Categorie archieven: Portugese schrijvers

Raul Brandão – De vissers

Raul Brandão De vissers recensie en informatie van de  roman uit 1923 van de Portugese schrijver. Op 23 mei 2025 verschijnt bij Uitgeverij Oevers de Nederlandse vertaling van de roman Os pescadores, geschreven door de uit Portugal afkomstige schrijver Raul Brandão. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de auteur en over de uitgave.

Raul Brandão De vissers recensie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van De vissers, de roman uit 1923 van de Portugese schrijver Raul Brandão, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

https://libris.nl/boeken/?tt=33780_12_246618_&r=%2Fa%2Fraul-brandao%2Fde-vissers%2F501561691%23paperback-9789493367296

De vissers

  • Auteur: Raul Brandão (Portugal)
  • Soort boek: Portugese roman
  • Origineel: Os pescadores (2023)
  • Nederlandse vertaling: Adri Boon
  • Uitgever: Uitgeverij Oevers
  • Verschijnt: 23 mei 2025
  • Omvang: 232 pagina’s
  • Prijs: € 22,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de Portugese roman uit 1923 van Raul Brandão

De natuurroman De vissers uit 1923 wordt beschouwd als een van de grote klassiekers van de Portugese literatuur en een van Raul Brandão’s belangrijkste werken. Dit is de eerste vertaling van zijn werk in het Nederlands.

De vissers neemt je mee op reis langs de Portugese kust en schildert een portret van het menselijke en natuurlijke landschap. Brandão geeft een kijkje in een leven waarvan hij wist dat het de voortdurende modernisering niet zou overleven. Hij beschrijft de worstelende Portugese vissers, hun werk, hun hoop en hun pijn. Ingebed in overweldigend mooie natuurbeschrijvingen wordt de dagelijkse tragedie verteld van degenen voor wie elke reis een rijke vangst of de dood en het verlies van een dierbare aan de zee kan betekenen.

Brandão’s schrijven wordt gekenmerkt door zijn gevoeligheid, zijn inlevingsvermogen en zijn poëtische blik, die met grote intensiteit de emoties en het lijden van de personages overbrengen.

Raul Brandão werd op 12 maart 1867 geboren in de Foz do Douro in Portugal, als zoon van een visser. Hij studeerde geesteswetenschappen in Porto, stopte met studeren en nam dienst in het leger. Brandão’s eerste boek, Impressões e Paisagens, werd in 1890 gepubliceerd en werd van cruciaal belang vanwege zijn literaire interesse in de eenvoudige bevolking van Portugal. De veelzijdige schrijver en publicist, die zijn carrière begon als journalist, is een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het klassieke Portugese modernisme. Oevers gaat de roman De vissers (Os Pescadores, 1923) uitgeven (en daarna Húmus uit 1917). De vertaling is in handen van Adri Boon. Hij overleed op 5 december 1930 in Lissabon en werd 63 jaar oud.

Bijpassende boeken en informatie

Antonío Lobo Antunes – De omvang van de wereld

Antonío Lobo Antunes De omvang van de wereld recensie en informatie van de inhoud van de Portugese roman. Op 26 februari 2025 verschijnt bij Uitgeverij Van Maaskant Haun de Nederlandse vertaling van de roman O Tamanho do mundo, geschreven door de uit Portugal afkomstige schrijver Antonío Lobo Antunes. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave.

Antonío Lobo Antunes De omvang van de wereld recensie en informatie

  • “Een bijna minimalistische opera (tussen een druppende kraan
    en krakende meubels) vol herhalingen van het leven van alledag,
    met als een van de hoofdthema’s het geheugen, die kist met
    fetse afdankertjes vol overbodige gebeurtenissen en nutteloze
    herinneringen.” (O Público)
  • “Zeggen dat niemand schrijft als Lobo Antunes is zowel een
    gemeenplaats als de hoogste lof die je hem kunt toezwaaien.” (Ponto Final Macau)

Recensie van Tim Donker

Zou dit niet ook Veghel kunnen zijn
maar het is Veghel niet

Zou dit niet ook Port Bannatyne kunnen zijn
maar het is Port Bannatyne niet

Zou dit niet ook Vilaxoán kunnen zijn
maar het is Vilaxoán niet

je denkt zou dit niet elders kunnen zijn of overal, maar het is Lissabon en dat is ook een moje stad, al prefereer je O Porto maar als ver als een locatie om meer dan driehonderd bladzijden lang te vertoeven gaat kun je niet klagen, zeker niet omdat het een verhaal is dat ook hier zou kunnen zijn, of daar, of daar nog

in de stemmen die opklinken

vier stemmen klinken op

Vier stemmen klinken op. Een oude, rijke fabriekseigenaar die een groot deel van zijn leven bezig is geweest zijn imperium te bestieren en dierhalve voor niet heel veel andere dingen tijd heeft gehad. Een vrouw, de dochter van de rijke fabriekseigenaar, maar dochter vooreerst in bloed, ze is het kind dat hij toen hij jong was verwerkte bij een fabrieksarbeidster werkzaam in de fabriek die toen nog van zijn vader was; toen de dochter klein was, was de man vaak in het souterrain waar ze leefde met haar moeder maar later verdween hij meer en meer in zijn werk, en nu is het meisje volwassen en moet zijn bedrijf gaan overnemen. Een andere jonge vrouw is de persoonlijk verzorgster van de oude man. Een advocaat die een relatie onderhoudt met één van zijn cliënten, niet toevallig de verzorgster van de oude man die haar deel van de erfenis veilig gesteld wil zien; de advocaat weet wel hoe het geld van de man in te pikken en ook hoe voornamelijk hijzelf daar beter van kan worden.

Geld, een oude man, jonge vrouwen, een door haar vader in de steek gelaten dochter; je kan denken dit zal wel een thriller zijn over haat en macht en wraak en wellust. Maar neen.
Of je denkt dit moet een moderne variant van een Grieks drama zijn over vaders die onttroond worden en kapitalen die verdwijnen. Maar neen.
Of je denkt dit is allicht een pamflettistisch geschrift over vaders die hun verantwoordelijkheid niet nemen, en oude mensen die uitgebuit worden, en het geld dat alles zodanig regeert dat er geen plaats meer is voor mededogen, en zachtheid, en liefde. Maar dat is het ook niet helemaal.

De omvang van de wereld is een suite voor vier stemmen, die zich gaandeweg het boek meer en meer in elkaar wikkelen, en die spreken over verloren jeugd, over eenzaamheid, over stilte, over verlangen, over onvermogen, over genegenheid, over gemis, over verkeken kansen, over ouderdom, over leven, over sterven. Over de beelden die je altijd met je meedraagt. Over alles wat voor immer buiten het bereik is komen te liggen. Over het zijn van het zijnde dat het karakter heeft van het erzijn.

