Tag archieven: Uitgeverij HetMoet

Elaine Feeney – Hoe je een boot bouwt

Elaine Feeney Hoe je een boot bouwt recensie en informatie over de inhoud van de Ierse roman. Op 16 oktober 2025 verschijnt bij Uitgeverij HetMoet, de Nederlandse vertaling van How to Build a Boat, van Elaine Feeney, de uit Ierland afkomstige schrijfster. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Elaine Feeney Hoe je een boot bouwt recensie

  • Een van die zeldzame boeken die je minder eenzaam laten voelen. Een bemoedigend verhaal over gemeenschap, genezing en de kleine connecties die een leven kunnen veranderen. Een prachtig geschenk in de vorm van een roman, hoopvol en vol menselijkheid.” (Douglas Stuart)
  • De verbeelding van Jamie’s strijd is buitengewoon aangrijpend en het boek zeilt naar een tedere en bijna hartverscheurende climax van hoop, gesmeed door eerlijkheid en verbeeldingskracht. (Daily Mail)
  • Een zachte tsunami van een roman, zo mooi en teder geschreven dat je niet eens merkt dat je meegesleurd wordt. Het raakt de kern van wat het betekent om gebroken te zijn en op zoek te zijn naar een gemeenschap. Ik kan niet wachten tot lezers verliefd worden op Jamie’s verfrissend eigenzinnige kijk op het leven.” (Jan Carson)

Elaine Feeney Hoe je een boot bouwt

Hoe je een boot bouwt

  • Auteur: Elaine Feeney (Ierland)
  • Soort boek: Ierse roman
  • Origineel: How to Built a Boat (2023)
  • Nederlandse vertaling: Astrid Huisman
  • Uitgever: HetMoet
  • Verschijnt: 16 oktober 2025
  • Omvang:
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 23,50
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst van de roman van de Ierse schrijfster Elaine Feeney

Aan de westkust van Ierland, in het huis waar hij met zijn vader Eoin woont, is de dertienjarige Jamie O’Neill druk bezig met zijn leven. Hij denkt veel na over Noelle, zijn moeder, die overleed bij zijn geboorte, en over zijn plan om een perpetuum mobile te bouwen. Binnenkort begint hij op een nieuwe school, maar hij weet niet zo goed wat hij daarvan moet vinden.

Aan de andere kant van Emory bereidt lerares Tess Mahon zich voor op het nieuwe schooljaar, evenals Tadhg Foley, die net van de eilanden komt. Tess en Tadhg staan op het punt een jongen te ontmoeten die hen beiden hard nodig heeft. Maar wat ze allebei niet weten is hoe hard zij hem eveneens nodig zullen hebben.

Elaine Feeney is geboren in 1979 in Athenry, County Galwa, Ierland. Ze is een Ierse dichter, schrijver en docent aan de National University of Ireland, Galway. Met drie dichtbundels en een toneelstuk focust Feeney veel op gesproken tekst, en won daarmee meerdere poetry slams. In 2020 debuteerde ze met haar eerste roman, waarop haar tweede roman Hoe je een boot bouwt snel volgde en op de longlist voor de Booker Prize terechtkwam. Haar derde roman Let Me Go Mad in My Own Way verscheen in mei 2025.

Bijpassende boeken en informatie

Kevin Headley – Hotel Paramaribo

Kevin Headley Hotel Paramaribo recensie en informatie boek van de Surinaamse schrijver en filmmaker. Op 24 september 2025 verschijnt bij Uitgeverij HetMoet de roman van Kevin Headley de uit Suriname afkomstige filmmaker en schrijver. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Kevin Headley Hotel Paramaribo recensie

Als er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnt van Hotel Paramaribo, het boek van Kevin Headley, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Kevin Headley Hotel Paramaribo

Hotel Paramaribo

  • Auteur: Kevin Headley (Suriname)
  • Soort boek: Surinaamse roman
  • Uitgever: HetMoet
  • Verschijnt: 24 september 2025
  • Omvang: 200 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 23,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman van Kevin Headley

Hotel Paramaribo biedt een caleidoscopische kijk op de levens van mensen in en rondom de bruisende hoofdstad van Suriname. Zo beleeft een wachter een bovennatuurlijke nacht op het terrein van een school, krijgt een kleermaker een bijzondere jas in handen, volbrengt een man een gevaarlijke missie tijdens een pandemie en wordt een winkeleigenaar tot het uiterste gedreven wanneer er onlusten uitbreken in zijn zaak.

In kraakheldere taal, vol magische maar vaak ook al te realistische elementen, brengt Headley moeiteloos de uiteenlopendste personages ten tonele en laat hij je meevoelen met hun binnenwereld.

Kevin Headley is geboren in 1983 in Suriname. Hij is een Surinaamse documentairemaker, journalist en schrijver. Sinds een aantal jaar schrijft hij ook korte verhalen, die onder andere gepubliceerd zijn in de Surinaamse krant De Ware Tijd, het opinieblad Parbode, en de literaire tijdschriften Papieren Helden, Wobby en Tirade. Voor laatstgenoemde stelde hij ook het themanummer Prakseri AUTEUR samen, waarvan binnenkort een tweede editie volgt.

Bijpassende boeken en informatie

Uitgeverij HetMoet nieuwe boeken

Uitgeverij HetMoet nieuwe boeken en informatie. Welke boeken verschijnen er bij Uitgeverij HetMoet? Wat voor soort boeken worden er uitgegeven? Welke auteurs worden er uitgegeven? Hoe kun je de uitgeverij bereiken?

Uitgeverij HetMoet nieuwe boeken

Er verschijnen gemiddeld acht titels per jaar bij de onafhankelijke Uitgeverij MetMoet die in november 2018 is opgericht door Elte Rauch. Het betreft hierbij zowel om klassiekers als romans en ander literair werk van nieuwe auteurs, debutanten of gevestigde schrijvers zowel uit Nederland en het buitenland. De Engelstalige uitgeverij Menard Press maakt onderdeel uit van de uitgeverij.

Overzicht van nieuwe boeken van Uitgeverij HetMoet in 2025

De indeling is op datum van verschijnen waarbij de nieuwste boeken boven aan de lijst staan.

Sinéad Gleeson Heksensteen recensieHeksensteen

  • Auteur: Sinéad Gleeson (Ierland)
  • Soort boek: Ierse roman, debuutroman
  • Origineel: Hagstone (2024)
  • Nederlandse vertaling: Astrid Huisman
  • Uitgever: HetMoet
  • Verschijnt: 17 november 2025
  • Omvang:
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 23,50
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris
  • Inhoud roman: Kunstenaar Nell woont op een onherbergzaam, geïsoleerd eiland met een vuurtoren, een minimarkt en een pub. Het eiland is haar thuis en vormt de inspiratie voor haar kunst, maar wordt ook geplaagd door een onverklaarbaar, haast bovennatuurlijk geluid dat uit het binnenste van de heuvels lijkt te komen. De mysterieuze Iníons, een gemeenschap van vrouwen die van over de hele wereld hun toevlucht op een afgelegen klif van het eiland hebben gezocht, noemen het geluid een Roeping…lees verder >

Elaine Feeney Hoe je een boot bouwt recensieHoe je een boot bouwt

  • Auteur: Elaine Feeney (Ierland)
  • Soort boek: Ierse roman
  • Origineel: How to Built a Boat (2023)
  • Nederlandse vertaling: Astrid Huisman
  • Uitgever: HetMoet
  • Verschijnt: 16 oktober 2025
  • Omvang:
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 23,50
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris
  • Inhoud roman: Aan de westkust van Ierland, in het huis waar hij met zijn vader Eoin woont, is de dertienjarige Jamie O’Neill druk bezig met zijn leven. Hij denkt veel na over Noelle, zijn moeder, die overleed bij zijn geboorte, en over zijn plan om een perpetuum mobile te bouwen. Binnenkort begint hij op een nieuwe school, maar hij weet niet zo goed wat hij daarvan moet vinden. Aan de andere kant van Emory bereidt lerares Tess Mahon zich voor op het nieuwe schooljaar…lees verder >

Kevin Headley Hotel Paramaribo recensieHotel Paramaribo

  • Auteur: Kevin Headley (Suriname)
  • Soort boek: Surinaamse roman
  • Uitgever: HetMoet
  • Verschijnt: 24 september 2025
  • Omvang: 200 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 23,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Inhoud roman: Hotel Paramaribo biedt een caleidoscopische kijk op de levens van mensen in en rondom de bruisende hoofdstad van Suriname. Zo beleeft een wachter een bovennatuurlijke nacht op het terrein van een school, krijgt een kleermaker een bijzondere jas in handen, volbrengt een man een gevaarlijke missie tijdens een pandemie en wordt een winkeleigenaar tot het uiterste gedreven wanneer er onlusten uitbreken in zijn zaak…lees verder >

Anne Serre De dwaas recensieDe dwaas

  • Auteur: Anne Serre (Frankrijk)
  • Soort boek: Franse novelle, tarotverhaal
  • Uitgever: HetMoet
  • Verschijnt: 8 september 2025
  • Omvang: 50 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 14,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Inhoud boek: In novelle maakt Anne Serre het verwarrende en weerzinwekkende onweerstaanbaar. Net als de tarotkaart De Dwaas, die in het boek tot leven komt, is deze novelle eindeloos fascinerend en ontglipt telkens aan je vingers. De verteller van De dwaas beschrijft haar relatie met de kaart, die haar een nieuw begin belooft. Ze probeert hem te interpreteren, maar dat blijkt onmogelijk. Als de dingen eenvoudig waren, zouden we het weten. Als terreur, liefde, vriendschap, dood en waanzin allemaal één enkele figuur aanwezen, zouden we er niet zo mee opgescheept zitten…lees verder >

