Alle berichten van Redactie

Beth Carver Wees & Sheila Barron Smithie – Marcus & Co

Beth Carver Wees & Sheila Barron Smithie Marcus & Co. review, recensie en informatie boek over drie generaties juweliers uit New York. Op 8 januari 2025 verschijnt bij Arnoldsche het boek Marcus & Co., Three Generations of New York Jewelers. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteurs en over de uitgave. Een Nederlandse vertaling van het boek is niet verkrijgbaar.

Beth Carver Wees & Sheila Barron Smithie Marcus & Co. review, recensie en informatie

Als er in de media een boek een boekbespreking, review of recensie verschijnt het boek Marcus & Co., Three Generations of New York Jewelers dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Beth Carver Wees & Sheila Barron Smithie Marcus & Co

Marcus & Co.

Three Generations of New York Jewelers

  • Auteur: Beth Carver Wees, Sheila Barron Smithie (Verenigde Staten)
  • Soort boek: juwelenboek
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Arnoldsche
  • Verschijnt: 8 januari 2024
  • Soort boek: gebonden boek
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het boek over Marcus & Co. Jewlers in New York

The New York jewellery firm of Marcus & Co. created exceptional examples of Art Nouveau and Art Deco jewellery. This volume chronicles their story, from the founder’s apprenticeship to the firm’s premises on Fifth Avenue, neighbouring Tiffany and Cartier.

The New York jewellery firm of Marcus & Co. (1892–1942) created exceptional examples of Art Nouveau and Art Deco jewellery for an art-loving, wealthy elite. Innovative in their collaboration with contemporary artists, and in their captivating window displays and advertisements, the firm captured the imagination of Gilded Age families such as the Rockefellers. This volume chronicles their story, from the founder’s apprenticeship in Dresden to the firm’s grand premises on Fifth Avenue neighbouring Tiffany and Cartier. The triumphs and tragedies of three generations of Marcus jewellers, both artistic and entrepreneurial, are presented here together with exquisite jewellery and archival design drawings spanning 50 years.

Bijpassende boeken en informatie

Bob Polak en Eric J. Coolen – Facing Jim Morrison

Bob Polak en Eric J. Coolen Facing Jim Morrison recensie en informatie MatchBoox boek over de zanger van The Doors. In 2024 verschijnt bij MatchBoox 147 het nieuwe cadeauboekje over Jim Morrison in de reeks De club van 27 serie met illustraties van Eric J. Coolen. Hier lees je informatie over de inhoud van het harmonicaboek, de schrijver, de illustrator en over de uitgave.

Bob Polak en Eric J. Coolen Facing Jim Morrison recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van Facing Jim Morrison, MatchBoox 147 van Bob Polak en Eric J. Coolen dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Bob Polak en Eric J. Coolen Facing Jim Morrison

Facing Jim Morrison

De club van 27 serie

  • Auteur: Bob Polak (Nederland)
  • Illustraties: Eric J. Coolen (Nederland)
  • Soort boek: cadeauboek, muziekboek
  • Uitgever: MatchBoox
  • Verschijnt: 2024
  • Omvang: 20 pagina’s
  • Uitgave: harmonicaboek
  • Prijs: € 11,55
  • Boek bestellen bij: Bol

Flaptekst van het MatchBoox boek over Jim Morrison

De Club van 27 (of: ‘Forever 27’) is een denkbeeldige groep musici die allemaal op 27-jarige leeftijd zijn overleden – soms door een natuurlijke oorzaak, soms door overmatig drank- en/of drugsgebruik, soms door een fataal ongeluk, soms door eigen hand, en soms kon de doodsoorzaak niet worden vastgesteld.

Er bestaat geen strikte, wetenschappelijke omschrijving van de Club Eric J. Coolen Facing Jim Morrisonvan 27: er bestaan geen strikte criteria voor. Vooral in de jaren zeventig en tachtig overleden opvallend veel bekende musici tussen hun twintigste en veertigste. Later verdween die trend, mogelijk vanwege betere behandelingen bij overmatig drugsgebruik. Ook kan de levensstijl die bij een bepaalde muzieksoort ‘hoorde’ een rol hebben gespeeld. Hardrock maakte plaats voor bijvoorbeeld popmuziek.

Behalve de hier door Eric J Coolen geportretteerde Jim Morrison (1943–1971) – worden zo’n vijftig musici tot de Club van 27 gerekend. Andere bekende namen zijn die van Alan Wilson (Canned Heat; 1943–1970) en Kurt Cobain (Nirvana; 1967–1994). Deze MatchBoox maakt deel uit van de Club van 27 Serie.

Eric J. Coolen is in 1955 geboren in Haarlem. Hij is een Nederlandse illustrator, tekenaar en ontwerper/maker van boeken, beelden, gevelstenen en glas-in-loodramen. Naast beeldend kunstenaar is Coolen ook muzikant. Hij schrijft muziek en is medeoprichter van Het Ampzing Genootschap, Literair Haarlem en Nieuwe Gracht Producties. Sinds 2019 is Coolen ambassadeur voor Jeugdfonds Sport & Cultuur. Hij ontving voor zijn werk Kunst en Cultuurprijs De Olifant, De Antitheseprijs en de Penning van Verdienste.

Bob Polak is schrijver-publicist. Hij bedenkt MatchBoox en stelt ze samen.

Bijpassende boeken en informatie

MatchBoox boeken overzicht

MatchBoox boeken overzicht. Welke MatchBoox cadeauboeken zijn er verschenen? Wat zijn MatchBoox boeken? Van welke schrijvers en schrijfsters zijn er boeken verschenen in deze bijzondere uitvoering?

Wat zijn MatchBoox boeken?

Als je op zoek bent naar een bijzonder cadeau in de vorm van een boek dan is een uitgave van MatchBoox zeker een optie. Het is een serie van bijzondere cadeauboeken in een mooie verpakking. Het zijn in harmonicavorm gevouwen boeken in luciferdoosjes met teksten van bekende schrijvers en schrijfsters en gerenommeerde illustratoren. De cadeauboekjes verschijnen sinds 2009 en

MatchBoox boeken overzicht

In het onderstaande overzicht kunt lezen welke MatBoox boeken er verschenen zijn. De nieuwste uitgaven staan boven aan de lijst. Naast de schrijver of schrijfster van het boekje is ook de naam van de illustrator (tussen haakjes)  opgenomen. Als je op de titel klikt dan kun uitgebreide informatie en bestelmogelijkheden van het gekozen boekje vinden.

