schrijvershand grijpt je bij de strot en sleurt je diep het boek in. Je leeft niet zomaar wat mee met de personages: je bént de personages. En dat begint dan goed want als gezegd: het eerste lied is een droevig lied.

Je bent een vrouw in verwarring. Je bent Aimée. In het eerste lied ben je Aimée.

Gevoelige, duistere Aimée ben je nu. Je speelt piano. Je man heet Adriaan. Die schrijft een boek. Het kan zijn dat je in het tuinhuis woont en niet in het hoofdhuis bij je man. Het kan zijn dat je een affaire hebt gehad met je pianostemmer Yves. Het kan zijn dat dat tot een hele hoop gedoe heeft geleid. Het kan zijn dat je later misschien toch weer in het hoofdhuis woont bij je man. Het kan zijn dat je gestopt bent met je praktijk. Het kan zijn dat de dokter soms komt, en dat je medicatie nodig hebt. Het kan zijn dat iemand je partituren gestolen heeft. Het kan zijn dat je niet altijd even goed meer weet wat hier nu eigenlijk aan de hand is.

Het doet pijn om Aimée te zijn. De lezer voelt die pijn.

Het is verwarrend om Aimée te zijn. De lezer voelt die verwarring.

Ja dat doet die Du Gardijn goed. Je bevindt je -ineens- in een situatie waarin je niet heel goed wegwijs meer bent. Er is mist, er is duister. Soms komen er mannen uit het duister tevoorschijn. Adriaan? De dokter? Ook zijn er duistere meisjes die dingen tegen je zeggen. Zijn die echt? Stemmen van vroeger? Demonen? Sirenen? Niet alles wordt opgehelderd. Er blijft te raden over. We raden maar wat. We zijn mensen en we raden maar wat. Hoe diep menselijk om uiteindelijk alleen maar wat te kunnen raden; hoe diep menselijk om Aimée te zijn. De menselijkste van ons allemaal.

Ik moest daar wel even aan wennen; ik moest de melodie van dit eerste lied duidelijk leren kennen. Er was verzet voordat ik de hand me liet meesleuren. Omgekeerd duurde het ook even om er weer uit te krabbelen, me te realiseren dat ik dan misschien wel Aimée was maar ook ‘ne gast die Casiotone For The Painfully Alone en een soepje op had staan. Aan het eind van het eerste lied wordt het echt allerwege onmogelijk om Aimée te blijven. Los van haar blijf ik haar wel als mens zien, een heel echt mens, de mooiste en de liefste vrouw die je je maar indenken kunt. De vrouw die ik eerst was heel werkelijk voor me te zien: dan ben ik maar 55 bladzijden ver in Het einde van het lied maar dan weet ik dat Willem du Gardijn een grote is. Een hele grote.

Het tweede lied dan.

(nu al het tweede lied, denk ik, het eerste lied duurde me te kort denk ik, ik had drie liederen lang Aimée willen blijven denk ik)

Het tweede lied is een koortsig lied. In het tweede lied gaat het over Adriaan. Adriaan reist af naar Italië om er verder te werken aan het boek over de laatste dagen van keizer Hadrianus. Ook de lezer reist, de lezer is ook weer Adriaan maar in het tweede lied is de lezer wat mij betreft minder consequent het personage dan in het eerste lied. Aimée was ik steeds, Aimée was ik volkomen. Als Adriaan met zijn boek bezig is; denkend erover of research doend ervoor, stop ik hem te zijn. Het onderwerp staat eenvoudigweg te ver van me af. Ik volg het van een afstandje. Maar de schrijfstijl blijft, en de zinnen ook. Zeg nou zelf: “De dood achter haar maakte haar lange haar mooi” – dat is toch een pareltje?

Daardoor komt het.

Daardoor komt het dat het praten met oudheidkundigen, conservatoren, archivarissen, archeologen; het opstellen van hypotheses over de sterfplek van Hadrianus; het (soms best abstracte) gemijmer over de (on)mogelijkheden van het schrijven; de haast essayistisch aandoende beschouwingen over leven en dood van dit tweede lied tóch geen dor lied maken. Dat komt door die prachtige zinnen die Du Gardijn je zomaar ineens (een beetje triomfantelijk, stel ik mij voor) in je gezicht kan smijten.

Daardoor. En hierdoor:

Het gaat daar in Italië niet alleen maar over Hadrianus. Je bent ook een geworpen zijnde, geworpen in een groezelige maffiafilm. Zoals je daar zit, als Adriaan, in je rare appartement in Napels. Hitte. Regenval. Achterdocht. Droom. Nachtmerrie. Gestoorde medebewoners. Drank. Sigaretten. Dood. Leugens (want: “Liegen was in Italië een vak op school”). Bedreigingen. Afpersing. De sfeer steeds hallucinant, broeierig, beklemmend. De laatste pagina’s van het tweede lied zijn weergaloos mooi. Het nam me mijn adem. Het stolde mijn bloed. Het zette de tijd stil. Dit is literatuur van het allerhoogste nivo.