Audre Lorde Zami recensieZami

Een nieuwe spelling van mijn naam

  • Auteur: Audre Lorde (Verenigde Staten)
  • Soort boek: gemythiseerde memoir
  • Origineel: Zami, An New Spelling of My Name (1982)
  • Nederlandse vertaling: Fannah Palmer
  • Uitgever: HetMoet
  • Verschijnt: 10 juli 2025
  • Omvang: 400 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 29,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Inhoud boek: Een meeslepend, levensbevestigend verhaal over onafhankelijkheid, liefde, kracht, seksualiteit en het vinden van een ‘thuis’. Lordes Zami is rijk aan poëzie en tevens een ode aan alle vrouwen die een rol speelden in Lordes leven – haar strenge West-Indische moeder, haar twee oudere zussen, haar vriendinnen en haar geliefden. Samen maakten zij haar tot de ‘Zwarte, lesbische, feministische, socialistische moeder, strijder, dichter’ die ze uiteindelijk werd en die schreef met een ongekend felle, emotionele kracht…lees verder >

Erri de Luca Onmogelijk recensieOnmogelijk

  • Auteur: Erri De Luca (Italië)
  • Soort boek: Italiaanse roman
  • Origineel: Impossibile (2019)
  • Nederlandse vertaling: Annemart Pilon
  • Uitgever: HetMoet
  • Verschijnt: 21 mei 2025
  • Omvang: 128 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 21,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Inhoud roman: Hoog in de Dolomieten leggen twee wandelaars dezelfde route af. Eén man valt zijn dood tegemoet, de andere man slaat alarm. Maar deze twee mannen blijken met elkaar verbonden door meer dan alleen deze toevallige ontmoeting. Veertig jaar geleden maakten ze deel uit van dezelfde groep revolutionairen…recensie lezen >

Sarah Neutkens God gokt niet recensieGod gokt niet

  • Auteur: Sarah Neutkens (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse novelle
  • Uitgever: HetMoet
  • Verschijnt: 3 april 2025
  • Omvang: 112 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Inhoud boek: God gokt niet steekt de draak met de hedendaagse heersende instituten. In een avontuurlijke politieke satire observeren we vanonder een tafel de wereldleiders en hun host Lucky, de zoon van God, bij wie iedereen in de gratie wil komen door een lovende toost op hem uit te brengen…lees verder >

Sara Sølberg Sarabande recensieSarabande

  • Auteur: Sara Sølberg (Noorwegen)
  • Soort boek: Noorse roman
  • Origineel: Sarabande (2021)
  • Nederlandse vertaling: Liesbeth Huijer
  • Uitgever: Uitgeverij HetMoet
  • Verschijnt: 17 maart 2025
  • Omvang: 350 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 23,50
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Inhoud roman: Het is de warmste zomer ooit gemeten in Noorwegen. Tijdens haar werk als hovenier ziet Silja duidelijk hoe de natuur verandert en onder druk komt te staan, maar ze ziet niet dat dat ook voor haarzelf geldt. Binnen een paar heftige dagen valt de werkelijkheid zoals ze die kent uiteen. Die werkelijkheid wordt niet alleen bezien vanuit Silja’s perspectief, maar ook vanuit dat van een mier, een regenworm, een mot…recensie lezen >

Eva Meijer Variaties op aanwezigheid recensieVariaties op aanwezigheid

  • Auteur: Eva Meijer (Nederland)
  • Soort boek: prozagedicht
  • Uitgever: HetMoet
  • Verschijnt: 20 januari 2025
  • Omvang: 120 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 21,50
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Inhoud boek: Herhaling, herhaling. In Variaties op aanwezigheid vangt Eva Meijer in een prozagedicht het schaduwleven van een zieke. Met long covid verander je van mens in plant, in tapijt, in een woord. Vanaf de bank gaat de tijd rond maar niet langer vooruit…lees verder >

Uitgeverij HetMoet contact

De uitgeverij is gevestigd op de voormalige NDSM-werf in Amsterdam-Noord, in het Treehouse complex.

Oosterdok 95
1011 VZ Amsterdam
Email: info@hetmoet.com

Vrij ingestuurde manuscripten worden op dit moment niet in behandeling genomen door de uitgeverij.

Bijpassende informatie

Sinéad Gleeson – Heksensteen

Sinéad Gleeson Heksensteen recensie en informatie over de inhoud van de eerste roman van de Ierse schrijfster. Op 17 november 2025 verschijnt bij Uitgeverij HetMoet de Nederlandse vertaling van Hagstone, de roman van Sinéad Gleeson, de uit Ierland afkomstige schrijfster. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Sinéad Gleeson Heksensteen recensie

  • “Een rauw, uniek verhaal dat me vanaf het begin in de greep hield.” (Douglas Stewart)
  • “Een intense beuk in de maag.” (The Independent)
  • “Prachtig geschreven, verontrustend en griezelig.” (The Irish Times)
  • Een intelligente, onderzoekende roman over isolatie, kunst en de onverenigbare verlangens naar zowel eenzaamheid als gemeenschap.” (Maggie O’Farrell)
  • Een gepassioneerd, wild, zeer sfeervol en aangenaam debuut van een originele stem.” (David Nicholls)

Sinéad Gleeson Heksensteen

Heksensteen

  • Auteur: Sinéad Gleeson (Ierland)
  • Soort boek: Ierse roman, debuutroman
  • Origineel: Hagstone (2024)
  • Nederlandse vertaling: Astrid Huisman
  • Uitgever: HetMoet
  • Verschijnt: 17 november 2025
  • Omvang:
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 23,50
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst van de roman van de Ierse schrijfster Sinéad Gleeson

Kunstenaar Nell woont op een onherbergzaam, geïsoleerd eiland met een vuurtoren, een minimarkt en een pub. Het eiland is haar thuis en vormt de inspiratie voor haar kunst, maar wordt ook geplaagd door een onverklaarbaar, haast bovennatuurlijk geluid dat uit het binnenste van de heuvels lijkt te komen. De mysterieuze Iníons, een gemeenschap van vrouwen die van over de hele wereld hun toevlucht op een afgelegen klif van het eiland hebben gezocht, noemen het geluid een Roeping.

Op een dag ontvangt Nell een brief van de Iníons, met de uitnodiging om ter ere van hun lange geschiedenis een kunstwerk voor hen te creëren. Tijdens het maken ontdekt Nell bepaalde dingen over de commune, en over zichzelf, waardoor alles wat ze dacht te weten op losse schroeven komt te staan.

Sinéad Gleeson is geboren in 1974 in Dublin. Ze is een Ierse schrijver wiens essaycollectie Hemellichamen (Constellations) non-fictieboek van het jaar werd bij de Irish Book Awards en op de shortlist stond van onder andere de Rathbones Folio Prize. Ze is tevens redacteur van de bundels The Long Gaze Back: An Anthology of Irish Women Writers en The Art of The Glimpse: 100 Irish Short Stories. In 2022 stelde ze samen met Kim Gordon This Woman’s Work: Essays on Music samen. Sinéad werkt ook met verschillende kunstenaars en musici aan performancekunst stukken en geluidsinstallaties. Heksensteen is haar debuutroman en stond op de longlist van de 2025 Dublin Literary Award.

Bijpassende boeken

Anne Serre – De dwaas

Anne Serre De dwaas recensie en informatie over de inhoud van de novelle van de Franse schrijfster over de tot leven gekomen tarotkaart. Op 8 september 2025 verschijnt bij Uitgeverij HetMoet de Nederlandse vertaling het boek van Anne Serre, de uit Frankrijk afkomstige schrijfster. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Anne Serre De dwaas recensie

Als er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnt van De dwaas, het lange verhaal over de tarotkaart van de Franse schrijfster Anne Serre, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Anne Serre De dwaas

De dwaas

  • Auteur: Anne Serre (Frankrijk)
  • Soort boek: Franse novelle, tarotverhaal
  • Nederlandse vertaling: Nathalie Tabury
  • Uitgever: HetMoet
  • Verschijnt: 8 september 2025
  • Omvang: 50 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 14,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek van Anne Serre over de tarotkaart de dwaas

In novelle maakt Anne Serre het verwarrende en weerzinwekkende onweerstaanbaar. Net als de tarotkaart De Dwaas, die in het boek tot leven komt, is deze novelle eindeloos fascinerend en ontglipt telkens aan je vingers. De verteller van De dwaas beschrijft haar relatie met de kaart, die haar een nieuw begin belooft. Ze probeert hem te interpreteren, maar dat blijkt onmogelijk. Als de dingen eenvoudig waren, zouden we het weten. Als terreur, liefde, vriendschap, dood en waanzin allemaal één enkele figuur aanwezen, zouden we er niet zo mee opgescheept zitten.

Wanneer de verteller zelf besluit op reis te gaan, dringt de vleesgeworden dwaas haar leven binnen en zal ze hem het hoofd moeten bieden. De grens tussen de wereld van fictie, van het geschreven woord en die van het echte leven vervaagt. De novelle is als het ware zelf een tarotspel tussen de lezer, de verteller en de schrijver, een spel waarin het de vraag is of de lezer niet zelf De dwaas is.

