Alle berichten van Redactie

Adwin de Kluyver – Niemandsland

Adwin de Kluyver Niemandsland recensie en informatie boek met een Antarctische ontdekkingsreis. Op 9 september 2021 verschijnt bij uitgeverij Spectrum het nieuwe boek van de Nederlandse historicus en schrijver Adwin de Kluyver.

Adwin de Kluyver Niemandsland recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Niemandsland, Een Antarctische ontdekkingsreis. Het boek is geschreven door Adwin de Kluyver. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van dit boek met een literaire ontdekkingsreis richting de Zuidpool, geschreven door de Nederlandse schrijver en historicus Adwin de Kluyver.

Adwin de Kluyver Niemandsland Recensie

Niemandsland

Een Antarctische ontdekkingsreis

  • Schrijver: Adwin de Kluyver (Nederland)
  • Soort boek: Antarctica boek
  • Uitgever: Spectrum
  • Verschijnt: 9 september 2021
  • Omvang: 348 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Waardering: ∗∗∗∗∗ (uitmuntend)

Recensie en waardering van het boek

  • Zolang de wereld bekend is met het bestaan van Antarctica, spreekt dit gebied enorm tot de verbeelding. Het meest onherbergzame continent op aarde was lange tijd zo goed als ontoegankelijk en zelfs in het huidige tijdsgewricht vergt het grote inspanningen om er te komen en zeker om er lange tijd te verblijven. Uiteraard is het er met de komst van georganiseerde cruisereizen wel wat gemakkelijker en comfortabeler op geworden. Adwin de Kluyver besteed in zijn nieuwe en prachtig uitgegeven boek aandacht aan de pioniers die alle ontberingen trotserend en soms met fatale afloop de extreme kou op een desolaat continent trotseerden. Als rode draad loopt het verhaal van de misschien wel meest tragische Japanse poolvorser Nobu Shirase door het hele boek heen. Niemandsland is een prachtig vormgegeven boek geworden, vol boeiende en verrassende verhalen en in een mooie stijl opgeschreven. Een echte aanbeveling om zelf te lezen en cadeau te geven. (Allesoverboekenenschrijvers.nl, ∗∗∗∗∗)
  • “Elke zin is raak. […] Het geheel aan invalshoeken, dagboekaantekeningen en anekdotes maakt Niemandsland tot een wervelende ontdekkingsreis.” (NRC, ●●●●●)

Flaptekst van het boek over Antarctica van Adwin de Kluyver

In Niemandsland neemt Adwin de Kluyver ons mee op een literaire ontdekkingsreis richting de Zuidpool. Met aanstekelijk vertelplezier laat hij zien hoe de mens in de loop der eeuwen dit koude continent heeft verkend, beschreven en benut.

Van een walvisjagende schilder die als eerste Nederlander voet zette op Antarctica tot nazi’s die er een kolonie wilden vestigen. Meesterverteller De Kluyver vervlecht verhalen over ontdekkers, antihelden, wetenschappers en charlatans met zijn verlangen om het uiterste Zuiden te bereiken en in de voetsporen te treden van een vergeten Japanse poolheld.

Niemandsland is een onweerstaanbaar boek over een vrijwel onbekend werelddeel waar niemand woont en dat van niemand is; een boek voor iedereen die zijn literaire horizon wil verbreden.

Bijpassende boeken en informatie

Lauren Groff – Matrix

Lauren Groff Matrix Recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe historische roman. Op 9 september 2021 verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij de Nederlandse vertaling van de nieuwe roman van de Amerikaanse schrijfster Lauren Groff.

Lauren Groff Matrix recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Matrix. Het boek is geschreven door Lauren Groff. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe historische roman van de Amerikaanse schrijfster Lauren Groff.

Recensie van Monique van der Hoeven

Matrix geschreven door de Amerikaanse schrijfster Lauren Groff stond eerlijk gezegd al een poosje op me te wachten – wat een vergissing om het zo lang te laten wachten. Want het blijkt een van de mooiste boeken die ik ooit heb gelezen.

Lauren Groff schetst een grandioos beeld van de 12e eeuwse Marie de France, die vanuit het hof van Eleonora van Aquitanië naar een klooster wordt verbannen, omdat ze door haar grofheid en lelijkheid niet geacht wordt geschikt te zijn voor een huwelijk.

We lezen het verhaal van Marie de France niet bekeken door de bekende historische mannelijke blik, maar juist door de vrouwelijke ervaring van Marie zelf. En dat op zichzelf is al helend en balans creërend – omdat we het overgrote deel van historische verhalen alleen kennen vanuit een mannelijke blik, waarbij vrouwen als onbelangrijk of als bijfiguren werden weggeschreven, is het altijd een verademing om een verhaal vanuit vrouwelijk oogpunt (her)verteld te krijgen.

In dit geval gaat het nog een stukje verder,  juist door de religieuze achtergrond waartegen het verhaal zich afspeelt, waarin we ook het vrouwelijk perspectief van de nonnen krijgen. Groff gaat zover dat het goddelijke, de god die zo centraal staat in Marie’s leven als abdis, vrouwelijk blijkt te kunnen zijn.

Het boek vertelt het verhaal van Marie de France, die, als ze zich eenmaal overgeeft aan haar verbanning van het hof, helemaal gaat voor haar taak als priorin van een vervallen abdij. Intelligent en handig als ze is creëert ze welvaart voor de nonnen, voor de abdij, die ze bij haar aankomst in zware armoede aantreft. We lezen over Marie’s leven, haar relaties met de andere nonnen, haar visioenen en haar altijd blijvende liefde voor Leonora van Aquitanië.

Een werkelijk prachtig en heel waardevolle roman! Ontzettend goed geschreven ook, ik kon niet stoppen met lezen. Dikke aanrader dus, gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Lauren Groff Matrix Recensie

Matrix

  • Schrijfster: Lauren Groff (Verenigde Staten)
  • Soort boek: historische roman
  • Origineel: Matrix (2021)
  • Nederlandse vertaling: Lucie Schaap
  • Verschijnt: 9 september 2021
  • Omvang: 304 pagina’s
  • Uitgave: gebonden / ebook
  • Prijs: € 23,99 / € 13,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van de historische roman van Lauren Groff

De zeventienjarige Marie de France wordt weggestuurd van het hof van Eleonora van Aquitanië omdat ze te ruw en te grof is voor het huwelijk of het hoofse leven. Tegen haar zin in reist ze af naar Engeland, waar ze aangesteld wordt als priores van een vervallen abdij. Bij aankomst is Marie geschokt door de toestand van de nonnen, die honger lijden en een zwakke gezondheid hebben, maar gaandeweg vindt ze haar plaats in het dagelijks leven van het collectief. Haar verlangen naar haar familie, haar vaderland en haar jeugdige passies maken plaats voor iets nieuws: een onvoorwaardelijke toewijding aan de zusters en een stellige overtuiging van haar goddelijke visioenen. Marie, geboren in een familie van vrouwelijke strijders en kruisvaarders, is vastberaden om een nieuwe koers in te slaan met de vrouwen die ze nu leidt en beschermt. Maar is haar nieuw gevonden geloof sterk genoeg in een wereld die zo snel op beangstigende wijze verandert, een wereld die geen plaats lijkt te hebben voor mensen als Marie?

Bijpassende boeken en informatie

Cars of Cuba

Cars of Cuba autoboek recensie en informatie fotoboek van David J. Reimer over de Amerikaanse auto’s op het eiland Cuba. Op 15 mei 2021 verschijnt bij uitgeverij Crave Press dit Engelstalige autoboek van David J. Reimer.