Eric J. Coolen Facing Janis Joplin.jpgFacing Janis Joplin

De club van 27 serie

Illustraties: Eric J. Coolen
Schrijver: Bob Polak
Soort boek: muziekboek
Uitgave; harmonicaboek
Prijs: € 11,55
De Club van 27 (of: ‘Forever 27’) is een denkbeeldige groep musici die allemaal op 27-jarige leeftijd zijn overleden – soms door een natuurlijke oorzaak, soms door overmatig drank- en/of drugsgebruik, soms door een fataal ongeluk, soms door eigen hand, en soms kon de doodsoorzaak niet worden vastgesteld. In dit deel staat de Amerikaanse zangeres Janis Joplin centraal…lees verder >

Eric J. Coolen Facing Jim MorrisonFacing Jim Morrison

De club van 27 serie

Illustraties: Eric J. Coolen
Schrijver: Bob Polak
Soort boek: muziekboek
Uitgave; harmonicaboek
Prijs: € 11,55
De Club van 27 (of: ‘Forever 27’) is een denkbeeldige groep musici die allemaal op 27-jarige leeftijd zijn overleden – soms door een natuurlijke oorzaak, soms door overmatig drank- en/of drugsgebruik, soms door een fataal ongeluk, soms door eigen hand, en soms kon de doodsoorzaak niet worden vastgesteld…lees verder >

Nieuwe MatchBoox boeken

  • 153 | M. Vasalis (Maartje Blans) – M. Vasalis serie (gedichten)
  • 152 | M. Vasalis (Maartje Blans) – Sotto Voce (gedicht)
  • 151 | Heere Heeresma (Katelijnse Davids) – Heere Heeresma serie
  • 150 | Willem Wilmink (verschillende illustratoren) – Willem Wilmink serie (gedichten)
  • 149 | Willem Wilmink (Eveline den Heijer) – Ben Ali Libi (gedicht)
  • 148 | Bob Polak (Eric J. Coolen) – De club van 27 serie (muziekboek)
  • 147 | Bob Polak (Eric J. Coolen) – Facing Jim Morrison (muziekboek)
  • 146 | Bob Polak (Eric J. Coolen) – Facing Janis Joplin (muziekboek)
  • 145 | Bob Polak (Eric J. Coolen) – Facing Jimi Hendrix (muziekboek)
  • 144 | Bob Polak (Eric J. Coolen) – Facing Amy Winehouse (muziekboek)
  • 143 | Bob Polak (Don Englander) – Beroemde clowns serie (toneel en theater)
  • 142 | Trijntje Fop / Kees Stip (Olivia Ettema) – Op twee slakken (light verse gedicht)
  • 141 | Trijntje Fop / Kees Stip (Olivia Ettema) – Op een made (light verse gedicht)
  • 140 | Trijntje Fop / Kees Stip (Olivia Ettema) – Op een grasmus (light verse gedicht)
  • 139 | Trijntje Fop / Kees Stip (Olivia Ettema) – Op een aal (light verse gedicht)
  • 138 | Trijntje Fop / Kees Stip (Olivia Ettema) – Trijntje Fop serie
    (light verse gedichten)
  • 137 | J.C. Bloem (Chris de Ruig) – Is dit genoeg (gedicht)
  • 136 | J.C. Bloem (Chris de Ruig) – J.C. Bloem serie (gedichten)

MatchBoox contact informatie

Adres: Van Keulendreef 10
Postcode: 2661 ST
Plaats: Bergschenhoek
Email: info@matchboox.com

Lars Mytting – Hellenacht

Lars Mytting Hellenacht recensie en informatie over de inhoud van de roman uit Noorwegen. Het is deel 3 van de Zusterklokken-trilogie. Op 28 november 2024 verschijnt bij uitgeverij Atlas Contact de nieuwe roman van de Noorse schrijver Lars Mytting. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver, de vertaalster en over de uitgave.

Lars Mytting Hellenacht recensie

Zodra er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnt van Hellenacht, de nieuwe roman van de Noorse schrijver Lars Mytting en het laatste deel van de Zusterklokken-trilogie, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Lars Mytting Hellenacht

Hellenacht

Zusterklokken-trilogie deel 3

  • Auteur: Lars Mytting (Noorwegen)
  • Soort boek: Noorse roman
  • Origineel: Skråpånatta (2023)
  • Nederlandse vertaling: Paula Stevens
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschijnt: 28 november
  • Omvang: 608 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van deel 3 van de Zusterklokken-trilogie van Lars Myting

Het epische slotdeel van de Zusterklokken-trilogie volgt de nazaten van Astrid Hekne voor, tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog.

Butangen, eind jaren dertig. Kai Schweigaard, de dominee van het dorp, ziet in de jonge Astrid Hekne een volwaardige erfgename van haar strijdbare grootmoeder en naamgenote. Hij vertrouwt haar daarom het verloren gewaande Zustertapijt toe, dat eeuwen geleden werd geweven door de Hekne-zusters en dat volgens de overlevering het einde der tijden voorspelt, maar ook de dood van de dominee zelf.

Kai Schweigaard is inmiddels ruim tachtig maar nog lang niet klaar om te sterven; hij wil eerst een misstap uit zijn verleden rechtzetten. Wanneer de Duitsers Noorwegen bezetten gaat Astrid in het verzet. Als ze wordt verraden beseft Kai Schweigaard dat hij de profetie van het Zustertapijt zal moeten forceren om haar te redden en om zijn schuld aan haar grootmoeder in te lossen.

Bijpassende boeken en informatie

Yoko Tawada – De bruidegom was een hond

Yoko Tawada De bruidegom was een hond recensie en informatie over de inhoud van de novelle uit Japan. Op 28 november 2024 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik de Nederlandse vertaling van 犬婿入り/ Inu mukoiri  het boek van de Japanse schrijfster Yoko Tawada. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster, de vertaler en over de uitgave.

Yoko Tawada De bruidegom was een hond recensie van Tim Donker

Ook deze dingen kunnen je dag maken. Nog altijd zijn er dingen die je dag kunnen maken.

Het kan een kort en mals regenbuitje zijn, kletterend op je kop aan het begin van de lente. Het kan iets zijn dat nog nooit gegeten hebt en waarvan je de smaak niet helemaal thuis kunt brengen. Het kan een klein en mooi gesprekje zijn met iemand die je eigenlijk nauwelijks kent. Het kan het pianoloopje zijn in Comet # 9 van Helium. Het kan een kieteling zijn of een binnenpretje of iets leuks dat je je plotseling weer herinnert. Een droomflard, een kat die op je schouder gaat zitten, een perfect gepocheerd ei. Of: een uiterst merkwaardige novelle.