Anne Serre is geboren op 7 november 1960 in Bordeaux, Frankrijk. Ze is auteur van een vijftiental romans en twee verhalenbundels. Vanaf de publicatie van haar eerste roman, Les gouvernantes (1992), werkte ze ook lange tijd onder een pseudoniem als boekredacteur bij een tijdschrift voor vrouwen. Ze heeft verschillende prijzen gewonnen, waaronder de Cino Del Duca Foundation Prize (2008), de Prix des Étudiants du Sud (2009) en de Prix Goncourt voor korte verhalen (2020). Haar boeken zijn vertaald in meerdere talen. Anne Serre woont in Parijs en stond in 2025 op de shortlist voor de International Booker Prize met Un chapeau léopard, (2008) de roman die in het Engels werd vertaald als A Leopard-Skin Hat.

Bijpassende boeken en informatie

Audre Lorde – Zami

Audre Lorde Zami recensie en informatie gemythiseerde memoir van de Caraïbisch-Amerikaanse schrijfster. Op 10 juli 2025 verschijnt bij Uitgeverij HetMoet de Nederlandse vertaling van het boek uit 1982, Zami: A New Spelling of My Name. Het boek is geschreven door schrijfster en feministe Audre Lorde. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Audre Lorde Zami recensie

  • “Uitstekend en beeldend… persoonlijke eerlijkheid en gebrek aan pretenties stralen door in de tekst. Haar ervaringen worden in prachtige scenes geschilderd.” (The New York Times)
  • Zami is belangrijk vanwege de beschrijvingen van het opgroeien als zwarte lesbische feministe in de jaren vijftig, met openhartige, onbeschaamde en levendige beschrijvingen van de relaties tussen vrouwen.” (The Guardian)

Audre Lorde Zami

Zami

Een nieuwe spelling van mijn naam

  • Auteur: Audre Lorde (Verenigde Staten)
  • Soort boek: gemythiseerde memoir
  • Origineel: Zami, An New Spelling of My Name (1982)
  • Nederlandse vertaling: Fannah Palmer
  • Uitgever: HetMoet
  • Verschijnt: 10 juli 2025
  • Omvang: 400 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 29,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek uit 1982 van Audre Lorde

Zami is het gemythiseerde verhaal van Audre Lordes vroege leven, van haar kindertijd als dochter van Caribische immigranten in New York tot haar zelfontwikkeling als Zwarte, lesbische vrouw in het Amerika van de jaren vijftig en zestig.

Een meeslepend, levensbevestigend verhaal over onafhankelijkheid, liefde, kracht, seksualiteit en het vinden van een ‘thuis’. Lordes Zami is rijk aan poëzie en tevens een ode aan alle vrouwen die een rol speelden in Lordes leven – haar strenge West-Indische moeder, haar twee oudere zussen, haar vriendinnen en haar geliefden. Samen maakten zij haar tot de ‘Zwarte, lesbische, feministische, socialistische moeder, strijder, dichter’ die ze uiteindelijk werd en die schreef met een ongekend felle, emotionele kracht.

Audre Lorde is geboren op 8 februari 1934 in New York. Ze was een Amerikaanse schrijver, activiste en dichter. In haar werk richtte ze zich op dynamische en confronterende thema’s als feminisme en racisme. Enkele andere van haar bekendste werken zijn Sister Outsider (essays), The Black Unicorn (gedichten) en The Cancer Journals (non-fictie). Ze overleed op 17 november 1992 in  Saint Croix op de Amerikaanse Maagdeneilanden aan de gevolgen van kanker.

Alexis Pauline Gumbs Survival Is a Promise Audre Lorde Biography reviewAlexis Pauline Gumbs – Survival Is a Promise
The Eternal Life of Audre Lorde
Uitgever: Penguin
Verschijnt: 21 augustus 2025
This stunning new account of Lorde’s life and work illuminates how, for Lorde, survival was not simply about getting through, or about resilience. It was about how to live on, and with, a planet in transformation. Lorde’s commitment to justice was intimately connected to her deep engagement with the natural world; with the planetary dynamics of geology, meteorology, and biology…lees verder >

Bijpassende boeken

Erri de Luca – Onmogelijk

Erri De Luca Onmogelijk recensie en informatie over de inhoud van de roman van de Italiaanse schrijver. Op 21 mei 2025 verschijnt bij Uitgeverij HetMoet de Nederlandse vertaling van Impossibile de roman van de uit Italië afkomstige schrijver Erri De Luca. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Erri De Luca Onmogelijk recensie van Tim

Zegt iemand zegt wie zegt Thomas Hobbes Gezag niet waarheid maakt de wet. Wel. Ja. Dus. Bekleed iemand met gezag en almeteens begint hij loodzware waarheden te produceren waar elkendeen zonder gezag onder gebukt zal moeten gaan. Het gaat gezagsdragers niet om wat redelijk, eerlijk of juist is – het gaat om (g)een duimbreed. In een positie verkeren waar je geen duimbreed meer hoeft te wijken. Het zijn de anderen, die voortaan moeten wijken voor jou. Laat jouw bevindingen heersen, en alles wat daar onder komt hoeft niet eens meer in overweging genomen te worden. Iemand als Bennie Jolink zou heel goed bij justitie kunnen werken.

Je kunt altijd wel ergens om de noodtoestand uitroepen. Iedereen is wel onder verdenking te stellen. Er zijn altijd wel gegronde redenen.

Als ik een gewetensvoller besprekerken was geweest, zou ik het woord “kafkaësk” hier hebben gebruikt. Maar als ik eerlijk ben moet ik toegeven dat die hele Kafka nog voor geen moment in mijn hoofd heeft rondgedwaald toen ik Onmogelijk las. Als is hij de meest voordehandliggende referentie is zaken als deze. Want wat is de zaak hier de zaak is volgende. Een ervaren bergwandelaar (noem je dat zo? hij is geen bergbeklimmer, echt, gewoon iemand die graag op minder begaanbare paden hoog in de bergen loopt) (wanneer mag lopen klimmen gaan heten?), “op leeftijd” / “al wat ouder” / “bejaard” (doorhalen wat u niet zint), heeft op vele bergen al veel voetsporen liggen, maakt een tocht (een “barre tocht” noemden mijn vader en ik dat vroeger als we expres de ruigere terreinen opzochten) in de dolomieten. Even meent hij eren glimp op te vangen van een andere wandelaar, ergens voor hem. Wat vreemd is, hij is een van de weinige bergwandelaars die liever alleen lopen en ook kiest hij het liefst routes uit die sowieso al niet door veel mensen gekozen worden. Meestal komt hij niemand tegen – en al helemaal geen solitaire wandelaars. Maar later zie hij niemand meer en denkt hij er niet meer aan. Totdat hij in een ravijn iemand ziet liggen, het noodnummer belt, en op de helikopter wacht alvorens zijn weg te vervolgen.

De tenedergestortene heeft het niet overleefd.
Wat meer is, de tenedergestortene blijkt een oude bekende van hem te zijn geweest.

Ja, dat zat zo. Veertig jaar geleden maakten ze deel uit van dezelfde extreemlinkse actiegroep. Ik stelde me er iets Action Directe-achtigs bij voor maar dat komt waarschijnlijk doordat het niet heel lang geleden is dat ik Een clandestien leven van Monica Sabolo nog las. Op enig moment kreeg de tenedergestortene gewetenswroeging, of, waarschijnlijker nog, viel hij voor opportuner argumenten. Doch wat hij deed was al zijn voormalig kameraden verraden bij de politie. Het is deze connectie waardoor een onderzoeksrechter de hoofdpersoon van Onmogelijk onder verdenking meent te moeten stellen. Wraak, zo is zijn conclusie. Veertig jaar na dato.

Een detectiveverhaal noemt se dat dan. En een ander murmelt iets over een wieheefthetgedaan. Kan. Maar zo had ik Onmogelijk niet gelezen. Ik ben er gewoon voetstoots vanuit gegaan dat de hoofdpersoon van Onmogelijk de waarheid sprak: dat er nooit een ontmoeting tussen hem en zijn voormalig kameraad heeft plaatsgevonden, dat hij hem op de foto’s die de onderzoeksrechter laat zien niet eens herkent, dat de man zich verstapt moet hebben, en dat het om een bizar toeval gaat. Ik vroeg me niet eens af of de hoofdpersoon de tenedergestortenen misschien toch een duwtje had gegeven; niet het ongeval was waar het me om ging maar de manier waarop een gezagsdrager (in de vorm van een onderzoeksrechter) het ongeval oppakt. Er worden hier heel wat wezenlijker katjes gegeseld dan die eeuwige afgezaagde hopeloos oninteressante schudlvraag.

