Tag archieven: Koppernik

Fleur Jaeggy – De waterstandbeelden

Fleur Jaeggy De waterstandbeelden Recensie en informatie over de inhoud van de roman van de Italiaanstalige Zwitserse schrijfster. Op 9 januari 2023 verschijnt bij uitgeverij Koppernik de Nederlandse vertaling van de roman uit 1980, Le statue d’acqua, van de Zwitserse schrijfster Fleur Jaeggy.

Fleur Jaeggy De waterstandbeelden recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de Zwitserse roman uit 1980 De waterstandbeelden. Het boek is geschreven door FleurJaeggy. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman van de Italiaanstalige Zwitserse schrijfster Fleur Jaeggy.

Recensie van Tim Donker

Misschien als meden. Misschien perzen. Misschien niet bij de pakken neer. Misschien vroeger, of anders later. Misschien als duw komt tot schuif. Misschien een puntje. Misschien een paaltje. Misschien laat op de avond. Misschien als de kinderen op school. Misschien in bad, misschien onder de douche. Misschien in de achtertuin of misschien op de fiets. Als het waait. Regent. Of zon, en windstil, en een reden om in een betere wereld te geloven. Misschien als je het van verre kunt zien komen. Misschien met jeuk op onbereikbare plekken. Misschien zonder reden. Misschien zomaar. Misschien bij de eerste pot koffie van de dag. Misschien in een ander land op het strand. Misschien onder blauwe hemel. Misschien in halfslaap. Misschien dronken. Misschien als ik sta te koken, of mijn nagels knip, of de was ophang. Misschien bijtijds. Misschien veel te laat. Ooit, misschien ga ik de schaamteloosheid bereiken om me die vraag te stellen. Deze vraag: Wat is een boek? Een stompzinnige vraag, zeg nu zelf. Maar. Ik las De waterstandbeelden en het leek me een gepaste doch niet te stellen vraag. Een ongekend domme doch volslagen logische vraag. Een uiterst kinderachtige en toch tamelijk intrigerende vraag.

Met boek bedoel ik natuurlijk fictie.

Met fictie bedoel ik natuurlijk literatuur.

Met literatuur bedoel ik natuurlijk –

O, er zullen ongetwijfeld handboeken bestaan. Het zal wel vastgelegd zijn, ergens. Een of andere literatuurwetenschapper heeft zich er ooit over gebogen en hij heeft iets gezegd. Iets met plot, ontwikkeling, zoiets. Iets met personages die op het eind verder zijn dan aan het begin. Iets met mensen die op de eerste bladzijde al iets moeten willen, al is het maar een glas water. Ik weet het wel. Ik heb die klok ooit horen luiden maar het heeft me nooit een moer kunnen schelen waar de klepel hing. Wetten ontdekken waar die niet zijn, loopt altijd op potsierlijkheden uit. Aan alles valt wel te tornen. Zoals Eekhoorn al zei. In een verhaal van Toon Tellegen dat ik een paar avonden geleden nog aan mijn zoon voorlas.

Ik heb nooit een grijns kunnen onderdrukken als iemand -meestal was Peter dat- oordeelde dat iets “niet zoveel meer met muziek te maken” had, als ik weer eens zo’n soort cd had opgelegd. U kent dat soort cd wel. Geen melodie, geen ritme, soms zelfs in het geheel geen instrumenten meer. The Brutum Fulmen die acht minuten lang het oorverdovende geluid van een industriële ventilator door mijn boxen (of toen: Peters boxen) lieten knallen, die op een werkbank lichtpeertjes kapot hamerden, die het gepiep van een deur in een parkeergarage tot in het ondraaglijke versterkten. Dat heeft niet zoveel meer met muziek te maken, zei hij, zei Peter.

Ik heb me altijd afgekeerd van mensen die naar een schilderij wezen en zeiden Dat kan mijn kleine zusje ook. Klaarblijkelijk is kunst bovenal iets wat je kleine zusje niet kan. Vraag je kleine zusje wat zij niet kan en doe het dan en zie daar: je hebt kunst gemaakt.

Ik heb altijd alleen maar wrevel gevoeld als ik moest zeggen wat ik eigenlijk zo leuk vond aan die “rare boeken” die ik las, ik heb woede gevoeld bij de onderliggende suggestie dat het alleen maar aanstellerij was, dat ik alleen maar deed alsof ik die “rare boeken” leuk vond om interessant te lijken. Want volgens mij heeft dat niet zoveel meer met schrijven te maken. Zei Peter weer.

Toch vroeg ik me toen ik De waterstandbeelden las even, heel even, een kortdurend, schaamtevol, eindeloos lijkend rotmoment, af of ook ik, ik zou bijna zeggen zelfs ik, niet een iets nodig heb, een allerminimaalst iets, een allerlaatste kleine kruimel literatuurwetenschap om mee te wegen, om te zeggen Ja, dit is een boek. Het is onzin, dat weet ik ook wel. Er is alleen maar een kaft, bladzijden, er zijn alleen maar letters. Dat is alles. En met Kraakpen hadden we een keer, één nummer, de kaft zelfs afgeschaft (bijna twee decennia voordat nY dat deed, ik wil het niet zeggen maar ik zeg het toch). Dat begreep toen niet iedereen. Er waren er die dachten dat ze een incompleet exemplaar toegestuurd hadden gekregen.

Jaeggy kende ik nog van De gelukzalige jaren van tucht. Dat was een raar boek, niet? Het was de sfeer, of het was de stijl, of het was de duisternis, of het was het licht, het bleef steeds een laatste rest hebben die je niet benoemen kon. Maar ik kon nog wel zeggen dat het ging over vriendschap, dat het zich afspeelde op een kostschool, dat het jaren overbrugde, dat er twee meisjes waren, dat die zich op het eind op een andere -letterlijke en figuurlijke- plek bevonden dan aan het begin. Daar kon je in de literatuurlessen nog wel wat mee.

Over De waterstandbeelden kan ik niets zeggen. Ik kan wel beginnen over die Beeklam die standbeelden bewaart in een ondergelopen kelder van zijn Amsterdamse huis, zoals de zijflap zegt, maar De waterstandbeelden gaat niet over Beeklam en in weerwil van de titel ook niet over zijn standbeelden. Amsterdam is een plek, helaas, maar er zijn ook andere plekken. Het zou zich nu af kunnen spelen of vijftig jaar geleden of vele eeuwen geleden. Het zou een roman kunnen zijn, maar ook een theatertekst, of een -daar heb je hem weer- boeklang poëem. Maar dat kan nog allemaal. Dat verontrust mij nog niet.

Het boek is maar een luttele 110 pagina’s dik al lijkt het veel dikker. Daarmee bedoel ik dat je het in vele stoelen leest, en onder vele hemels, dat je over vele vloeren gaat terwijl je dit aan het lezen bent, dat je het gedurende vele nachten leest. Ik zat maar in één stoel. Ik las dit in één nacht uit. Maar De waterstandbeelden is rijk, maf, ontregelend, duister. De vele korte, soms zeer korte, hoofdstukjes lijken even zovele geschilderde gruwelijkheden ofnee het zijn geen gruwelijkheden maar ze lijken het slechts. Of. Ja. Nee. Ik weet het niet. Je hebt de indruk dat je naar iets pijnlijks kijkt, dat alles zich afspeelt onder onheilszwangere luchten, er is iets mis aan het gaan maar je kunt niet zeggen wat, straks gaat hier zich iets bijzonder ellendigs afspelen maar dat straks komt nooit. De personages zijn die van Beckett of die van Joyce of die van Poe of die van De Sade of gewoon die van Jaeggy.

Maar dat kan nog allemaal. Dat verontrust mij nog niet.