Cars of Cuba autoboek recensie en informatie fotoboek

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van het autoboek Cars of Cuba. Het boek is geschreven door David J. Reimer. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit Engelstalige boek over de bijzondere auto’s op Cuba, geschreven door David J. Reimer.

Cars of Cuba Autoboek

Cars of Cuba

  • Schrijver: David J. Reimer (Verenigde Staten)
  • Soort boek: autoboek
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Crave Press
  • Verschijnt: 15 mei 2021
  • Omvang: 54 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / paperback

Flaptekst van het boek over de auto’s van Cuba

Cuba is a paradise for the classic car buff. It is the world’s largest rolling car museum of automobiles spanning the 1940s and 1950s. From Chevrolets, Fords, Buicks, and Dodges, to Plymouths, Studebakers, Oldsmobiles and more, these yank tanks run the range from near mint condition to true fixer uppers.

Cars of Cuba is filled with more than 200 color photographs that showcase beautiful classic American cars with polished chrome and vivid paint jobs cruising the streets of Old Havana, taking passengers back in time for the ride of their life.

Sit back, relax and get ready to be transported back to the 1950s. Before long, you’ll be booking your own visit to Cuba, the greatest place on the planet for classic car buffs.

This book is dedicated to the people of Cuba who keep these old-school American beauties alive through their resourcefulness and ingenuity. We tip our hats to you.

Bijpassende boeken en informatie

Willem du Gardijn – Het einde van het lied

Willem du Gardijn Het einde van het lied recensie en informatie nieuwe Nederlandse roman. Op 9 september 2021 verschijnt bij uitgeverij Koppernik de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Willem du Gardijn.

Willem du Gardijn Het einde van het lied recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Het einde van het lied. Het boek is geschreven door Willem du Gardijn. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Willem du Gardijn.

Recensie van Tim Donker

& even later & Gunther was dood & gasten aan de keukentafel & de dingen die je dan zegt. De vrouw zegt dat ze boeken leest, en de man zit daar maar en praat over formule één, en zit daar maar, en drinkt bier, en lacht. Maar de vrouw zegt dat ze boeken leest, dus ik luister met één oor naar haar. Romantiese boeken, specificeert ze en het ene oor wordt een half oor. Ze mompelt wat, noemt wat namen van schrijfsters. Namen die mij niks zeggen. Ik vermoed er schrijfsters van stuiverromannetjes bij. Het soort dat mijn moeder ook las. Wagonladingen vol. Met hele vuilniszakken tegelijk kwamen die binnen. Ik zit. Drink bier. Voel een zweem van nostalgie omdat ik aan mijn moeder denk. Die al elf jaar dood is, en nu niets meer leest. Hoe ook zij zat. Op de bank. Haar benen opgetrokken onder haar. En lezen.

En zitten, ik. En zwijgen. En de man daar tegenover me die bier drinkt. En de vrouw naast me, die zegt dat ze leest. “Ook historische romans.” zegt ze.

En zitten, ik. En peinzen. Een gedachte die opkomt en die ik formuleren wil. Want uiteindelijk moet een mens iets zeggen. Ik zit daar al te lang te zitten en te zwijgen en bier te drinken en me te ergeren aan dat domme lachje van die man die zo graag naar formule één kijkt. Iets zeggen nu, bijvoorbeeld over historische romans. Iets zeggen over keizer Hadrianus en de laatste tachtig pagina’s van Het einde van het lied. Ik verzamel woorden in mijn hoofd, ik broed op een strekking, ik zoek naar een structuur. Ik wil weten wat ik ga zeggen voor ik het ga zeggen. Maarja. U weet. Gasten aan een keukentafel en hoe dat dan gaat. Dan gaat het zo: ze zijn allang drie onderwerpen verder vooraleer ik maar enigszins weet wat te zeggen en hoe het te zeggen. Ze lachen nu. Om dingen die mij ontgaan zijn. Zo gaat dat met gasten aan een keukentafel. Het moet snel gaan voor gasten aan een keukentafel. Er moet gelachen worden met gasten aan een keukentafel. De man vraagt mij om een volgend biertje. Ik haal het hem.

Zie je, ik hou niet van gasten aan een keukentafel. Ik hou niet van man en vrouw gaan op bezoek bij man en vrouw. Ik hou van gasten die in hun eentje komen op momenten dat ik ook in mijn eentje ben. Gasten die op de bank zitten, of op de vloer, of in de tuin als het weer het toelaat. Of voor mijn part aan de keukentafel maar dan niet op zo’n nadrukkelijke WijZittenAanDeKeukentafel-manier. Bovenal hou ik van gasten die stilte verdragen. Die tegen zwijgen kunnen. Die naar woorden zoeken begrijpen. Die weten dat niet elke gedachte klaar en af in je hoofd ligt te liggen maar soms nog gevormd moet worden – en dat dat tijd kost. Ik hou van gasten waarbij het traag en aarzelend mag.

Zo waren niet deze gasten. Maar wat maakte het eigenlijk uit. Het einde van het lied is toch geen historische roman.

Het einde van het lied is een lied. Nee. Het einde van het lied is drie liederen.

Of.

Nee.

Wacht.

Want zo was het natuurlijk niet begonnen.

Casiotone For The Painfully Alone op de steerjoo, midderdagse herfstzon in het keukenraam en op die vervloekte inductieplaat staat een soepje traag en zachtjes te koken. Er was geen enkele andere reden dat dit soepje traag en zachtjes koken moest dan dat ik vond dat dit het soort soepje was dat traag en zachtjes koken moest. Ik zat. Aan de keukentafel ja. Maar alleen. En ik las. Ik las het eerste lied in Het einde van het lied. Dat eerste lied is een droevig lied. Maar een mooi lied. Ik las moois, er was warmige zon, fijne muziek, trage soep; voor enkele momenten was het leven zelfs in dit godverdomde huis en in deze godverdomde tijd goed (en wat hebben we meer dan momenten) (wie zei dat ook alweer?). Ik las iets over de duistere meisjes, en dat vond ik prachtig. Ik las een zin als “De wijzer van de klok maakte een paar rondjes”, en dat vond ik prachtig. Ik las zinnen als “Voel me veel, behalve mijn naam” en “Wanneer begon het begin van de middag?”, en dat vond ik prachtig. Ruiterlijk -want zo ben ik- vergaf ik Du Gardijn “Niet zomaar, er waren redenen. Die waren niet goed gecommuniceerd.” Ik haat het woord communiceren en het overmatige gebruik ervan waaraan deze tijd mank gaat (naja, deze tijd gaat aan wel veel meer mank natuurlijk). Vooral op kantoor, denk ik. Waar de mensen dingen zeggen als “Daar is naar mij toe niets over gecommuniceerd” waar met hetzelfde gemak gezegd had kunnen worden “Dat is mij nooit verteld” en dan maak je nog een veel minder achterlijke indruk ook. Maar ik vergaf het Du Gardijn want vergeving is een prachtig ding vind ge niet? Ik knarste slechts eventjes met mijn tanden, en las door. Moje dag. Moje muziek. Mooi boek.

Maar zo was het niet begonnen nee.