Het derde lied is een klassiek lied. Het is 138 jaar na de geboorte van Christus. Du Gardijns schrijfstijl wordt hier een tint of wat statiger, zo lijkt het toch. Geen moment in dit laatste lied word ik Hadrianus; zoveel eeuwen kan die intensiteit klaarblijkelijk niet overleven. Bijzonder onderhoudend vond ik het wel, en dat is meer dan ik verwacht had want ik heb niet zoveel met historische romans. Je hebt gelijk, dat is een vooroordeel. Ik heb namelijk nog nooit van mijn leven een historische roman gelezen. Maar ik kan niet elk boek ter wereld lezen. En daarom heb ik vooroordelen nodig. Om bepaalde schrijvers, genres en stijlen al op voorhand uit te sluiten. Een beetje overzicht moet er zijn. Of deze tachtig pagina’s tekenend zijn voor de gemiddelde historische roman weet ik dus niet. Ik vond het mooi. Ik kon het zien. Hadrianus in zijn koets, reizend tijdens de laatste dagen van zijn leven. Ik kon meegaan op die reis. Ik kon de zeelucht ruiken, ik kon de wind voelen waaien. Ik vond het derde lied niet het mooiste lied maar toch ook een lied dat ik niet had willen missen.

Drie uiteenlopende liederen heeft Willem du Gardijn hier op doen klinken. Het is voorzekers toch niet de eerste keer dat ik zo totaal gegrepen werd door een boek van Koppernik. Jee, wat een fijne uitgeverij is dat toch eigenlijk. Kunnen die niet elke dag een boek uitgeven?

Willem du Gardijn Het einde van het lied Recensie

Het einde van het lied

  • Schrijver: Willem du Gardijn (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 9 september 2021
  • Omvang: 232 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe roman van Willem du Gardijn

Nadat Adriaan zijn vrouw Aimée heeft verloren, vertrekt hij naar Italië om verder te werken aan een project waar hij al jaren mee bezig is: hij wil de laatste weken beschrijven van het leven van keizer Hadrianus – de periode die Marguerite Yourcenar in Mémoires d’Hadrien heeft nagelaten te vertellen.

Hij treedt in de voetsporen van Hadrianus en verblijft in Rome, in Napels en ten slotte in Baia, de oude Romeinse badplaats waar de keizer volgens overlevering op de tiende juli van het jaar 138 stierf. Terwijl hij werkt aan de beschrijving van de laatste reis van de keizer dringen gedachten aan Aimée zich steeds sterker aan hem op en durft hij het eindelijk aan in haar nagelaten dagboeken te lezen.

Het einde van het lied is een opmerkelijke tour de force over liefde, noodlot en aanvaarding, waarin Willem du Gardijn op geraffineerde wijze fictionele en historisch-biografische verhaallijnen verweeft.

Willem du Gardijn (1964) debuteerde in 2008 met de roman Monografie van de mond, waarmee hij werd genomineerd voor de Academica Literatuur Prijs. In 2011 verscheen de verhalenbundel Negen raven en in 2016 de roman Bevrijding. Zijn verhalenbundel Het grote vakantiepark, die in 2018 verscheen, stond op de longlist van de BookSpot Literatuurprijs.

Bijpassende boeken en informatie

Lévi Weemoedt – Het nut van Lodesteijn

Lévi Weemoedt Het nut van Lodesteijn recensie en informatie nieuwe Nederlandse novelle. Op 28 september 2021 verschijnt bij uitgeverij Nijght & Van Ditmar het nieuwe boek van de Nederlandse schrijver en dichter Lévi Weemoedt.

Lévi Weemoedt Het nut van Lodesteijn recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de novelle Het nut van Lodesteijn. Het boek is geschreven door Lévi Weemoedt. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de het nieuwe boek van de Nederlandse schrijver Lévi Weemoedt.

Lévi Weemoedt Het nut van Lodesteijn Recensie

Het nut van Lodesteijn

  • Schrijver: Lévi Weemoedt (Nederland)
  • Soort boek: novelle
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 28 september 2021
  • Omvang: 176 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het nieuwe boek van Lévi Weemoedt

Het is september 1991 en de classicus Lodesteijn is na een tumultueuze ruzie met de staf eindelijk van school af. Maar kan Lodesteijn, satiricus en rasverteller, wel zonder het luisterend oor van een klas? Zit het leraarschap niet in zijn DNA?

Ondanks vele pogingen vindt Lodesteijn geen werk en vullen zijn dagen zich steeds meer met dagdromen. Dat hij in Vlaardingen woont, pal tegenover Pernis, waar het door demonen geteisterde luchtruim dag en nacht sist en blaast en geheime boodschappen doorseint, stelt Lodesteijns geest ook niet geruster.

Dankzij de coronacrisis vond Lévi Weemoedt eindelijk de tijd en de inspiratie om het verhaal waaraan hij zoveel jaar werkte af te maken. Het nut van Lodesteijn is een caleidoscopische novelle, een tragikomisch verslag van Lodesteijns strijd tegen de eenzaamheid, de stilte en het machteloze gevoel van nutteloosheid.

Bijpassende boeken en informatie

Kader Abdolah – Op zoek naar Ramona

Kader Abdolah Op zoek naar Ramona recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe roman. Op 1 december 2021 verschijnt bij Uitgeverij Prometheus de nieuwe roman van de Iraans-Nederlandse schrijver Kader Abdolah.