Zo merkwaardig als dit bijvoorbeeld: in een wat slaperig stadje geeft Mitsuko Kitamura bijles. Of naja, bijles. Kinderen komen naar haar huis, en Mitsuko zegt dan dingen. Ze geeft ongepaste tips, bijvoorbeeld. Dat je een papieren zakdoekje het beste drie keer gebruikt, de derde keer als weeseepapier. Of ze vertelt rare, en een beetje viezige sprookjes. Over een prinses met een heel lui kindermeisje; zo lui dat ze te beroerd is om de billetjes van de prinses af te kuisen en die dan maar steeds laat schoon likken door een hond waardoor de prinses zich op latere leeftijd genoodzaakt voelt te trouwen met de hond. Als kinderen thuis vertellen over de bijlessen, brengt dat geregeld wat geroddel teweeg. Nooit ernstig, er is altijd wel iemand die de “lesstof” van Mitsuko weet te relativeren, en niemand haalt ooit zijn kind uit haar klasje.

Dan, een dag, die man. Misschien had u het achterplat al gelezen. De man loopt Mitsuko’s achtertuin in, stelt een totaal willekeurig aandoende vraag (“Heeft u mijn telegram nog ontvangen?”), tilt Mitsuko op, ontdoet haar van haar korte broek, en wat zich dan ontspint kan het best omschreven worden met “verkrachting” want al dekt die term de lading niet geheel – van wederzijdse sex is evenmin echt sprake. Als de man zich bevredigd voelt, laat hij Mitsuko buiten achter, ruimt binnen wat op en kookt een maaltijd voor haar.

Sja. Dan zou je verschillende dingen kunnen doen. Je zou HELP kunnen schreeuwen. Of de politie bellen. Of zo’n vent buiten smijten. Weetikveel. Wat zou jij doen? Wat zou ik doen? Wat dondert het, wat Mitsuko doet is in ieder geval niet veel. Aan tafel gaan, en eten, en welaan het leven gaat verder met de ene dag aan de andere te rijgen. De man, die zich Taro noemt, meteen toegevend dat dat een slecht verzonnen schuilnaam is, blijft in het huisje van Mitsuko. Wonen, of logeren, geef het een naam. Wat alvast niet waar is, is wat het achterplat zegt. Ze beginnen verdorie helemaal geen “intense romantische en seksuele relatie”. De man, die iets dierlijks heeft, neemt veelal eenzijdig het initiatief tot sex, en of Mitsuko er nou heel veel lol aan beleeft, is maar zeer de vraag. Ze laat het eerder wat gelaten met zich gebeuren, is wat ik zou zeggen. En romanties? Hum. Hoeveel gevoelens koestert Mitsuko eigenlijk voor “Taro”? Vooral ergernis, toch? Taro is midden in de nacht wakker, dan is het ook wanneer hij “zijn” sex wil, ligt de rest van de dag te suffen, waardoor Mitsuko uit haar normale leefritme wordt geslagen. Nu nog niet zo’n enorme ramp, het is zomervakantie, maar als straks het klasje weer begint moet ze wel uitgeslapen kunnen zijn. Of omwonenden en de moeders van haar bijleskinderen geen aanstoot zullen nemen aan de aanwezigheid van Taro, is een andere angst.

Hum. Ja. Of die aanstoot genomen wordt? Wel, het is alvast niet waar wat het achterplat zegt. En ja dat zei ik eerder ook al, maar ik heb echtwaar zelden zo’n inaccuraat achterplat gelezen. Er is niet meteen “grote ergernis”, en als die er is ook niet bij “haar vrienden” maar eerder, dus, bij die moeders van de bijleskinderen die ook al voor er een halve weerwolf bij Mitsuko was ingetrokken, heersten op het roddelsirkwie (dat is ergens een sirkwie, ga anders zelf kijken). En het zijn ook niet “sommigen” die hun vermoedens hebben over de werkelijke identiteit van Taro, het is maar één moeder die hem uiteindelijk identificeert als Iinuma, de verdwenen / vermiste echtgenoot van Ryoko. Erg hartstochtelijk heeft Ryoko nooit naar hem gezocht, want eerst was Iinuma een timide, schuchtere, angstige sufbubbel maar na door een koppel honden aangevallen en gebeten te zijn, werd hij dierlijk en onberekenbaar. In geen geval een man die ze bijzonder hard miste.

Wel. Vanaf daar wordt het alleen maar maffer. Het is bijna ongelooflijk hoeveel mafheid Tawada in krap zeventig pagina’s proppen weet. Ryoko komt zelf naar Mitsuko toe om zich ervan te vergewissen of Taro werkelijk Iinuma is, een scene die Mitsuko’s kennismaking met Taro spiegelt: weer is er de vraag of het telegram ontvangen is, weer is er het optillen, geen sex deze keer, en geen hereniging van de echtelieden – Ryoko gaat weer, geluidloos, en Taro / Iinuma blijft bij Mitsuko achter. Er is een door de andere kinderen als “raar” bestempeld meisje in Mitsuko’s bijlesklas waarover Mitsuko meer en meer gaat moederen. Er is een vermoeden dat Iinuma / Taro een homosexuele verhouding heeft met de vader van dat “rare” meisje. Het zou kunnen zijn dat gamehal een eufemisme is voor homobar. Er is een treinreis van twee mannen. Er zijn mensen die overwegen daarover de politie te informeren. En er is een novelle die ineens afgelopen is.

Wat haalde ik uit dat alles? Geen meesterwerk. Ook geen pracht over het ondraaglijke. En zeker geen Kafka, hou die verdomde Kafka eens een keer in je kast man, kunnen jullie nou nooit eens iets beters verzinnen dan Kafka om mee te komen aankakken? Ook niet echt iets over anders zijn en je niet willen aanpassen aan conventies. Al zit dat hele deadpoetsociety-achtige “onconventionele leraar”-sfeertje er natuurlijk wel door de hele novelle heen verweven. Glinsterende vreemdheid dan misschien, ik ga akkoord met glinsterende vreemdheid.

Suffe buurten en bizarre gebeurtenissen, en hoe goed zij wel of niet rijmen met elkaar.
Een koortsdroom als je in slaap valt in het gras op een warme zomernamiddag.
Iets dat je even doortintelt, en achteraf kun je niet goed zeggen wat het was.

Dat is wat het was voor mij. Een uiterst merkwaardige novelle, die je gelezen hebt voor je het goed wel beseft, en dan iets kleins in je achterlaat, het kriebelt daar een beetje, je kunt het niet benoemen en je moet het misschien maar ook niet benoemen want het heeft je dag gemaakt en dat is al meer dan genoeg als de dagen grauw en grijs zijn, en de kou al bijna tot in je botten dreigde te kruipen.