Willem du Gardijn -ik kende hem niet- heeft een zeer overrompelende schrijfstijl die wegkijken onmogelijk maakt. Hij inkt zijn woorden direkt op de huid van de lezer (ha! mag je van Theo alvast nooit meer kritisch zijn over welke vaccinatie dan ook). Dacht ik: Willem du Gardijn schrijft het leven zelve. Maar meteen schaam ik me voor die gedachte en ik streep hem door: Willem du Gardijn schrijft het leven zelve. Maar toch. Er is wel iets van aan. Zijn schrijvershand grijpt je bij de strot en sleurt je diep het boek in. Je leeft niet zomaar wat mee met de personages: je bént de personages. En dat begint dan goed want als gezegd: het eerste lied is een droevig lied.

Je bent een vrouw in verwarring. Je bent Aimée. In het eerste lied ben je Aimée.

Gevoelige, duistere Aimée ben je nu. Je speelt piano. Je man heet Adriaan. Die schrijft een boek. Het kan zijn dat je in het tuinhuis woont en niet in het hoofdhuis bij je man. Het kan zijn dat je een affaire hebt gehad met je pianostemmer Yves. Het kan zijn dat dat tot een hele hoop gedoe heeft geleid. Het kan zijn dat je later misschien toch weer in het hoofdhuis woont bij je man. Het kan zijn dat je gestopt bent met je praktijk. Het kan zijn dat de dokter soms komt, en dat je medicatie nodig hebt. Het kan zijn dat iemand je partituren gestolen heeft. Het kan zijn dat je niet altijd even goed meer weet wat hier nu eigenlijk aan de hand is.

Het doet pijn om Aimée te zijn. De lezer voelt die pijn.

Het is verwarrend om Aimée te zijn. De lezer voelt die verwarring.

Ja dat doet die Du Gardijn goed. Je bevindt je -ineens- in een situatie waarin je niet heel goed wegwijs meer bent. Er is mist, er is duister. Soms komen er mannen uit het duister tevoorschijn. Adriaan? De dokter? Ook zijn er duistere meisjes die dingen tegen je zeggen. Zijn die echt? Stemmen van vroeger? Demonen? Sirenen? Niet alles wordt opgehelderd. Er blijft te raden over. We raden maar wat. We zijn mensen en we raden maar wat. Hoe diep menselijk om uiteindelijk alleen maar wat te kunnen raden; hoe diep menselijk om Aimée te zijn. De menselijkste van ons allemaal.

Ik moest daar wel even aan wennen; ik moest de melodie van dit eerste lied duidelijk leren kennen. Er was verzet voordat ik de hand me liet meesleuren. Omgekeerd duurde het ook even om er weer uit te krabbelen, me te realiseren dat ik dan misschien wel Aimée was maar ook ‘ne gast die Casiotone For The Painfully Alone en een soepje op had staan. Aan het eind van het eerste lied wordt het echt allerwege onmogelijk om Aimée te blijven. Los van haar blijf ik haar wel als mens zien, een heel echt mens, de mooiste en de liefste vrouw die je je maar indenken kunt. De vrouw die ik eerst was heel werkelijk voor me te zien: dan ben ik maar 55 bladzijden ver in Het einde van het lied maar dan weet ik dat Willem du Gardijn een grote is. Een hele grote.

Het tweede lied dan.

(nu al het tweede lied, denk ik, het eerste lied duurde me te kort denk ik, ik had drie liederen lang Aimée willen blijven denk ik)

Het tweede lied is een koortsig lied. In het tweede lied gaat het over Adriaan. Adriaan reist af naar Italië om er verder te werken aan het boek over de laatste dagen van keizer Hadrianus. Ook de lezer reist, de lezer is ook weer Adriaan maar in het tweede lied is de lezer wat mij betreft minder consequent het personage dan in het eerste lied. Aimée was ik steeds, Aimée was ik volkomen. Als Adriaan met zijn boek bezig is; denkend erover of research doend ervoor, stop ik hem te zijn. Het onderwerp staat eenvoudigweg te ver van me af. Ik volg het van een afstandje. Maar de schrijfstijl blijft, en de zinnen ook. Zeg nou zelf: “De dood achter haar maakte haar lange haar mooi” – dat is toch een pareltje?

Daardoor komt het.

Daardoor komt het dat het praten met oudheidkundigen, conservatoren, archivarissen, archeologen; het opstellen van hypotheses over de sterfplek van Hadrianus; het (soms best abstracte) gemijmer over de (on)mogelijkheden van het schrijven; de haast essayistisch aandoende beschouwingen over leven en dood van dit tweede lied tóch geen dor lied maken. Dat komt door die prachtige zinnen die Du Gardijn je zomaar ineens (een beetje triomfantelijk, stel ik mij voor) in je gezicht kan smijten.

Daardoor. En hierdoor:

Het gaat daar in Italië niet alleen maar over Hadrianus. Je bent ook een geworpen zijnde, geworpen in een groezelige maffiafilm. Zoals je daar zit, als Adriaan, in je rare appartement in Napels. Hitte. Regenval. Achterdocht. Droom. Nachtmerrie. Gestoorde medebewoners. Drank. Sigaretten. Dood. Leugens (want: “Liegen was in Italië een vak op school”). Bedreigingen. Afpersing. De sfeer steeds hallucinant, broeierig, beklemmend. De laatste pagina’s van het tweede lied zijn weergaloos mooi. Het nam me mijn adem. Het stolde mijn bloed. Het zette de tijd stil. Dit is literatuur van het allerhoogste nivo.

Het derde lied is een klassiek lied. Het is 138 jaar na de geboorte van Christus. Du Gardijns schrijfstijl wordt hier een tint of wat statiger, zo lijkt het toch. Geen moment in dit laatste lied word ik Hadrianus; zoveel eeuwen kan die intensiteit klaarblijkelijk niet overleven. Bijzonder onderhoudend vond ik het wel, en dat is meer dan ik verwacht had want ik heb niet zoveel met historische romans. Je hebt gelijk, dat is een vooroordeel. Ik heb namelijk nog nooit van mijn leven een historische roman gelezen. Maar ik kan niet elk boek ter wereld lezen. En daarom heb ik vooroordelen nodig. Om bepaalde schrijvers, genres en stijlen al op voorhand uit te sluiten. Een beetje overzicht moet er zijn. Of deze tachtig pagina’s tekenend zijn voor de gemiddelde historische roman weet ik dus niet. Ik vond het mooi. Ik kon het zien. Hadrianus in zijn koets, reizend tijdens de laatste dagen van zijn leven. Ik kon meegaan op die reis. Ik kon de zeelucht ruiken, ik kon de wind voelen waaien. Ik vond het derde lied niet het mooiste lied maar toch ook een lied dat ik niet had willen missen.

Drie uiteenlopende liederen heeft Willem du Gardijn hier op doen klinken. Het is voorzekers toch niet de eerste keer dat ik zo totaal gegrepen werd door een boek van Koppernik. Jee, wat een fijne uitgeverij is dat toch eigenlijk. Kunnen die niet elke dag een boek uitgeven?

Willem du Gardijn Het einde van het lied Recensie

Het einde van het lied

  • Schrijver: Willem du Gardijn (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 9 september 2021
  • Omvang: 232 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe roman van Willem du Gardijn

Nadat Adriaan zijn vrouw Aimée heeft verloren, vertrekt hij naar Italië om verder te werken aan een project waar hij al jaren mee bezig is: hij wil de laatste weken beschrijven van het leven van keizer Hadrianus – de periode die Marguerite Yourcenar in Mémoires d’Hadrien heeft nagelaten te vertellen.

Hij treedt in de voetsporen van Hadrianus en verblijft in Rome, in Napels en ten slotte in Baia, de oude Romeinse badplaats waar de keizer volgens overlevering op de tiende juli van het jaar 138 stierf. Terwijl hij werkt aan de beschrijving van de laatste reis van de keizer dringen gedachten aan Aimée zich steeds sterker aan hem op en durft hij het eindelijk aan in haar nagelaten dagboeken te lezen.