Kader Abdolah Op zoek naar Ramona recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Op zoek naar Ramona. Het boek is geschreven door Kader Abdolah. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Iraans-Nederlandse schrijver Kader Abdolah.

Kader Abdolah Op zoek naar Ramona Recensie

Op zoek naar Ramona

  • Schrijver: Kader Abdolah (Iran, Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Prometheus
  • Verschijnt: 1 december 2021
  • Omvang: 400 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe roman van Kader Abdolah

Pieter Rademaker is een succesvolle Amsterdamse schilder die zijn dochter Ramona in liefde en vrijheid heeft opgevoed. Dat weerhoudt Ramona er echter niet van om ervandoor te gaan met een Marokkaanse man van dubieuze komaf. Als zij op een dag van de aardbodem verdwenen lijkt, weet Pieter dat hij maar één ding kan doen: op zoek gaan naar Ramona. Zijn zoektocht brengt hem in contact met een ander Amsterdam, een ander Nederland dan dat hij kende. Hij komt terecht in soennitische moskeeën, in doorrookte kamertjes van drugshandelaren en op de Wallen.

Tijdens zijn zoektocht ontmoet hij een Afrikaanse illegaal die hem de andere kanten van het leven laat zien, en een jonge Turkse vrouw die andere deuren van de liefde voor hem opent. Pieter Rademaker zit nog half in de wereld van Van Gogh en Rembrandt als hij erachter komt dat de huidige realiteit van zijn stad zijn verbeelding overstijgt. Door zijn zoektocht naar Ramona wordt Pieter geconfronteerd met zichzelf, en tot zijn eigen schrik realiseert hij zich dat hij eigenlijk niet naar Ramona zoekt, maar naar nieuwe ideeën voor zijn schilderijen.

Bijpassende boeken en informatie

Herman Koch – Een film met Sophia

Herman Koch Een film met Sophia recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe roman. Op 1 september 2021 verschijnt bij Uitgeverij Ambo | Anthos de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Herman Koch.

Herman Koch Een film met Sophia recensie en informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Een film met Sophia.  Het boek is geschreven door Herman Koch. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Herman Koch.

Herman Koch Een film met Sophia Recensie

Een film met Sophia

  • Schrijver: Herman Koch (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Ambo | Anthos
  • Verschijnt: 1 september 2021
  • Omvang: 304 pagina’s
  • Uitgave: paperback / dwarsligger / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Recensie en waardering voor de nieuwe roman van Herman Koch

  • “In zijn nieuwe roman Een film met Sofia komen de kwaliteiten die het eerdere werk van Herman Koch zo kenmerken weer volop bovendrijven. Een beroemde filmregisseur maakt na jarenlang in het buitenland te hebben gewerkt weer een nieuwe film in Nederland. Voor de hoofdrol kiest hij een onervaren zeventienjarig meisje en dochter van een schrijver die langzamerhand passé is. De regisseur Stanley Forbes is in de ban geraakt van het meisje en de gehele film draait langzaam maar zeker om zijn fascinatie om haar. Op zijn welbekende vileine en spannende wijze beschrijft Koch vanuit het perspectief van de regisseur de enigszins discutabele totstandkoming van de film. Een roman die je ook een beetje als een geslaagde sleutelroman kunt lezen omdat tussen de regels door wel duidelijk wordt dat Koch een aantal beroemdheden uit de Nederlandse film als voorbeeld heeft genomen. Ook nu bewijst Herman Koch weer dat hij in staat is om een uitstekende, zeer prettig leesbare en interessante roman te schrijven.” (Allesoverboekenenschrijvers.nl, ∗∗∗∗)

Herman Koch te gast bij tv-programma OP1

Op maandag 30 augustus 2021 is schrijver Herman Koch te gast bij het tv-programma OP1 om te vertellen over zijn nieuwe roman.

Flaptekst van de nieuwe roman van Herman Koch

Een film met Sophia is de nieuwe roman van Herman Koch! Een spannende roman over de laatste film van een beroemde filmmaker en zijn fascinatie voor de jonge hoofdpersoon.

‘Weet jij misschien waar Sophia is? Ze is vannacht niet thuisgekomen en ik heb het nummer van haar vriendje niet. Bel me even.’ Zo luidt het bericht dat filmregisseur Stanley Forbes op oudejaarsavond krijgt van Karl Hermans, een gevierd schrijver. Stanley heeft Karls beeldschone zeventienjarige dochter gecast voor zijn nieuwste film, die na zijn Amerika-avontuur zijn grote comeback in Nederland moet worden. Met graagte werpt hij zich op als vaderfiguur voor Sophia. Maar tijdens de opnames van zijn mozaïekfilm, met naast Sophia een hoofdrol voor steracteur Michael Bender, worden Stanleys motieven steeds onduidelijker. Wat wil hij eigenlijk, met deze film, met dit meisje en met zichzelf? Hij weet precies waar Sophia is, maar besluit met antwoorden te wachten.

Een film met Sophia van Herman Koch is een spannende roman over de vaderlijke liefde voor een jonge actrice, de verdorven filmwereld en de kunst van het thuisblijven.

Bijpassende boeken en informatie

Arnon Grunberg – De dood in Taormina

Arnon Grunberg De dood in Taormina recensie en informatie nieuwe Nederlandse roman. Op 31 augustus 2021 verschijnt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Arnon Grunberg.