Sentrale figuur is allicht de oude man. Hij is ziek, hij is stervend, en, welja, op het eind is hij dood. Hij stal, min of meer toch, de fabriek van zijn vader, hij verwekte een dochter waarnaar hij op zeker ogenblik niet meer omkeek, hij is rijk en hij is alleen. Je denkt dat zal wel een verschrikkelijke vent zijn. Maar in zijn kop zitten al die beelden, die beelden van zijn dochter en van haar moeder, en hij is vervuld van warmte. Steeds opnieuw komen de herinneringen terug aan hoe hij zijn dochter duwde op de schommel, hoe hij deed alsof hij haar neus stal, hoe hij een horloge op haar pols tekende zodat ze altijd op tijd zou komen. En keer en keer opnieuw valt de enorme liefde op die hij had voor zijn dochter, en voor haar moeder. De liefde die zelfs de wrangste scenes mooi maakt. Zo is er, losstaand van de dochter en van haar moeder, de scene waarin de oude man de fabriek eenzijdig overneemt van zijn vader. Die vader komt de directiekamer binnen op het moment dat de zoon de papieren ondertekent waarmee de overdracht een feit is. De vader denkt, hoopt, dat het één of andere misplaatste grap is, wordt steeds wanhopiger, verlaat uiteindelijk het terrein. Maar doorheen dat alles zitten herinneringen -ja herinneringen binnen herinneringen- aan de jeugd van de vader (de vader van de hoofdpersoon) (de hoofdpersoon zelve is ook vader) (alles spiegelt zich in alles) (de belangrijkste personen blijven bovendien naamloos waardoor iedereen nog meer op iedereen gaat lijken) (maar daarover later meer): toen hij een kleine jongen was en soep gevoerd kreeg door het dienstmeisje, uit een bord waarin op de bodem een vrolijke kikker getekend stond die over een al even vrolijke schildpad sprong (want toen die vader klein was glimlachten alle dieren: schildpadden, kikkers, olifanten, pinguïns, er bestond niet één dier dat niet gelukkig was) en later brengt het dienstmeisje de vader-als-jongen naar bed en ze aait hem zachtjes over zijn hoofd zodat hij er rustig genoeg van wordt om in slaap te vallen, en het is mooi en lieflijk en ook een beetje droevig, en het is niet helemaal zeker of die vader zich het herinnert of dat de zoon zich herinnert hoe de vader zich dit in die herinnering misschien herinnerde, want heden en verleden lopen hier, zoals over elders, voortdurend door elkaar.

En de dochter woonde in een klein souterraintje met haar moeder terwijl haar heel erg rijke vader nergens was, soms kwam, en dan weer dagenlang wegbleef, en uiteindelijk zelfs nooit meer kwam, en je denkt zij zal wel een diepe wrok koesteren tegen haar vader. Maar toch, ook hier overheerst warmte en liefde en iets van gelukzaligheid als zij terugkijkt op haar jeugd, waarbij veel van de beelden terugkomen die ook de vader zich graag herinnert. Misschien tekent hij als oude man opnieuw een horloge op haar inmiddels volwassen pols, misschien is dit alleen maar een wensgedachte, misschien ziet ze hem nooit in de fabriek waarin zij nu ook een hoge positie bekleedt, klaar om in zijn voetsporen te treden, misschien is er soms ook weerzin, en boosheid, maar het tast nooit de beelden van vroeger aan die onverkort mooi blijven.

En de vrouw, bijkans een meisje nog, die voor de oude stervende rijke man zorgt en die, denkt de lezer in eerste instantie toch, alleen maar op zijn geld uit lijkt te zijn, wat een harteloos mens moet dat zijn zeg. Maar neen. Weeral neen. Ze voelt genegenheid voor de man, innige genegenheid, bij tijd en stond kon het lijken op lichamelijk genegenheid, betoont ze hem ook sexuele diensten?, heeft ze erotiese fantasieën over hem?, of gaat dat over een andere man, over andere mensen, want mensen en plaatsen lopen hier, zoals over elders, voortdurend in elkaar over.

Zelfs de advocaat. Ja. Bij eerste blik voldoet hij helemaal aan het clichébeeld van de snelle jongen. Protserige auto, veel vriendinnen, en hij zal het deel van de erfenis waar de verzorgster recht op heeft, of in ieder geval denkt te hebben, wel even veilig stellen en er en passant voor zorgen dat het leeuwendeel in zijn eigen handen zal vallen. Zelfs dat soort van mens, dat eerst zo banaal en stereotype wordt neergezet weet Lobo Antunes met elke volgende penseelstreek nee elke volgende maat in deze suite steeds een klein beetje sympathieker te maken. Ook hij is maar een sukkelaar, een mens met zijn onvermogens, een man die een lange weg heeft afgelegd om zijn dorpse en wat armoedige jeugd te ontvluchten. Vol liefde denkt hij terug aan een zekere meneer Baptista die hij gekend heeft toen hij jonger was en “het” probeerde te maken in de grootstad die Lissabon was. Misschien was deze Baptista een soort mentor, of een oudere collega, of een (huis)baas ofzo; alleszins een oudere man die hem eindsweegs op zijn weg geholpen heeft, en nu een grote rol speelt in zijn herinneringen. Een man die er nu niet meer is, of die hij in ieder geval nooit meer ziet, en van wie hij overduidelijk gehouden heeft. Ook mensen die je voor nietsontziend houdt hebben verhalen, hebben een verleden, hebben plekken waar ze geraakt kunnen worden. De zachtheid onder de hardheid is waar Lobo Antunes je iedere keer weer naar terug weet te brengen.

En dan kan je redeneren dat de oude rijke zieke stervende man de hoofdrol heeft want om hem heen sirkelen ook de andere verhalen, en sommige van zijn herinneringen worden gedeeld door alle verhaalfiguren

Ook kan je redeneren dat de hoofdrol in De omvang van de wereld voor de tijd is. Tijd als fictie. Tijd als concept. Tijd als mars. Tijd als ideologie. Tijd als methodologie. Tijd als religiesurrogaat. Tijd als imperialisme. Tijd als vernedering. Tijd als automatisering. Tijd als koopwaar. Tijd als verzet. Tijd als grote gelijkmaker. En je zit daar in je huis en er speelt die seedee van Steve Westfield en hij zingt life is too long en o hoezeer je het altijd bent eens geweest met die woorden, zeker toen er alleen nog maar het verleden was en het oneindige wachten en alles hetzelfde was als voorheen alleen dat je nu wist wat je miste, maar in de achteruitkijk, in de blik terug (in blik terug ontstaan de dingen die onze liefde aan ons binden) was het nog maar gisteren dat je terugliep, in je doje eentje, het hele eind van kleuterschool het Heitje op de gasthuisstraat naar jullie huis aan de oudartstraat, een grote grijns op je gezicht want mamma ging nog al eens opkijken dat je m dat zo helemaal alleen gelapt had, en zo ook vliegen de levens hier. De vader van de oude man was ooit kind, de oude man zelf was ooit jong en duwde zijn dochter op de schommel, de dochter die kind was in het souterrain, de advocaat die kind was in een dorp ergens in Portugal. In hun jeugd, of in ieder geval in het herinneren van de jeugd, zijn alle vier de levens merkwaardigerwijze gelijk. Soms lijkt het alsof hun brein een loopje met hun neemt en alsof een herinnering van een ander in hun kop terecht is gekomen want ja soms werken breinen zo. Iedereen heeft herinneringen waarvan hij met recht kan aannemen dat het niet bijster waarschijnlijk is dat ze precies zó gegaan zijn als ze herinnert worden; je brein gooit dingen door elkaar, heeft er een laag overheen gelegd, verwart jouw verhalen met gelijkende verhalen van anderen; en ook zijn er dromen die zo levendig waren dat je achteraf niet meer goed weet of het nu iets is dat je echt hebt meegemaakt of iets dat je alleen maar hebt gedroomd ooit. Maar veel vaker is het gewoon het gelijkende, de grond waarin allen, of velen toch, geworteld zijn. Drie van de vier verhalen figuren groeiden op in een dorp en kijken dierhalve uit op gelijkaardige vergezichten. De wouwen, de genetkatten. Maar ook levens in het algemeen lijken op elkaar. Iedereen heeft wel die oude vrouw in de buurt die boodschappen doet met zo’n boodschappentas op wielen waarvan een van de wieltjes het niet goed meer doet; er was altijd wel iemand die altijd een lucifer of tandenstoker in zijn mond had; altijd werkt er iemand met rood haar op kantoor zoals ook altijd een dikzak. Iedereen heeft wel ergens in zijn leven diepe genegenheid opgevat voor iemand, iedereen heeft aandoenlijke beelden over de eigen jeugd in het hoofd; iedereen probeert iets te ontvluchten of juist weer iets terug in handen te krijgen. Levens zo dissonant eindigen in harmonie. We waren klein en we zijn eigenlijk nooit echt groot geworden. Dat is waarom je zeggen kan dat de waarlijke hoofdrol hier (en overal elders) voor de tijd is.