Kafkaësk. Ja. U zegt het. Ha. Daar valt het woord dan toch. Hopelijk is het goed hard gevallen, en niet te repareren. Wat ik lees, is hoe een gezagsdrager een toevalligheid maar al te graag misbruikt om het onderdrukkend potentieel van de wet ten volle te benutten (dat doen gezagsdragers met liefde). ‘Gesetztotalitarismus’ noemt Walter Hamacher dat, en dat woord bleef in mijn brein zitten zolang ik Onmogelijk las. Gesetztotalitarismus, dacht ik, dit boek gaat over Gesetztotalitarismus. Geen goedkoop wieheefthetgedaantje maar filosofische onderzoekingen naar hoe tirannieke structuren sluimeren in democratische samenlevingen. Gewoonlijk blijven die structuren onzichtbaar. Totdat er bijvoorbeeld een griepvirusje gaat rondwaren en men ineens doet alsof het van levensbelang is dat niemand nog een snotvalling krijgt. Of je net op de verkeerde dag besluit om op een verkeerde berg te gaan lopen. Iedereen die ooit eens onenigheid heeft gehad met een ander zou zoiets kunnen overkomen, want in de ogen van justitioneel personeel kan zomaar alles een reden zijn voor moord.

Daar het boek grotendeels geschreven is als verhoor, was het de naam Pinget die in me opkwam. Robert Pinget. En dan met name diens, tsja Het verhoor. Misschien dat Pinget iets beter dan De Luca de taal tot zingen, vlammen, schreeuwen en fluisteren brengen weet maar ja, dat is Pinget. Van hem verwacht je niets minder. Of ken jij heel veel schrijvers die een uiterst boeiend boek kunnen pennen over iemand die een papiertje zoekt?

Verhoorboeken, ze zijn vermoedelijk te zeldzaam om het tot een zjanrûh te bombarderen (maar met uw welnemen doe ik dat voor het gemakt toch maar eventjes) (zonder uw welnemen had ik het ook gedaan maar met minder plezier) kennen de dynamiek van een tenniswedstrijd (deze metafoor kies ik niet zomaar want – ) (of nee lees dat zelf maar). Wat alleen gesprek is, heeft vaart. Wij moeten niet weten wat de gespreksdeelnemers aan hadden (in een boek is weinig zo stomvervelend als beschrijvingen van kleding), waar de meubels stonden en hoe die eruit zagen, wat voor weer het was (het regende niet, zou Beckett zeggen) of waar de ramen op uit keken – wij hoeven ons alleen maar op de dialoog te concentreren. En de dialoog is Onmogelijk is mooi. Heel mooi.

De verdachte is in intellectueel, en als u het mij vraagt ook in moreel, opzicht duidelijk superieur aan de veel jongere onderzoeksrechter. Hij zit er gedurende de verhoren bij met het flegma van iemand die weet dat hij niet kan worden geraakt door de bevindingen waarmee de onderzoeksrechter komt, zelfs niet als die bevindingen tot een veroordeling zouden leiden. De “argumenten” en “bewijzen” van de onderzoeksrechter bestaan uit bijkomstigheden, vage suggesties en verdere toevalligheden. Tot het eind toe blijft hij grijpen naar lage listen om de verdachten tot een bekentenis te verleiden. Deze beziet dat met meewarigheid, om dan met geweldige beschouwingen te komen: “[U] heeft de macht om te beslissen, ook als u de feiten niet kent. Dat is de ideale eindstreep van de macht: het hoogste niveau van incompetentie bereiken en toch over alles kunnen beslissen. Ik zie de samenleving als een constructie waarbij de materialen steeds slechter worden naarmate je dichter bij de top komt.” Wel, dat is de nagel op de kop, nietwaar? Om op welke toppositie dan ook te geraken, moet je alleen maar de karaktereigenschappen van een psychopaat te hebben (kijk maar naar Trump), al het andere is overbodige ballast. Zoals je ook niet over een bijzondere intelligente hoeft te beschikken om te studeren. Sterker nog: om wat hoogleraren tijdens hoorcolleges te berde brengen er op je tentamens zo ongeschonden mogelijk weer uit te rochelen, heb je juist het meeste aan een volstrekt lege kop. Een goede reproductiemachine heeft geen eigen ideeën. Maar zelfs in wat de onderzoeksrechter, met zijn onwankelbaar geloof in de Staat, zelf zegt, kun je genoeg putten om te gaan twijfelen of “democratie” en “totalitarisme” wel zo strikt van elkaar gescheiden kunnen worden als wij “vrije” burgers graag zouden geloven. “De Staat is de reden dat burgers het gebruik van geweld aan instituties overlaten”,  zegt hij op zeker moment, bedoelende dat “burgers” geen eigen rechter moeten spelen. Maar feitelijk zegt hij meer nog over het monopoliseren, door de wet, van het onwettige. Niets staat boven de wet behalve de wet zelve. Zo hypocriet is die “Staat” van hem wel: het gebruikt wat het veroordeelt juist om het veroordeelde te kunnen veroordelen.

Geen wiedeedhet, geen watskeburt, en geen wieeseigentlichgewesenist maar retespannende (en bereboeiende) dialogen over staatsinrichting, filosofie, politiek, vriendschap, taalkunde en misschien wel een frischiaanse peins over identiteitsproblematiek (over Frisch kom ik zo nog wel te spreken). De verdachte is namelijk nooit wie de onderzoeksrechter van hem wil maken: moordenaar, vijand van zijn voormalige vriend, wraaknemer – uiteindelijk zelfs geen veroordeeld (ohnee verraad ik nu iets?). In hoeveel hokjes hij hem ook persen wil, in niet één ervan is hij te passen. En hoewel de onderzoeksrechter feitelijk de macht heeft, is de verdachte ver boven hem verheven. De man is zo wars van elke rol, dat ook de lezer hem nooit helemaal in het vizier krijgt. Die actiegroep waar de verdachte en de tenedergestortene lid van waren, wat was dat voor een organisatie? Het lijkt aannemelijk dat het om een extreemlinkse terreurgroep ging; er is sprake van bankovervallen, niet voor persoonlijk gewin maar om er de groep mee te financieren (en, denk je al gauw, waarschijnlijk zaten er ook anti-kapitalistische motieven achter) (zoon soort van Robin Hood ofzo) (en in dat liedje van Simon Joyner over Robin Hood: you’re a man of honor / a real stand up guy / when you’re not breaking into other people’s homes / while they sleep), en van schermutselingen met de politie maar al dat met zekerheid kan worden gezegd is dat de verdachte -het naamloos houden van iedereen is een andere tactiek waarmee De Luca zijn personages schimmig houdt- het communisme een warm hart toedraagt. Of nog: hij weerlegt met verve (en met overtuigingskracht: bijna had hij me weer -ja weer- voor het communisme gewonnen (in het bij mijn weten enige jaar dat ze verkiesbaar waren heb ik ooit nog op de Communistische Partij gestemd)) een argument dat de onderzoeksrechter tegen het communisme in stelling brengt: dat het tegennatuurlijk is. Bezitsdrang zit te diep in de mens. Kijk naar kinderen, die eisen al van zodra ze spreken kunnen hun eigendommen op met een luid “Dit is van mij!”. Kinderen hebben wel meer onhebbelijkheid, repliceert de verdachte. Het is juist zaak ze daarin bij te sturen. Communisme als beschavingsprogramma dat even ongewenste als kinderlijke neigingen van burgers moet bijschaven? Be-schaven? Hum. Ja. Daar had hij me toch bijna. Bijna. Al een geluk dat ik Claude Lefort gelezen heb.

Gaandeweg leert de lezer de verdachte kennen als intelligente, kalme, vriendelijke, met redelijkheid en humor begiftigde persoon maar het moet zijn dat De Luca nog een dimensie wilde toevoegen. Iets waartoe de verhoren geen ruimte boden. Dus laat hij hem in zijn cel brieven schrijven. Aan een -ook alweer naamloos- lief. Brieven die hij niet kan of mag versturen en dus meer en meer het karakter van een alleenspraak krijgen. Of, zo je wilt, in voorarrest gemaakte notities. Dat doet ons denken waaraan? Ja. Precies. Aan Stiller.

Max Frisch. Ik noemde hem al even. Kan het dualisme tussen verhoren en “eigen” teksten werken? Bij Frisch werkte het. Bij De Luca heb ik er een beetje zo mijn twijfels over. Het goede is dat een andere laag toevoegt. Het slechte is, dat het een andere laag toevoegt.

Wat moet zo’n lief nog in dit boek, moest het de verdachte menselijker maken?, maar hij komt ook in de verhoren al aardig menselijk en warm over, als iemand die lief zou kunnen hebben, of ooit lief gehad heeft, en hoe maakt het voor het verhaal eigenlijk nog uit?, of moet het hem juist wat “gestoorder” maken, want het lief spreekt nooit terug, schrijft ook niet zelf een brief, verdachte poogt haar op het eind een keer te bellen maar ze neemt niet op, ze komt nooit naar de gevangenis, de lezer zou maar zo kunnen gaan twijfelen of dat lief wel bestaat, zoals Hannelore Bedert ooit zong: wat als ik heb verzonnen / dat u ooit heeft bestaan, als het niet was voor de Doet Denken Aan, ging ook t schrijverken twijfelen of hij zijn Dregke niet eenvoudigweg had opgedroomd, een mens die brieven schrijft aan een hersenschim zal toch wel niet helemaal in orde zijn zeker?

En dan nog het eind.

Ja het eind.

Dat eind.

Waarom moeten schrijvers altijd op het eind nog een eind aan hun boek maken.