Arnon Grunberg De dood in Taormina recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de roman De dood in Taormina. Het boek is geschreven door Arnon Grunberg. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Arnon Grunberg.

Arnon Grunberg De dood in Taormina recensie

De dood in Taormina

Over een lokeend, het baren van verlangen en een wielrenner in Rimini

  • Schrijver: Arnon Grunberg (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 31 augustus 2021
  • Omvang: 288 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Recensie en waardering voor de roman

  • “Er is weer een ster geboren in het gestaag uitdijende romanuniversum van Arnon Grunberg.” (HP/De Tijd)
  • “De personages boeien, de zinnen vloeien, de aforismen zijn spits. Je wilt mee in dit universum met Zelda.” (NRC Handelsblad, ●●●●)
  • “Het is evident dat we in de wondere wereld van Grunberg zijn beland.” (De Telegraaf)
  • “Zoals we van hem  gewend zijn, toont Arnon Grunberg ook in zijn nieuwste roman zijn wrange glimlach. Iedere verlossing is een illusie.” (Knack, ∗∗∗∗)
  • “Krachtig, een theatrale roman waarin hij voor het eerst vanuit een vrouwelijke hoofdpersoon schrijft.” (Elsevier)

Flaptekst van de nieuwe roman van Arnon Grunberg

In een gebed dat geen gebed is, een bekentenis die geen bekentenis is, een liefdesbrief, nee, een verlaat antwoord op een liefdesbrief, vertelt Zelda (26) over haar leven als lokeend in dienst van een jeugdbende. Haar leven als dochter die haar vader heeft beloofd niet vroegtijdig te zullen sterven. Als drager van eigen en andermans geheimen.

Een verloren opschrijfboekje (toeval? noodlot?) voert haar naar de acteur Jona (tweevoudig winnaar van de Louis d’Or). Met hem en een Zweedse cowboy zonder cowboyhoed reist ze naar Taormina, volgens Jona het betere decor voor het geluk. Onder de sinaasappelbomen leven Zelda, Jona en de Zweed alsof het bestaan een verhaal is waaraan je je moet overgeven.

Maar vroeg of laat haalt het verleden je in, blijkt het levendiger dan het heden, blijkt de waarheid sneller dan de leugen. Of niet? Wat als het verleden je nooit inhaalt? Als je voor altijd moet leven met je verzinsels?

Bijpassende boeken en informatie

001Boek-BestellenBezette gebieden

  • Schrijver: Arnon Grunberg (Nederland)
  • Arnon Grunberg Bezette gebieden RecensieSoort boek: psychologische roman
  • Uitgever: Lebowski
  • Verschijnt: 10 januari 2020
  • Omvang: 432 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Inhoud roman: Otto Kadoke, de grensoverschrijdende psychiater uit Moedervlekken, is terug. Nadat het verhaal van zijn alternatieve therapie door een bekende auteur te boek is gesteld en een bestseller is geworden, raakt hij verstrikt in een web van halve waarheden, interpretaties en leugens dat hem zijn baan kost – en zijn reputatie vernietigt. Maar niet alleen dat: zijn moeder is inmiddels weer vader geworden en de verzorgster van vader ontpopt zich tot een onvermoeibare aanhangster van Christenen voor Israël…lees verder >

 

Kees ’t Hart – VICTORIEN, ik hou van je

Kees ’t Hart VICTORIEN, ik hou van je recensie en informatie nieuwe Nederlandse verhalenbundel. Op 24 augustus 2021 verschijnt bij uitgeverij Querido de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Kees ’t Hart.

Kees ’t Hart VICTORIEN, ik hou van je recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van VICTORIEN, ik hou van je. Het boek is geschreven door Kees ’t Hart. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe bundel met verhalen van de Nederlandse schrijver Kees ’t Hart.

Recensie van Tim Donker

Toen we Kees ’t Hart hadden zien lopen. Toen we gingen lunchen. Toen dat nog kon, toen je nog gedachteloos een restaurant in kon lopen, toen de Hugo restauranteigenaren nog niet verplicht had te discrimineren op medische gronden. Toen het al herfst begon te worden. Toen we daar zaten. Toen we doorheen het raam Kees ’t Hart zagen lopen. Toen het nog dat jaar was waarin ik geloven kon dat we vrienden waren.