Het einde van het lied is een opmerkelijke tour de force over liefde, noodlot en aanvaarding, waarin Willem du Gardijn op geraffineerde wijze fictionele en historisch-biografische verhaallijnen verweeft.

Willem du Gardijn (1964) debuteerde in 2008 met de roman Monografie van de mond, waarmee hij werd genomineerd voor de Academica Literatuur Prijs. In 2011 verscheen de verhalenbundel Negen raven en in 2016 de roman Bevrijding. Zijn verhalenbundel Het grote vakantiepark, die in 2018 verscheen, stond op de longlist van de BookSpot Literatuurprijs.

Bijpassende boeken en informatie

Ada Ferrer – Cuba

Ada Ferrer Cuba recensie en informatie boek over de geschiedenis van de verhoudingen tussen Cuba en Verenigde Staten. Op 7 september 2021 verschijnt bij uitgeverij Scribner Books dit boek over Cuba van de Cubaans-Amerikaanse schrijfster Ada Ferrer.

Ada Ferrer Cuba recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van Cuba, An American History. Het boek is geschreven door Ada Ferrer. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het boek over de geschiedenis van de Amerikaans-Cubaanse verhoudingen, geschreven door historicus Ada Ferrer.

Ada Ferrer Cuba Recensie

Cuba

An American History

  • Schrijfster: Ada Ferrer (Cuba, Verenigde Staten)
  • Soort boek: geschiedenisboek
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Scribner Book Company
  • Verschijnt: 7 september 2021
  • Omvang: 576 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook

Flaptekst van het boek over Cuba van Ada Ferrer

An epic, sweeping history of Cuba and its complex ties to the United States–from before the arrival of Columbus to the present day–written by one of the world’s leading historians of Cuba.

In 1961, at the height of the Cold War, the United States severed diplomatic relations with Cuba, where a momentous revolution had taken power three years earlier. For more than half a century, the stand-off continued–through the tenure of ten American presidents and the fifty-year rule of Fidel Castro. His death in 2016, and the retirement of his brother and successor Raúl Castro in 2021, have spurred questions about the country’s future. Meanwhile, politics in Washington–Barack Obama’s opening to the island, Donald Trump’s reversal of that policy, and the election of Joe Biden–have made the relationship between the two nations a subject of debate once more.

Now, award-winning historian Ada Ferrer delivers an ambitious and moving chronicle written for a moment that demands a new reckoning with both the island’s past and its relationship with the United States. Spanning more than five centuries, Cuba: An American History provides us with a front-row seat as we witness the evolution of the modern nation, with its dramatic record of conquest and colonization, of slavery and freedom, of independence and revolutions made and unmade.

Along the way, Ferrer explores the sometimes surprising, often troubled intimacy between the two countries, documenting not only the influence of the United States on Cuba but also the many ways the island has been a recurring presence in US affairs. This, then, is a story that will give American readers unexpected insights into the history of their own nation and, in so doing, help them imagine a new relationship with Cuba.

Filled with rousing stories and characters, and drawing on more than thirty years of research in Cuba, Spain, and the United States–as well as the author’s own extensive travel to the island over the same period–this is a stunning and monumental account like no other.

Bijpassende boeken en informatie

Cuba reisgidsen en boeken

Cuba reisgidsen en boeken. Wat zijn de beste reisgidsen van Cuba? Welke romans en andere boeken over Cuba zijn interessant om te lezen? Wat zijn de beste reisboeken over Cuba?

Cuba reisgidsen en boeken over het land

Cuba is een land in het Caribisch gebied met zo’n 11 miljoen inwoners. Het land bestaat het grootste eiland Cuba, het eiland Isla de la Juventud en meer dan 4000 kleine eilanden. Het land heeft een bewogen geschiedenis en is sinds de revolutie van 1959 een socialistisch land.

Overzicht van nieuwe reisgidsen en boeken over Cuba

Hieronder is een overzicht te vinden van interessante nieuwe romans, reisverhalen, reisgidsen en andere boeken over Cuba. De nieuwste boeken staan bovenaan de lijst.

Lonely Planet Cuba

  • Schrijvers: Brendan Sainsbury, Carolyn McCarthy
  • Lonely Planet Cuba Reisgids RecensieSoort boek: reisgids
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Lonely Planet
  • Verschijnt: 1 november 2021
  • Omvang: 544 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Inhoud reisgids: Lonely Planet : Comprehensive and inspirational guides with thousands of detailed listings, reviews and recommendations for travellers with a sense of adventure and exploration Timeworn but magnificent, dilapidated but dignified, fun yet maddeningly frustrating – Cuba is a country of indefinable magic. Lonely Planet will get you to the heart of Cuba, with amazing travel experiences and the best planning advice…lees verder >

Cuba

An American History

  • Ada Ferrer Cuba RecensieSchrijfster: Ada Ferrer (Cuba, Verenigde Staten)
  • Soort boek: geschiedenisboek
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Scribner Book Company
  • Verschijnt: 7 september 2021
  • Omvang: 576 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Inhoud boek: An epic, sweeping history of Cuba and its complex ties to the United States–from before the arrival of Columbus to the present day–written by one of the world’s leading historians of Cuba. In 1961, at the height of the Cold War, the United States severed diplomatic relations with Cuba, where a momentous revolution had taken power three years earlier. For more than half a century, the stand-off continued–through the tenure of ten American presidents and the fifty-year rule of Fidel Castro…lees verder >

Cars of Cuba

  • Schrijver: David J. Reimer (Verenigde Staten)
  • Cars of Cuba AutoboekSoort boek: autoboek
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Crave Press
  • Verschijnt: 15 mei 2021
  • Omvang: 54 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / paperback
  • Inhoud boek: Cuba is a paradise for the classic car buff. It is the world’s largest rolling car museum of automobiles spanning the 1940s and 1950s. From Chevrolets, Fords, Buicks, and Dodges, to Plymouths, Studebakers, Oldsmobiles and more, these yank tanks run the range from near mint condition to true fixer uppers. Cars of Cuba is filled with more than 200 color photographs that showcase beautiful classic American cars…lees verder >

Meer boeken en reisgidsen van Cuba

The Book of Havana

  • Schrijvers: Diverse auteurs
  • The Book of Havana Verhalen of de hoofdstad van CubaSoort boek: verhalen, non-fictie
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Comma Press
  • Verschenen: 2018
  • Omvang: 128 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook
  • Inhoud boek: The stories gathered in this anthology reflect the many complex challenges Havana’s citizens have had to endure as a result of their country’s political isolation – from the hardships of the ‘Special Period’, to the pitfalls of Cuba’s schizophrenic currency system, to the indignities of becoming a cheap tourist destination for well-heeled Westerners. Moving through various moments in its recent history, as well as through different neighbourhoods – from the prefab, Soviet-era maze of Alamar, to the bars and nightclubs of the Malecón and Vedado…lees verder >

Bijpassende boeken en informatie

Dirk Debeys – Sneeuwrood

Dirk Debeys Sneeuwrood recensie en informatie over de inhoud van deze Vlaamse debuutthriller. Op 8 september 2021 verschijnt bij Pleckmans Uitgevers de eerste thriller van de Vlaamse schrijver Dirk Debeys.

Dirk Debeys Sneeuwrood recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de Belgische thriller Sneeuwrood. Het boek is geschreven door Dirk Debeys. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de debutthriller van de Vlaamse schrijver en reclameman Dirk Debeys.