Goed. In de laatste brief aan zijn lief schrijft de verdachte over een gevecht dat hij gezien heeft op zijn favoriete gebergte. Verdachte, nu ineens wel een groot liefhebber van natuurwetten (instincten) (oergronden) (ach die ouwe Heidegger had al een hekel aan de neiging alles uit een of andere oergrond te willen verklaren), spreekt met enthousiasme van de manier waarop rivalen in de natuur met elkaar afrekenen.

Wel.

Dat kún je als een bekentenis lezen. Niet? Maar maakt dat uit?

Nee. Ja. Misschien. Wel.

Ik vind een filosofie over machtsverhoudingen en -misbruik, over het onwettige van wetten, over het onmogelijke van het mogelijke en het mogelijke van het onmogelijke gewoon wel wat sterker dan een verhaaltje over wraak. Dat is het. Dat ik iets heel sterks aan het lezen ben en dat het op het einde dan een kant opgaat die al het voorgaande een heel klein beetje teniet doet.

De feeks die Hollywood heet zal er echter van smullen. Je ziet de verfilming al voor je. De gelukkig vrijgesproken verdachte, die ons gedurende de film zo sympathiek geworden is, die ons deed lachen, ons aan het denken zette, blijkt in de aller- allerlaatste scene misschien toch de koelbloedige moordenaar te zijn waar de niet-zo-sympathieke, bazelende, keer na keer naar vergezochte uitvluchten grijpende inspecteur hem al de hele tijd voor hield. De muziek zwelt aan, camera zoomt uit, aftiteling.

De detectiveverhaalliefhebber smult ook.

De meer filosofisch ingestelde lezer scheurt de laatste 10 bladzijden er beter uit. Houdt dan een erg mooi boek over. Denkt na over dingen die het overpeinzen meer dan waard zijn.

Erri de Luca Onmogelijk

Onmogelijk

  • Auteur: Erri De Luca (Italië)
  • Soort boek: Italiaanse roman
  • Origineel: Impossibile (2019)
  • Nederlandse vertaling: Annemart Pilon
  • Uitgever: HetMoet
  • Verschijnt: 21 mei 2025
  • Omvang: 128 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 21,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman van Erri De Luca

Hoog in de Dolomieten leggen twee wandelaars dezelfde route af. Eén man valt zijn dood tegemoet, de andere man slaat alarm. Maar deze twee mannen blijken met elkaar verbonden door meer dan alleen deze toevallige ontmoeting. Veertig jaar geleden maakten ze deel uit van dezelfde groep revolutionairen. Geschreven als een interview tussen de man en een jonge politierechter die hem verdenkt van moord, mondt deze zaak uit in een politiek filosofische zoektocht naar de verantwoordelijkheid van het individu binnen een actiegroep en de lijn tussen waarheid en perceptie.

Erri De Luca is op 20 mei 1950 geboren in Napels. Hij is een Italiaanse schrijver, vertaler en dichter. Zijn oeuvre omvat meer dan zestig boeken, waarvan de meeste titels bestsellers werden en in vertaling verschenen in onder andere de VS, Frankrijk, Duitsland en Spanje. Als gezegevierd schrijver, en volgens Corriere della Sera zelfs ‘de enige daadwerkelijke eersteklas schrijver die het nieuwe millennium ons heeft gebracht’, ontving De Luca meerdere prijzen voor zijn werk, waaronder de Europese Literatuurprijs voor zijn boek Il più e il meno (2016).

Bijpassende boeken en informatie

Sarah Neutkens – God gokt niet

Sarah Neutkens God gokt niet recensie en informatie nieuw boek van de Nederlandse schrijfster en kunstenares. Op 3 april 2025 verschijnt bij Uitgeverij HetMoet de novelle van Sarah Neutkens. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Sarah Neutkens God gokt niet recensie

  • “Sarah Neutkens schrijft experimenteel, fris en aangrijpend. Deze scherpe politieke satire speelt met de dynamiek van aanbidding, macht en rebellie.” (Tessel ten Zweege)

Sarah Neutkens God gokt niet

God gokt niet

  • Auteur: Sarah Neutkens (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse novelle
  • Uitgever: HetMoet
  • Verschijnt: 3 april 2025
  • Omvang: 112 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het nieuwe boek van Sarah Neutkens

God gokt niet steekt de draak met de hedendaagse heersende instituten. In een avontuurlijke politieke satire observeren we vanonder een tafel de wereldleiders en hun host Lucky, de zoon van God, bij wie iedereen in de gratie wil komen door een lovende toost op hem uit te brengen.

Toespraken van onder andere de Museumdirecteur, de Politica, de Kunstenaar en de Bankier passeren de revue – tot het luisterende gezelschap onder de tafel een offensief besluit te starten.

Sarah Neutkens is geboren op 8 september 1998 in Eindhoven. Ze is altijd bezig en gaat door. Ze is kunstenaar, componist, model en schrijver. In 2022 debuteerde ze met haar roman Een blote man beminnen, en in 2024 volgde haar tweede roman Toneelspelen.

Bijpassende boeken

Sara Sølberg – Sarabande

Sara Sølberg Sarabande recensie en informatie over de inhoud van de Noorse roman. Op 17 maart 2025 verschijnt bij Uitgeverij HetMoet de Nederlandse vertaling van de roman Sarabande van de uit Noorwegen afkomstige schrijfster Sara Sølberg. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster, de vertaler en over de uitgave.

Sara Sølberg Sarabande recensie en informatie

  • “Sarabande is een intelligente, veeleisende en zeer actuele roman geworden, die de indruk bevestigt van Sara Sølberg als een bijzonder vaardige en spannende auteur.” (Sigmund Jensen, Stavanger Aftenblad)
  • “Een ongelooflijk goed geschreven hybride roman met een psychose als narratieve drijfkracht.” (Freddy Fjellheim, Vårt Land)