Maar toch zeg ik neen. Want de feitelijke hoofdrol wordt bij António Lobo Antunes opgeëist door taal. Door die fantastiese, muzikale, hypnotiese, bezwerende prachttaal van hem. Elk hoofdstuk bestaat uit één lange zin die voortdurende onderbroken wordt (soms zelfs midden in een woord) door beelden, uitspraken, flitsen uit een verleden. Lange zinnen die voortrollen (als de tijd ja) en het ene bloedmoje beeld op het andere nog veel mojere beeld stapelen. Soms schittert er iets bovenuit dat er om vraagt hardop voorgelezen te worden, “de klok in de gang met zijn brede heupen [die] vette uren schommelde”, bijvoorbeeld, of “de wereld bestaat uit allerlei flauwekul die niet bestaat”, hoe een waar woord trouwens daar, of alles waarmee eenzaamheid vergeleken of aan afgemeten kan worden: “eenzaamheid kun je afmeten aan het kraken van de meubels ’s avonds”; “eenzaamheid is een hapje dat nog niet bij de keel is aangekomen”; “eenzaamheid meet je af aan je verborgen verdriet”; “eenzaamheid is een leiding die trilt in de muur”; “eenzaamheid kun je afmeten aan de paniek van de ziekenwagens op straat”; “eenzaamheid meet je af aan de lege yoghurtbakjes met een koffielepeltje erin vergeten op het aanrecht”. Maar ook de vele terugkerende beelden, zinnen, of zelfs hele passages, niet zelden letterlijke herhalingen, fungerend als ritmiese refreinen in dit meerstemmige muziekstuk. En dan, om de genialiteit naar een nog hoger nivo te tillen, af en toe het doorbreken van de vierde wand, of hoe heet dat in literatuur, het doorbreken van de derde kaft ofzo, in ieder geval de momenten waarop het boek zich expliciet als boek laat kennen middels zinnen als “denkt u maar wat u wil, want dit is geen roman maar een sprookje” of “zo meteen komt er een eind aan dit boek en dan vergeten ze ons” (en verhaalfiguren willen zich niet laten doen, vraag dat maar na aan Dregke en aan t schrijverken).

Dit is het mensen.
Dit is dat soort boek.
Dit is weer eens het soort boek om enorm dankbaar voor te zijn. Dat het op je pad kwam. Dat je het las. Dat het moois doorheen je ogen in je kop mocht komen.

Dan val ik op mijn knieën en dan dank ik António Lobo Antunes

Dan val ik op mijn knieën en dan dank ik Harrie Lemmens, die dit onnavolgbaar moje boek zo onnavolgbaar goed vertaald heeft en zodus bereikbaar heeft gemaakt voor al wie geen Portugees spreekt (nog altijd meer mensen, denk ik, dan die die dat wel doen).

Ik kende hem niet, deze António Lobo Antunes. Wel had zijn schrijfstijl van meet af aan iets bekends voor me, en ik stond voor mijn boekenkast en greep boek na boek eruit, denkend, waar ken ik dit ookalweer van, die door- en doorgaande zinnen, die onderbrekingen, die tussen haakjes gezette beelden, uitspraken, flitsen?, en ik stond daar maar en stond daar maar en zocht maar en zocht maar, maar ik vond het niet. Misschien is de stijl van Lobo Antunes zó overweldigend dat hij je al na een paar regels zodanig in zijn ban heeft dat het lijkt alsof je nooit anders gekend hebt (zulke ontmoetingen heb je ook, met mensen, zij het maar één of twee keer in je leven).

En ook dat is het weer mensen. Hier is voor mij een nieuwe held geboren. António Lobo Antunes. Nu wil ik alles van hem lezen. Dat is lang geleden: dat een boek meer dan een voorzichtige nieuwsgierigheid naar de rest van het oeuvre van de schrijver in mij wakker riep; dat het een razende leeshonger losmaakte, dat ik elk laatste woord van hem kennen wilde. Dat is geleden van de dagen dat ik het werk van JMH Berckmans leerde kennen en dan spreken we denk ik van de jaren negentig of hooguit de vroege jaren 00. Decennia later is het er dan weer. Deze schrijver die ik niet kende wil ik kennen nu tot op het bot. Vierendertig romans schreef António Lobo Antunes (naar het schijnt is het onderhavige boek het laatste dat hij schrijven zal) en veertien ervan (plus een brievenboek) heeft Harrie Lemmens in het Nederlands vertaald (wederom val ik op mijn knieën en dank ik Harrie Lemmens). Die wil ik allemaal lezen (bij welke uitgeverij(en) eigenlijk, Lemmens?). En als ik de veertiende uit heb, heb jij hopelijk gedaan met het vertalen van die andere twintig.

Antonío Lobo Antunes De omvang van de wereld

De omvang van de wereld

  • Auteur: Antonío Lobo Antunes (Portugal)
  • Soort boek: Portugese roman
  • Origineel: O Tamanho do mundo (2022)
  • Nederlandse vertaling: Harrie Lemmens
  • Uitgever: Van Maaskant Haun
  • Verschijnt: 26 februari 2025
  • Omvang: 340 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 27,00 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman van de Portugese schrijver Antonío Lobo Antunes

Het verhaal in De omvang van de wereld wordt verteld door vierpersonages (stemmen). Als eerste is daar een 77-jarige zieke industrieel, om wie alles draait, die zijn leven overziet aan de hand van vervagende herinneringen. Als jongeman heeft hij een kind verwekt bij een meisje dat in een fabriek van de familie werkte. Dat kind, een dochter, is de tweede stem. Op latere leeftijd wordt ze door haar vader in dienst genomen met de bedoeling hem op te volgen. De industrieel woont in een appartement in Lissabon, met uitzicht op de Taag, in het gezelschap van een jongere dame afkomstig uit zijn geboortedorp (de derde stem) die samen met
haar minnaar, een advocaat (de vierde stem), zijn bezittingen probeert weg te sluizen.

Hoe dat afloopt, is niet van belang: wat telt zijn de met elkaar vervlochten levens van de vier personages, die afwisselend het woord nemen in negentien hoofdstukken, waar seks als een rode draad doorheen loopt. Afgezien van de oorlog komen alle hoofdthema’s van Lobo Antunes in deze terugblik met autobiografsche elementen aan de orde: de kinderjaren, het dorp en de stad, het geheugen, de eenzaamheid, tekortkomingen en een onoverbrugbare afstand. Het verhaal is zeer beeldend en zit vol humor. Met dit boek heeft Lobo Antunes zijn gigantische oeuvre waardig afgesloten.