Dirk Debeys Sneeuwrood Recensie

Sneeuwrood

  • Schrijver: Dirk Debeys (België)
  • Soort boek: Vlaamse thriller
  • Uitgever: Pelckmans
  • Verschijnt: 8 september 2021
  • Omvang: 272 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de eerste thriller van Dirk Debeys

De Belgische zakenman René Dumont wordt dood teruggevonden in Zwitserland, onder aan een bergkam. Voetstappen in de sneeuw verraden dat hij daar niet alleen was, maar niemand heeft iets gezien. Niet veel later wordt in hetzelfde dorp Karel Essink neergeschoten tijdens het skiën. Zijn collega’s, met wie Karel op jaarlijkse skitrip was, blijven vol ongeloof achter en wassen hun handen in onschuld. Ervaren rot Serge Ruffieux en jonge wolf Tony Hänggi van de Zwitserse politie staan voor een raadsel. Zijn de moorden aan elkaar gelinkt? Waarom gedragen de collega’s van Karel zich zo verdacht? En wie is die mysterieuze jongeman die plots in de Zwitserse bergen opduikt?

Dirk Debeys is partner bij het reclamebureau Mortierbrigade. Sneeuwrood is zijn debuut.

Bijpassende boeken en informatie

Jeroen Dijsselbloem – De onderwijsfamilie

Jeroen Dijsselbloem De onderwijsfamilie recensie en informatie boek over het Nederlandse onderwijs. Op 3 september 2021 verschijnt bij uitgeverij Prometheus het nieuwe boek van de Nederlandse ex-minister en politicus Jeroen Dijsselbloem.

Jeroen Dijsselbloem De onderwijsfamilie recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van De onderwijsfamilie. Het boek is geschreven door Jeroen Dijsselbloem. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het nieuwe boek over het Nederlandse onderwijs, geschreven door Jeroen Dijsselbloem.

Jeroen Dijsselbloem De onderwijsfamilie Recensie

De onderwijsfamilie

  • Schrijver: Jeroen Dijsselbloem (Nederland)
  • Soort boek: non-fictie
  • Uitgever: Prometheus
  • Verschijnt: 3 september 2021
  • Omvang: 208 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het boek van Jeroen Dijsselbloem

Toen Jeroen Dijsselbloem in 2008 het parlementair onderzoek naar onderwijsvernieuwingen afrondde, was zijn interesse voor het onderwijs voorgoed gewekt. In zijn achterhoofd zaten steeds zijn opa, ouders en vele ooms en tantes die in het onderwijs werkten. Wat kreeg deze onderwijsfamilie mee van de niet-aflatende stroom veranderingen in het onderwijs? Van de Mammoetwet, de basisschool, de basisvorming, het vmbo, Passend onderwijs, het studiehuis, het ontstaan van de roc’s?

Dijsselbloem besloot samen met zijn moeder de vele onderwijzers en leraren in hun familie te bezoeken. Iedereen werkte mee. Het resultaat is De onderwijsfamilie: een prachtig beeld van het Nederlandse onderwijs, van immense veranderingen in een relatief korte periode en van een geweldige maatschappelijke emancipatie. In dit familieverhaal komt de geschiedenis van het Nederlandse onderwijs in vrijwel al zijn facetten aan bod. Maar Dijsselbloem kijkt ook verder: kunnen we tevreden zijn over het Nederlandse onderwijs?

Jeroen Dijsselbloem is voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid en voorzitter van het Nationaal Groeifonds, dat investeert in kennis en innovatie in Nederland. Van 2012 tot 2017 was hij minister van Financiën en van 2013 tot 2018 voorzitter van de Eurogroep, waarover hij in 2018 het boek De Eurocrisis publiceerde.

Bijpassende boeken en informatie

Louise Glück – Averno

Louise Glück Averno recensie en informatie dichtbundel uit 2006 van de winnares van de Nobelprijs voor de Literatuur in 2020. Op 7 september 2021 verschijnt de Nederlandse vertaling van Averno de bundel met gedichten van de Amerikaanse dichteres Louise Glück.

Louise Glück Averno recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel Averno. Het boek is geschreven door Louise Glück. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van deze dichtbundel uit 2006 van de Amerikaanse dichteres en Nobelprijswinnares Louise Glück.

Recensie van Tim Donker

Wie Louise Glück zegt, zegt Raster. Is wat ik dacht. Is wat ik zei. Want Glück, die stond altijd altijd altijd in Raster. Is wat ik dacht. Is wat ik zei. Dus dan. Loop ik naar boven, naar waar ik mijn Rasters bewaar. Ah, daar staan ze, zie ze staan daar. In die kast. Het doet me goed ze daar te zien staan, ik weet niet waarom, maar het doet me heel erg goed al die Rasters daar broederlijk naast elkaar te zien staan. Ze staan er nog. Ik kan ze nog zien, ik kan hun ruggen nog strelen. Het is nummer 125 dat ik zoek. Die index. Die handzame index. Misschien wel het meest ter hand genomen boek uit mijn verzameling. Glück, Louise. Eén vermelding. Eén vermelding??? Dat kan niet waar zijn. Eén vermelding, het staat er echt. Nummer 107. Opnieuw mijn vinger langs de ruggen. Verrek. 107. Ik heb hem wel. Dat wel ja. Dat ik Glück zo sterk met Raster associëren zou en dat ik dan net het enige nummer waarin iets van haar opgenomen was, niet zou hebben. Ik heb niet alle Rasters immers. Zoals het meestal gaat met mijn obsessies: op enig moment verloor ik al mijn interesse. Verwoed verzamelde ik ze. Ik was een verwoed verzamelaar. Er was een tijd, ooit, in een land, ergens. In die tijd, en in dat land had je antiquariaten. Kun je je dat voorstellen? Een heel pand, niet zelden gewoon in ergens een druk winkelgebied, tot de nok toe gevuld met tweedehands boeken. Die kon je kopen! Echt waar. Niet duur. Soms bestonden die antiquariaten zelfs uit meerdere verdiepingen. Niet louter in hele grote steden kon je die vinden. Ook in kleinere steden. In die dagen, en in dat land, ging ik graag naar andere steden, groot of klein. Een weekendje. Een midweek. Eén dag kon ook. En dan lopen, zelfs in drukke winkelgebieden, want ik wis dat de kans niet nihil was om een antiquariaat tegen te komen, kon je binnen stappen, kon je rond kijken. Vele boeken kocht ik in zulke winkels. Ook veel Rasters. Heel veel Rasters. Ik was een verwoed verzamelaar, zei ik dat al? Zag ik ergens een Rasters, dan kocht ik hem. Mijn verzameling begon vorm te krijgen. Ik had er al meer dan één plank voor nodig in mijn boekenkast. Tot ik op een dag voor die boekenkast stond, en die Rasters bekeek, en ze van de plank trok, doorbladerde, hier en daar iets lezend. En me bedacht dat zoveel van die Rasters die daar stonden gevuld waren met verhalen en artikels die ik nooit zou lezen. Dat het verzamelen in zichzelf een bezigheid was geworden. Misschien moest ik kritischer worden, dacht ik, en niet meer zonder meer elke Raster die ik tegen kwam kopen. Eerst eens doorbladeren. Zien of er dingen in stonden die ik ook echt zou gaan lezen. Proeven. Vier of vijf echt briljante gedichten zou genoeg zijn. En/of één echt geniaal prozastuk. Misschien een goed leesbaar, interessant, inspirerend essay. Het hoefde maar om een paar bladzijden per nummer te gaan, het hoefde maar weinig te zijn om de koop te rechtvaardigen. Ik kocht hoe dan ook nooit een Raster meer.