Yoko Tawada De bruidegom was een hond

De bruidegom was een hond

  • Auteur: Yoko Tawada (Japan)
  • Soort boek: Japanse roman
  • Origineel: 犬婿入り/ Inu mukoiri (1993)
  • Nederlandse vertaling: Luc Van Haute
  • Uitgever: Koppenik
  • Verschijnt: 28 november 2024
  • Omvang: 60 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 18,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek van de Japanse schrijfster Yoko Tawada

Een onderwijzeres vertelt haar leerlingen een fabel over een prinses die belooft met een hond te trouwen in ruil voor bepaalde gunsten. Het verhaal krijgt een vreemde wending wanneer in het echte leven een vreemde hondachtige man bij de lerares intrekt. Hij neemt het huishouden over, verleidt haar en ze beginnen een intense romantische en seksuele relatie. Dit tot grote ergernis van haar vrienden, van wie sommigen vermoedens hebben over de identiteit en motieven van de man.

De bruidegom was een hond is een ontwapenende en onvergetelijke moderne klassieker over anders zijn en je niet willen aanpassen aan conventies.

Yoko Tawada werd 23 maart 1960 geboren in Tokio en verhuisen op haar tweeëntwintigste naar Hamburg en in 2006 naar Berlijn. Ze schrijft in zowel het Japans als het Duits en heeft in beide talen verhalen, romans, gedichten toneelstukken en essays gepubliceerd.

Bijpassende boeken en informatie

 

B.A. Schenk & M.R. van den Toorn – Trams 2025

B.A. Schenk & M.R. van den Toorn Trams 2025 recensie en informatie over de inhoud van het boek. Op 28 november 2025 verschijnt uit Uitgeverij De Alk boek over de trams in Europa en Zuid-Amerika. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteurs en over de uitgave.

B.A. Schenk & M.R. van den Toorn Trams 2025 recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van het boek Trams 2025, geschreven door B.A. Schenk en M.R. van den Toorn, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

B.A. Schenk & M.R. van den Toorn Trams 2025

Trams 2025

  • Auteurs: B.A. Schenk, M.R. van den Toorn (Nederland)
  • Soort boek: openbaar vervoer boek
  • Uitgever: Uitgeverij De Alk
  • Verschijnt: 28 november 2024
  • Omvang: 272 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 24,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst boek over trams in 2025

Deze nieuwe editie van het jaarboek over Trams staat weer boordevol nieuws over de ontwikkelingen in Europa van het afgelopen jaar.

Geïllustreerd met ruim 275 foto’s. Per land worden de steden behandeld waar het tramnet is gewijzigd en uitgebreid.

Stad voor stad worden de nieuwtjes besproken en met prachtige foto’s ook laten zien. Alle belangrijke ontwikkelingen op tramweggebied binnen Europa worden vermeld. Met een speciaal hoofdstuk over Trams in Zuid-Amerika.

Gerard van Buuren Trams in Nederland recensieGerard van Buuren – Trams in Nederland
Een reis door de tijd in de Nederlandse tramsteden
Er zijn op dit moment vier steden in Nederland waar trams een belangrijke rol spelen in het openbaar vervoer: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Dat is niet altijd zo geweest. Zo reden er ook trams in andere steden in Nederland. Dit boek neemt u op reis naar de steden waar trams hebben gereden…lees verder >

Bijpassende boeken en informatie

Joost Oomen – Het paradijs van slapen

Joost Oomen Het paradijs van slapen recensie en informatie over de inhoud van de roman van de Nederlandse schrijver. Op 28 november 2024 verschijnt bij Uitgeverij Querido de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Joost Oomen. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave.

Joost Oomen Het paradijs van slapen recensie van Tim Donker

Dan Joost Oomen. En dan het achterplat.

Om te beginnen met dat laatste: dit boek zou over euthanasie gaan. Het zou die Gerrit zijn, die “een rijk en mooi leven” achter de rug heeft, het nu wel als voltooid kan zien, en eruit wil voor de pijn, het lijden, de aftakeling hem gaan vinden. En het zou Theo Engel zijn die hem daar bij zou kunnen helpen misschien. “Een ode aan de schoonheid”, alsmede “een pleidooi voor euthanasie bij een voltooid leven”. Zei dus dat achterplat. En dat is goed, dacht ik. Dat is mooi, dacht ik. Daar heeft die Oomen een goed onderwerp bij het nekvel, dacht ik. Dacht ik allemaal.

Het leven is een gift. Een gift waar niemand om gevraagd heeft. Zomaar word je ineens dit bestaan in gesleurd. En dan is er al dat moeten, al die plichten, al dat gedoe waarin je helemaal geen zin hebt maar zich toch elke dag weer aandient. Omdat je de gift gekregen hebt. Ja. Mooie gift zeg. Heb je het bonnetje nog? En uiteindelijk wordt het je ook gewoon weer heel leuk ontnomen, waarschijnlijk net als je een beetje op je gemak begint te geraken (stel ik mij zo voor). Wat ik niet snap is waarom dat allemaal zo per se tachtig, negentig, misschien wel honderd jaar moet duren. Hoe mensen zelf altijd maar vast blijven houden, of in ieder geval denken dat te doen. Dat zit hem in droge januari, in dat maniakale rennen in belachelijke kledij, in de sportschool, in 0%-bier (als je zo nodig “gezond” denkt te moeten doen, kun je ook gewoon water drinken weet je), in de idee dat je lichaam je “tempel” is, alsof jij iets anders bent dan je lichaam, alsof je maar “toevallig” in dat lichaam woont ofzo en het verplicht bent aan de rechtmatige eigenaar (God?) om het zo lang mogelijk mee te laten gaan. En anders zijn de anderen er wel om ons te verbieden ziek te worden of dood te gaan. Symptomaties is zeker ook de verkrampte houding ten opzichte van euthanasie. Het “mag” ja, zo waar, maar dan moet het lijden wel uitzichtloos zijn, pijn ondraaglijk, verbetering niet meer te verwachten.

Dus dan is het goed. Dan is het goed als zo’n Oomen de diskussie op punt gaat zetten door een figuur op te voeren die niet lijdt, en zeker niet uitzichtloos, maar gewoon klaar is met het leven. Van mij had het zelfs nog scherper gemogen. Gerrit Blauw is een al wat oudere man, en zijn leven was goed en fijn en leuk en mooi, ik had het nog beter gevonden als die Oomen was afgekomen met een vent van vijftig met een kutleven. Of. Naja. Geen depressies ofzo, geen somberte, nee geen psychiatrisch geval, gewoon een man en zijn aldagsleven, gevuld met net iets te veel moeten, net iets te veel werk, net iets te veel verplichtingen, net iets te veel saaiheid, en net iets te weinig liefde, en dan op je vijftigste geen noodzaak zien om dat nog dertig of veertig jaar te laten voortduren. Maar voor nu neem ik genoegen met Gerrit Blauw en die euthanasiearts met zijn wat te vet aangezette achternaam. Voor nu ga ik lezen.