Wie is die Kees ’t Hart eigenlijk, een oplichter ofzo? Een illusionist? Een zwendelaar? Een querulant? (dat artikel in nY was raar, Kees) Ik weet het niet. Kees ’t Hart kan je dingen verkopen die je eigenlijk niet kopen wil, dat weet ik wel. Zoals toen. Met die dichtbundel van hem. Zijn tweede. Welk jaar was dat? Ja, 2008, dat kan ik ook wel opzoeken in het boek. Maar 2008 was niet het jaar waarin ik het kocht, al kan het ook niet veel later geweest zijn. Want het was in Eindhoven. Bij De Slegte. Daar kwam ik vaak, bij De Slegte in Eindhoven. Mijn vader woonde in Eindhoven. Mijn zus en mijn nichtje woonden in Eindhoven. Mijn moeder was er aan het doodgaan. Ik kwam vaak in Eindhoven en altijd als ik er kwam ging ik er naar De Slegte. Mooie De Slegte was dat. Hoe het licht daar door de ruiten viel. Zo viel er nergens licht door ruiten. Ik kuierde er rond. Verbleef er meerdere uren. Op elke afdeling moest ik zijn. Literatuur. Proza. Poëzie. Filosofie. Wetenschap. Engels. Nederlands. Strips. Oud. Nieuw. Wat & wat zag mijn oog nu weer liggen. Stapeltje dichtbundels. Ramsj. Maffe kaft. Met die bloempot. Dat ene kinderlijk getekende bloemetje erin en die andere bloem die veel “affer” oogde. Zoiets pak je meteen op. Zoiets blader je door. Zeker in De Slegte in Eindhoven, met dat licht en hoe dat er door de ramen viel (er valt daar geen licht door ramen meer) (wat voor winkel zou er nu in zitten? vast een of andere hippe kledingwinkel met een Engelse naam). God. Hoe nu? Een ode aan Frank Zappa! Die gast heeft me daar een ode aan Frank Zappa geschreven! Gedicht van bijna tien pagina’s lang. Ja hier moet ik geen enkel ander gedicht meer in lezen, dit gaat gewoon meteen mee naar huis. Misschien was het wel 2008. 2009 misschien? Niet later dan 2010 want toen is mijn moeder overleden. Frank Zappa was niet meer de onaantastbare held die hij voor mij was geweest toen ik zijn mjoeziek kennen leerde. Begin negentiger jaren was dat, ik was nog scholier, ik was zeventien ofzo, ik zat op de HAVO, ik weet niet meer waar ik voor het eerst iets van hem hoorde maar wel dat ik meteen verkocht was. Het was ook zoon onnavolgbare vent, die Zappa. Helemaal geen tiepiese popmuzikant. Over alles had hij meningen, over alles had hij uitspraken gedaan, haast altijd rare maar wel zeer doordachte en meestal ook erg rake uitspraken. Hij had een boek geschreven, dat ook in het Nederlands vertaald was. Het Echte Frank Zappa Boek. Pluspunt dat het vertaald was want op de HAVO las ik nog geen Engels. Dat deed teveel aan school denken, dat deed ik in mijn vrije tijd niet. Ik herinner me het kopen. Het Echte Frank Zappa Boek. Bij Van Pierre Boeken zoals die boekwinkel als ik me het goed herinner heette. In Eindhoven ja want verrek, begin jaren negentig woonde ik er zelf ook nog. De boekverkoper zei dat Frank Zappa bijna dood was, dat vond ik een grappige uitspraak, dat vertelde ik de volgende dag op school aan Patrick. “Dat kan niet,” zei Patrick. “Ofwel ben je dood ofwel ben je niet dood. Je kunt niet een beetje dood zijn zoals je ook niet een beetje zwanger kunt zijn.” Ik bewonderde Patrick. Hoe hij altijd op zeer betweterige toon de stompzinnigste dingen kon zeggen. Dat wilde ik ook kunnen: mijn domheden als slimheden presenteren. Niet veel later ging Zappa inderdaad dood. De onbetwiste God. Humoristisch, intelligent, maf, intrigerend, geweldig instrumentalist (zijn solo’s! sjeesis! zijn solo’s!). Maar dat was vroeg in de jaren negentig, In 2008, of 2009 (of was het nou 2010?) dacht ik allang niet meer zo over Frank Zappa. Maar als ik een dichtbundel aantrof met een bijna tien pagina’s lange ode aan hem dan ging die dichtbundel zonder enige twijfel meteen met mij mee naar huis – zo hoog had ik ‘m in die dagen nog wél zitten (inmiddels vind ik bijna niks meer van die man, een arrogante zeur misschien. van zijn wagon- en wagonladingen cd’s zijn er misschien maar een stuk of vijf écht goed en dan nog eens een stuk of tien “wel aardig”. de rest heb ik allemaal aan mijn zoon gegeven) (naja vijf goede en tien aardige cd’s maken, dat is natuurlijk wel nog altijd iets waar de gemiddelde muzikant zijn rechterarm voor over zou moeten hebben). Ik denk dat ik die dag niet eens meer lang gebleven ben in De Slegte. Ik denk dat ik naar buiten wilde. Ik denk dat ik wilde gaan lezen in die dichtbundel van die Kees ’t Hart (die ik alleen van naam kende).