Het perspectief wisselt, de taal vervreemdt, er is een gesprek met een kraai, personages komen uit de lucht vallen, er zijn onnavolgbare monologen, pinteriaanse dialogen, misschien is het één lange hallucinatie, zomwijlen bijkans hermetische tekstbrokjes die door de aarde zelf opgerocheld lijken te zijn, er is onderkoelde humor: “Als hij zei dat het een prachtige ochtend was, dan leek zijn toon eraan toe te voegen dat het betreurenswaardig was dat ochtenden prachtig waren.”; “ze was even lang als de kasten in haar huis hoog waren.”; “Snel, droogjes en verstrooid hadden de twee mannen amper tijd om met elkaar kennis te maken of ze waren het al eens, twee kieskeurige boompjes, die vanbinnen blij dat ze het snoeien hadden overleefd.”; “Beeklam stond weer op straat. De stad leek hem vaag en ver weg, er hing een geur van natte bloemen. Twee meisjes sloegen elkaar, het ene gebruikte haar vuisten, het andere een rood parapluutje. Hij waardeerde de elegante bedrevenheid van het brute geweld.”- naja geen dijenkletsers nee maar iets dat even een tik tegen de werkelijkheid geeft zodat de werkelijkheid scheef komt te hangen en zulke tikken zijn toch altijd weer goed voor een halve of misschien zelfs hele grijns op mijn gezicht.

Maar dat kan allemaal nog. Dat verontrust mij nog niet.

(Peter zou zeggen dat dat volgens hem niet zoveel meer met humor te maken heeft)

(Peter zei dat ooit daadwerkelijk dat iets volgens hem niet zoveel meer met humor te maken had. Dat ging over de zanger van Hallo Venray die ooit, op een of ander festival, meest vermoedelijk Pinkpop, was opgekomen op een pogostick. Peter beschreef me die scéne en voegde daaraan toe: Dat heeft volgens mij niet zoveel mee met humor te maken. Vroeg ik: Was dat als humor bedoeld dan?)

(& vooral dan dat dat parapluutje rood is)

Pas die allerminimaalste kruimel die Jaeggy me liet heroverwegen, deed het boek branden in mijn vingers. Die allerminimaalste kruimel was peteriaans geformuleerd: Heeft dit volgens mij nog wel wat met betekenis te maken?

Fragmentarisme, dat ken ik.
Tijdloosheid (als in: niet onomstotelijk situeerbaar in een duidelijk herkenbare tijd), dat ken ik.
Geen vaste hoofdpersonen, dat ken ik.
Van vorm veranderen, dat ken ik.
Een onduidelijke plot, of misschien zelfs de totale afwezigheid daarvan – dat ken ik.
Maar het betekende altijd nog wel iets. Iemand stond op, iemand ging zitten. Iemand vond iets, iemand voerde een telefoongesprek. Iemand dronk wijn, iemand dacht aan iemand anders. Iemand viel voor de tweede keer. Hoe die Jozef en die Maria dat grootgebracht hebben hè, je verstaat het niet.

Ik las De waterstandbeelden niet in één nacht uit. Ik deed er meerdere dagen over. De stoel en de vloeren en het plafond waren wel dezelfden, dat wel. Al waren zij dat op een ander nivo ook niet. Dit is ook geen in éénnachtuit-boek. Dit hier is een taje lees. Ik vond mij geregeld terug, in mijn leesstoel, hologig naar de bladzij starend, mompelend Wat heb je nu zojuist gelezen, Donker? – en dan het antwoord moeten schuldig blijven (nee, dat is niet waar, ik adresseer mijzelf nooit bij mijn achternaam). De waterstandbeelden telt vele zinnen die ik drie, vier, vijf keer moest herlezen om ergens in het duister toch nog zoiets als kontoeren te ontwaren. Bijvoorbeeld: “Alles wat vluchtig is voelde als haar eigendom, ofschoon haar dagen elders rondzwierven, waar geen heerschappij bestaat, waar de volmaaktheid geen erfgenamen heeft.”

Zo’n zin dus. En ik lees dat. En dan lees ik het nog eens. En dan nog eens. En nu heb ik hem zelfs overgeschreven. En ik lees, en ik schrijf over, en ik denk Staat daar iets? Betekent dat iets? Zegt het iets? Delen van die zin vind ik erg mooi. “haar dagen elders rondzwierven, waar geen heerschappij bestaat”, dat vind ik mooi, aan het woord “ofschoon” heb ik al sinds mijn vroegste jeugd een enorme hekel (net zoals aan “een poos”, of “dikwijls”, die haat ik ook al sinds mijn kleutertijd); “waar de volmaaktheid geen erfgenamen heeft” vind ik een beetje te gezwollen en “Alles wat vluchtig is voelde als haar eigendom” doet me dan weer te ijl aan, iets waar een bandje als Dead Can Dance mee af zou kunnen komen en dat is niet bedoeld als compliment. Maar het is een zin, en het staat in dit boek, en zinnen als deze deden me dat laatste kruimeltje vastpakken en van dichtbij bekijken. Moet een zin wel iets betekenen, en dan bedoel ik iets buiten die zin zelve. Kunnen zinnen geen “loutere” poëzie zijn, een taal die alleen nog maar naar zichzelf verwijst? Ben ik, juist ik, niet erg afkerig van X verwijst naar Y en Z naar A? Want zou je ommers A bedoelend niet liever ook A schrijven? Wat geen pleidooi is tegen poëtisch taalgebruik, hooguit tegen literair snobisme (ik heb het hier over die werken die je pas ten volle kunt begrijpen als je de bijbel, de Griekse en Germaanse mythologie, de Oosterse filosofie en de gehele wereldgeschiedenis van buiten kent). Mag een zin misschien niet gewoon een moje zin zijn, ook zonder dat je zou kunnen promoveren op die zin?

Dan denk ik aan “In het mooiste uur van de nacht veranderde koelte in treurnis.”. Staat daar iets? Nee. Ja. Ik weet het niet. Misschien is het zwanger van oneindig veel betekenissen. Misschien betekent het niets anders dan dat in het mooiste uur van de nacht de koelte in treurnis veranderde. Koelte verandert wel vaker in treurnis. Wel. Ja. Ik vind het vooral een hele moje zin. Op dit uur van de ochtend, met kaneelkoffie in mijn kop en Ornette Coleman in de speler is een hele moje zin meer dan genoeg. Op dit uur van de ochtend mag een boek best dat zijn: een verzameling hele moje zinnen, een stuk of wat verstillende beelden, vervreemding, duisterheid & dingen die absurd zijn. Ik heb De waterstandbeelden mooi gevonden. Een mooi boek, koffie en Coleman. Niks meer is er nodig om een regenachtige ochtend prachtig te maken.


Fleur Jaeggy De waterstandbeelden Recensie

De waterstandbeelden

  • Schrijfster: Fleur Jaeggy (Zwitserland)
  • Soort boek: Italiaanse roman uit Zwitserland
  • Origineel: Le statue d’acqua (1980)
  • Nederlandse vertaling: Hilda Schraa
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 9 januari 2023
  • Omvang: 112 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 19,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman uit 1980 van Fleur Jaeggy

Familie, obsessie en rijkdom samengebracht door de meesterstilist.

Zelfs in het bepaald niet weelderige oeuvre van Fleur Jaeggy is De waterstandbeelden een bijzonder eigenaardig boek. Deze vroege roman, wrang van eenzaamheid en vol vervreemde emotionele armoede, is gedeeltelijk gestructureerd als een toneelstuk: de dramatis personae omvatten de verschillende familieleden, vrienden en bedienden van een man genaamd Beeklam, een rijke kluizenaar die standbeelden bewaart in de ondergelopen kelder van zijn Amsterdamse huis, waar herinneringen beven in traag licht en het omringende water ondergronds naar het IJ wordt gelokt.

De waterstandbeelden, opgedragen aan Ingeborg Bachmann en uitgewerkt in Jaeggy’s sobere maar diamantscherpe stijl, levert – met zijn verzameling getroebleerde maar verwante zielen – een onuitwisbaar beeld van de drassigheid van het leven.

De Zwitsers-Italiaanse schrijfster Fleur Jaeggy (31 juli 1940) werd in Zürich geboren. In 2019 verschenen van haar in vertaling de verhalenbundel Ik ben de broer van XX en de roman SS Proleterka, die op de shortlist van de Europese Literatuurprijs stond. De gelukzalige jaren van tucht, haar bekendste roman, die bekroond werd met de Premio Bagutta, verscheen in 2021 bij Koppernik.