António Lobo Antunes is geboren op 1 september 1942 in Lissabon.  Hij werd opgeleid tot psychiater en diende als arts in Angola tijdens de koloniale oorlog. Na zijn terugkeer naar zijn vaderland, in 1973, ging hij aan de slag in een psychiatrisch ziekenhuis in Lissabon. Hij debuteerde als schrijver in 1979 met een furore makende roman over zijn echtscheiding, Memória de Elefante, nog in hetzelfde jaar gevolgd door de wrange monoloog De judaskus (1979), waarin een man diep getraumatiseerd terugkeert uit actieve dienst in Afrika. Het betekende na een landelijke ook zijn internationale doorbraak en vormde het begin van een indrukwekkende reeks romans, waarvan De omvang van de wereld (2022) de laatste is.

Bijpassende boeken en informatie

Mário de Sá-Carneiro – De bekentenis van Lúcio

Mário de Sá-Carneiro De bekentenis van Lúcio recensie en informatie over de inhoud van de de Portugese roman uit 1914. Op 1 mei 2024 verschijnt bij Uitgeverij Nobelman de heruitgave van   De bekentenis van Lúcio de roman uit 1914 uit Portugal. De roman is vertaald door Harrie Lemmens. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver, de vertaler en over de uitgave.

Mário de Sá-Carneiro De bekentenis van Lúcio recensie

Zodra er in de media een boekbespreking van De bekentenis van Lúcio, de roman van de Portugese schrijver en dichter Mário de Sá-Carneiro verschijnt, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Mário de Sá-Carneiro De bekentenis van Lúcio

De bekentenis van Lúcio

  • Auteur: Mário de Sá-Carneiro (Portugal)
  • Voorwoord: Arjan Peters
  • Soort boek: Portugese roman
  • Origineel: A Confissão de Lúcio (1914)
  • Nederlandse vertaling: Harrie Lemmens
  • Uitgever: Uitgeverij Nobelman
  • Verschijnt: 1 mei 2024
  • Omvang: 156 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 21,95
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de Portugese roman uit 1914 van Mário de Sá-Carneiro

De bekentenis van Lúcio van Mário de Sá-Carneirois een heruitgave van het boek dat in 1993 bij de Arbeiderspers verscheen en inmiddels alleen nog antiquarisch verkrijgbaar is. Uitgeverij Nobelman geeft deze kleine roman uit 1914 in een door de vertaler Harrie Lemmens herziene versie uit. Met een voorwoord door Arjan Peters en een nawoord door de vertaler.  

Op 26 april 1916 hulde een jonge Portugese dichter zich in een Parijse hotelkamer in een smoking, slikte vijf flesjes strychnine  en ging op bed liggen. Korte tijd later stierf hij, zesentwintig jaar oud.

In De bekentenis van Lúcio geeft deze dichter, Mário de Sá-Carneiro, een visionair soort zelfportret in de schrijver Lúcio Vaz, hoofdpersoon in zijn novelle. Na een gevangenisstraf van tien jaar wegens moord te hebben uitgezeten besluit hij een bekentenis af te leggen. Hij wil nu eindelijk de ware toedracht uiteenzetten van de misdaad waarvoor hij ten onrechte is veroordeeld. En dan ontvouwt zich stukje bij beetje het verhaal van een liefde en een vriendschap. Van de vriendschap van Vaz met de dichter Ricardo de Loureiro en zijn liefde voor diens vrouw Marta.

Vaz bekruipt het angstaanjagende gevoel dat hij het contact met de werkelijkheid aan het verliezen is en steeds vaker in de ban is van hallucinaties. Een dramatisch, mysterieus en verontrustend verhaal.

Mário de Sá-Carneiro werd op 19 mei 1890 geboren in Lissabon. Hij begon al vroeg te schrijven en raakte rond 1910 bevriend met Fernando Pessoa, met wie hij het tijdschrift Orpheu oprichtte, het startsein voor het modernisme in Portugal. Verbleef, met tussenpozen, geruime tijd in Parijs. Publiceerde korte verhalen, gedichten en deze novelle, De bekentenis van Lúcio. Op 26 april 1916 beroofde hij zich in een Parijse hotelkamer van het leven.

Bijpassende boeken

Eça de Queiróz – De Maia’s

Eça de Queiróz De Maia’s. Op 26 maart 2024 verschijnt bij uitgeverij L.J. Veen Klassiek de Nederlandse vertaling van de roman uit 1888 van de Portugese schrijver Eça de Queiróz. Je leest hier informatie over de inhoud van het boek en over de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor boekbeschrijvingen en de recensie van de Maia’s de familieroman uit Portugal van Eça de Queiróz.

Eça de Queiróz De Maia’s

José Maria de Eça de Queiróz, ook bekend onder de schrijversnaam Eça de Queirós is geboren op 25 november 1845 in de Portugese stad Póvoa de Varzim. Hij is geboren als een onwettig kind van een Braziliaanse vader en een onbekende moeder. Op 16 jarige leeftijd ging hij rechten studeren in de stad Coimbra. Daar ontmoette hij de de dichter Antero de Quental die hem inspireerde om zelf de pen ter hand te nemen.

Hij was kritisch Rooms-Katholieke Kerk en tegenover het christendom in het algemeen. Wat in veel van zijn werk is terug te vinden. Een aantal van zijn boeken in in het Nederlands vertaald, maar nu meestal alleen antiquarisch verkrijgbaar. Gelukkig verschijnt de Nederlandse vertaling van De Maia’s in maart 2024 in een nieuwe uitgave.

Eça de Queiróz De Maia's

De Maia’s

  • Auteur: Eça de Queiróz (Portugal)
  • Soort boek: Portugese familieroman
  • Origineel: Os Maias (1888)
  • Nederlandse vertaling: Harrie Lemmens
  • Uitgever: L.J. Veen Klassiek
  • Verschijnt: 26 maart 2024
  • Omvang: 664 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 25,00
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst van de Portugese roman uit 1888 van Eça de Queirós

Wanneer Pedro, zoon van de rijke Portugese edelman Afonso da Maia, wanhopig komt berichten dat zijn vrouw Maria is gevlucht met hun dochtertje, en hij diezelfde avond zelfmoord pleegt, blijft de oude patriarch alleen achter met zijn kleinzoon Carlos. Als de volwassen Carlos, inmiddels dokter, in een onstuimige liefdesrelatie raakt met de mooie Maria Eduarda houdt hij dat in eerste instantie geheim, want onverklaarbaar voor hem worden er lasterpraatjes over hen verspreid. Uiteindelijk komt de waarheid aan het licht, en blijkt Maria Eduarda zijn zus, met alle gevolgen van dien. Eça de Queiroz beschrijft in De Maia’s niet alleen de dramatische ondergang van een adellijke Portugese familie, maar ook schetst hij het verval van de beau monde van Lissabon in de tweede helft van de negentiende eeuw.

Bijpassende boeken en informatie

Joana Estrela – Pardalita

Joana Estrela Pardalita recensie en informatie over de inhoud van de graphic novel over nietsonziende verliefdheid. Op 24 augustus 2023 verschijnt bij uitgeverij Querido de Nederlandse vertaling van Pardalita van de Portugese graphic novel auteur en tekenaar Joana Estrela.

Joana Estrela Pardalita recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de graphic novel Pardalita. Het boek is geschreven en getekend door Joana Estrela. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud de de Portugese graphic novel voor lezers van 14+ jaar.