Kom ik na een ultrakort proloogje waarin inderdaad sprake is van een euthanasiearts terecht in wat me op het eerste gezicht aandoet als zo’n typisch Oomenboek. Gerrit Blauw is jong in de jaren zestig. Net scholier af, staat op het punt te beginnen met een studie rechten aan de universiteit in Groningen. Maar nu is de zomer nog heet in het Sneek waar hij geboren werd. Er is Douwe, zijn beste vriend. En er is Saartje, het meisje waarop hij straalverliefd is maar dat uiteindelijk een relatie zal krijgen met Douwe. Gedrieën leven ze dat typische jongerenleven op het kale kamertje dat Saartje huurt bij een hospita. De kachel, de muziek, de gesprekken, de dingen die gebeuren. Ik zal het u niet alles ganzelijk uitkauwen want u las dit al talloos vele malen eerder. Bij al die schrijvers die het daadwerkelijk in de zestiger jaren beleefden, opschreven en publikeerden maar ook in al die tijdperken daarna (want de zestiger jaren dienen voor een groot deel louter als achtergrond). Het komt naar Oomens hand te staan doordat de personages zo totaal oomenesk innemend, charmant en schattig zijn, en in de zomwijlen nogal vervelende metaforiek. Blauws gevoel voor Saartje wordt getypeerd als: “hoogst verliefd als een kleine ree of een kommetje yoghurt of een veldboeket”, en dat slaat natuurlijk als een lul op een drumstel, dat is alleen maar gezocht om de gezochtheid. Waarom een kleine ree, waarom een veldboeket? En dan dat kommetje yoghurt. Dat snotweke, doordeweekse, truttige, zure goedje – hoe heeft het in godsnaam met verliefdheid te maken? Maar dan denk ik natuurlijk te beperkt, ik moet me waarschijnlijk voorstellen op welke manier een kommetje yoghurt verliefd zou zijn. Naja, het zit om te beginnen al in een kommetje, niet eens in een teil waarin het nog een beetje kan klotsen en spetten en zich anderszins wild gedragen, en daarnaast is het snotweek en doordeweeks en truttig en zuur dus van zijn gevoelsleven stel ik me ook niet bijster veel voor. Maar het is Oomen en omdat het Oomen is vergeef ik het hem, pseudopoëties willen doen is immers zijn twede natuur, en bezijden, dat “een grijze man die een beetje op een boos potlood lijkt”, eindsweegs verderop, slaat evenmin ergens op maar dat bracht dan weer een hele brede grijns op mijn gezicht. Dus. Welaan. Ik lees voort.

Het eerste deel is uit, ik ben op eenderde, met euthanasie heeft het vooralsnog erg weinig van doen.

In het twede deel volgen we Theo Engel. De euthanasiearts ja. Dus daar gaat het. Engel blijkt een vermoeide, licht verbitterde veertiger. Wat is er van zijn arbeidzame leven geworden? “Elke maand meerdere mensen omleggen heeft weinig met beter maken te maken”, stelt hij cynisch vast, en ook dat vond ik grappig, daar moest ik zelfs eventjes om lachen, niet heel hard maar toch hard genoeg om mijn dochter, mijn moje lieve grappige negenjarige dochter, te laten opkijken en vragen Wat is er zo grappig pappa? Verdermeer een niet bijster aimabele man, die Engel, hij jat dingen van de patiënten voor wie hij het levenseinde verzorgt en als de nabestaanden maar blijven vragen waar de spullen zijn, geeft hij ze desnoods terug door ze dwars doorheen hun ruit te keilen (dat vond ik niet echt Oomen meer, dat vond ik meer iets voor iemand als Brusselmans). De ellende die hij tegenkomt, de droefnis. De allerduisterste zijden van de gift. Maar van enig kontakt tussen hem en Gerrit Blauw is nog altijd geen sprake.

Want eerst krijgen we nog een derde deel. Met Gerrit Blauw als volwassen man. Zijn studie rechten blijkt hij zeer voortijdig afgebroken te hebben, hij werd theatermaker, natuurlijk in Amsterdam, ik krijg wat van die stad. Maar vanwege de liefde voor vroeger tijden, trekt hij in dit deel weer noordwaarts, naar waar zijn wortels lagen, en noordelijker nog, naar waar de wortels lagen van zijn geadoreerde Saartje. Terschelling. Het Oerolfestival. Omdat Saartje ooit eens iets vertelde over een giraf op het strand, bedacht Blauw voor Oerol een theaterstuk met een giraf erin, een heusche giraf, hij heeft er voor de pers en voor de subsidiënten een politiekcorrect verhaal omheen geluld maar het is eigenlijk puur effectbejag, die giraf, een ode aan de Saartje die hij doorheen al die jaren nooit vergeten is. Daar zijn ze, theatermakers en festivalbezoekers, op de boot naar Terschelling als langszij komt de vrachtboot met de giraf erin, iedereen kijken, het water, de giraf, de boot, de wind, oké, die is ook weer aardig vet maar dat beeld, de giraf die op zijn vrachtboot de passagiersboot van de kijkers (het camerastandpunt, ha!) passeert, zit stevig in mijn kop om daar vermoedelijk de komende jaren nog wel te blijven. Op Terschelling dan gedoe met die giraf, weerzien met Saartje, gemekker met het festival, wat maakt het uit, we zijn op tweederde en Gerrit Blauw en Theo Engel hebben elkaar nog altijd niet ontmoet.

Dat komt pas in het laatste deel. Dat doet een beetje afgeraffeld aan. Als een schoolopstel, en de leerling komt er te laat achter dat zijn werk nog niet aan de opdracht voldoet, breit er dan nog maar wat aan vast opdat hij geen onvoldoende zal krijgen (gesproken daarvan: waarom moet het achterplat vermelden dat Oomen voor dit boek zijn vader interviewde? waarom moet hij toch altijd dat imago opgeplakt krijgen van een dromerige, onbeholpen schooljongen? die man is nu toch ook al ver in de dertig?). Het is jammer. We zijn weer wat decennia verder in de tijdlijn, Blauw ontmoet Engel, doet hem kondt van zijn leven (dat leven dat de lezer zojuist vernomen heeft), laat hem weten dat voor hem wel genoeg is zo, en dat hij er een eind aan wil, ook zonder pijn, ook zonder ondraaglijke somberte, ook zonder uitzichtloos lijden. Engel twijfelt, oppert bezwaren, maar doet het uiteindelijk toch.