(en nu, vele jaren later, zou ik misschien het verzamelen wel weer willen oppakken, gewoon omdat het fijn is iets te verzamelen, maar nu bestaan er geen antiquariaten meer)

Maar nummer 107, 2004, die heb ik. Poëzie.  En Louise Glück staat er in, inderdaad. Met twaalf gedichten (tel ik goed?), wat niet meteen een hele bundel is maar wel veel meer dan een mens doorgaans in literaire bladen of in bloemlezingen vindt. Niets frustrerender dan een fantastisch gedicht te hebben gelezen in blad X of bloemlezing Y en brullend van enthousiasme maar meteen achter je peesee (of is dat ook al ouderwets?) te kruipen en een godeganzelijke bundel van de desbetreffende dichter in bestelling te doen om nadat het pakketje op je deurmat is beland te moeten constateren dat dat ene fantastische gedicht in blad X of bloemlezing Y een toevalstreffer was en de dichter subiet naar de mestvaalt van je bewustzijn mag.

Maar dat Glück daar met zo veel gedichten vertegenwoordigd was, maakte niet de verbondenheid met Raster uit die ze in mijn geest had. Misschien zat dit feit er voor iets tussen: dat ze in dat nummer 107 -dus pas in 2004 mensen- in het Nederlands geïntroduceerd werd. Door Erik Menkveld, die de gedichten ook vertaalde en ze vooraf laat gaan door een brief die hij aan haar schreef.

Het kan zijn dat dat het kan zijn. Maar het kan ook zijn dat dat het niet kan zijn.

Het kan ook dit zijn: de poëzie van Glück is monumentalistisch. Nee. Niet monumentaal. Monumentalistisch. Monumentalisme is het tegenovergestelde van versnijselisme. Dat weet u toch wel? Binst het monumentalisme houden gedichten op gedichten te zijn. Monumentalistische gedichten zijn veeleer beeldhouwwerken. Een monumentalistisch gedicht lees je niet, je bekijkt het. Je bekijkt het, je bewondert het, en je wordt er ook een beetje door verpletterd. Ja, monumentalistische gedichten zijn zwaar. Niet omdat zij het perse zoeken zwaar te zijn; ze zijn gewoon zwaar omdat het materiaal waaruit zij gekapt zijn zwaar is. Ik bedoel, die gedichten in Raster 107. Het allereerste gedicht vangt aldus aan:

Aan het eind van mijn lijden
was een poort.

Hoort: wat jullie dood noemen
herinner ik mij.

Welja. Dat gaat daar in regel één al over lijden, en de dood komt reeds ter sprake in regel drie. Die Glück is ook niet bedeesd zeg. It’s gotta be BIG. It’s gotta be theatrical. It should make an impression! Zou Laurie Anderson zeggen.

Het is die zwaarte die massa is. Het is de massa die lichaam is. Glücks gedichten zijn tastbaar, en vullen de ruimte waarin ze zijn. Vulden met gemak heel Raster 107, vulden met terug- en vooruitwerkende kracht alle Rasters ooit verschenen. Het is vandaar dat ik dacht dat Glück in alle Rasters stond.

De toon die de gedichten in Raster zette, wordt opgepakt met dit hier Averno. Het straalt al van de vormgeving af. Het boek alleen al is een beeldhouwwerk, en dan heb je nog geen letter gelezen. De vormgever moet deze gedichten gegeten, gedronken, geademd en geleefd hebben want zelden zag ik het uiterlijk van een dichtbundel zo sterk in overeenstemming met de inhoud. Die harde kaft. Die maakt dat je iets in handen hebt, dat je voelt dat je iets in handen hebt. Die tekening op de voorkant, die iets moderns en ook iets klassieks heeft. Die tekening, die rust ademt en ook een lichte dreiging. Die je in één oogopslag denkt gevat te kunnen hebben – en dan toch weer niet.

De zwaarte. Het monumentalisme. Het zit daar allemaal al in vervat.

Het gaat zo vaak over de seizoenen, in deze gedichten. Het gaat zo vaak over de sterren, in deze gedichten. Het gaat zo vaak over de lucht, in deze gedichten. Het gaat zo vaak over de nacht, in deze gedichten. Het gaat zo vaak over de dood, in deze gedichten. Het gaat zo vaak over Persephone, Hades, Orpheus en Eurydice, in deze gedichten. Alle klassieke thema’s van het monumentalisme zijn aanwezig.

 

En.

Toch.

Maar.

Eigenlijk hou ik niet zo van monumentalisme.

Eigenlijk hou ik meer van het versnijsel.

Eigenlijk hou ik meer van het gruis op de vloer rondom het beeld dan van het beeld zelve.

Eigenlijk meen ik dat in dat wat vergeten, niet gezien, vertrapt wordt veel meer poëzie schuilt dan in dat wat onmiddellijk een ieders aandacht trekt.

Eigenlijk mag je volgens mij geen eigenlijk zeggen van Kees ‘t Hart.

Em.

Maar.

Toch.

Toch is er iets.

Toch is er iets wat maakt dat Louise Glück wegkomt met haar “eigenlijk” veel te zware veel te klassieke veel te monumentalistische poëzie. Het is hierom. Het is omdat Glück meester is (meesteres is?) in de paradox. Haar monumentalisme heeft iets achteloos. Met zorg gekapte beeldhouwwerken? Ja. Maar deze gedichten zijn niet alleen het beeldhouwwerk; ze zijn ook de omgeving waarin het beeldhouwwerk wordt aangetroffen. En dat is bij Louise Glück niet het belangrijkste plein in het centrum van een grote stad.

Je loopt. Je hebt al een tijd gelopen, en je blijft maar lopen, al heb je geen doel. Misschien ben je alleen, misschien ben je met iemand maar als je met iemand bent laat het dan iemand zijn die de stilte beheerst. Iemand die weet dat niet elke halve meter van de wandeling dichtgesmeerd moet met koetjes en met kalfjes. Een licht regentje zou prima zijn. Ik heb mijn bril afgezet. Ik heb mijn bril in de koker gedaan, die met die gouden plaat op de knop. Of los in mijn vestzak kan ook wel.

Al die tijd lopen doorheen de velden, de landerijen. Hoe heet dat. Misschien staan hier of daar wat groepjes bomen, zonder dat er sprake is van een bos. Er zou een watertje kunnen zijn, daar ergens aan je linkerhand. Nergens bebouwing. Dat s belangrijk. Nergens bebouwing. Er zijn vogels, zowel op de grond als in de lucht. Gelukkig weet je van geen enkele vogel tot welke soort die behoort. Mensen die weten tot welke soort een vogel behoort zijn de meest fantasieloze mensen op aarde. Het zou mooi zijn als het landschap licht gloorde zodat je nog niet weet wat er over honderd stappen komen gaat.

En dan ineens dat beeld dus.

Dat zou de titel geweest zijn in de tijd dat ik mijn besprekingen nog titels gaf: En dan ineens dat beeld dus.

Dan ineens dat beeld dus. Ik bedoel dat daar dus ineens een beeld staat. Het is groen van het mos. Het zou een cherubijntje kunnen voorstellen. Of een faun met kille hoorntjes. Het is al half vergaan. Het zegt dat het hier altijd al heeft gestaan. Het zegt dat de aarde nooit iets anders heeft gekend dan dit half vergane beeld hier. Een beeld zonder maker. Een beeld zonder begin. Een beeld zonder eind.