Recensie van Tim Donker

Dat was dan twee keer nieuw voor mij. Ik las nooit eerder een graphic novel en ik las nooit eerder een young adult book. Twee dingen die zo nieuw zijn dat er niet eens meer moeite gedaan is er een behoorlijk Nederlands ekwievalent voor te vinden. Dat Glow van Keerido is trouwens ook iets nieuws, en dus is het ook weer Engels. Later zullen er zoveel nieuwe dingen zijn dat het Nederlands niet meer bestaat.

De greffik nofful eerst dan. De greffik nofful is geen strip maar een, ja, grafische roman. Een literair soort strip misschien? Verzin jij eens iets. Misschien ga ik hiermede alles wat ik nu of ooit nog ga zeggen mee diskwalificeren, maar strips heb ik altijd graag gelezen. Vroeger, toen ik een kinderken waart. Maar ook nu nog lees ik graag, in de ochtend, bij mijn ontbijt, een strip. Het moeten weekdagen zijn, en niemand mag tuis zijn. Het moet zijn na de ochtendhektiek met lunchbakjes en tienuurtjes en ontbijten maken voor de kinderen, de tassen in pakken, ze naar school helpen. Iedereen moet naar school zijn, en naar werk. Het huis alleen. Een moje seedee in de speler, het liefst, in de ochtend nog, eentje van het slag dat niet al teveel laweit maakt. Een zwarte koffij. Een droge schapenkaas op een rozemarijnwafel. En dan dus een strip, ook nu nog, een halve eeuw oud, een reeds lang en diep en breed en ver volwassen man. Toen ik nog maar net een volwassen man was, las ik ook nog graag strips, in die dagen geloof ik juist liever saavonts laat met een biertje en wat nootjes. Je moest er altijd een beetje stil over doen, of ik deed dat tenminste, ik kende andere stripliefhebbers maar die lazen dingen die geloof ik uit Amerika kwamen, en wat duisterder en experimenteler waren, nog geen grafische romans misschien maar de term ook al Engels: comics. Je las geen strips maar je las comics. Dat was goed, want dat werd met een Engels woord aangeduid. Dan was het goed. Dan was het hip.

De tekenstijl van Estrela is simpel. Of hoe zeg je dat. Eenvoudig. Sjarmant? Elementair? Klaar? Zuiver? Ik weet het niet. Ze presteert het, in ieder geval, om met een paar lijnen veel te tonen. In een scene waarin Raquel op een weinig bruisende zondagmiddag op het balkon staat, zijn vrijwel alleen horizontale en vertikale lijnen te zien en toch is de sfeer van de buurt, de flats, de leegte, alles duidelijk voelbaar. Ik dacht aan Barbara Stok af en toe, maar wat is dat toch, hoe gaat dat in mensenhoofden, waarom moeten we bij het ene altijd aan iets anders denken, we zien X en dat doet ons dan aan Y denken, waarom kunnen we bij X niet alleen maar aan X denken, en ik al helemaal, waar praat ik van, ik wist toch immers niks van greffik noffuls nee grafische romans nee literaire strips? Prachtig vind ik haar, Estrela’s, opmerkelijke perpektieven (lap daar had ik bijna van kamerahoeken gewaagd), haar vervreemdende close-ups, de manier waarop ze soms kleine details onherkenbaar opblaast, de omgevingsvervagingen. Een meisje in het ziekenhuis, b’voorbeeld, van toen ze twaalf was, en dat meisje had overal sproeten, ook op haar benen, en je kon die sproeten doorheen haar zwarte panty zien, en, van plaatje tot plaatje, schiet er steeds minder meisje over, en steeds meer sproeten, totdat het laatste plaatje alleen nog maar een sproetenzee is. Veelal zijn er tekeningen die, met weinig tekst of soms zelfs geheel tekstloos, een hele pagina beslaan of ook wel twee overliggende pagina’s. Ook daarin speelt Estrela naar hartenlust met haar biezondere blik. Een aktieve toneelrepetitie (“Bij toneel hebben we / gerend / gesprongen / gezweet / gezwierd / gestrekt / gedraaid / gekraakt / gebogen / gedanst / getrild / gebeefd / gestretcht / gestampt / geschud”) toont wervelende lichamen die in de loop van een achttal pagina’s verworden tot reeksen gebogen lijntjes. Dit soort ingrepen geeft het boek een filmies soort verstilling, een prettige traagte, als het soort film dat het eerder zoekt in stilte en lange shots dan in aksie en harde filmmuziek. Alleen het boek doorbladeren is al een genot, maar dan is er ook nog een verhaal.

Ja er is een verhaal. Het verhaal verhaalt. Het is een verhaal van jong volwassenen, klaarblijkelijk, of in ieder geval over jong volwassenen, in dit geval Portugese jong volwassenen, het meisje Raquel voorop, die zestien is, en een vriendje heeft maar heimelijk verliefd is op Pardalita, geen diamantvogel maar een meisje. Dan ben je zestien, dan ben je jong volwassen, dan ben je misschien verliefd op iemand van hetzelfde geslacht, dan ben je “het” misschien. Dat vraagt ze zich af: of ze “het” is. (“Er zijn meer mensen die het zijn, natuurlijk / Je hebt beroemdheden. / Die actrice in Amerika. / Het kwam zelfs op de cover van een magazine / toen ze zei dat ze het was.”)  (misschien alleen jammer dat dat de “cover” van een “magazine” moest zijn, kon dat niet gewoon het omslag van een tijdschrift zijn, ik weet het niet, misschien stond dat er in het Portugese orzjieneel ook zo, misschien praten jong volwassenen zo, misschien kennen die van veel woorden alleen nog maar het Engelse alternatief) (het boek is, verder, mooi, ook tekstueel, op het poëtiese af, geregeld, mooi geschreven, mooi vertaald denk ik dus ook, door Finne Anthonissen) (Finne Anthonissen) (Finne Anthonissen) (hee ken ik die niet uit dat fantastiese lusofonie-nummer van Terras, dat las ik vorige zomer geloof ik, op een strand hier in de buurt, ik was daar met mijn kinderen, ik dronk een motorolie en las van lusofonie, het mocht een geslaagde dag heten) (wat ik over tekst gesproken ook nog wilde zeggen, wat ik mooi vond, was dat er niet alleen bladzijden zijn met alleen maar tekeningen en (soms bijna) niks geen tekst maar ook bladzijden met alleen maar tekst en geen tekeningen) (hee dat was mijn idee) (toen ik, twintig of dertig jaar geleden mijn “romanheld” -de roman is er nooit gekomen- WEERZINWEKman wilde gaan “verstrippen” en ik een vage kennis had die wel kon tekenen, toen wilde ik een stripboek maken waarin misschien ook pagina’s en pagina’s lang geen tekening te zien zou zijn). Ze denkt terug aan toen ze dertien was en klasgenoten zeiden dat je aan je vingers kon zien of je homosexueel was: “Als je ringvinger langer is dan je wijsvinger, dan ben je het.” (en ik, toch, even kijken, en links is mijn ringvinger even lang als mijn wijsvinger maar rechts is mijn ringvinger bizar lang, zelfs langer dan mijn middelvinger, was dat altijd al zo of is dat pas sinds mijn resente val?). Dus komt ze, om Pardalita, bij de toneelgroep terecht en dus reist ze, uiteindelijk, om een of andere vage reden, samen met Pardalita naar Lissabon: een reis die even mooi beschreven als getekend wordt.