Bijpassende boeken en informatie

Huub Beurskens – Alle gedichten

Huub Beurskens Alle gedichten recensie en informatie over de inhoud van het boek. Op 9 maart 2023 verschijnt bij uitgeverij Koppernik het boek met de verzamelde gedichten van Huub Beurskens.

Huub Beurskens Alle gedichten recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Alle gedichten. Het boek is geschreven door Huub Beurskens. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen van het boek met de verzamelde gedichten van de Limburgse dichter en schrijver Huub Beurskens.

Huub Beurskens Alle gedichten recensie

Alle gedichten

  • Schrijver: Huub Beurskens (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 9 maart 2023
  • Omvang: 880 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 49,90
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek met de verzamelde gedichten van Huub Beurskens

In 1975 verscheen de debuutbundel van Huub Beurskens, Blindkap, en in de achtenveertig jaar die sindsdien zijn verstreken zijn vele bundels gevolgd, waarvan Aapnek tussen de ladyshaves uit 2019 de laatste is. Al deze bundels, handelsedities, exclusieve bibliofiele edities en uitgaven in eigen beheer, zijn verzameld in dit kloeke boek, waardoor de lezer de gelegenheid krijgt alle poëzie van Beurskens tot zich te nemen, die hele wereld vol geuren, kleuren, smaken en vooral klanken, die wereld vol nieuwvormingen en archaïsmen, dartelheid en ernst.

Huub Beurskens (Tegelen, 18 februari 1950) publiceerde bij Koppernik in 2015 de roman Wachten op een vriend en was in 2016 ghostwriter van de novelle Nietsdankussen van Cinthia Winter. In 2017 verscheen zijn veelgeprezen roman Eindeloos eiland, die genomineerd werd voor de ECI-literatuurprijs. In januari 2018 verscheen de dichtbundel Gedurig nader. Onlangs kwam de roman Steyler uit. In maart 2020 verscheen de novelle De straffeloze.

Hij kreeg onder meer de Herman Gorterprijs, de Jan Campertprijs en de vsb Poëzieprijs.

Bijpassende boeken en informatie

  • Nederlandse dichters

Wessel te Gussinklo – Aangeraakt door de goden

Wessel te Gussinklo Aangeraakt door de goden recensie en informatie over de inhoud van het autobiografische boek met essays uit 2003. Op 9 februari 2023 verschijnt bij uitgeverij Koppernink de herdruk van het boek van de Nederlandse schrijver Wessel de Gussinklo.

Wessel te Gussinklo Aangeraakt door de goden recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Aangeraakt door de goden. Het boek is geschreven door Wessel te Gussinklo. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het boek van Wessel te Gussnklo dat voor het eerst verscheen in 2003.

Wessel te Gussinklo Aangeraakt door de goden Boek uit 2003

Aangeraakt door de goden

  • Schrijver: Wessel te Gussinklo (Nederland)
  • Soort boek: autobiografisch boek
  • Uitgever heruitgave: Koppernik
  • Verschijnt: 9 februari 2023
  • Omvang: 304 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 24,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het autobiografische boek uit 2003 van Wessel te Gussinklo

Herdruk van een van de hoogtepunten uit zijn oeuvre.

In een obsessieve, borende stijl roept Te Gussinklo de gedachtewereld op van de jongen die hij ooit was, op weg naar volwassenheid. In de benepen gereformeerde omgeving voelt hij zich een melaatse, een vijand van alle mensen. Hij walgt van hun sociale aangepastheid. Voor hem is elk contact een duel.

Dan ontdekt hij Sartre. Thuis vindt hij, een vakantie lang door diens boeken bladerend, de halfbegrepen woorden die hem definitief een voorsprong zullen geven op zijn leeftijdgenoten. Ze komen om raad bij hem, ze laten zich imponeren. Eindelijk heeft hij een effectieve strategie gevonden om zich tegenover de anderen staande te houden.

In de jaren daarna raakt hij in de ban van Harry Mulisch. Koortsachtig leest hij diens eerste verhalen en romans. Hij spiegelt zich aan de helden die weigeren een compromis te sluiten met de onttoverde wereld van de volwassenen.

Te Gussinklo herleest het werk dat hem tussen zijn zestiende en vijfentwintigste jaar tot op het bot raakte: de evocatie van wat hem in die tijd bezielde gaat vergezeld van vlijmscherpe en persoonlijk geëngageerde interpretaties van het werk van zijn idolen van toen.

Bijpassende boeken en informatie

Tarek Eltayeb – Hier loopt niemand achter iemand aan

Tarek Eltayeb Hier loopt niemand achter iemand aan recensie en informatie over de bundel met poëzie van de Egyptische dichter. Op 10 december 2022 verschijnt bij uitgeverij Koppernik de bundel de met gedichten van de Egyptische dichter Tarek Eltayeb. Naast de Nederlandse vertaling zijn ook de originele gedichten in het Arabisch opgenomen.

Tarek Eltayeb Hier loopt niemand achter iemand aan recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel Hier loop niemand achter iemand aan. Het boek is geschreven door Tarek Eltayeb. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de bundel met poëzie van de Egyptische dichter Tarek Eltayeb.

Tarek Eltayeb Hier loopt niemand achter iemand aan Recensie

Hier loopt niemand achter iemand aan

  • Schrijver: Tarek Eltayeb (Egypte)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Nederlandse vertaling: Lore Baeten
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 10 december 2022
  • Omvang: 48 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 14,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de dichtbundel van Tarek Eltayeb

Eltayeb studeerde aan de Ain Shams Universiteit in Cairo en aan het Instituut voor Economische Filosofie van de Universiteit van Wenen. Hij werkte en leefde in Egypte en in het Noorden van Irak. Momenteel doceert hij aan drie universiteiten in Oostenrijk. Hij schreef romans, kortverhalen, theater en poëzie.

Voor de tweetalige uitgave Hier loopt niemand achter iemand aan vertaalde Lore Baeten een kleine selectie uit zijn gedichten. De publicatie van de bundel is een initiatief van Koppernik en Paul Verrept, naar aanleiding van de nominatie voor De Bronzen Uil van diens boek Brandingen en de presentatie op Het Betere Boek, georganiseerd door het Willemsfonds vzw.

Bijpassende boeken en informatie

Ingvild H. Rishøi – Stargate

Ingvild H. Rishøi Stargate recensie en informatie over de inhoud van deze kerstroman uit Noorwegen.  Op 27 oktober 2022 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik de Nederlandse vertaling van Stargate, de kerstvertelling van de Noorse schrijfster Ingvild H. Rishøi.

Ingvild H. Rishøi Stargate recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden de kerstvertelling Stargate. Het boek is geschreven door Ingvild H. Rishøi. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen de inhoud van de kerstroman uit Noorwegen van schrijfster Ingvild H. Rishøi.