Wel. Ja. Helaas. Een “pleidooi voor euthanasie bij een voltooid leven” kan ik dit niet noemen, en ook niet echt een “ode aan de schoonheid”. Blauws grote oog voor schoonheid is werd aan haren getrokken om er nog bij te kunnen zijn, en is sowieso licht flauwig. Ja je hoeft je kop maar uit het raam te steken om iets moois te zien, je hoeft je kop maar weer uit dat raam terug te trekken om weer iets moois te zien. En ja, de moje dingen hebben jou niet nodig om gezien te worden – maar is dat echt een sterk argument voor een doodswens? Een goed ding is dat die Blauw volgens mij helemaal niet zo’n “rijk en mooi leven” achter de rug heeft. Douwe was al heel lang dood en met Saartje is het nooit tot een echte relatie gekomen, en dat waren dan de twee allerbelangrijkste mensen uit zijn leven. Hij had bijzonder moje jaren als scholier, en als beginnende student. Toegegeven. Maar is niet iedereen het gelukkigst tussen pakweg zijn zeventiende en pakweg zijn twintigste? Als theatermaker vierde hij wat successen, en je kunt je afvragen of het vieren van successen een leven rijk of mooi maakt. Wat er na Oerol gebeurde laat Oomen over aan de lezer, wel deze lezer maakt er in zijn reconstructie geen noemenswaard fantasties leven van, iets als gemiddeld, met tijden die mooi waren en tijden die gewoon tijden waren. Daarom is het des te jammer dat de gesprekken van Theo Engel en Gerrit Blauw zo weinig ruimte krijgen. De vraag wanneer een leven ten einde “mag” zijn, is zeer relevant. Maar wordt er hier in minder dan twintig pagina’s doorheen gejast, twintig pagina’s die eigenlijk vooral aandacht voor details hebben. Waarom niet meer aandacht gegeven aan Engels twijfels? Wat is moreel handelen? Hoe ethisch is euthanasie, hoe ethisch is hulp bij zelfdoding? Waar eindigt euthanasie en waar begint hulp bij zelfdoding? Hoe lang moet een leven geduurd hebben om voltooid te mogen heten? Wat is lijden, wat is uitzichtloos, wat is ondraaglijk? Hoe hard zijn zulke grenzen te stellen, en wie stelt die dan? Het leven is een gift, wat moet je ermee als je na enkele decennia denkt te weten dat je die gift helemaal niet hebben wil? Wat als je dood wil maar niks voor zelfmoord voelt, omdat je graag zo pijnloos en zo waardig mogelijk wil gaan? Wat betekent het om arts te zijn? Moet je er altijd op uit zijn om iemand te “redden”, en betekent dit redden altijd de levensduur rekken? Vallen er wel harde wetten te maken rondom euthanasie? Het paradijs van slapen laat veel liggen. Het had bespiegelingen kunnen bevatten. Filosofie. Overpeinzingen. Het is er niet, het is er nauwelijks. Waarom zijn er zoveel pagina’s gebruikt voor Blauws voorgeschiedenis terwijl die, gezien wat volgens het achterplat het thema zou zijn, nauwelijks ter zake doet? Ik kan niet helpen te denken aan Gerrit Blauw zelve, en de plek van de giraf in zijn theaterstuk. Die was alleen maar om zijn Saartje naar Oerol te lokken. Maar om het uit te kunnen voeren, moest Blauw er een sausje overheen gieten dat pers en geldverstrekkers zou aanspreken.

Zoiets.

Het paradijs van slapen is een typische Joost Oomen-roman. Maar om het meer te laten zijn dan een typische Joost Oomen-roman is de euthanasie-thematiek er maar zo’n beetje doorheen geweven.

Wat niet meteen slecht is. Als ge zien kondet: het roept wel vragen en overpeinzingen op. Al is het dan voor het grootste gedeelte een vrij gemiddelde roman over, laten we zeggen onvermogen en onmogelijke liefde, in handen van Joost Oomen wordt het gemiddelde altijd net iets meer. Wat je eraan overhoudt? Onbeantwoorde vragen. En enkele beelden die je misschien nooit meer vergeet.

Joost Oomen Het paradijs van slapen

Het paradijs van slapen

  • Auteur: Joost Oomen (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt 28 november 2024
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Joost Oomen

Een man is oud. Hij schreef, maakte theater, leefde een leven in dienst van kunst en poëzie. Nu kijkt hij terug op dat leven, niet uit weemoed, maar om zijn huisarts ervan te overtuigen dat ‘het boeltje voltooid is’. Dat je na een leven vol schoonheid en liefde het recht hebt er een punt achter te zetten, juist wanneer het geloof in die twee verdwijnt.

Zijn steeds ouder en zieker wordende plattelandspatiënten maken grote indruk op de huisarts. Wat kun je voor ze betekenen? En hoe zorg je dat je eigen hart niet steeds stiller wordt?

Het paradijs van slapenis een roman over de liefde en de dood. Over Friesland, Terschelling, kunst en euthanasie. Een boek over de in sterk vergrijzend Nederland steeds actuelere vraag wanneer iemand dood mag en welke rol schoonheid daarin speelt.

Joost Oomen is geboren 18 november 1990 in De Bilt. Hij is schrijver, dichter en theatermaker. Zijn debuutroman Het Perenlied werd genomineerd voor de Anton Wachterprijs. In verscheen zijn boek Visjes (∗∗∗∗)met reisverhalen van het Italiaanse eiland Salina. Hij speelde op Oerol en Lowlands en in vrijwel elk theater van Nederland, hij schrijft columns voor de noordelijke dagbladen en is regelmatig te gast bij radio en televisie. Lievegedicht, zijn vorig jaar verschenen dichtbundel, beleefde herdruk na herdruk, voor poëzie ongekend. Zijn vader is arts bij het Expertisecentrum Euthanasie. Oomen interviewde hem daarover voor De Groene Amsterdammer. Het inspireerde het voor zijn roman Het paradijs van slapen.