Wat is er nog als je jong volwassen bent? Er zijn beste vrienden en gelukkig heeft niemand het over bie ef efs. Er is een vader. Die is niet meer bij de moeder. Die heeft, misschien, wel een nieuwe “haar”. Er is een moeder. Die is politiek geëngageerd, links, maakt zich druk om alles (wat een, euh, “elegante” (?) (ik wilde dat woord eigenlijk gaan vermijden) manier is om toch grote(re) thema’s aan te stippen zonder prekerig te worden). Er is school, want school is er altijd (de middelbare school is een aquarium, zegt Raquel, en ik dacht aan de ramen in het gebouw maar ook aan het onophoudelijke gezien worden: of je schoenen wel deugen, of je jas wel deugt, of je kapsel wel deugt, of je fiets wel deugt, of jij wel deugt). Er is een P in je hand, een steen op je maag, er zijn de watten in je hoofd. Er is leven, er is liefde, er is niet weten wat te doen.

Pardalita is innemend boek dat met leegte -in woord maar ook in tekening- erg veel weet te zeggen. Een boek dat je kunt lezen als je jong volwassen bent, en in Portugal woont, of in Nederland, en verliefd bent op iemand van hetzelfde of het andere geslacht. Of als je een man van vijftig bent met verdacht lange ringvingers. Grafies, strip, roman, poëzie, weet ik veel – dit vond ik gewoon mooi. Gewoon heel erg mooi. En dat is waar het om gaat bij boeken. Niet om hokjes, niet om glow, niet om letterreeksen, niet om jong of oud. Maar om geraakt worden. En door Pardalita wist ik me geraakt.


Joana Estrela Pardalita graphic novel recensie

Pardalita

  • Auteur: Joana Estrela (Portugal)
  • Soort boek: graphic novel (14+ jaar)
  • Origineel: Pardalita
  • Nederlandse vertaling: Finne Anthonissen
  • Uitgever: Querido Glow
  • Verschijnt: 24 augustus 2023
  • Omvang: 216 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 17,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de graphic novel van Joana Estrela

De zestienjarige Raquel woont in een kleine stad in Portugal waar iedereen elkaar kent. Haar ouders zijn gescheiden en dat is klote. De leraren op school doen vervelend, maar gelukkig heeft ze haar vriendinnen.

Als het wat oudere en opvallende meisje Pardalita bij haar op school komt, kan Raquel niet meer helder denken. Ze wil alleen nog maar in de buurt van Pardalita zijn. Haar vriendje Miguel ziet ze niet meer staan. ‘Ben ik dit?’ vraagt Raquel zich af. Is ze verliefd geworden op een meisje?

De jonge Joana Estrela is illustrator en auteur. Haar eerste prentenboek won meteen belangrijke buitenlandse prijzen. Pardalita is een poëtische graphic novel over de aardbeving die Pardalita teweegbrengt in het tienerleven van Raquel. Een vrolijk en hoopgevend relaas.

Bijpassende boeken en informatie

Maria Judite de Carvalho – Lege kasten

Maria Judite de Carvalho Lege kasten recensie en informatie over de inhoud van de Portugese roman uit 1966. Op 17 januari 2023 verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij de Nederlandse vertaling van de roman Os Armários Vazios van de Portugese schrijfster Maria Judite de Carvalho.

Maria Judite de Carvalho Lege kasten recensie en informatie

Zodra de roman gelezen is door de redactie, kun je op deze pagina recensie en waardering vinden van de roman Lege kasten. Het boek is geschreven door Maria Judite de Carvalho. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien bevat deze pagina informatie over de inhoud van de roman uit 1966 van de Portugese schrijfster Maria Judite de Carvalho.

Recensie van Tim Donker

De dingen dus maar weer. En hoe die gaan. Toch zoals ze gaan, namelijk.

Ik hoorde voor het eerst van de dingen in een auto. Het was een warme nee zeg maar snikhete dag en we waren op weg naar het strand. Iemand zat aan het stuur en zei De dingen gaan toch zoals ze gaan. Dat had ze van haar moeder, geloof ik. En ik, ik wist dat niet. Van die dingen. En hun gaan. Ik denk dat het vooral dat “toch” was dat me trof.

Ik dacht weer aan de dingen toen ik Lege kasten las. Misschien kwam het ook door het achterplat. “Lege kasten […] is een kraakheldere en genadeloze aanklacht tegen een door mannen gedomineerde wereld waarin vrouwen alleen maar een rol mogen spelen.” En: “vrouwen […] moeten […] overleven in een wereld waarin hun hele identiteit is bepaald door miskleunende mannen die geen enkele verantwoordelijkheid dragen.” En bovenaan, een sietaat uit The New York Review of Books: “[Carvalho] laat geen spaan heel van opschepperige mannen en hun afhankelijke vrouwen.”

Ik las dit niet toen ik Lege kasten las.
Ik las geen aanklacht.
Ik las geen kraakhelder. Ik las geen genadeloosheid.
Ik las van geen identiteiten die in hun geheel bepaald waren.
Ik las geen miskleunende mannen die geen enkele verantwoordelijkheid dragen. Of. Naja.

Wel – in het boek komen eigenlijk maar twee mannen voor en één daarvan is al dood op de eerste bladzijde. Dus ja. Die twede is wel een behoorlijke eikel. Dat wel. Ja.

Maar toch snap ik niet zo goed waarom je het boek vanuit deze hoek zou belichten. Dit is de tijd. Dit is de tijd van wokeïsme en van MeToo en van “grensoverschrijdend gedrag” (en al diegenen die grenzen overschrijden mogen nooit meer terug bij de mensen komen, die hebben hun menselijkheid moeten opgeven). Dit is de tijd waarin alles duidelijk is. Dit is de tijd waarin de vijanden gekend zijn: de ongevaccineerden zijn de vijanden. En de Russen zijn de vijanden. En mannen. Omdat ze man zijn. Ging daar zelfs niet een keer een heel nummer van nY over (en wordt nY zeer tot mijn ergernis niet meer en meer het politiek korrekste jongetje van de klas?). Dit is de tijd waarin je niet meer met elkaar van mening mag verschillen. Omdat alles duidelijk is. Wie de daders zijn, en wie de slachtoffers. In de tijd “vermarkt” je boeken misschien best door met kraakhelder en genadeloos en aanklacht en miskleunende mannen op de proppen te komen. Maar waarom moet alles “vermarkt” worden?

Ik las een nu eens warmbloedige, dan weer wat verstilde, een bij vlagen zeer poëtiese, een opmerkelijke, een heel erg moje, een gloedvolle, een aangrijpende roman.

De vertelinstantie vond ik al mooi. Het boek gaat over de weduwe Dora, maar Dora is niet de verteller. De verteller is Manuela, en die heeft maar zijdelings iets met het hele verhaal te maken: “Ik maak geen deel uit van dit verhaal -als je het zo kunt noemen-, ik ben een simpel nevenpersonage van het soort dat de aftiteling niet haalt, zelfs niet de aftiteling van andere verhalen die er een vervolg op zijn, en wel vanwege een totaal gebrek aan dramatische roeping.”, zegt ze, zegt Manuela, zegt de ikverteller. Die dus het verhaal vertelt van een ander, van Dora.