Sara Sølberg Sarabande recensie van Tim Donker

En dan? Wat is dit? Klimaatfictie? Bestaat dat? Wil dat zeggen dat wat schrijvers met het klimaat zien gebeuren fictioneel is? En hoe dan met dit hier Sarabande? Hoe begint dit? Een vrouw in een appartement dat langzaamaan wordt overgenomen door insecten? Wat is dat? Kafka? Stephen King? Daphne Du Maurier? Wat ben ik aan het lezen? Thriller? Horror? Wat moet ik denken van Silja, van de hete zomer, van de dingen die zij ziet? Zitten we gevangen in haar hoofd? Zit Silja zelf gevangen in haar hoofd? En waarom zijn sommige tekstdelen dwars over de pagina gezet? Zodat ik het boek moet keren, zodat ik zelf als een insect overheen de pagina’s kruip? Het begin is in de oersoep? Het begin loopt in de soep? De soep is haar brein? Maar wat als Silja later pagina’s en pagina’s lang, eigenlijk bijkans het hele boek, opgenomen zit in een kliniek? Toch maar Ken Kesey dan? Gaat dit over milieu of over psychiatrie? Is Silja een onbetrouwbare getuige? Waren er helemaal geen insecten? Was de zomer ook niet zo heet dan? Voltrekken zich allicht helemaal geen ecologische rampen? Bestaan de veranderingen die zij in de natuur waarneemt louter in haar hoofd? Is de premisse van dit boek dan dat iedereen die meent dat klimaatverandering iets werkelijks is met werkelijke gevolgen gek is? Dat kan toch niet zo zijn? Wat is om te beginnen het verschil tussen binnen en buiten het hoofd? Alles wordt toch gevormd in je hoofd? Wat immers te denken van een passage als: “Zelfs als de gevaren die ik hoor niet zouden bestaan, worden de zenuwcellen gestimuleerd, wordt het endrociene systeem in werking gezet – de reactiepatronen van de evolutie zitten nog steeds in het lichaam – hormonen vloeien het bloed in, adrenaline geeft de spieren energie. Voorbereiden, alles paraat maken: mijn lichaam is altijd klaar voor de vlucht.”? En waarom zou Sølberg anders zoveel woorden vuil maken aan hoe de evenwichtstoestand die lang op aarde bestaan heeft onder invloed van de mens aan een eind kwam? Waarom zou ze dat allemaal dan zo nauwgezet beschrijven, zo nauwgezet dat delen van dit boek soms veel weg hebben van een lesje biologie? Of is dat eerder aardrijkskunde? Waarom lette ik toch nooit op op school? Verkent Sarabande het binnen ten opzichte van het buiten en/of het dunne vlies daartussen? Is alles misschien metafories bedoeld? De mens als denkend wezen die met zijn denken alles ten einde aan het denken is? Zodat ons hoofd ons tot een werkelijk einde leidt? Of is de kliniek het antropoceen? Het heersende discours waarin we gedwongen worden mee te gaan? Totdat we geleerd hebben te doen alsof onze neus bloedt? Maar dat is toch evenmin conform de werkelijkheid? Milieuproblematiek is toch niet iets dat op geen enkele politieke agenda terug te vinden is? Dat in geen enkel kaffee- of werkvloergesprek weerklinkt? Of bedoelt Sølberg dat we niet anders kunnen dan zijn wie we te zijn hebben? Omdat we geworpen zijnden zijn? En waar komt die Heidegger nu ineens weer vandaan? Zit die in mijn hoofd, in dat van Sølberg? Of is het toch Silja? Het zou toch een mooi bestaan moeten zijn, Silja zijn, en hovenier, en daar zijn, en buiten? Waar komt de frictie dan vandaan? Waarom deze psychose? Is het schizofrenie? Mag je die term wel zomaar gebruiken? Het is toch geen dissociatieve identiteitsstoornis? Hoe omschrijft de DSM IV dat eigenlijk? Is het de wereld die schizofreen is? Kunnen we wel weten wat waan is en wat niet? Is er misschien helemaal niks buiten de waan? Bracht de mens door zelf het onevenwichtigste wezen te zijn alles uit evenwicht? Kunnen we wel vertrouwen op onze inzichten? Welke verwoestingen werden aangericht door nu primitief aandoende behandelmethodes is de psychiatrie? Hoe hoopvol kun je zijn over dat wankelmoedige mensgemaakte ding dat wetenschap heet als je je bedenkt dat de neuroloog die de lobotomie bedacht nog maar zestig jaar geleden onderscheiden werd met de Nobelprijs voor de Geneeskunde? Gaan we morgen net zo hard lachen met wat we vandaag al zinnig, terecht, nuttig, diepgaand of zelfs onweerlegbaar beschouwen? Is dit het zware synthetiese verdriet? Het onafwendbare? De verontrustende symptomen? Als de aarde schreeuwend sterft liggen wij dan dromend? Omdat we maar nooit weten te ontsnappen uit wat Jay Farley opbergkasten noemt? Kan wat in zijn geval op gender ook van toepassing zijn op normaliteit wetenschap vooruitgang kapitalisme dagdagelijksheid ongemak? Het ziende blind zijn? Alles in de opbergkast, slot erop, en we spreken er niet meer over? Fungeert Silja dan als indicator? Zijn haar psychosen en klimaatverandering gelijkoorspronkelijk? Uitdrukkingen van een zieke aarde? En ecologie en psychiatrie in hetzelfde bedje ziek? Omdat ze achterop komen en veel te traag gaan voor alles dat aan de andere zijde veel te snel gaat? Hoe hoopvol kun je zijn over dat wankelmoedige mensgemaakte ding dat wetenschap heet als je je bedenkt dat de neuroloog die de lobotomie bedacht nog maar zestig jaar geleden onderscheiden werd met de Nobelprijs voor de Geneeskunde? Of heb ik deze vraag al gesteld? Laat ik het dan anders stellen: is de mens misschien te dom voor zijn eigen intelligentie? En van wie zijn de andere ogen, de ogen die we te leen krijgen op de dwarse pagina’s? Zijn dat insecten? Andere dieren? Die boven het kunnen gaan? Zien wat de mens niet ziet? Weten wat de mens niet weet? Is het het kruipen, in de aarde, over de aarde, is het het vliegen boven de aarde, wat maakt dat Sarabande afwisselend heel rap en dan weer heel traag leest, een konstant versnellen en stoppen, en teruglezen, en ongemerkt al gelezen hebben wat je dacht nog niet gelezen te hebben? Als een muziekstuk misschien? Een barokke suite? Een dans? Een, ja, sarabande? Of eerder toch een paringsdans? Een ritueel? Waar zijn de insecten? Is het deze manier waarop Sølberg ons tot Silja schrijft? Zodat we niet meer zeker weten wat we lezen, wat we zien, wie we zijn? Maar die bijna wetenschappelijk aandoende passages dan? Zijn die om nog enig houvast te schenken? Of juist andersom: daar om twijfel te zaaien over datgene dat de mens ontwikkelde om nu juist zekerheid te verkrijgen over de wereld om hem heen? Als wetenschap ook maar fictie is, een verhaal tussen verhalen, wat blijft er dan nog over? Alleen nog het lichaam en wat het ons laat voelen? Laat voelen dat het scheef zit? Is het ook daarom dat ik Sarabande niet alleen met mijn ogen lees, maar met heel mijn zijn? Dat dit boek alles in mij activeert? De insecten, de lucht, de aarde, het kruipen, het hoofd, de kliniek, hoe het licht valt op de pagina’s? Is het dit laveren tussen wetenschap en proza dat me af en toe aan Jan Lauwereyns deed denken? Zou iedereen begrijpen dat ik het als levensgroot compliment bedoel dat dit boek uitgegeven had kunnen zijn door Koppernik? Is er iets dat literatuur moet? Uit evenwicht brengen misschien? Eindeloze stromen vragen genereren? Altijd twijfel? Omdat kunst dat uiteindelijk toch het beste kan? Als t schrijverken Dregke meenam naar een optreden van Fátima Miranda, zou ze dan denken dat hij gek geworden was of zou ze de schoonheid van haar zang kunnen voelen door de gekte heen? Is gekte een symptoom van schoonheid? Vind ik Sarabande daarom zo mooi? En hoe heet ook alweer die roman die uit louter vragen bestaat? Kon je nu werkelijk geen zinnigere vraag bedenken om deze bespreking mee te eindigen?

Sara Sølberg Sarabande

Sarabande

  • Auteur: Sara Sølberg (Noorwegen)
  • Soort boek: Noorse roman
  • Origineel: Sarabande (2021)
  • Nederlandse vertaling: Liesbeth Huijer
  • Uitgever: Uitgeverij HetMoet
  • Verschijnt: 17 maart 2025
  • Omvang: 350 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 23,50
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de roman van de Noorse schrijfster Sara Sølberg

Het is de warmste zomer ooit gemeten in Noorwegen. Tijdens haar werk als hovenier ziet Silja duidelijk hoe de natuur verandert en onder druk komt te staan, maar ze ziet niet dat dat ook voor haarzelf geldt. Binnen een paar heftige dagen valt de werkelijkheid zoals ze die kent uiteen. Die werkelijkheid wordt niet alleen bezien vanuit Silja’s perspectief, maar ook vanuit dat van een mier, een regenworm, een mot. Wanneer ze in een kliniek ontwaakt is er voor haar iets onomkeerbaar veranderd, alleen lijkt iedereen om haar heen door te gaan zoals voorheen.

Sarabande is een intense roman over een persoon in een crisis en over de crisis waarin de aarde zich bevindt. Hoe kun je leven in een wereld die aan de rand van een ecologische ramp staat, als je weet dat je eigen soort daar schuld aan heeft, en dat de werkelijkheid elk moment kan instorten?

Sara Sølberg is geboren in 1983 in Trondheim, Noorwegen. Ze  volgde van 2012 tot 2014 de schrijversopleiding fictie in Tromsø, waarna zij in 2016 debuteerde met haar roman Seismiske smell (Seismische schok). Hiermee behaalde ze de shortlist van de Tarjei Vesaas’s debutantpris en ontving zij de literatuurprijs van de NTNU. In 2021 verscheen haar tweede roman, Sarabande.

Bijpassende boeken en informatie

Virginia Woolf – Over ziek zijn

Virginia Woolf Over ziek zijn recensie en informatie tekst uit 1926 van de Engelse schrijfster, aangevuld met bijdragen van de auteurs Alexandra Philippa, Babs Gons, Jameisha Prescod, Jan van Mersbergen, Lieke Marsman, Marijn Sikken, Marit Pilage, Maureen Ghazal, Michaël Van Remoortere, Nadia de Vries, Stef Hulskamp en Yasmin Namavar. Op 5 november 2024 verschijnt bij Uitgeverij HetMoet dit boek met essays over ziek zijn. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteurs en over de uitgave. Bovendien is het boek gerecenseerd door een van onze redacteuren.

Virginia Woolf Over ziek zijn recensie van Tim Donker

Er was een paus voor nodig, en iemand die ik niet kende. Maar misschien ook mijn moeder een beetje.

Het begon met een vrouw. Het begint verdorie altijd met een vrouw. Het was zomaar een vrouw, het was een hele speciale vrouw, er waren dingen en gesprekken, het maakte niet zoveel uit dat zij getrouwd was, en ik zo goed als toen (en later echt) (maar bij toen hadden die vrouw en ik allang ruzie en zagen we elkaar nooit meer), ik kon het alleen niet zo goed aanhoren als ze over haar man begon want ik wilde, voor de duur van onze gesprekken dan toch, de enige man in de hele wereld zijn voor haar. Op een dag vertelde ze van een essay, geschreven door haar man. Over de paus. Zo’n mooi essay als hij geschreven had, zei ze, en ik voelde mijn ergernis reeds groeien. Het ging over de paus, er was een paus in die dagen, een paus die ziek was, een paus die langzaamaan aftakelde, maar paus bleef, en als paus zichtbaar, je kon hem zien, op teevee, trillend, bibberend, murmelend, en dat was iets waar om gelachen werd. Niet alleen door de meeste mensen, de meeste mensen lachen om alles, en ook niet alleen door cabaretiers, de meeste cabaretiers zijn dom genoeg om vooral te spotten met dingen waar de meeste mensen om zullen lachen, maar eigenlijk wel door iedereen. Ook ik had me afgevraagd of die man niet beter ophield paus te zijn, misschien had ik er zelfs wel eens een grap in gezien door een vergelijking te trekken tussen een zieke paus en de deplorabele staat van het gristendom. En daar had haar man een essay over geschreven. Ik wilde al wat gaan zeggen. In zijn essay, zo ging de vrouw verder, keerde haar man zich tegen de lachers. De spotters. De haters. Hij zag er juist iets nobels in, iets moois, om zijn aftakeling, zijn ziekte te dragen en te tonen. Zich daar niet voor te schamen maar rechtop (nuja bij wijze van spreken dan) zijn levenseinde tegemoet te gaan. Iedereen gaat dood, iedereen wordt naar het einde toe steeds een beetje verder afgebroken, waarom moet dat verborgen blijven, waarom niet, openlijk, lijden?