Bijpassende boeken en informatie

Obe Alkema – Bewogen selfies

Obe Alkema Bewogen selfies recensie en informatie over de inhoud van de memoir van de Nederlandse schrijver en criticus. Op 22 november 2024 verschijnt bij Uitgeverij Het Balanseer de memoir en het nieuwe boek van Obe Alkema. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Obe Alkema Bewogen selfies recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van Bewogen selfies, het nieuwe boek van Obe Alkema, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Obe Alkema Bewogen selfies

Bewogen selfies

  • Auteur: Obe Alkema (Nederland)
  • Soort boek: memoir
  • Uitgever: Het Balanseer
  • Verschijnt: 22 november 2024
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 24,50
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Boekhandel

Flaptekst van de memoir van Obe Alkema

In Bewogen selfies onderzoekt Obe Alkema de verhouding tussen landschap en herinnering. Wat treft hij aan bij terugkeer naar belangrijke plaatsen uit zijn geheugen? Wat herinnert hij zich niet, maar Google wel? Is er een gedenkschrift te puren uit zijn metadata?

Aan werkelijkheid alleen heb ik niet genoeg, dus is het onverstandig het fantaserende brein af te remmen. Het gevolg is meer horizon, terwijl je nergens op rekent. Het leven ontleent zijn structuur niet meer aan tijd.

Memoires, rechtstreeks verteld en met omwegen, uit eerste hand en van horen zeggen. Archieven en herinneringen eisen spreektijd, houden het niet meer droog of worden tot spreken gebracht. Wat hebben ze eigenlijk te melden? Ze lopen helemaal leeg, net als Alkema zelf. Een leven zoals zovele, poedelnaakt en geretoucheerd, vol zin en onzin.

Obe Alkema is geboren in 1993. Hij is dichter, kunstenaar en criticus voor NRC Handelsblad. Hij publiceerde in de afgelopen jaren in/op diverse bladen en platforms en debuteerde in november 2018 met de poëzieglossy Obelisque, die genomineerd werd voor de C. Buddingh’-prijs 2019.

Bijpassende boeken en informatie

Raymond de Borja – Facture

Raymond de Borja Facture review, recensie en informatie boek met gedichten van de Filipijnse dichter. Op 29 februari 2024 verschijnt bij Broken Sleep Books de dichtbundel van de uit de Filipijnen afkomstige schrijver Raymond de Borja. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave. Een Nederlandse vertaling van het boek is nieuw verkrijgbaar.

Raymond de Borja Facture review en recensie van Tim Donker

& facture & facture & wat is nu weer “facture”? Facture is hoe iets geconstrueerd is, facture is de schriftuur of zeg de penseelstreek van de feitelijkheden. Wel. Ofzo. De Borja gaat onder anderen te rade bij Guy Debord en Agnes Martin, die laatste kende ik eerlijk gezegd niet. Ik vroeg me af. Ik zocht. Ik vond. Agnes Martin is een minimalistiese kunstschilder, inmiddels dood, als schilders vaak zijn en minimalistiese al helemaal. Ik stuitte op een serie schilderijen, getiteld On a clear day, in zijn totaliteit mooi, erg mooi, de hele serie zou ik wel in mijn huis willen hebben, in elke kamer een paar schilderijen, al moet je dat geloof ik geen schilderijen noemen, is On a clear day, welaan, de penseelstreek der feitelijkheden zoals die zichtbaar wordt op een heldere dag? (en even overweeg ik een boek met reproducties van haar werk aan te schaffen maar waarom zijn die kunstboeken altijd zo achterlijk duur en wat doe je er verder mee behalve een paar keer per jaar zo’n beetje doorbladeren?). Of dan Debord. Ja. Zijn De spektakelmaatschappij is zo’n boek. Dat soort boek. Als Van theemutscultuur naar walkmanego. Van die boeken die je al heel lang wil hebben, maar die je om een of andere reden toch nooit gekocht hebt, een fase verder nog, dus, dan de boeken die ik allang een keer gekocht heb maar waarin ik om een of andere reden nog nooit een letter gelezen heb, mijn bovenboekenkast puilt uit van de boeken van die laatste soort, ik kan niet wachten tot Van theemutscultuur naar walkmanego en De spektakelmaatschappij daar ook zullen staan zodat ik, af en toe, hun ruggen ajen kan. Maar hoe ook. Kombineer de marxistiese grondlegger van het situationisme met een minimalistiese schilder die haar stijl als abstract expressionisme beschouwde en wat krijg je dan? De voelbaarheid van de realiteit. Vreugde. Ervaringen die schaars zijn, en zeldzaam. Nadenken over wat het verschil is tussen schaars en zeldzaam, wat is de nuance. Een radicaal wachten op blauw dat valt. Het roest op de hekjes in de brandgang. Aandacht. Keuze. Risico. En dan ben ik dus nog maar één gedicht ver, en nu al verder van huis dan ooit. Want hoewel Raymond de Borja met facture een onderzoek lijkt te ondernemen naar de struktuur, de “factualiteit” (is dat een woord?) van aldagsleven, levert dat bij hem geen schipperiaanse huiskamerpoëzie op die het nabije nabijer maakt; nee, De Borja vervreemdt de lezer juist zozeer van het hem omringende dat al het zijn een nergens zijn wordt. Door filosofie te paren aan sociologie en sociologie te paren aan psychologie en psychologie te paren aan literatuur en literatuur te paren aan beeldende kunst (minimalistiese misschien, of levensgrote installaties in verlaten fabriekshallen), laat de dichter voor de ogen van zijn lezers verschijnen: “een laadboom gegraveerd in een fabriek gegraveerd in een hoeveelheid water gegraveerd in een brief”. En dat vorige week maandag, in het magazijn van missende onderdelen. De illusies liggen op tafel, en de tafel zelf is een illusie. O. Ja. Lees ik de anatomie van een nachtmerrie? Het verslag van een reis door de boekenkast van Raymond de Borja? Een essay in de meest letterlijke betekenis van het woord: een probeersel? Een ordinair doeboek misschien, aangezien De Borja de lezer onophoudelijk denkend zet, opzoekend zet, schrijvend zet, uitvoerend zet? Zo komt hij met: “grijp het dichtstbijzijnde boek, de derde zin van het vierde hoofdstuk beschrijft je leven”, die kende ik nog niet maar ik doe, ik grijp het dichtstbijzijnde boek, ik zoek op en krijg: “Maar als dat zo was, hoe kon het dan dat ik haar niet had gezien op het station?”, en ja dat zou best eens een rake beschrijving kunnen zijn van mijn leven en dit lijkt me een prima gezelschapsspel voor de feestdagen: met zun allen in een kring op de grond, stapels boeken overal, boeken grijpen, de derde zin van het vierde hoofdstuk opzoeken en iedereen pas naar huis als ze allemaal een goed doortimmerde analyse hebben gegeven hoezo de gevonden zin over hun leven gaat. En zo door je eigen boeken gaan, en De Borja door de zijne. Altijd weer dat kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid jajaja, we kennen dat wel, maar oké, niemand zegt dat De Borja geen boeken mag lezen die de hele wereld leest. Deze verbazing is niet het begin van kennis. Of wel misschien. Zoals. Het zitten. Hier. Op een droge donderdag en voor het eerst sinds jaren weer eens miljoenen nu levend zullen nooit doodgaan om de kamer mee op te vullen, en lezen over barbarismen. Grieks: buitenlands. Sanskriet: stotteren. Over de telefoon plauderen over een ander boek, een veel ouder boek, en ook: denkend over kunst en alles wat gedacht is als totem. Dit. Totem. Dat. Totem één. Mensen van de zwervende huizen. Ook dat vult de ruimte. Komt er ergens nog eens ballet bij, welja. Trisha Brown in ieder geval. Ook zij nu dood. En een droom van dode kamers. Een grote scheur in de namiddag. Waarschijnlijk een hart. En geheel momenteelderlijk vraag ik me af wat totale stilte met je hersens doet. Het moment spreekt daar. Met muziek een tuin komponeren. De zon, Dorian. Acht harmoniese toonhoogtes met negen echo’s. Dan de vele jaren van voorspoed. Of Breton. Die Nadja laat vragen: wie ben ik? Of Agamben. Die zegt dat het gelaat is waar een zijnde verschijnt, en wegzinkt in die verschijning, en een manier moet vinden om eruit te komen (leuk dat je Agamben erbij haalt, De Borja, maar ik heb hem wel eens zinniger gehoord) (en Levinas trouwens, en Levinas dan?) (en Julio Iglesias dan?) (en De Borja: ik wil dat ons gedicht een gelaat heeft. Het moet een manier vinden om eruit te komen) (niets komt ooit nog ergens uit) (een idee legt beslag op een beeld van de wereld). Dan de vele jaren van voorspoed. Of. Hoe het steeds gaat, hoe het steeds jaagt in facture, zelfs als het stil staat, zelfs als het soms alleen maar 26 juli 1972 kan zijn, want tijd is dun rondom de oorzaak en dik rondom het gevolg. Zegt On Kawara dat Nikolai Kozyren zei (volgens Raymond de Borja dan). De Kawara van de dataschilderijen. Dagen vinden plaats. Vandaag vindt plaats. Het loutere leven. De blinde tijd. Wat past beter bij facture dan On Kawara? Misschien Kurt Schwitters misschien, misschien het merzbau misschien, en De Borja opzettelijk de data door elkaar gojen (de blinde tijd) (de lege tijd) (de alleen door de mens gevulde tijd), De Borja opzettelijk de kronologie op zijn kop zetten. De limieten in tijdruimte. In sommige paradoxen is de limiet waar vriendschap ontstaat. Zodanig dat vriendschap ruimte radiëert. De fragmenten die misschien wel of misschien niet ons leven zijn.