Zoiets dus.

Zoiets is de poëzie van Louise Glück. Beelden die er altijd al zijn geweest. Beelden die alleen maar worden aangetroffen in een landschap zonder nadruk. Beelden als voorhanden zijnden. Ofnee. Laat Heidegger er maar buiten deze keer.

Louise Glück dicht de aarde jonger. En leger. Een elementairder aarde, waar nog niet zoveel is.

Ergens in de negentiger jaren (ik was student toen, ik woonde in de allerlelijkste flat allertijden) viel ik hard voor wat bij gebrek aan beter met de term “generatie nix” ontsierd werd (o, dat niks en dan nog met die achterlijke x op het eind). Dat kwam vooral door Ray Loriga. Die drie boeken had geschreven die ik prachtig vond, toen (ik weet niet wat er nu bij herlezing van over zal blijven en ik ga het niet proberen want sommige dingen moeten overeind blijven). En die ergens, weetikveel waar, in een intervjoe had gezeid: “Waarom mag ik niet schrijven over wat ik zie als ik uit mijn raam kijk?” Dat ging over het traditionele proza, dat toen, en waarschijnlijk altijd, ver af stond, staat, zal staan, van wat wij mensen die mensen van alledag zijn, zien, horen, beleven, meemaken, als we lopen overheen onze dagdagelijkse straten naar onze dagdagelijkse banen en onze dagdagelijkse winkels en onze dagdagelijkse kaffees. Of kijken. Doorheen. Onze dagdagelijkse ramen. Want waarom zou literatuur altijd zoveel mijlen verwijderd moeten zijn van wat sommigen van ons misschien “het leven zelve” plegen te noemen?

Iets diergelijks bedoel ik met dat achteloze. Glück dicht niet, Glück kapt ook niet uit steen. Glück treft aan. In ergens een hoekje van de wereld (en zulke hoekjes bestaan in Amerika zeker en vast) waar misschien ook niet zo heel erg veel meer is dan seizoenen, sterren, lucht, nacht, dood, en wat je ooit geleerd had over mythen en over sagen in de langstverlee tijd dat je nog in de schoelje varen moest.

(en zulke hoekjes bestaan in Amerika zeker en vast) (kun je zeggen) (maar Louise Glück vernoemde deze bundel naar een klein kratermeer in Zuid-Italië) (kun je ook zeggen) (maar ook in Zuid-Italië zullen zulke hoekjes bestaan) (zeker in de nabijheid van kratermeren die door de Romeinen werden beschouwd als de toegang tot de onderwereld)

Werelden. Wind. Oppervlakten.

Het gaat om lopen. Om lopen waar de wereld zich tijdlozer toont. Waarom mag ik niet schrijven over wat ik zie als ik uit mijn raam kijk? (als ik uit mijn raam kijk zie ik een sloot) (als ik uit mijn raam kijk zie ik water) (lucht, als ik hoger kijk) (elementen, elementen) Waarom schrijf je je raam niet. Waarom schrijf je elementen niet. Je raam een venster. Het gaat om lopen. Om lopen op plekken waar niet veel meer is. Traagweg lopen. Averno is lopen. Nee. Averno is slenteren. Deze bundel moet traag. Kleine stappen. Stilstaan. Zwijgen. Kijken.

En proeven.

Proef:

“Als je verliefd wordt, zei mijn zus,
is het alsof je door de bliksem wordt getroffen.

Ze sprak hoopvol,
om de aandacht van de bliksem te trekken.

Ik herinnerde haar eraan dat ze precies
de formulering van onze moeder herhaalde, die zij en ik

in onze jeugd hadden besproken, omdat we beiden voelden
dat wat we bij de volwassenen zagen

niet de effecten van de bliksem waren,
maar van de elektrische stoel.”

Of proef:

“Je sterft als je geest sterft.
Anders leef je.
Je doet het misschien niet goed, maar je gaat door –
dat is geen keuze.

Als ik dit aan mijn kinderen vertel
gaan ze er niet op in.
De oude mensen, denken ze –
dit is wat ze altijd doen:
praten over dingen die niemand kan zien
om af te leiden van alle hersencellen die ze verliezen.
Ze knipogen naar elkaar;
luister naar het oudje, pratend over de geest
omdat hij het woord voor stoel niet meer weet.”

Je proeft het terwijl je, langzaam, langzaam, door Averno slentert. En het misleidt je, en dat is waarom je langzaam moet slenteren. De snelloper zou te gemakkelijk denken dat het in deze sietaten alleen maar te lachen geeft. Iets over ouderen die zwaar op de hand zijn en alleen maar met misplaatste adviezen aankomen, en jongeren die alles maar weghonen en bespotten in de onbesuisde arrogantie van de jeugd. Maar er zit ook tragiek in, en wanhoop, en ook dat ene – dat van die dingen die toch altijd maar weer gaan zoals ze gaan en hoe verdomde weinig invloed je daar op hebt. In het achteloze monumentalisme waardoor je loopt als je door Averno loopt, word je steeds weer uitgenodigd goed te proeven en beter te proeven en nog eens te proeven. Een bundel die, vermoed ik, goed is voor menige herlezing.

En dan zijn wij Nederlanders nog harder gezegend dan de Amerikanen waren. Want. Wij. Hebben. Radna Fabias. Ja. Ons Averno heeft niet één maar twee dichters. Glück en Fabias. Die in eerste beschouwing misschien niet verder uiteen hadden kunnen liggen. Of naja. Dat zeg ik maar gebaseerd op één gedicht. Van Fabias ken ik maar één gedicht. Ja, daar ga je dus weer, bloemlezing. Neem liever twaalf gedichten van een dichter op, dan ken je tenminste een beetje de hoek waar je het zoeken moet. Ik ken maar één gedicht van Fabias en dat heeft niets monumentalistisch. Wel iets geniaals. Wel iets briljants. Dat wel. En ik weet dat Radna Fabias een kat heeft. Mensen met een kat deugen. Of in ieder geval kun je zeggen: mensen met een kat deugen bovengemiddeld vaak. En dat kun  over mensen met een hond alvast niet zeggen.

Wat u hoger las waren de (v)/(h)ertalingen van Radna Fabias (Radna met de kat, Radna met dat ene geniale gedicht); ik laat u nu dezelfde fragmenten proeven maar dan in het oorspronkelijke Engels:

“When you fall in love, my sister said,
it’s like being struck by lightning.

She was speaking hopefully,
to draw the attention of the lightning.

I reminded her that she was repeating exactly
our mother’s formula, which she and I

had discussed in childhood, because we both felt
that what we were looking at in the adults

were the effects not of lightning
but of the electric chair.”

En:

“You die when your spirit dies.
Otherwise, you live.
You may not do a good job of it, but you go on –
something you have no choice about.

When I tell this to my children
they pay no attention.
The old people, they think –
this is what they always do:
talk about things no one can see
to cover up all the brain cells they’re losing.
They wink at each other;
listen to the old one, talking about the spirit
because he can’t remember anymore the word for chair.”

Zie je? Ofnee, proef je? Dat Nederlands van Fabias, dat smaakt anders dan het Engels van Glück. Soms smaakt het Engels zilt, en het Nederlands licht bitter. Soms sloeg waar ik in het Engels een lichte vorm van humor had menen te ontwaren, het Nederlands een serieuzere toon aan. Vaak vond ik het Nederlands mojer. Ja. Vaak vond ik het Nederlands mojer.