Ingvild H. Rishøi Stargate Recensie

Stargate

Een kerstvertelling

  • Schrijfster: Ingvild H. Rishøi (Noorwegen)
  • Soort boek: Noorse kerstroman
  • Origineel: Stargate. En julefortelling (2021)
  • Nederlandse vertaling: Liesbeth Huijer
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 27 oktober 2022
  • Omvang: 160 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 21,50
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Waardering: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Recensie en waardering van het kerstboek uit Noorwegen

  • “Aangrijpend, origineel en actueel kerstverhaal uit Noorwegen, meesterlijk, boeiend en uitstekend geschreven!” (Allesoverboekenenschrijvers.nl)
  • “Ingvild H. Rishøi is een nieuwe Astrid Lindgren.” (Uppsala Nya Tidning)
  • “Meesterlijk, onontwijkbaar en zeer aangrijpend.” (Aftonbladet)
  • “Pure kerstmagie. Er sprenkelen kerstglitters van Ingvild H. Rishøis nieuwe boek over een jeugd en een kersttijd die we niet snel zullen vergeten.” (Dagbladet)

Flaptekst van het kerstverhaal van Ingvild H. Rishøi

Ronja, haar grote zus Melissa en haar vader wonen in Tøyen, een volksbuurt in Oslo. Kerstmis staat voor de deur en Ronja wil voor het eerst van haar leven een eigen kerstboom. Haar vader, die te vaak en te veel drinkt, is net weer zijn baan kwijt. Met de hulp van een vriend, de conciërge, bezorgt Ronja hem een baan op de kerstbomenmarkt. Een paar dagen lang lijkt alles goed te komen: haar vader blijft nuchter, er is fatsoenlijk eten en misschien komen er zelfs kerstcadeautjes aan. Maar als hij weer begint te drinken, lijkt een gelukzalige kerst in gevaar te komen.  Melissa ziet geen andere keuze dan het over te nemen op de kerstbomenmarkt en Ronja helpt haar zo goed als ze kan. Het werk is loodzwaar, de baas is streng en het is ijskoud. Maar er zijn ook drie wijzen, een ster en een magisch bos.

Ingvild H. Rishøi heeft met Stargate een eigenzinnig, ontroerend kerstverhaal geschreven, een sprookje van onze tijd, dat diepe indruk maakt door de stem van Ronja. Stargate is een klein meesterwerk vol realistische magie, in de traditie van H.C. Andersen.

Bijpassende boeken en informatie

Stig Dagerman – Het verbrande kind

Stig Dagerman Het verbrande kind recensie en informatie over de inhoud van de Zweedse roman uit 1948. Op 8 december 2022 verschijnt bij uitgeverij Koppernik de heruitgave van de Nederlandse vertaling van Bernlef van de roman Bränt barn van de Zweedse schrijver Stig Dagerman.

Stig Dagerman Het verbrande kind recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Het verbrande kind. Het boek is geschreven door Stig Dagerman. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van heruitgave van de roman uit 1948 van de Zweedse schrijver Stig Dagerman in vertaling van Bernlef.

Stig Dagerman Het verbrande kind Zweedse roman uit 1948

Het verbrande kind

  • Schrijver: Stig Dagerman (Zweden)
  • Soort boek: Zweedse roman
  • Origineel: Bränt barn (1948)
  • Nederlandse vertaling: Bernlef
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 8 december 2022
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 23,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman van Stig Dagerman

Psychologisch meesterwerk van een van de grootste Zweedse schrijvers. Met een voorwoord van Siri Hustvedt.

Het verbrande kind gaat over liefde en rouw in een Stockholms arbeidersmilieu. In de jaren veertig van de vorige eeuw belandt de jongeman Bengt in een diepe, persoonlijke crisis na de onverwachte dood van zijn moeder. Terwijl hij om probeert te gaan met het verlies, verandert zijn wanhoop langzaam in woede wanneer hij ontdekt dat zijn vader een minnares heeft. Hij klaagt eerst met buitensporige haat zijn vader en diens minnares aan voor wat ze zijn moeder hebben aangedaan en zweert wraak te nemen. Maar als hij de minnares ontmoet, wordt hij zelf een bedrieger en leugenaar in verhouding tot zijn vader en zijn vriendin.

Het verbrande kind is een weergaloze roman over pijn en woede, wanhoop en hartstocht, over bedrog en zelfbedrog.

Bijpassende boeken en informatie

Cees Nooteboom – Over het raadsel van woorden, tonen en stemmen

Cees Nooteboom Over het raadsel van woorden, tonen en stemmen recensie en informatie over de inhoud van het boek met essays over klassieke muziek. Op 17 november 2022 verschijnt bij uitgeverij Koppernik het boek met essays over klassieke muziek, geschreven door Cees Nooteboom.

Cees Nooteboom Over het raadsel van woorden, tonen en stemmen Recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Over het raadsel van woorden, tonen en stemmen. Het boek is geschreven door Cees Nooteboom. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het boek alle stukken verzameld die Cees Nooteboom tussen 2006 en 2009 schreef voor Preludium, het blad van het Concertgebouw en het Concertgebouworkest.

Cees Nooteboom Over het raadsel van woorden, tonen en stemmen Recensie

Over het raadsel van woorden, tonen en stemmen

  • Schrijver: Cees Nooteboom (Nederland)
  • Soort boek: essays over muziek
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 17 november 2022
  • Omvang: 120 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 21,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (zeer goed)

Flaptekst van het boek met essays over muziek van Cees Nooteboom

In Over het raadsel van woorden, tonen en stemmen zijn alle stukken verzameld die Cees Nooteboom tussen 2006 en 2009 schreef voor Preludium, het blad van het Concertgebouw en het Concertgebouworkest.

De essays meanderen langs de muziek en het leven. Reizend door Duitsland, Nederland en Spanje haalt Nooteboom herinneringen op en filosofeert over dromen, vliegangst en de heilige mis. Componisten als Sjostakovitsj, John Cage, Ravel, Schubert, Arvo Pärt en de IJslandse avant-gardist Björn Gustavson komen langs, maar ook schrijvers als Vestdijk, Thomas Mann en Leo Perutz.

Op zijn bekende laconieke, erudiete manier belicht Nooteboom alle terreinen van de muziek en etaleert ondertussen zijn inzicht in de condition humaine.

Bijpassende boeken en informatie

Kate Zambreno – Drang

Kate Zambreno Drang recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe roman. Op 29 september 2022 verschijnt bij uitgeverij Koppernik de Nederlandse vertaling van de roman Drifts van de Amerikaanse schrijfster Kate Zambreno.

Kate Zambreno Drang recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden de roman Drang. Het boek is geschreven door Kate Zambreno. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Amerikaanse schrijfster Kate Zambreno.

Recensie van Tim Donker

Een boek over het (maar niet kunnen) schrijven van een boek, jaja, dat kenden we nog niet. Ofnee. Dat kenden we wel. Of we. Ik toch. En anderen met mij, neem ik aan. Maar dat geeft niet. Een boek hoeft niet perse iets volstrekt nieuws te vertellen om iets volstrekt nieuws te vertellen. Laat staan om eenvoudigweg te boeien. Of te intrigeren. Het boek is immers maar dat wat gebeurt tussen twee kaften, hoe kan het nog moeten ontstaan als de lezer er al aan begint? En als het boek nooit tot stand heeft kunnen komen, wat hebben we dan zojuist gelezen? Waar gaat het dan eigenlijk over. Jaja. Waar gaat het over, ook zo’n vraag. “Wat voorkomt dat een boek wordt geschreven, wordt uiteindelijk het boek zelf”, schrijft Zambreno ergens in Drang, en misschien is dat wat Drang is: “…een memoir over niets…”, om andermaal Zambreno zelve te sieteren.

Ja goed, het gaat dus over die vrouw die een boek probeert te schrijven en dat lukt niet erg. Van dat falen wordt verslag gedaan in korte, dagboek-achtige hoofdstukjes, veel paginawit, af en toe een foto of een afbeelding. De bladspiegel is alvast goed. Het is de leegte die ademt, de leegte waarin we zwemmen, ja: ik, jij, wij allemaal. De niksheid die het leven is. Ommetjes maken met de hond. Naar het werk gaan. In de metro zitten. Dingen bekijken op je kompjoetur. Een literaire avond bijwonen. Ongemakkelijke sociale situaties. Een vreemde bovenbuurman. Series “bingen”.  Wat is in godsnaam series “bingen”? Maar die ene serie die ze “bingt”, Taxi, die kende ik wel. Met Tony Danza en als mijn geheugen me niet bedriegt Danny DeVito? In mijn herinnering werd het hier in de jaren tachtig uitgezonden op zaterdag, ergens in de vooravond, en in mijn herinnering keken we er altijd naar, mijn mamma mijn pappa mijn twee zussen en ik, en in mijn herinnering was het dan altijd gezellig. Boeken lezen. Met vrienden mailen. Op de veranda zitten al is het herfst. Een galadiner. Een strohoed kopen, of misschien een jurk. En gedachten, vooral heel veel gedachten.