Ik, ik buiten, ik zitten, ik lezen. Maar watte – …? Wat waren dat in jezusnaam voor een gedichten? Gedichten van het soort dat ik normaal niet las. Het NEE-gedicht. God. Ja. Of nee. Dat was geweldig. Het leven van Frank Zappa mocht er ook zijn. Zeker. Maar er was iets. Er was iets met die gedichten. Eigenlijk hadden ze alle elementen van het soort gedichten dat ik haat. Vaak, veel te vaak liet die ‘t Hart iedere nieuwe regel. Van zijn gedichten. Beginnen met een hoofdletter. Of de zin nu eindigt aan het eind. Van een regel. Of niet. Steeds die hoofdletters. Ik moet niet hebben. Van gedichten. Vol met hoofdletters. Waar ze niet hoeven staan. Een hoofdletter. Waar wel de regel. Maar niet de zin begint. Dat leest bijzonder. Irritant. Zeg nou zelf. Of gedichten waarvan elke strofe hetzelfde aantal regels heeft, was dat een of andere klassieke versvorm ofzo? En dat die regels dan ook steeds ongeveer dezelfde lengte hebben. Ik hou niet van die regelmaat, ik hou van gedichten die overheen de pagina’s vliegen, met zinnen die maar nooit eens willen blijven staan. Soms rijmden zijn gedichten, of leken ze te rijmen, of rijmde er zomaar ineens iets en vroeg ik me verschrikt af Hoe lang staat dat hier allemaal al te rijmen, is die gozer me nu bezig me gedichten op rijm door mijn strot te douwen? Lees ik nu rijmende poëzie? Op een bankje ergens in het centrum of Eindhoven dan nog? Deze gedichten hebben alles wat ik niet wil, eigenlijk zou ik deze gedichten moeten haten, eigenlijk zou ik deze bundel hier en nu in een vuilnisvat moeten werpen. Ergens in het centrum van Eindhoven. Maar ik wierp niet, ik zat, ik las, ik las bijna heel die bundel in één keer uit. Ergens in het centrum van Eindhoven. Ik wist het niet. Ik wist niks meer. Vond ik dit nu goed of slecht? Ik wilde mijn geld terug vragen, ik wilde die Kees ‘t Hart gaan opzoeken, ik wilde nog meer boeken van hem lezen om zeker te zijn. Ik had iets gelezen, bijna in één adem uit gelezen, dat ik normaal nooit zou lezen. Had ik gelezen. Daar. Ergens in het centrum van Eindhoven.

Of neem dit hier Victorien, ik hou van je.

(die titel, daar begon het al mee. in eerste instantie las ik Victoriën, ik hou van je. en ik dacht. is het meervoud van victorie victories of victoriën? of victorieën? kent victorie wel een meervoud?, en zo ja waarom dat laatste woord van de titel wel weer enkelvoudig, en niet victoriën, ik hou van jullie? en ik was geprikkeld, en ik vond mezelf peinzend over de titel, en verder nog: want ook dacht ik nog een fractie de titel te moeten lezen als Victori, en ik hou van je – en dat alles in slechts enkele seconden tot ik de titel klaar zag zoals die is)

Neem het titelverhaal. Ja neem dat.

(Nee tegen het titelverhaal, zei Kees ’t Hart jaren eerder in zijn NEE-gedicht)

(& ja toch maar weer eens een bundel gewoon in volgorde zitten lezen)

Dat gaat daar 25 bladzijden lang ofzo over een zin die tussen 1980 en 1992 te lezen was op een brug aan de Waalkade in Nijmegen. Wat moet ik met een zin die tussen 1980 en 1992 gestaan heeft op een brug in Nijmegen? Ik ben die hele periode lang niet één keer in Nijmegen geweest. Ergens na het jaar 2000 ja, toen ben ik enkele jaren lang diverse malen in Nijmegen geweest. Ik studeerde, of misschien net niet meer, en we maakten een literair undergroundblaadje (dat wij – de tweekoppige redaksie – voornamelijk zelf volschreven) en dat we zelf distribueerden onder de verkooppunten waarvan er enkele (één of twee) in Nijmegen waren. Toen kwam ik er wel eens, toen at ik er wel eens in een restaurant, is er kans dat ik toen ook wel eens op de Waalkade gelopen heb? Ja. Goed. Waarom niet. Maar die zin was er toen al niet meer en zou zo’n zin me überhaupt zijn opgevallen anders? Tussen 1980 en 1992 kwam mijn vader wel vaak in Nijmegen. Hij moest daar geregeld zijn voor zijn werk. Een keer per maand? Weetikveel, valt een kind een regelmaat op? Het was vaak, of dat vond ik, maar niet zo vaak als bijvoorbeeld judo waar ik elke week heen moest. Dan was hij voor zijn werk in Nijmegen, dat ik overigens hardnekkig bleef uitspreken als Nijmnegen, dan was hij laat thuis, dan at hij niet mee en dan was hij er zelfs ook nog niet als ik naar bed moest. Moet pappa vandaag naar Nijmnegen?, vroeg ik mijn moeder. Zei ze Ja, dan wist ik genoeg. Dan was het slapen gaan zonder kietelen en stoeien en grapjes maken. Dat is waar Nijmnegen in de jaren tachtig voor mij voor stond: naar bed zonder kietelen en stoeien en grapjes maken.

Dus nogmaals. Wat moet ik met de zin Victorien, ik hou van je die tussen 1980 en 1992 geschreven stond op een brug in Nijmegen?

En die Victorien ken ik ook al niet.

En toch. Ik lees het smaak. Ik lees het geboeid. Ik lees het geamuseerd, en in de ban.

Ofnee. Niet helemaal correct. Ik luister.