Maar wat ik nog steeds niet weet: wie is toch die Jean?

En wat ik nog steeds niet weet: wat moet ik er eigenlijk van vinden?

facture vraagt om herlezen. facture vraagt om denken. facture vraagt om doen. Als iemand me zou vragen waar ist werk van, zou ik misschien kunnen zeggen daar ist werk van. En grijnzen. Laat op de avond. Vroeg in de nacht misschien. De tijdruimte ligt toch al aan diggelen.

Raymond de Borja Facture

Facture

  • Auteur: Raymond de Borja (Filipijnen)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Broken Sleep Books
  • Verschijnt: 29 februari 2024
  • Omvang: 84 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Amazon / Bol

Flaptekst van het boek van de Filipijnse dichter Raymond de Borja

Raymond de Borja’s facture is an inventive book, both literary and wondrously attuned to the most minute subtleties. The poems in facture are uncannily cohesive, each a small sculpture, a little engine. De Borja’s poems speak through the history of the art world, the history of art theory, and an acute sense of the material world as well. De Borja’s work feels in service of a larger project which we could call the making of art, art which emerges through the work of one’s hands and mind. There is a kind of tenderness toward the poet’s and reader’s body in these poems, a kind of care and compassion in relation to craft, and in the relation of writing to the world.

Bijpassende boeken en informatie

Karwan Fatah-Black & Lauren Lauret – Koloniaal burgerschap

Karwan Fatah-Black & Lauren Lauret Koloniaal burgerschap recensie en informatie boek over koloniale burgerschapsvormen. Op 28 november 2024 verschijnt bij uitgeverij Boom Geschiedenis het boek Koloniaal burgerschap, Geschiedenis en erfenis. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteurs en over de uitgave.

Karwan Fatah-Black & Lauren Lauret Koloniaal burgerschap recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijn van Koloniaal burgerschap, geschiedenis en erfenis, boek met artikelen onder redactie van Karwan Fatah-Black en Lauren Lauret, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Karwan Fatah-Black & Lauren Lauret Koloniaal burgerschap

Koloniaal burgerschap

Geschiedenis en erfenis

  • Redactie: Karwan Fatah-Black, Lauren Lauret (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse geschiedenis
  • Uitgever: Boom
  • Verschijnt: 26 november 2024
  • Omvang: 304 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 24,90
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst boek over Nederlands kolonialisme

De Grondwet van Thorbecke legde de basis voor ongelijkheid waarvan de gevolgen tot op de dag van vandaag voelbaar zijn. Er waren grote verschillen tussen wie burgers waren in Nederland en wie burgers waren in de koloniën. Inwoners van het Nederlandse Koninkrijk kregen en krijgen niet overal dezelfde rechten, plichten en behandeling. Deze verschillen vormen een belangrijk onderdeel van de discussie over postkoloniaal burgerschap in Nederland.

In Koloniaal burgerschap onderzoeken de auteurs de oorsprong en doorwerking van de koloniale burgerschapsvormen. De Molukse kwestie, het onopgeloste Surinaamse AOW-gat en de overheidsexcuses voor koloniale slavernij tonen aan dat het koloniale verleden van Nederland nog steeds invloed heeft op vraagstukken rondom gelijkheid en sociale rechtvaardigheid.

Karwan Fatah-Black is geboren op 17 april 1981 in Amsterdam. Hij is een Nederlands historicus en universitair docent aan de Universiteit Leiden. Hij is gespecialiseerd in de Nederlandse koloniale geschiedenis. Zijn onderzoek richt zich op vroegmoderne globalisering en het Atlantische slavernijverleden.

Lauren Lauret doceert Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit Leiden en analyseert het hedendaagse politieke krachtenveld bij de denktank van politieke historici Advies & Actualiteit van de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Bijpassende boeken en informatie