Gedachten over Chantal Akerman. Gedachten over Wittgenstein. Gedachten over Walser. Gedachten over Kafka. Gedachten over Rilke, heel veel gedachten over Rilke. Je kon bijna het idee gaan krijgen dat Drang een Rilke-biografie beoogde te zijn maar het leven had er andere plannen mee. Zoals De Kapellekensbaan veel meer dan over Ondine, over Boontje en zijn huisgenoten ging. Een moderne, Amerikaanse Kapellekensbaan, niet gek, denk ik, om Drang zo te noemen.

Want uiteindelijk gaat Drang over onvermogen. Nee. Het gaat over futloosheid. Nee. Het gaat over dissociatie. Nee. Het gaat over ergens anders over gaan. Nee. Het gaat over drift. Nee. Het gaat over hoe je op een of andere manier aan het eind van de dag altijd nooit gedaan hebt wat je had willen doen. Nee. Het gaat over drang, eerder dan over actie. Nee. Het gaat over zoeken. Nee. Het gaat over wanderlust. Nee.

Drang scheen me doordesemt te zijn van melankolie. Of in ieder geval: ik werd er vaak een weinig melankoliek van. Al zegt dat misschien niet zoveel, ik word melankoliek van haast alles. In het geval van Drang was het meestal de goede soort melankolie, maar een keer, het was een dinsdag, sloeg de goede melankolie na verloop van bladzijden en bladzijden om in het slechte soort melankolie. De melankolie die alleen maar taai en zwart en zwaar en zompig is, en ik kon niet verder lezen. Nou dan ga ik maar afwassen, mompelde ik halfluid en mijn dochter, die verderop op de grond zat en bezig was om van elektriciteitsgeleidende staafjes een radio te maken, zei Wat? En ik liep naar de steerjoo, want afwassen zonder mjoeziek, dat gaat niet. Ploegsteert. Het Zesde Metaal. Feitelijk hun mooiste, hoewel het geloof ik de naam heeft één van hun mindere seedees te zijn. Akattemets herbergt best heel veel saje liedjes, maar áls het raak is op Akattemets is het ook wel meteen goed raak. Nie voe kinders is fantasties, dat zal ik niet ontkennen. Calais viel me echter zo zwaar tegen dat die seedee maakte dat ik stopte een volger te zijn, geen idee wat ze sedert nog gedaan hebben, de mannen van Het Zesde Metaal en Calais is ook de enige ZesdeMetaalseedee die tussen mijn bovenseedees is geraakt, ofwel: alle seedees die nog net niet slecht genoeg zijn om ze naar de kringloop te sturen. Maar Ploegsteert is gewoon een bloedmoje seedee & ik herinner me nog hem kopen. Dat was na afloop van een optreden van Het Zesde Metaal in Ekko. Kees had me zo ver gekregen daarheen te gaan. Goede ouwe Kees. Die kende ik van Facebook, in die tijd was ik nog een fervent gebruiker van Facebook. Nu hoor ik nooit meer wat van Kees. Wat misschien een helaas is. Zanger / gitarist / bandleider Wannes Cappelle had mijn Ploegsteert nog voor me gesienjeerd, nadat hij het cellofaan van de seedee had weten te peuteren omdat mij dat niet lukte. Aardige gast, die Wannes. Sienjeerde de seedee, zei ik dat al? Op de achterkant van het seedeeboekje. En nu ik de seedee opende zag ik dat dat in 2017 geweest moest zijn; 2017, zo lange her alweer? Toen was mijn zoon vier, mijn dochter zelfs nog maar twee. En ik stond daar, met die seedee in mijn hand en die vaat die op mij wachtte en ik dacht aan mijn kinderen als peuters en als kleuters, ik dacht aan dingen die voorbij gaan, ik dacht aan mensen die ik nooit meer zie, aan november, misschien wel de gruwelijkste maand, ik dacht aan steeds meer donker en steeds minder licht. En dan moest de mjoeziek nog komen, dan moest heel die intenste mjoeziek van Ploegsteert nog komen. Na afloop van de afwas die dinsdag voelde ik me pas waarlijk droef (behalve dan de ontroering, de goede soort ontroering, de moje en warme ontroering toen ik vanuit mijn ooghoeken mijn dochter zag, mijn lieve moje prachtige geniale zevenjarige dochter, nog immer in de weer met haar staafjes die een radio moesten worden, die ik zag, vanuit mijn ooghoeken, zachtjes meezingend met Ier bie oes) (een fantasties liedje, ga zelf luisteren).

Enkele dagen ontbrak mij alle lust verder te lezen in Drang.

Ja. Dat is ook zoiets. Dat wou ik nog zeggen. Of. Eigenlijk wou ik dat later pas gaan zeggen. Dat Drang me in dat opzicht een heel klein beetje tegenviel. Dat het niet het soort boek bleek te zijn waarin ik maar blijf lezen, gejaagd, hijgerig, hongerend, hunkerend naar meer, elke volgende letter, elk volgend woord, elke volgende zin, elke volgende bladzijde, het allemaal moeten hebben, het allemaal moeten insnuiven, nu. Dat het niet het soort boek bleek te zijn waarvan ik me maar niet kan losscheuren. Niet het soort boek dat ik in één twee drie sessies uitlees, in een roes, in een trance. Niet het soort boek dat ik maar niet kan wegleggen. Nee. Drang bleek prima weglegbaar.

De eerste keer dat ik het weglegde had ik denk ik een honderddertigtal pagina’s gelezen, ik las wat in dichtbundels, ik las wat in de nieuwe Drehmanns, ik las wat in een boek waarin een producer de lezer uitlegt waarom muziek doet wat het met ons doet (iets waarin zij overigens niet geheel slaagt), er was nog niet veel aan de hand, het was maar enkele dagen als ik zei, daarna alweer, viste ik Drang weer uit de stapel, het was nog niet ver onderaan geraakt.

Het was een ochtend, er was koffie, Pharoah Sanders lag in de speler. Jewels of thought. Sanders, ook hij nu dood. Dat moest ik notabene van René horen. Die kwam het depot binnen, die riep me apart, die vroeg me of ik Pharoah Sanders kende, als jazzliefhebber, daar weet hij van, goeje René, ik kreeg het niet eens over mijn hart om te doen alsof ik dacht dat hij het over Pharoahe Monch had, ik zei alleen maar Ik wist eigenlijk niet eens dat hij nog leefde, daarmee stelde ik René geloof ik een beetje teleur, René leest alle internationale kranten, ik lees alleen maar boeken, even later vertel ik het aan Theo, ik zeg hem, Pharoah Sanders is dood en Theo doet zijn duim en wijsvinger op elkaar en houdt die heel dicht bij zijn oog om te demonstreren wat een klein grootheidje Pharoah Sanders was: alleen in een microscopiese wereld lijkt hij groot en ik lach want ik vind het grappig nee ik lach want ik doe alsof ik het grappig vond en nu, ochtend, koffie, een nieuwe poging voor Drang, Sanders op de speler, nu kon ik het eigenlijk alleen maar een potsierlijk, lomp, respectloos en achterlijk gebaar vinden.

Ik lees.

De hond heet Genet. Waarom een hond vernoemen naar Jean?, misschien omdat haar man John heet?, of was het Onze Lieve Vrouw van de Bloemen?, was het Een verliefde gevangene? (ik las die titel, het moet ergens in de jaren negentig geweest zijn, ik las Een verliefde gehangene, ik dacht Dat boek moet ik lezen & pas tuis las ik de titel beter) (op 13 april 1986 stierf Jean Genet in een Parijse hotelkamer, 75 jaar oud) (wat oud genoeg is) (en als je ergens moet sterven, dan maar in een hotelkamer) (eventueel nog wel in Parijs) (alle beelden uit de taal veilig stellen en je ervan bedienen want ze bevinden zich in de verlatenheid waar je ze moet gaan zoeken dat moet Kate Zambreno aanspreken) (De bladzijde die aanvankelijk blanco was, is nu van boven tot onder overdekt met minuscule zwarte tekens, letters, woorden, komma’s, uitroeptekens en dank zij hen noem je deze bladzijde leesbaar dat moet Kate Zambreno aanspreken) (de betekenis van het decor moet Kate Zambreno aanspreken); de scénes met Genet zijn zomtijds ronduit goor maar ik ben het tegendeel van een hondenliefhebber. Doch zelfs als Genet een kat was geweest (ik ben een hartstochtelijk kattenliefhebber) had ik die scénes goor of hooguit een beetje minder goor gevonden. Dan weer: andere Genetscénes zijn ontroerend, aandoenlijk, mooi.