Want zo is het. Het is maf, maar zo is het. Ik lees deze teksten niet. Dit is geen proza, is het wel bedoeld als proza, het zijn verhalen en ontboezemingen. Ik hoor dit aan. Ik hoor dit alles aan. Nee niet van een “rasverteller” of zoiets debiels, god bewaar me. Erger nog. Ik luister naar een goede vriend. Ik luister naar mijn beste vriend. Kees ’t Hart en ik zitten op kaffee en hij is aan het woord – alleen hij is aan het woord, ik krijg er niks tussen en dat wil ik ook niet. Dat soort beste vriend is hij. Je hangt aan zijn lippen. Je wil alleen hem nog horen. Je hoopt dat hij nooit ophoudt met vertellen.

Dat soort vriend en dat soort kaffee.

Of is het een restaurant misschien.

We gingen op restaurant want toen kon dat nog. Toen mocht iedereen nog op restaurant: zij die konden bewijzen dat ze “gezond” waren (dat heet: gezond in de opvatting van de Hugo) en zij die dat niet konden. Iedereen mocht, er bestond nog geen uitsluiting (wat wel weer duidelijk maakt waarom apartheid om te beginnen al een Nederlands woord is) (diegenen weren die niet doen zoals de massa doet, daar zijn Nederlanders goed in) (normaal doen, daar houden Nederlanders van) (norm-aal: volgens de norm) (dat waaraan bijna iedereen voldoet) (bijna) (Normaal) (Ik ben moar een eenvoudige boerenlul) (inderdaad, Bennie: eenvoudig is dat simpel breintje van je zeker en een lul dat ben je ook) (g’woon) (Nederland houdt van gewoon) (het enigste wossie wa so lekker gewoon is geblefuh) (en die anderen) (die mottuh altijd so nodig anders sijn as een ander) (apartheid: een Hollandse traditie in ere hersteld) (goed van de Hugo!) (de Hugo for president!), en dus daar gingen we. We zaten aan tafel, we bestelden broodjes. We zagen Kees ’t Hart lopen. Dat kon. Het was immers Den Haag, daar. We bestelden broodjes in een restaurant in Den Haag en we zagen Kees ’t Hart lopen. Edwin zag hem het eerst. Hij wees naar buiten, Ricco en ik keken door het raam. Daar loopt Kees ’t Hart, zei Edwin. Oja, zeiden we, daar loopt Kees ’t Hart. Nu weet ik alles weer, zei ik. Edwin keek me een moment niet-begrijpend aan. Zei toen: O, is dat van hem? Ja, zei ik. Dichtbundel. Zijn tweede. (pas in de trein terug naar huis bedacht ik me dat het is: Ik weet nu alles weer). Misschien voelden we ons een momentje goed. We hadden een dichter zien lopen. Het klootjesvolk herkent mensen van televisie, wij hadden een dichter herkend. Misschien voelden we ons een momentje goed maar toen kwamen de broodjes. Er zat komkommer bij mijn broodje. De zaadlijsten waren eruit verwijderd. Ik begon een relaas over de voors maar vooral over de tegens van het verwijderen van zaadlijsten uit komkommer. Een lang relaas. Misschien een iets té lang relaas, afgaand op de blikken in de ogen van Ricco en Edwin. Blikken die gingen van geamuseerd via ongeduldig naar verveeld en misschien wel verbijsterd. Maar het maakte niet uit. In dat jaar kon ik nog geloven dat we vrienden waren en ik hoopte dat ik het soort vriend was van wie je het hebben kon als hij je verveelde. Het soort vriend waarvan je wist dat hij soms te lang op dingen door ging maar dat maakte niet uit want hij vertelde smakelijk en op zekere manier was het ook zijn charme, van hem, van die vriend: die stokpaardjes die hij soms een weinig te lang bereed.

Dat soort beste vriend dus. In dat soort restaurant. Is hij. Is Kees ’t Hart.

Het proefschrift begint als een soort bespotting van het academische wereldje, misschien een soort hekeling van literatuurwetenschappen? Aan alles betekenis willen hechten, overal iets achter zoeken, alles doordenken, elke regel kapot redeneren? Geweldig, op al wat zich doet als wetenschap zonder ooit werkelijk wetenschap te kunnen zijn kan niet genoeg gescholden worden als je het mij vraagt (je vraagt het mij niet). Maar het stevent helaas af op een flauwzinnig einde: dat met die afgietsels vond ik bij Zappa / GTO’s al niet heel erg grappig maar de herneming ervan in een literaire setting vond ik zelfs op het gênante af (waar las ik Zappa’s versie ook alweer? schreef hij erover in Het echte Frank Zappa boek? ik weet het niet ik kan het ook niet meer nagaan want ik heb al mijn Zappa-boeken naar de kringloop gebracht). Maar Kees ’t Hart mag gênant zijn, zelfs gênant is hij nog uiterst vermakelijk.

Meestal is hij niet gênant.

Meestal is hij niet eens vermakelijk – of liever: ver voorbij vermakelijk is hij meestal.

Toeren met Toon Tellegen en Corrie van Binsbergen – die laatste trouwens ook alweer zo’n naam uit het verleden maar al haar cd’s gaf ik niet eens meer aan mijn zoon, die gingen samen met de Zappa-boeken naar de kringloop; en daarna wilde ik het stedenspel met mijn zoon spelen (wilde ik, wilde ik. maar deed ik niet, Kees ’t Hart kletst mij deze avond de oren van het hoofd en voor enig “ik” (als in doen wat ik wil doen) is hier helemaal geen ruimte en dat is de schoonheid ervan).