Die Dora was ooit getrouwd met Duarte. Dat zal dan wel een van die “miskleunende mannen” zijn.  Duarte ging dood, zoals mensen wel vaker plegen te doen. Hij was een wat ambitieloze man, die genoegen nam met een eenvoudig bestaan. Dierhalve liet hij Dora en Lisa (hun dochter) geen schatten na, geen hopen geld voor een onbekommerd leven. Zou dat bedoeld worden met dat “geen enkele verantwoordelijkheid dragen”? Dat zou dan wel erg sexisties zijn (& zou je als man wel arm en berooid mogen sterven als je alleen gebleven bent?). Daarenboven zijn ambitieloosheid en eenvoud prijzenswaardige eigenschappen; prijzenswaardiger alleszins dan een onbegrensde hang naar geld, status, aanzien, meer. Er moeten einden aan elkaar geknoopt worden, en aldus komt Dora te werk in een antiekwinkel. Een bestaan in de schaduw, ook al omdat ze haar rouw haar laat overheersen. Aan die rouw komt pas een eind als de moeder van Duarte, de wat vileine Ana, een schokkende bekentenis doet over haar zoon waardoor Dora haar huwelijk anders gaat bezien. Ze stopt met rouwen en begint met leven. Of: ze stapt uit de schaduw, en in het licht.

Daar, in dat licht, wordt ze gezien door Ernesto. De enige andere man in Lege kasten. En inderdaad wel een behoorlijke opschepper. Er is iets, Ernesto komt naar de antiekwinkel, hij ziet, hij handelt, er gebeuren dingen, ook bij hem thuis, later is er een ongeluk, ja dat was wel een behoorlijke miskleun ja, en het wordt erger nog als Ernesto bij Dora thuis komt en Lisa ziet – de ontwikkeling die dan volgt is te walgelijk voor woorden maar wordt wel aangemoedigd door Ana en dat is toch duidelijk geen man. En Lisa, ook geen man, gaat er om de meest opportunistische redenen nog in mee ook.

Niet de identiteitsbepalende en onverantwoordelijke mannen vormen volgens mij het wezen van dit boek. Evenzogoed zou je iets kunnen beweren over schoonmoeders: Ana speelt hier echt geen moje rol. Of mompel “generatiekloof” en wijs op het herhaaldelijke onbegrip tussen Dora en de soms net iets te wijsneuzerige Lisa. Of zeg dat het gewoon weer die dingen zijn, die gaan zoals ze gaan. De dingen die levens uitmaken. De dingen die zijn wat leven heet. En ineens ben je tien jaar weduwe en weet je niet wat het geweest is allemaal.

Maar de aksenten die je op de inhoud kunt leggen zijn één ding. Of het de miskleunende mannen waren, of de harteloze schoonmoeder, of toch maar weer de jeugd zonder scrupules of moraal, of misschien alleen maar de dingen die gaan zoals ze gaan – je leest met wat er in je eigen hoofd zit dus onontkoombaar leest iedereen een ander boek (het grootste gedeelte van dit boek, het is niet dik, las ik op een avond nadat ik de hele dag met mijn kinderen in een zwembad was geweest (er zat dacht ik nog wat water in mijn oor), het was zo laat in de avond dat je het misschien vroeg in de nacht kon noemen, er schoot nog een fruitbom over en daar was ik blij mee -dank gode voor de moersleutel dan maar weer-, op de steerjoo speelde zachtkens The conference of the birds van Saddar Bazaar, en met een ander glas, met een andere seedee, met een andere dag had ik misschien al een ander boek gelezen, wie weet). Het zijn ook niet de mannen of de aanklacht of de spanen die niet heel gelaten zouden worden die Lege kasten maken tot wat het is. Het is de taal.

God, wat een wonderschoon boek is dit. De opening alleen al: “Het was een voorjaarsdag die begon en eindigde als alle andere, althans in schijn, zou ze hebben gezegd, of eerder gedacht, want ze was nooit een vrouw van veel woorden geweest. Ze zei het noodzakelijke, maar beperkt tot het absolute minimum, en soms begon die noodzaak halverwege moe te worden en te haperen, alsof ze ineens besefte dat doorgaan zinloos zou zijn, want verspilde moeite. Dan zat ze stil, bewegingloos, te aarzelen aan de rand van haar gedachtepuntjes als iemand aan de rand van een water in de winter, en op zulke momenten verloor ze alle glans uit haar ogen, als was die geabsorbeerd door een vel vloeipapier. Misschien is dat nog steeds zo, dat weet ik niet, ik heb haar nooit meer gezien.” Of de herhaling op het eind: “Het bleef maar regenen, een zachte, gelijkmatige, bijna trage regen die lusteloos omlaagviel, als het ware passief neerdroop uit een zieke, oude, huilerige lucht die het bestaan moe was. Het was een dag als zovele andere, nu ik alleen was.” Of de scene waarin Ana Dora de confidentie doet over Duarte, prachtig hijgerig, stamelend, ijlend, repetitief geschreven – dáár ligt Carvalho’s kracht. Niet aanklagen. Maar zingen. Niet genadeloos maar genadelozer zelfs. Krassend in je huid. Zoals het leven zelve doet.

Daarin leeft ook het boek. Een boek over miskleunende mensen, miskleunende levens. En over de dingen. Die gaan zoals ze gaan. Op al hun ontelbaar miskleunende manieren.


Maria Judite de Carvalho Lege kasten Portugese roman uit 1966

Lege kasten

  • Schrijfster: Maria Judite de Carvalho (Portugal)
  • Soort boek: Portugese roman
  • Origineel: Os Armários Vazios (1966)
  • Nederlandse vertaling: Kitty Pouwels
  • Uitgave: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 17 januari 2023
  • Omvang: 128 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman van Maria Judite de Carvalho

Dora is al tien jaar lang weduwe. Haar geliefde man leefde op zeer bescheiden voet en voor Dora en haar dochter blijkt er na zijn dood geen erfenis te zijn. Dora klampt zich heel traditioneel vast aan haar rouw, maar dat verstokte ritueel maakt haar afhankelijk van de hulp van vrienden en bekenden. Pas als haar schoonmoeder een ongelooflijk geheim over haar huwelijk onthult zal Dora moeten inzien dat ze haar jaren als weduwe heeft verkwist. Drie generaties vrouwen – Dora, haar dochter en haar schoonmoeder – moeten nu overleven in een wereld waarin hun hele identiteit is bepaald door miskleunende mannen die geen enkele verantwoordelijkheid dragen.

Lege kasten verscheen voor het eerst in 1966 en is een kraakheldere en genadeloze aanklacht tegen een door mannen gedomineerde wereld waarin vrouwen alleen maar een rol mogen spelen. Het boek is recent herontdekt en maakt nu wereldwijd furore.

Bijpassende boeken en informatie

Joâo Reis – The Devastation of Silence

Joâo Reis The Devastation of Silence recensie en informatie over de inhoud van de Portugese roman over de Eerste Wereldoorlog. Op 8 november 2022 verschijnt bij uitgeverij Open Letter Books de Engelse vertaling van de roman A Devastação do Silêncio van de Portugese schrijver Joâo Reis.

Joâo Reis The Devastation of Silence recensie en informatie

Zodra de roman gelezen is door de redactie, kun je op deze pagina recensie en waardering vinden van de roman The Devastation of Silence. Het boek is geschreven door Joâo Reis. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien bevat deze pagina informatie over de inhoud van de roman over de Eerste Wereldoorlog van de Portugese schrijver Joâo Reis.