Zambreno lijkt sowieso een fascinatie te hebben voor het gore, ze kon bijna een Neerlands schrijfster zijn.

Ik lees. En dan weer niet. En dan weer wel. En dan weer niet.

De passagier van Cormac McCarthy slaat de grootste bres in mijn leesritme. Enkele weken lees ik helemaal niet meer in Drang.

En ik beschuldig Drang. Ik verwijt het dat het niet het soort boek bleek te zijn dat me in zijn ban hield. Het heeft toch alles. Het is deels dagboek, deels Rilke-biografie, deels (kunst)filosofie, deels kijkboek, deels kleinpraat. Ik dacht aan Gehuwde rotsen, aan A Naked Singularity, aan Speedboat, aan Kassa 19, de meeste van die assoosjasies misschien lukraak, maar toch, ik dacht aan enkele van de beste boeken ter wereld, en toch bleek Drang steeds gemakkelijker, met steeds kortere tussenpauzes, weg te leggen en steeds moeilijker terug te vinden. Wat is dat met jou Drang, ik vroeg, waarom nestel je je gewoon niet onder mijn huid? Je kent zoveel verschijningsvormen, je zou toch zo maar mijn ideale boek kunnen zijn?

Is het de vertaalster? Ja. Mag ik alles op de vertaalster steken? Die in ieder geval wat beter haar best had mogen doen om elegante vertalingen te vinden voor woorden als “upstate”, “downtown”, “bitchy”, “nanny” en “diner” in plaats van ze gewoon onvertaald te laten staan, midst het Nederlands, want dat kan in deze wereld, waarin het Nederlands wordt weggedrukt door het Engels of meer nog door het Amerikaans, geen enkel programma heeft nog een Nederlandse naam, kantoorpikken beklagen zich dat de “meeting” zomaar is “gecanceld” en pubers vinden alles maar “so satisfying”, moet je daar als vertaler dan in meegaan?, vertaal dan niet en raadt mensen gewoon aan de Engelse versie te lezen.

Maar misschien is het niet de vertaalster, misschien mist Drang gewoon een zekere bezwering. Het mist de hypnose. Het mist de hand die grijpt naar de strot. Ofzo. Weetikveel.

Misschien ben ik het wel, misschien was het de mjoeziek, misschien waren het de dagen. Misschien was de koffie niet straf genoeg.

Maar bedenk dit: schrijf een geniaal boek dat nog te wensen overlaat. Of: schrijf een tegenvallend boek dat evenwel geniaal is. Dat boek is Drang. Dus hoe briljant ben je dan als schrijver? Denk daar eens over na.


Kate Zambreno Drang Recensie

Drang

  • Schrijfster: Kate Zambreno (Verenigde Staten)
  • Soort boek: Amerikaanse roman
  • Origineel: Drifts (2021)
  • Nederlandse vertaling: Nicolette Hoekmeijer
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 29 september 2022
  • Omvang: 336 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 24,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Recensie en waardering van het boek

  • “Uitgeroepen tot het beste boek van het jaar door The Paris ReviewHarper’s Bazaar en Vulture.

Flaptekst van de roman van Kate Zambreno

Het verleidelijke en meanderende Drang is een intiem portret van lezen, schrijven en creatieve obsessie. Terwijl de hoofdpersoon werkt aan haar roman, die al lang ingeleverd had moeten zijn bij haar uitgever, raakt ze in de ban van het werk van Rilke, Dürer, Chantal Akerman en anderen. Ze fotografeert de bewoners en zwerfhonden uit haar buurt, spookt rond in boekwinkels en galerieën en legt haar gedachten vast in een geel notitieboekje, dat al snel haar werk aan de roman volledig overschaduwt.

Terwijl de winter nadert, wordt ze door een reeks ingrijpende voorvallen steeds onzekerder totdat een intense en tedere gebeurtenis alles verandert.

Drang – een verhaal over artistieke ambitie, persoonlijke crisis en de mogelijkheden en de tekortkomingen van de literatuur – is een betoverende roman van een van de meest gedurfde schrijvers van dit moment.

Kate Zambreno (30 december 1977) is de auteur van meerdere veelgeprezen boeken, waaronder ScreenHeroines en Green Girl. Haar werk verscheen onder meer in The Paris Review en The Virginia Quarterly Review. Ze ontving een Guggenheim Fellowship en doceert aan Columbia University.

Bijpassende boeken en informatie

Franz Kafka – In het labyrint Nagelaten verhalen

Franz Kafka In het labyrint Nagelaten verhalen recensie en informatie over de inhoud van het boek. Op 22 september 2022 verschijnt bij uitgeverij Koppernik de Nederlandse vertaling van Nachgelassene Schriften und Fragmente van de Duitstalige schrijver Franz Kafka.

Franz Kafka In het labyrint Nagelaten verhalen recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van In het labyrint, Nagelaten verhalen. Het boek is geschreven door Franz kafka. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van het boek met verhalen van de Duitstalige Tsjechische schrijver Franz Kafka.

Franz Kafka In het labyrint Nagelaten verhalen Recensie

In het labyrint

Nagelaten verhalen

  • Schrijver: Franz Kafka (Tsjechië)
  • Soort boek: verhalen
  • Origineel: Nachgelassene Schriften und Fragmente 
  • Nederlandse vertaling: Ard Posthuma
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 22 september 2022
  • Omvang: 160 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 22,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst boek met nagelaten verhalen van Franz Kafka

De prachtigste meest onmogelijk te vinden Kafka-verhalen – nu voor het eerst vertaald.

Franz Kafka is de meester van het literaire fragment. De prozawerken die Kafka als voltooid beschouwde, beslaan nog geen tiende van zijn oeuvre. Door hem zijn we ons gaan beseffen dat er zoiets bestaat als een meesterlijk fragment.

In het labyrint is samengesteld uit de omvangrijke Nachgelassene Schriften und Fragmente van Kafka, waarin letterlijk alle niet officieel gepubliceerde teksten zijn verzameld die hij heeft nagelaten. Deze selectie probeert in de eerste plaats toegankelijk te zijn; de opgenomen teksten zijn ‘leesbare’ stukken. Ze variëren van de flits van een idee die nauwelijks meer dan een regel in beslag neemt, tot een in detail uitgewerkte scène, tot een substantieel en vrijwel afgerond verhaal.

Uit deze verhalen en fragmenten, die nooit eerder zijn vertaald in het Nederlands, blijkt eens te meer Kafka’s genialiteit: bij elk nieuw begin weet hij in enkele regels een wereld op te roepen die tegelijk herkenbaar en absurd is.

Franz Kafka (1883-1924) was een Duitstalige Tsjechische schrijver die wordt gezien als een van de belangrijkste auteurs van de twintigste eeuw. Tot zijn bekendste werken behoren Het procesHet kasteel en De gedaanteverwisseling.

Bijpassende boeken en informatie

Anne Carson – Rood

Anne Carson Rood recensie en informatie over de inhoud van de Canadese romans uit 1998 en 2013. Op 20 oktober 2022 verschijnt bij uitgeverij Koppernik de Nederlande vertaling van de romans Autobiography of Red (1998) en Red Doc> (2013) van de Canadese schrijfster Anne Carson. Deze vertaling verscheen al eerder bij uitgeverij Meulenhoff in het jaar 2000 met als titel Autobiografie van rood. 

Anne Carson Rood recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Rood, twee romans in verzen. Het boek is geschreven door Anne Carson. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van twee romans van de Canadese schrijfster Anne Carson.