En ik zweeg. Ik had zo graag gewild dat het om een idiote mening zou gaan, om iets wat ik met twee woorden van tafel had kunnen vegen, maar die dag moest ik mijn meerdere in hem erkennen. Hij had de vinger gelegd op een plek die ik niet had willen zien. Ineens dacht ik aan mijn moeder. Van toen we net in Eindhoven woonden, en een nogal vormelijke buurvrouw hadden. Die heel sjiek was of in ieder geval graag het idee had dat ze heel erg sjiek was. Mijn moeder vergeleek haar altijd met een personage uit een Britse comedyserie. Op enig moment werd de buurman ziek. Erg ziek. Alzheimer. Buurvrouw bracht haar man naar een tehuis en keek er niet veel meer naar om. Zei mijn moeder, ik lette niet zo op die dingen, we woonden net in Eindhoven, de grootstad zowaar, toch wel vergeleken bij het dorp waar we vandaan kwamen, en voor het eerst in mijn leven had ik vrienden, ik was niet vaak thuis, ik ging uit, ik ging dingen doen met vrienden, ik was al bijna gelukkig, in ieder geval te zorgeloos om veel met de buren bezig te zijn. Maar mijn moeder wist het wel, wat daar wel gebeurde en wat er niet gebeurde, ze wist dat buurvrouw haar man een beetje aan zijn lot overliet, en ze wist ook waarom. “Die man gaat dood,” zei ze, “en dat is niet sjiek. Je kunt niet sjiek doodgaan.” Het werden gevleugelde woorden bij ons thuis, die nog vaak herhaald werden: “Doodgaan is niet sjiek.”

En aan doodgaan dacht ik, en aan sjiek zijn, en aan lijden, en aftakeling, en ziekte, en waarom we toch zo’n diepgewortelde neiging hebben om ervan weg te kijken, het uit het blikveld te willen hebben, ouderen en zwakken het recht op een podium liever ontzeggen. “Die is daar te oud voor”, “Die is toch veel te ziek”, “Die moet zo langzamerhand eens ophouden”. Zulke uitspraken. Daarover dacht ik na, maar daar was wel een paus voor nodig. En iemand die ik niet kende. En misschien ook mijn moeder een beetje.

Een virus later begon ik nog scherper te zien. Zonder de diskussie over covid opnieuw op scherp te willen zetten, wil ik toch doen opmerken dat één van de dingen die mij verbijsterden dit was: een virus -hoe gevaarlijk of niet, dat wil ik nu even niet aan de orde stellen- is klaarblijkelijk voor bijna iedereen in de hele wereld een supergoede reden om het totalitarisme te installeren. Van de ene op de andere dag leefden we in een dictatuur, en dat was goed want anders werd je misschien ziek. Bedrijven gingen failliet, kinderen liepen grote achterstanden op school op, jongeren pleegden in eenzaamheid zelfmoord, studenten maakten uit onvrede hun studie niet af, ouderen stierven eenzaam en alleen, de overheid vertelde u wanneer u naar uw werk mocht en wanneer u thuis moest blijven, een avondklok werd ingesteld, en alles was goed, alles was helemaal oké, want anders werd je misschien ziek. De gemiddelde mens is dus liever onvrij dan ziek. Dus. Ziekte is niet alleen maar iets dat beter verborgen gehouden wordt, het mag eigenlijk niet eens bestaan. Het is u verboden ziek te worden, het is u verboden dood te gaan.

En, als Woolf stelt in het titelessay, het is u ook verboden erover te praten (ik had een buurvrouw ooit, een andere dan die van die man die alzheimer kreeg overigens, die het niet over kanker had maar over “k”, alsof alleen al het uitspreken van het hele woord onheil kon aanrichten – ik wist eerst niet eens waar ze over had als ze met haar fluisterstem en haar indringende blik begon over kaa)(ik dacht dat ze het over een slang had, of over kaas) (als kinderken zong ik met het titellied van een bekende neerlandse comedyserie al uit volle borst mee: “heb ik suiker, of is het kaas?”) (ik dacht dat dat over een boodschappenlijstje ging ofzo, mijn vader was psycholoog en die werd serieus wel eens gebeld door patiënten met de vraag wat ze die avond moesten eten, ik dacht dat mensen zulke vragen dan misschien ook wel aan hun huisarts zouden stellen) (maar is dit nu de twede keer in korte tijd dat ik over een comedyserie begin?) (wat is er mis met mij?). Volgens Woolf is ziekte nauwelijks een onderwerp in de literatuur. Ik overzie dat niet ganselijk, ik heb in de voorbije jaren toch best wat boeken gelezen die gingen over mensen met kroniese of terminale ziekten, maar ik wil best aannemen dat het in de tijd van Virginia Woolf, of misschien zelfs nog altijd, een ondergewaardeerd onderwerp is waar veel schrijvers zich niet mee bezig willen houden. Dat er een “men” is die zich in zijn algemeenheid krampachtig verhoudt tot ziekte, en zich liever tot grappenmakerij of in het uiterste geval tot dictatuur wendt, is in ieder geval een zeer juiste observatie.

Een angst voor ziek(t)en, dus, waar we nodig vanaf moeten; volgens de inleiding lijdt 55% van de bevolking aan één of andere kroniese ziekte, waarom niet meer geschreven, waarom niet meer gesproken. De taal lijkt er al niet goed voor uitgerust te zijn. Woolf stelt dat onze vocabulaire niet rijk genoeg is om de verschillende nuances in onwelbevinden, de kleuringen die pijn aan kan nemen, de totaalervaring van het ziek zijn accuraat te benoemen. “Laat iemand met een ziekte onder de leden aan de dokter zijn hoofdpijn beschrijven en de taal loopt meteen vast.” schrijft ze. De semantiek en pragmatiek van ziekte is eigenlijk een interessant thema waar ik zelf nooit zo over nagedacht heb, daar had Woolf wat mij betreft wel iets langer op door mogen gaan. Elders las ik onlangs hoe de taal ook tekortschiet om geluid te beschrijven; misschien is er een kloof tussen taal en lichamelijke ervaringen? Is daar al ooit eens iemand op gepromoveerd? Hoe ervaar je hoofdpijn? Kun je ooit iets zeggen over andermans hoofdpijn? Is iemand die met hoofdpijn alleen maar met gesloten gordijnen op bed kan liggen een aansteller, of heeft die gewoon een veel heftiger soort hoofdpijn dan degene die met een paracetamolletje achter de kiezen gewoon kan gaan werken? Is het ook hierom dat ziekte een gevoel van eenzaamheid met zich mee kan brengen: ieder is op zijn eigen, ondeelbare, wijze ziek.  “[De mens] kan zich geen moment van het lichaam losmaken”, schrijft Woolf; en dus verdwijnen we, mens zowel als corpus, geheel in “de braaklanden en woestijnen van de ziel die een griepje aan het licht brengt”, waar niemand met ons samen kan zijn. Maar niet alleen de taal zorgt voor afstand. Woolf duidt gezonde mensen als “staanders” aan, en zieken als “liggers”. “De staanders” beschouwen “de liggers” als deserteurs omdat ze opgehouden zijn met het immer voorwaarts, het onophoudelijke bewegen, de gang vooruit. Een zieke kan dus alleen medelijdend of misprijzend benaderd worden door een gezonde medemens, maar nooit geheel gelijkwaardig. “Wie vraagt om kritiek van een zieke of om gezond verstand van de bedlegerigen?” vraagt ze zich af (deed ook, vele jaren later, Will Oldham: “never take the advice from the lips of sick friends”!). Terwijl “de liggers” andere diepten kunnen bereiken dan “de staanders”; ze hebben meer voeling met mystiek; de heerschappij van het intellect is neer, de cognitie moet wijken voor het zintuigelijke, en dus intimideert de status die ideeën (over de bedenkers van die ideeën) hebben niet langer, maar openbaren betekenissen zich directer, lichamelijker. “De slagbomen zijn op”; “de politie heeft geen dienst”; het brein stelt het zonder bewaking, en in het grillige genoegen van zijn in onbruik geraakte verstand heeft de zieke een beter oog voor het ongeziene, meer voeling met poëzie, de beweging van wat doorgaans onbeweeglijk geacht wordt (koortsdromen!). Virginia Woolfs essay, het hoofdessay van deze bundel, is maar een dertiental pagina’s lang maar het is rijk genoeg om in die bescheiden ruimte verschillende onvermoede aspecten van ziek zijn aan de orde te stellen. Taal, psychologie, kunst, sociologie. Bijvoorbeeld. En dan te denken dat het niet eens de mooiste tekst uit Over ziek zijn is!

Het stuk van de aanbiddelijke Nadia de Vries, om te beginnen. Hoe ze de odyssee naar het arbeidsbureau beschrijft, de odyssee naar de bank, naar de kamer, naar de bank, naar de telefoon. De pijn. Hoe een popster in elkaar te slaan. Hoe alles elders is. De dossiers met informatie over haarzelf. Zijn elders. De buitenwereld. Is elders. De hartstochten. Zijn elders. Veel van haar woorden gaan over haar kat, wat me al direct voor haar inneemt. Hoe werkt dat? Ik als kattenmens. Hoe mooi had ik het gevonden als het een hond wat geweest? Maar nu wil ik ineens al haar boeken gaan lezen.