Joâo Reis The Devastation of Silence Portugese roman

The Devastation of Silence

  • Schrijver: Joâo Reis (Portugal)
  • Soort boek: Portugese roman
  • Origineel: A Devastação do Silêncio (2018)
  • Engelse vertaling: Adrian Minckley
  • Uitgever: Open Letter Books
  • Verschijnt: 8 november 2022
  • Omvang: 130 pagina’s
  • Uitgave: paperback 

Flaptekst van de roman van Joâo Reis

“The nights were terrible, during the day we were occupied, but at night we got to thinking, picturing food, our houses, food again, painful memories from our childhoods—that abominable era—would mix with images of food and our torture would grow and grow, I recalled my impotence before the plate I was ordered to clean, the impossibility of choice in a world into which I had been thrust unwillingly, war was indeed an extension of the torture of being born.”

Set during the difficult era of the Great War, The Devastation of Silence is the story of a captain in the Portuguese Expeditionary Corps who, with no documents showing his rank, finds himself in a German prison camp forced to share the circumstances of his poorer countrymen. He is hungry, constantly plagued by the sound of incessant detonations—and trying to finish his oral account of a strange story about a German scientist and voice recordings. In all this, he must seek meaning in his observations, his dreams, and, above all, silence.

Bijpassende boeken en informatie

António Lobo Antunes – De andere kant van de zee

António Lobo Antunes De andere kant van de zee recensie en informatie over de inhoud van deze Portugese roman. Op 11 februari 2021 verschijnt bij Uitgeverij Ambo | Anthos de Nederlandse vertaling van de roman A outra margem do mar van António Lobo Antunes.

António Lobo Antunes De andere kant van de zee recensie en informatie

Zodra de roman gelezen is door de redactie, kun je op deze pagina recensie en waardering vinden van de roman De andere kant van de zee. Het boek is geschreven door António Lobo Antunes. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien bevat deze pagina informatie over de inhoud van de roman van de Portugese schrijver António Lobo Antunes.

António Lobo Antunes De andere kant van de zee Recensie

De andere kant van de zee

  • Schrijver: António Lobo Antunes (Portugal)
  • Soort boek: Portugese roman
  • Origineel: A outra margem do mar (2019)
  • Nederlandse vertaling: Harrie Lemmens
  • Uitgever: Ambo | Anthos
  • Verschijnt: 11 februari 2021
  • Omvang: 416 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 26,99 / € 13,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van de roman van António Lobo Antunes

De andere kant van de zee van António Lobo Antunes is een caleidoscopische roman over herinneren en over het menselijk tekort, van een van de belangrijkste Portugese auteurs

In De andere kant van de zee van António Lobo Antunes denkt in Lissabon een legerofficier op leeftijd terug aan zijn tijd in Angola, vooral aan 1961, toen de zwarte bevolking in opstand kwam, wat het startsein was voor een koloniale oorlog die bijna vijftien jaar zou duren. Ook de dochter van een katoenplanter herinnert zich zoveel jaren later aan de kust van Portugal de gewelddadigheden van toen, evenals een ambtenaar, die na de oorlog in Angola is gebleven. Alle drie zijn ze getekend door dat wrede verleden, alle drie zeulen ze hun frustraties en trauma’s met zich mee, die in de loop van de roman steeds wranger en navranter in beeld komen.

De andere kant van de zee van António Lobo Antunes is een meesterlijke driestemmige roman over herinneren, over racisme en hoe dat nog altijd doorwerkt, en over het verlangen naar een andere oever. Van de hand van de belangrijkste hedendaagse Portugese schrijver die zelf als arts in de oorlog in Angola moest dienen en er nooit meer uit weggekomen is.

Bijpassende boeken en informatie

Fernando Pessoa – De ontraadselaar

Fernando Pessoa De ontraadselaar recensie en informatie over de inhoud van deze Portugese detectiveverhalen. Op 17 november 2020 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik de Nederlandse vertaling van de detectiveverhalen van Fernando Pessoa.

Fernando Pessoa De ontraadselaar recensie en informatie

Zodra de roman gelezen is door de redactie, kun je op deze pagina recensie en waardering vinden van de detectiveverhalen De ontraadselaar. Het boek is geschreven door Fernando Pessoa. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien bevat deze pagina informatie over de inhoud van het boek met verhalen van de Portugese schrijver Fernando Pessoa.

Fernando Pessoa De ontraadselaar Recensie detectiveverhalen

De ontraadselaar

  • Schrijver: Fernando Pessoa (Portugal)
  • Soort boek: detectiveverhalen
  • Nederlandse vertaling: Harrie Lemmens
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 17 november 2020
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: Paperback

Flaptekst van de detectiveverhalen van Fernando Pessoa

Fernando Pessoa was niet alleen de grootste dichter van Portugal, hij schreef ook korte verhalen, essays, toneelstukken en pamfletten, richtte kranten en tijdschriften op en ‘verdeed’ zijn tijd met het maken van plannen in cafés. Dat hij ook goed om zich heen keek in ‘zijn’ stad Lissabon, blijkt niet alleen uit het magistrale Boek der rusteloosheid, maar ook uit de detectiveverhalen die hij schreef.

Zoals Agatha Christie de Belg Hercule Poirot had, en Arthur Conan Doyle moorden liet oplossen door Sherlock Holmes, zo liet Pessoa zijn ‘gevallen’ ontraadselen door de arts in ruste Abílio Quaresma, ‘gespecialiseerd in de algemeenheid’, zoals iemand hem karakteriseert in een van de verhalen. In De ontraadselaar worden voor het eerst vier van de detectiveverhalen over Abílio Quaresma in het Nederlands vertaald.

Bijpassende boeken en informatie

Júlio Dinis – An English Family

Júlio Dinis An English Family informatie over de inhoud van deze Portugese roman uit 1868. Op 4 maart 2020 verschijnt bij Uitgeverij Dedalus Books de Engelse vertaling van de roman Uma Família Inglesa, geschreven door de Portugese schrijver Júlio Dinis. Er is geen Nederlandse vertaling van deze roman verkrijgbaar.

Júlio Dinis An English Family Portugese roman uit 1868

Zodra de roman gelezen is door de redactie, kun je op deze pagina recensie en waardering vinden van de roman An English Family. Het boek is geschreven door Júlio Dinis. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien bevat deze pagina informatie over de inhoud van de roman uit 1868 van de Portugese schrijver Júlio Dinis.

Júlio Dinis An English Family Portugese roman uit 1868

An English Family

  • Schrijver: Júlio Dinis (Portugal)
  • Soort boek: Portugese roman, familieroman
  • Origineel: Uma Família Inglesa (1868)
  • Engelse vertaling: Margaret Juli Costa
  • Uitgever: Dedalus Books
  • Verschijnt: 26 september 2020
  • Omvang: 400 pagina’s
  • Uitgave: Paperback

Flaptekst van deze Portugese roman ui 1868

Mr Richard Whitestone is English and a successful businessman based for many years in Oporto. Despite his many years’ residence in Portugal, he remains resolutely English in his tastes and in his accent. His favourite reading is Tristram Shandy, which he reads and re-reads constantly. A widower for many years, he lives with his children Jenny and Carlos. Jenny is the angel of the house and wise beyond her 21 years. Carlos is 18 and much given to carousing with his friends and to falling – very briefly – in love with whichever pretty girl he sees. He is the despair of his father, but his sister believes in him despite all, because she knows he has a good heart. One day, during Carnival, Carlos meets a young woman at a masked ball and falls in love. As ever, the path of true love runs very erratically indeed.

Júlio Dinis is sometimes referred to as the Portuguese Trollope, and this, the first novel he wrote is a keen-eyed evocation of the narrow world of nineteenth-century bourgeois Oporto, but also, and more importantly, it is a brilliant account of family life, in all its flawed beauty.

Bijpassende boeken en informatie