“Dat komt omdat je in je moerstaal ook de kleinste nuances aanvoelt,” zei Theo, “die je in een tweede taal, hoe goed je die ook beheerst, misschien mist. In je eigen taal begrijp je het toch altijd net iets beter.”

Is dat zo Theo?

Nee, dat is niet zo Theo.

Dacht ik later. Dacht ik toen al op de fiets zat, en een lichte regen begon te vallen (mijn bril had ik afgezet. mijn bril had ik in de koker gedaan, die met die gouden plaat op de knop. of in de zak van mijn postjas, dat kan ook wel). Ik moest denken aan iets wat ik ooit gelezen had in een Amerikaanse klantrecensie. Het ging over een gedicht dat de schrijver van die recensie erg mooi vond. Hij had het gedicht voorgelezen aan een vriend maar die had gezegd “Ik begrijp hem niet.” Waarop de reactie van de eerste was geweest: “Het is geen mop.”

Het is geen mop inderdaad (ja poëzie is geen grapje hoor mensen!). Het is geen mop in de zin van iets dat begrepen moet worden om het te kunnen smaken. Soms is poëzie zelfs mojer als het een beetje in het vage blijft. Ik las vaker tweetalige bundels en meestal vond ik het Engels sterker. Vertalers maakten expliciet wat het Engels naar mijn idee slechts vermoeden liet. In het expliciete zit geen poëzie. Of minder toch dan in het vermoeden.

Er is iets anders aan de hand met dat Nederlands van Radna Fabias. Het is niet dat zij er hele andere gedichten van maakt; het is alsof ze in het voorbijgaan heel lichtjes tegen de lamp stootte waardoor de schaduw een paar millimeter verschoven is.

Het Nederlands van Radna Fabias is raar.

Raar als in vreemd.

Vreemd als in curieus.

Curieus als in prikkelend.

Ik denk aan de vrouw die de module Engels gaf tijdens mijn studie. Globalisme stond toen nog in de kinderschoenen – je kon nog onbekommerd anti zijn toen! Maar niettemin, studenten die zich bezighielden met communicatie, zo moet men gedacht hebben, moeten in deze dagen het Engels toch wel een beetje machtig zijn. Er was een vrouw gevonden die hoorbaar het grootste deel van haar leven in Engeland had gewoond. Ze sprak wel Nederlands maar dat was niet het normale Nederlands, het Nederlands van diegenen van wie het de eerste taal is. Haar Nederlands was echter  niet gebrekkig of onjuist. Het was voornamelijk raar. Soms gebruikte ze woorden die in het Nederlands weliswaar bestaan, maar allang verouderd zijn. Soms gebruikte ze woorden die in het Nederlands bestaan en ook niet perse verouderd zijn, maar alsnog door bijna niemand gebruikt worden. Soms maakte haar woordvolgorde een triviale mededeling bijna plechtig. Bovenal klonk het alsof ze alles zong. Glück draagt voor. Fabias zingt. Zoiets? Hum. Nee. Ja. Misschien. Ik weet het niet. Het kan zijn dat dat kan zijn maar het kan ook zijn dat het niet kan zijn. Je kunt niet twee keer door dezelfde regen lopen. Je proeft niet twee keer hetzelfde gedicht. Het licht raakt je ogen net een fractie anders.

Niet alleen moet je langzaam lopen in deze bundel, je moet terugkeren ook. Om de parallelle gangen uit te lopen. Hoe leest u een tweetalige bundel?

Ik las elke bladzijde twee keer: eerst het Engels, daarna het Nederlands.

Maar ik had het ook zin voor zin kunnen doen. Of gedicht voor gedicht. Of één keer de hele bundel in het Engels en later dan nog een keer de hele bundel in het Nederlands Wellicht doe ik dat alsnog. Bij tweede bij derde bij vierde of bij honderdste herlezing. Want de bundel biedt nog genoeg regentjes om doorheen te lopen, denk ik.

Vulde Glück in haar eentje al alle Rasters; samen met Fabias vult ze mijn hele boekenkast.

 

Louise Glück Averno Recensie

Averno

  • Schrijfster: Louise Glück (Verenigde Staten)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Origineel: Averno (2006)
  • Nederlandse vertaling: Radna Fabias
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 7 september 2021
  • Omvang: 144 pagina’s
  • Prijs: € 20 – € 25
  • Uitgave: gebonden boek
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Recensie en waardering voor het werk van Louise Glück

  • “De beste typering van Glücks poëzie is dat “alles wat ze aanraakt, verandert in muziek en legende”. Inderdaad, Glück hoort bij die club van dichters van wie het werk uit zichzelf zingt, waar de nadrukken liggen waar zij ze heeft bedacht en een verhaal te vertellen heeft: van compassie, verwondering, afkeer, en soms ook van lyrische woede.” (Philip Huff, De Groene Amsterdammer)

Flaptekst van de dichtbundel van de Amerikaanse dichteres Louise Glück

Glück noemde Averno (2006) naar een klein kratermeer in Zuid-Italië, dat de Romeinen beschouwden als de toegang tot de onderwereld. Averno is als een lange, rusteloze klaagzang vol spitsvondigheid en schrijnende beelden.

Louise Glück Winterrecepten van het collectief RecensieLouise Glück (Verenigde Staten) – Winterrecepten van het collectief
gedichten, poezie
Uitgever: De Arbeiderspers
Verschijnt: 5 april 2022

Bijpassende boeken en informatie

Illaria Tuti – Bloemen van steen

Illaria Tuti Bloemen van steen recensie en informatie over de inhoud van deze Italiaanse historische roman. Op 7 september 2021 verschijnt bij uitgeverij Cargo de Nederlandse vertaling van de roman Fiore di roccia van de Italiaanse schrijfster Illaria Tutti.

Illaria Tuti Bloemen van steen recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Bloemen van steen. Het geschiedenisboek is geschreven door Ilaria Tuti. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de Italiaanse historische roman over de Eerste Wereldoorlog, geschreven door Ilaria Tuti

Illaria Tuti Bloemen van steen Recensie

Bloemen van steen

  • Schrijfster: Illaria Tuti (Italië)
  • Soort boek: Italiaanse historische roman
  • Origineel: Fiore di roccia (2020)
  • Nederlandse vertaling: Hilde Schraa
  • Uitgever: Cargo
  • Verschijnt: 7 september 2021
  • Omvang: 320
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de roman van Illaria Tuti

Tijdens de Eerste Wereldoorlog vecht het Italiaanse leger een reeks veldslagen uit tegen Oostenrijk-Hongarije. Hoog in de Alpen ontstaat al snel een loopgravenoorlog. In de sneeuw en ijle lucht vechten duizenden jonge mannen voor hun leven. Er volgt een wanhopige oproep aan de bevolking om de manschappen te helpen. Honderden vrouwen uit de onderliggende dorpen komen in actie. Ze zijn van alle leeftijden en met gevaar voor eigen leven torsen ze manden vol voedsel en munitie omhoog de bergen in naar het front. Ze worden Le Portatrici genoemd. De Draagsters, en uiteindelijk zijn zij het ook die de lichamen van de jonge mannen weer de berg af zullen dragen.

In Bloemen van steen volgt Ilaria Tuti de lotgevallen van vijf bijzondere vrouwen door de ogen van Agata, een jonge vrouw die tegelijkertijd moet zorgen voor haar stervende vader. Agata’s verhaal, en dat van Caterina, Viola, Lucia en Maria, geeft deze vrouwen hun rechtmatige plaats in de geschiedenis terug.

Bijpassende boeken en informatie