Of. Michaël Van Remoortere. Zijn idee dat het vooral “de waanzinnigen” (& de anderszins “onreguleerbaren”) zijn die duidelijk tonen in welk bedje de maatschappij als geheel feitelijk ziek is, is niet nieuw maar de manier waarop hij dit verbindt met een andere gedachte, namelijk onze door hem als schizoïde ontmaskerde verhouding tot arbeid vond ik uitermate prikkelend. Op briljante wijze brengt hij naar voren hoe wij geneigd zijn arbeid te zien als een plicht, maar ook, en evenzeer, als een soort “zalig” voorrecht. Toen ik een jaar of twintig was, moest ik, in een van mijn eerste bijbaantjes, in de avondlijke, en zomwijlen nachtelijke, uren de jaarbeurs schoonmaken als de bezoekers van een beurs naar huis waren gegaan. Bij grotere beurzen, zoals de vakantiebeurs, was dat een zware en langdurige klus. Ik herinner me hoe we een keer met zijn allen tegen de muur geleund zaten met koffiebekertjes in onze hand – koffiepauze om drie uur in de nacht(!). We hadden hard gewerkt maar er was nog veel meer te doen. Ik zei, meer voor de grap dan om een of andere diskussie waar ik sowieso veel te moe voor was aan te zwengelen, iets over in onze jonge jaren opgesloten zitten in een deprimerend gebouw om te sloven voor een paar lullige centen. Een gozer, niet veel ouder dan ik, stoof op en zei: “Je moet juist blij zijn dat je nog sloven kan! Zoveel mensen zitten zonder werk!”. Ik zweeg, ik was, als gezegd, te moe voor diskussie, maar de uitdrukking “blij zijn om te sloven”, (door mij al gauw verkort tot “blij om slaaf te zijn”)  en het paradoxale ervan, is me altijd bijgebleven, en is er de bron van dat ik me vanaf toen, in de ene periode met al wat meer enthousiasme dan in de andere, ben gaan interesseren voor arbeidsfilosofie. Volgens Van Remoortere hangt dit nauw samen met de eis alles te vereconomiseren; alleen wat iets oplevert, heeft waarde. Zijn schrijfstijl ligt om de hoek bij die van Wouter Kusters: eigenzinnigheid, (zwarte) humor, eruditie en een vlijmscherp waarnemingsvermogen leveren een tekst op die gelezen, overdacht, herlezen en nogmaals overdacht wil, nee moet worden. Over de megalomanie en psychopathie van directeuren van grote bedrijven zegt hij: “De keerzijde van de medaille is dat alle mentale aandoeningen die de productiviteit verhogen niet geproblematiseerd worden. Het narcisme van de gemiddelde CEO die ten koste van anderen beslissingen neemt die het BNP van westerse landen opstuwen, wordt nauwelijks als een maatschappelijk probleem ervaren. De idee dat eender welke woorden uit de monden van clowns die Big Tech regeren serieus genomen worden, lijkt me de ware waanzin van deze tijd.”; dat soort passages wil ik wel uitschreeuwen (en dit deed me dan ook nog geheel momenteelderlijk overpeinzen hoe het zou zijn als we allemaal woonden in een andere, een betere, een rechtvaardigere wereld, waarin het juist die “clowns” zouden zijn die gehospitaliseerd worden en elkendeen die volgens de huidige zienswijze “ziek” genoemd dient te worden, de dienst gaat uitmaken) (waardoor ik ook meteen weer naarstig op zoek ging naar dat boek van Dodie Bellamy When the sick rule the world) (een boek waarvan me eigenlijk alleen haar weerzin tegen fluitende mannen is bijgebleven) (een weerzin die ik deel) (ik kon het boek echter zo gauw niet vinden en ik had nog meer te doen).

Of. Het geniale, nee GENIALE, het briljante, het voortreffelijke, het prachtige essay Kus kus kus van Stef Hulskamp dat elke kwalificatie voorbij is en waarover ik bijgevolg dan ook maar niks zeg, maar lees het, mensen, lees het, die tekst alleen al rechtvaardigt in ruime mate de aanschaf van dit boek.

Of. Marijn Sikken. Die nog met een andere invalshoek komt. Het kronies zieke kind. Volgens Sikken komt het kroniese zieke kind moeizaam, of misschien zelfs helemaal niet, tot een eigen identiteit omdat dit kind onder continue observatie staat. De mooiste, intelligentste en liefste vrouw die ik ooit gekend heb, zei mij ooit: “Kinderen moeten ook wel eens ongezien kunnen gaan”. Sikken onderschrijft dit, en stelt dat kinderen ongezienheid nodig hebben om eigenheid te ontwikkelen. Maar het kronies zieke kind gaat zelden helemaal ongezien (een ongemakkelijkheid die ik, maar dat is een ander verhaal, pas in mijn volwassen leven heb leren kennen). Het observeren gebeurt dan ook veelal door medici zodat het kind in het zien dan ook keer en keer opnieuw bevestigd wordt in zijn of haar ziek zijn. Ook is er een onbreekbare afhankelijkheid (het kronies zieke kind kan nooit eens woedend het huis uit stormen!), zodat het kind zich misschien gezeglijker opstelt dan het zou willen zijn; het heeft er immers bitter weinig belang bij zijn verzorgers tegen zich in het harnas te jagen. Sikken laat de lezer erover nadenken of “beste bedoelingen” niet ook fnuikend kunnen zijn, een aantasting van autonomie inhouden. Ook ruimer getrokken een tot nadenken stemmend essay dat mij liet reflecteren op mijn eigen vaderschap (van twee “staanders”, zoals Virginia Woolf het zou noemen).

En dan, vrijwel op het eind, doet Lieke Marsman me weer even aan mijn moeder denken. Als ze schrijft hoe ze steeds haar kanker tot onderwerp wil maken. Mijn moeder vertelde me dat ze, toen er borstkanker bij haar was geconstateerd, steeds de aanvechting had om vanuit het niets, zelfs tegen vreemden, over deze diagnose te beginnen. Bij de bushalte, tegen een passant op straat, tegen wachtenden bij de bakker. We lachten erom, schetsten samen situaties waarin het volgens de heersende moraal totaal ongepast zou zijn om te beginnen over borstkanker, we maakten er bijna een soort sketches van. En toch. Waarom slaat het dingen dood om in een nikserig kletspraatje over een ernstige ziekte te beginnen. Ziekte is onderdeel van het leven, stelt Yasmin Namavar. Dus niet iets dat daar angstvallig vandaan gehouden zou moeten worden – als verboden onderwerp en verboden zijnsstaat.

Over ziek zijn is overrompelend mooi, belangwekkend en pijnlijk scherp. Het verdient een plek op vele tafels. De leestafel, de schijftafel, de borreltafel, de kaffeetafel. De tafel waaraan de beleidsmakers zitten. De tafel van de medici, de ouders, de onderwijzers. Het breekt dingen open die hoognodig opengebroken moeten worden. Ik zou het wel willen geven aan die veel te blije eikels die op dit moment voorbij mijn keukenraam lopen met hun domme fluorescerende ijsmutsen op hun lachende koppen, juist omdat ze me in hun voorbijgaan troffen als mensen die menen dat dit thema hen niet aanbelangt. Maar ik geef niks weg, ik heb maar een exemplaar, en dat hou ik lekker zelf.

Virginia Woolf Over ziek zijn

Over ziek zijn

  • Auteur: Virginia Woolf (Engeland)
  • Bijdragen van: Lieke Marsman, Mieke van Zonneveld
  • Origineel: On Being Ill (1926)
  • Nederlandse vertaling: Monique ter Berg
  • Soort boek: non-fictie
  • Uitgever: Uitgeverij HetMoet
  • Verschijnt: 5 november 2024
  • Omvang: 200 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,50 / € 6,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over ziek zijn

In deze bundel vindt u, gecombineerd met bijdragen van drie hedendaagse dichters, de eerste Nederlandse editie van Woolfs On being ill in een vertaling van Monique ter Berg.

Woolf schreef Over ziek zijn terwijl ze weken aan een stuk aan bed gekluisterd was. Lieke Marsman en Mieke van Zonneveld werden op jonge leeftijd getroffen door kanker. Deryn Rees-Jones raakte besmet met het COVID-19 virus. Zij schreef bij deze uitgave een inleidend voorwoord.

Van Zonneveld verwonderde zich over de ‘vlagen van vreugde’ tijdens haar ziekste momenten. Ze vond nieuwe religieuze verdieping. Tien jaar na dato merkt ze dat de normaliteit de twijfel soms weer uitnodigt. ‘Als de dood zich opnieuw aandient, hoop ik dat mijn sceptische alter-ego in een rivier van genade verzuipt,’ schrijft ze.

Net als Woolf constateert Marsman dat ziek zijn de kritische waarneming kan verscherpen: ‘Ziek zijn zet alles op z’n kop, en in de chaos die ontstaat, doemen abstracte beleidsbeslissingen op als in de praktijk gebrachte dictaten die bepalen of de afdeling waarop je ligt wel of niet onderbezet is.’

Woolf vraagt zich in haar essay af of het thema ‘ziekte’ in de literatuur niet net zoveel aandacht zou moeten krijgen als liefde, jaloezie en macht. Over ziek zijn geeft het die aandacht.

Bijpassende boeken