Een vogelkerkhof, feitelijk weer een gedicht, en weer met hoofdletters enzo, en elke strofe vier regels en alle regels ongeveer even lang, en aksidenteel rijm of rijmt dat al langer dan ik dacht misschien en valt het me alleen maar af en toe op?, maar mooi en ontroerend en zo bloedwarm dat het ook hier is of ik hem praten hoor, misschien draagt hij tussendoor wel even één van zijn gedichten voor, hoe ging het ookalweer, de avond was zo lang, en zo onwezenlijk vol, achteraf weet je niet meer wat werkelijk zo ging en wat je er later in je kop aan toegevoegd hebt.

En of hij nu een prachtige, verstillende herinnering aan De Eenzame Uitvaart (iets wat ik voornamelijk kende van F. Starik) (ook hij nu dood) (ik deelde ooit een podium met hem) (tenminste als “vlak na hem een eigen schrijfsel in de mikrofoon sputteren” hetzelfde is als “een podium delen”) met je deelt; op even humoristische als erudiete en bevlogen wijze vertelt over een lezing in wording; het keelsnoerende verhaal vertelt dat zit achter een simpel (en overigens mij onbekend) boekje van Søren Kierkegaard of op je vloekt omdat je geboren bent zonder voeling met de schoonheid van het Noorden – je houdt van die man, je houdt van zijn woorden, je houdt van hoe hij daar alles, zittend tegenover je, (& jullie allebei al een beetje dronken misschien), zit te vertellen, en praat, en praat en praat. Je kunt er geen genoeg van krijgen. Je luistert en luistert en luistert. Nu al 184 pagina’s lang.

Maar dan: Na afloop is van papier en blijft van papier. Wat is dat eigenlijk, Kees? Een parodie op David Markson? Waarom zou je David Markson willen parodiëren? Je kunt niets hebben met diens proza, akkoord, maar wat hij doet is uniek en ik weet niet of je het unieke moet parodiëren. Bij iets als wat Markson deed past mijns inziens alleen maar ontzag, en áls je hem als parodiëert doe het dan in ieder geval een stuk beter en niet zo allejezus flauw als in Na afloop (“Suske en Wiske zien elkaar alleen nog maar met Kerstmis.”; “Tristram Shandy schreef in 1762 een roman met alleen maar eerste zinnen.”; “André Hazes heeft zelf nooit gevliegerd”; “Met Josef K. kon in de pauzes van de roman enorm lachen.”; “Vader Abraham is in 2028 bij een poging door een waterkraan te kruipen overleden.” – voor een postje op Facebook was het een geknipte tekst geweest (was je was op tienduizenden “likes” komen te staan), maar na de meeslependheid die dit boek tot hier toe was, doet het me toch een heel klein beetje goedkoopjes aan).

De laatste tientallen pagina’s blijft ’t Hart voor mij een papieren ’t Hart. Het hoofddoekje, over een meisje dat de jeugdinrichting Het Poortje in Groningen bezoekt, is fantastisch en heel “voelbaar”, maar het blijft een papieren verhaal over een meisje dat de jeugdinrichting Het Poortje in Groningen bezoekt. Misschien zijn sommige van de verhalen van ná Na afloop even sterk als die ervoor, kan. Misschien is er alleen maar een ander licht aan gezet. Misschien is de teevee aangezet. Het hoofddoekje zie ik vooral voor me als een kortfilm op Nederland drie (of heet die zender anders tegenwoordig?); Bij de uitgever kon een sketch zijn van Jiskefet of misschien zelfs van André van Duin (maar dat laatste kan evengoed als een geweldig groot compliment gelden want die absurde dialogen die Van Duin en Van Dusschoten vroeger deden (was dat in de zeventiger jaren?) (ze speelden zich meestentijds af in een bar geloof ik), mogen zonder enige terughoudendheid geniaal genoemd worden).

Misschien is het ook maar de laatste truc van illusionist / oplichter / querulant / verdwijnkunstenaar Kees ’t Hart: hij sprong levend en briesend en fulminerend en pratend uit een boek tevoorschijn en bijna op het einde verdwijnt hij weer in datzelfde boek. Mij verward achterlatend, hongerend naar meer.

Kees 't Hart VICTORIEN, ik hou van je Recensie

VICTORIEN, ik hou van je

  • Schrijver: Kees ’t Hart (Nederland)
  • Soort boek: verhalen
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 24 augustus 2021
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het nieuwe boek van Kees ’t Hart

In VICTORIEN, ik hou van je verplaatst Kees ’t Hart ons onder meer naar een eindexamenfeest in Nijmegen in de jaren tachtig, naar de wereld van lezingen en congressen, zingt hij de lof van het Noorden, predikt hij de waarheid over Gorter en Bordewijk, bezoekt hij met Alina een instituut voor jeugddelinquenten, maakt hij een reis met het muziekgezelschap van Toon Tellegen, begraaft hij Lord Lister, poseert hij voor een halfzusje, leest hij gedichten voor aan de Syrische grootvader van een garagemonteur en koopt hij in Ieper een speelgoedmitrailleur. Altijd nieuwsgierig, altijd verlangend naar betere herinneringen. Lichtpuntjes zien, daar doet hij het voor.

Bijpassende boeken en informatie