Recensie van Tim Donker

Triste van Oren Ambarchi paste er in ieder geval goed bij
Zaterdagavond paste er in ieder geval goed bij

(& vroeger, toen ik kind was, had zaterdag een kleur. het begon in de ochtend met een heel erg lichte tint van geel en naarmate de dag vorderde werd het donkerder; het eindigde ergens tussen donkergeel en lichtbruin)

O.
Wat wilde ik.
O wat wilde ik dit graag.
O wat wilde ik dit graag lezen toen.

Het orzjieneel bedoel ik. De Engelse versie. Die onder mijn aandacht kwam omdat. Weetikveel. Ik wilde het lezen, ook voor Autobiografie van rood, het eerste van de twee delen waaruit Rood bestaat, voor het eerst in een Nederlandse vertaling verscheen. In 2000. Bij Meulenhoff. Al ging dat even langs me heen moet ik eerlijk zeggen. Meulenhoff vliegt wel vaker onder mijn radar. Weet niet goed waarom, een ganzelijk oninteressante uitgeverij is het toch niet. Maar Carson wilde ik al langer lezen. Of las, ook. Red Doc>, het twede deel las ik ook, toch?, in het Engels, in het orzjieneel, ik las het, denk ik, ik zie het omslag nog voor me, zwart en wit en grijs en hardcover, verdorie, ik las dat toch, waarom kan ik dat nu niet meer terugvinden in mijn boekenkast, is het verloren gegaan tijdens mijn verhuis of leende ik het aan Sergio die ik nu zoals te verwachten viel nooit meer zie, of liet ik het liggen in mijn vorige huis op ergens een richel of een reling of een muurtje of een pilaar of een vensterbank, of zit het nog in een doos, waarom kan ik het toch niet vinden, ik meen vrijwel zeker te weten dat ik het las, of wilde lezen, of las, of wilde lezen, dit wilde ik lezen, dat weet ik zeker.

Ging het verloren in een tussentijd misschien.

In Rood gaat Anne Carson door op iets dat Oud-Grieks zou zijn. Iets met Stesíchoros & een mythisch wezen ofzo, weet jij veel. Alleen dat dit meestentijds niet erg Oud-Grieks aandoet. Maar meer lijkt op de vuiligheid die deze tijd, onze tijd, is (waarmee niet gezegd is dat eerdere tijden minder vuil zouden zijn). De lierdichter Stesíchoros “kwam na Homerps en vóór Gertrude Stein, in een moeilijke tussentijd voor een dichter”, zegt Anne Carson.

Een tussentijd, dus, van een eeuw of dertig.

Dat is de tussentijd.

Dat is de tussentijd van Anne Carson.

De “tussentijd” van Rood: ergens tussen nu, en dertig eeuwen geleden.

De twee romans die Rood vormen – Autobiogrophy of Red en Red Doc>, twee poëtisch vertelde “theatrale” romans – spelen zich af in de ontijd, in de al-tijd, in de tijd tussen nu en dertig eeuwen geleden, een tijd die net zo goed nu kon zijn als toen kon zijn, een tijd die mythisch is evengoed als zij hedendaags is. Twee romans die in elkaars verlengde liggen en daarmee meteen al eeuwig zijn.

Wat zal je zeggen? Er kan een mythisch wezen zijn, een roodgevleugeld rood monster – maar in werkelijkheid is hij misschien een jongen met een broer en een moeder, een jongen die goed materiaal is voor een komen-van-leeftijd roman, met vriendschap, met ontluikende (homo)sexualiteit, met zoektochten, met reizen, met vragen, met armoede, en zien, en ellende. Je kunt de betrokkenen namen geven, zoals Gerion, en Herakles, en Ancash; je kunt, ook, alles weer door elkaar gojen, en dan zou Gerion G worden en hoeder zijn van een kudde muskusossen (hee dat klinkt al wat mythischer of niet?), van Herakles Sad But Great maken en hij kwam thuis van de oorlog met een feestje in zijn hoofd (de feesten van angst en pijn), en Ancash voor Ida vervangen of misschien is Ida een afsplitsing of een alter ego van Ancash en na het reizen en na het zien en na de vragen is er nu ook ruimte voor een oorlogstrauma, voor psychiatrie, en voor stervende moeders.

Er is ruimte steeds is er ruimte. Er is ruimte voor veel.

Er is ruimte voor poëzie voor proza voor theater voor wetenschap voor filosofie voor vragen er is ruimte voor “VROUW VAN BREIN”, is dat iemands moeder is dat de vertelster is dat de schrijfster is dat een zieneres of is dat waar wij louter brein worden en alleen nog maar begrip willen zijn?

Er is ruimte als puur ruimte, het bestrijken van ruimte, ruimte als be-grijpen: altijd maar meer gebieden gezien, geproefd, omarmd, gekend willen hebben. En vliegen dus maar weer, of rijden dus maar weer. Tot voorbij de hoekjes, tot achter een gletsjer waar het in Rood doc> ineens nogal –

(?)

wordt

(absurd?)
(surreëel?)
(hallucinant?)
(koortsig? nachtmerrieachtig? Onwerkelijk onheimelijk onalledaags?)

(onalledaags ja. minstens onalledaags)

Eerder, of later, nee eerder, maar was is tijd in een tussentijd van dertig eeuwen, waren er al mensen in een tunnel, tunnelmensen, mythopoëzie, dan is Alice Notley niet veraf, The Descent of Alette, “Een moeder” “& kind” “stonden beiden in brand, onophoudelijk” “Het vuur” “zat in hen verankerd” “en sloot hen af van anderen” (& denk ik, is het niet eens tijd, Koppernik, om The Descent of Alette een deftige neerlandse vertaling te geven?) (en de wereld die rondgaat ondergronds, ook dat niet direkt alledaags misschien) (iets lijkt hier hetzelfde te zijn, maar wat?) (maar dat is Maggie Nelson, dat is Bluets, dat heeft Atlas Contact allemaal al voor haar schone rekening genomen).

(zou Anne Carson Alice Notley gelezen hebben?) (met haar experimenteerdrift? vast)

The Lighter van Joanne Robertson paste er alvast goed bij.
Dinsdagochtend paste er alvast goed bij.

Wat een genot is het om Rood te lezen nee ik herbegin deze zin en kapitaliseer genot, wat een GENOT is het om Rood te lezen. Het boek bleef me roepen als ik even weglegde, en ik bleef terugkomen, en lezen en lezen en lezen. Ik wilde zo graag in Rood blijven lezen, en anderzijds ook weer niet omdat ik het moment vreesde dat ik het uit zou hebben, en toch bleef ik lezen en zag ik de achterkaft met rasse schreden dichterbij komen, wat zijn rasse schreden?, zag ik de achterkaft angstwekkend snel naderbij komen.

En, even later, Herbarium van Turdus Merula paste er alvast goed bij.
En even later paste er alvast goed bij.

(verbazingwekkend) (maar misschien dat ijselijke) (van Herbarium, bedoel ik) (ik was toen immers al achter een gletsjer beland)

Ik ken weinig boeken die zo gelaagd prachtig zijn, waarvan de pracht zo gelaagd is: Rood is mooi om wat het vertelt. Want het vertelt van verlangen en tekortkomen en liefde en onvermogen, en het vertelt over de verlorenen, de mensen die niet meer meespelen, en in een tunnel wonen, of in een gesticht, of sterven op een zaal in het hospitaal, finaal, totaal, integraal. Het vertelt over trauma en pijn en over hunkeren naar een daar dat altijd voorbij de horizon ligt. Het vertelt over natuur, en dieren, en de lucht. Over water en ijs en vulkanen. Het vertelt hoe het is om in leven te zijn.

Maar Rood is ook mooi vanwege de taal. Er staan talloos veel adembenemend mooje zinnen in dit boek.

Zinnen als “Zes uur ’s avonds ging als een golf door het hotel.”
Of “Een laag dieprood luisteren met hoge tonen in de klank.”
Of “Na glanzende mede dronk je de nacht.”
Of “Wakker worden is oplopend donkere lijnen tot klanken.”
Of “Elke dag weer dit lawaai vergeet ze elke dag.”

Of neem “Zoals wij de wereld nu begrijpen is veel ervan verkeerd benoemd.”, wat me deed denken aan Stefan Themersons woorden over paranomie en aan zijn wantrouwen tegen de zelfstandignaamwoordentalen met hun (foutieve, of minstens onvolledige) etiketteringen (en de logika, en het vlees) (zou Anne Carson Stefan Themerson gelezen hebben?) (met haar taalliefde? vast)

Of “Winter bestaat en winter komt nooit snel genoeg.”, wat me juist weer deed uitwajeren naar Inger Christensen en die prachtige bundel alfabet die zij ooit pende, maar is het wel een bundel is het niet veeleer een boeklang & sterk gefragmenteerd poëem; hoe ook: het hoort bij het mooiste dat de poëzie voortbracht, wereldwijd en allertijden) (zou Anne Carson Inger Christensen gelezen hebben?) (met haar wereldomspannende tijdeloosheid? vast)

(winter komt mij altijd weer veel te snel en februari gaat nooit voorbij)

Of neem een hele reeks zinnen in één keer:

“Tijd gaat snel tijd gaat niet snel. Tijd gaat helemaal niet snel. Tijd gaat meestal snel. Tijd gaat sneller dan jij en staart je aan. Tijd kan niet staren. Tijd als volharding. Tijd als honger. Tijd spreekt vanzelf. Tijd toen je zes was de dag een berg. Bergtijd. Tijd waarvan ik niets meer weet. Tijd voor een hond in een steeg gevangen in het licht van je lantaarn. Tijd is geen video. Tijd als vouwpapier dat op een berg moet lijken. Tijd uitgesmeerd onder de ogen van een mijnwerker die ratelend omlaag de mijn ingaat. Tijd als je bankroet bent. Tijd als je Prometheus bent. Tijd als je alle buisjes aan de wortels van een bremplant bent en groenzwart vocht opzuigt in pas beschreven continenten. Tijd waarin de postbeambte achter in het postkantoor haar lippen kan stiften totdat de baas terugkomt. Tijd waarin een koe omvallen kan. Tijd in de nor. Tijd als jassen in een kast. Tijd voor een toom kalkoenen die uitglijden op ijs. Alle tijd die hier in deze muren is getrokken. Tijd tussen de kleine klikjes. Tijd vergeleken met verbeelde wilde stilte van de sterren. Tijd waarin de man op één been bij de bushalte zijn veters strikken kan. Tijd die Nacht bij de hand neemt en in draf met hem over de weg verdwijnt. Tijd gaat snel en niet zo’n beetje. De tijd was me met sprongen voor.”

Zulke zinnen maken me vrolijk. Gelukkig. Vullen me met gekleurd licht, iets tussen donkergeel en lichtbruin, niet ongelijk aan het licht waarvan vroeger mijn zaterdagavonden gemaakt waren. Niet ongelijk aan het licht dat hier nu door mijn raam valt, en op mijn kladblok en mijn koffie. Of dat licht van eerder. Ik had mijn zoon naar school gebracht. Later dan normaal, want hij ging op kamp. Waar hij geen zin in had. Wat niemand zich beter voor kan stellen dan ik. Ik ben vier keer in mijn leven een midweek op schoolkamp geweest en dat zijn met afstand de vreselijkste weken van mijn leven geweest. Zo moet de hel zijn: een nooit eindigend schoolkamp. Ik probeerde geruststellende woorden te bedenken maar vond er geen, en liep daar maar zoon beetje met mijn arm om hem heen. Hij wilde dat ik bij wat school het “uitzwaaimoment” had genoemd zou zijn, als hij echt zou vertrekken, in een colonne auto’s. Dat gaf me een stief half uurtje. Een half uurtje waarin ik koffie zette, en The three things you can hear van Seamus Cater draaide en dertig pagina’s las in Rood waar ik op de zin “Neem het gezonde verstand van de mensheid in de palm van je hand en je hebt nog plaats voor je lul” stuitte; een zin die me even grinnikend zette (en ha! The three things you can hear van Seamus Cater paste er alvast goed bij) (bij Rood, niet perse bij die zin, of bij grinniken). En toen liep ik terug naar school voor dat vermaledijde “uitzwaaimoment”, en met herfstlicht in mijn haar peinsde ik aan wat ik zou zeggen als hij me zou vragen wat ik in dat stief half uurtje had gedaan: koffie zetten (?), een plaat drajen (?), dertig bladzijden in mijn boek lezen (?), of “Neem het gezonde verstand van de mensheid in de palm van je hand en je hebt nog plaats voor je lul” (?).

(maar waarom zou hij me vragen wat ik gedaan had thuis)

Tot slot is Rood mooi vanwege de vorm.

De vallende zinnen in Autobiografie van rood: breed, wajerend.

En de smalle kolommen van Rood doc> (en godverdrie: ik kén die smalle kolommen maar waar is dat godverlaten Red doc> dan en waarom staat het niet in mijn kast?) (what’s that you’re holding & why is it so bright?) – elke bladzijde in dit 326 bladzijden dikke boek is pure visuele poëzie; elke bladzijde in dit 326 bladzijden dikke boek is een bladzijde die ik eruit zou kunnen rukken en aan mijn muur hangen en naar kijken, elke dag (ofnee dat zou ik helemaal niet kunnen, zoon prachtboek verscheuren) – Rood is om naar te kijken al even mooi als om in te lezen.

(iemand zei me ofnee laat ik hem weer eens bij naam noemen Theo zei dat hij clausterfobies werd van die smalle kolommen of misschien zei hij het anders maar kwam het daar geloof ik wel op neer. en al had ik daar geen last van, toch, lezend, later, kon ik hem wel begrijpen. en al had ik er geen last van dacht ik toch, later, dan Rood doc> misschien ook daar een heel klein beetje over gaat: gepropt zijn in een bestaan dat eigenlijk te smal voor je zijn is) (maar misschien, ook, gaat het daar helemaal niet over)

Word ik, zo, toch, steeds weer, teruggezogen naar dit boek. Tot het dan inderdaad tot mijn afgrijzen uit is. Maar wel nog in mij meegedragen wordt. Als ik, kort daarop, buiten ga. In herfstlicht ben. Weeral herfstlicht ja. Maar dit keer op de fiets en naar de supermarkt. Het is donderdag en Rood is uit.

Anne Carson Rood Recensie

Rood

Twee romans in verzen

  • Schrijfster: Anne Carson (Canada)
  • Soort boek: Canadese roman
  • Origineel: Autobiography of Red (1998), Red Doc> (2013)
  • Nederlandse vertaling: Marijke Emeis
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 20 oktober 2022
  • Omvang: 336 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 29,50
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de roman van Anne Carson

De roodgevleugelde jongen Gerion is onsterfelijk verliefd op Herakles, die de jongeling niet kan weerstaan. Op het hoogtepunt van hun erotische relatie laat Herakles Gerion vallen en stort deze in het diepste leed. Maar dan reist Gerion op magische wijze uit de antieke oudheid naar de tegenwoordige tijd – en vindt troost in de fotografie.

De dichteres Anne Carson heeft het meest bandeloze en vreemdste verricht wat de literatuur van deze tijd te bieden heeft. Ze plaatst Homerus in een deeltjesversneller om in de versplintering van oude betekenissen een spiegelbeeld van onze huidige tijd te schetsen. Rood is ongehoord erotisch en even boosaardig als de Griekse mythen.

Rood verenigt twee werken in één band: Autobiografie van rood, dat in 1998 verscheen, en het vervolg Rood Doc>, dat in 2013 verscheen. Anne Carson heeft in Rood een nieuw genre uitgevonden; het is zowel roman als poëzie, zowel een onconventionele herschepping van een oude Griekse mythe als een volstrekt origineel coming-of-ageverhaal dat zich in het heden afspeelt.

Bijpassende boeken en informatie