Tag archieven: Recensie

Iulian Bocai – Het vreemde en aangrijpende leven van Priţă Barsacu

Iulian Bocai Het vreemde en aangrijpende leven van Priţă Barsacu recensie en informatie van de inhoud van de Roemeense roman. Op 19 juni 2025 verschijnt bij Uitgeverij De Geus de Nederlandse vertaling van de roman Ciudata și înduioșătoarea viață a lui Priță Barsacu van de uit Roemenie afkomstige schrijver Iulian Bocai. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en van de uitgave.

Iulian Bocai Het vreemde en aangrijpende leven van Priţă Barsacu recensie

  • “Dit ogenschijnlijk kleine boek opent een grote, melancholische, duistere wereld waar je maar al te graag in rond zou blijven dwalen.” (Lisa Weeda)
  • “Er zit iets in het hart van deze mensen, een onschuld die niet aangetast wordt door het cynische leven, en dat is wat je eigen (lezers)hart diep raakt.” (Mira Feticu)

Recensie van Tim Donker

Dan deze vraag: hoe vaak kun je een kliesjee vernieuwen? De vrije jazz maakte zich los van de traditionele jazz en hoe doorstroomde het me. Het liep met me mee tot hets schoenen ook weeral een weinig versleten leken te zijn. De innovaties van Ornette met de pet jajaja, en MIngus en Dolphy en Shepp en Albert Ayler natuurlijk jajaja, Albert Ayler altijd, en dan Pharoah Sanders die er nog wat soul bij mikte, en Sun Ra die alles de ruimte in schoot, en toen voelde het, ineens, of ik het belangrijkste wel in kaart had inmiddels, velden afgegrazen, weet jij het?, de essentialia op tafel, dan en daar, doorstromen deed het me nog wel, maar geheel nieuw op de oren vallen niet meer. Maar vele jaren later een dag Het begon al zomer te worden, stombelend doorheen de discografie van het prachtige Clean Feed-labeltje, stuitte ik op Will Holshouser, wie kon me zeggen wat dat was, die accordeon, hoe had ik het nu, huppelig en onderkoeld tegelijk, en altijd nog jazzy, kon het de mooiste accordeonplaat zijn sinds Accordion & voice van Pauline Oliveros?, nee natuurlijk niet want de hallucinante neofolk van Kimmo Pohjonen en Eric Echampard op Uumen is veel later nog dan Accordion & voice, het is ook maar bij manier van spreken, wat een drummer Eric Echampard is trouwens maar daar gaat het nu niet over, nu gaat het over hoe ik dacht oja een beetje folk bij de jazz dat kan ook nog natuurlijk, dat kun je ook doen, dit had ik nog niet eerder gehoord, het was ochtend, de zomer stond op het punt te beginnen, en ik hoorde Reed song, en onophoudelijk viel het licht, en onder deze omstandigheden begon ik te lezen in Het vreemde en aangrijpende leven van Priţă Barsacu van Iulian Bocai. Die hier geen nieuwe romansoort uitvindt, nee zeker niet, hoewel, Laurie Anderson zegt the detective novel is the only novel truely invented in the twentieth century because in the detective novel the hero is dead at the very beginning of shit verraad ik nu iets?, en waarom is het eigenlijk altijd maar muziek hier in deze bespreking dit moest toch over een boek gaan?, dit hier Het vreemde en aangrijpende leven van Priţă Barsacu is gewoon je dagdagelijkse komenvanleeftijd-literatuur en een komenvanleeftijd-roman lazen we al eerder, toch?, en zelfs de hoofdpersoon komt vertrouwd over. Natuurlijk is Priţă Barsacu een eenzelganger, en niet als anderen, niemand is ooit als anderen, zelfs de anderen zijn niet zoals de anderen. Natuurlijk is hij een dromer, en een vorser, en een eenling. Natuurlijk is hij intelligent en gevoelig. Natuurlijk heeft hij een paar andere zonderlingen om zich heen. Natuurlijk is er armoede, natuurlijk zijn zijn ouders volslagen geschift, natuurlijk wordt het dorp waar hij woont bevolkt door dwazen, dronkaards, werklozen, agressievelingen, pestkoppen en criminelen. We kennen het verhaal. We kennen het verhaal al zo lang. En toch schijnt Bocai er uit wat onvermoede hoeken lichten op zodat dit boek blijft boeien. Hij stopt als het ware wat folk in deze jazz, hij huwt de trompet met een accordeon, weetikveel. Zo heeft hij er om te beginnen al zeer wijs aan gedaan de roman kort te houden, een luttele 142 bladzijden en dan al gedaan. Nu peinst ge misschien of welzeker peinst gij dat want ik weet wel hoe gijlieden zit te peinzen daar allemaal, dat het triviaal is om een boek te wegen op het feitelijke gewicht. Maar toch. Niet veel schrijvers weten wanneer ze moeten stoppen. Ik wil hier niet aankomen met dat eeuwige in bekasting zeikt zich de meester want er zijn vele vuistdikke boeken waarvan iedere regel meer dan gerechtvaardigd is en waar van mij zelfs wel een vuist had bij gemogen maar er zijn eveneens genoeg  boeken met vele en vele overbodige bladzijden. Niet zo hier. Eén adem en het is uit, gelukkig nog lang voor het kans zag je te gaan vervelen. Of. Anders. En ook. En voorts. Het intrigerende begin. Bocai begint aan het eind en dat maakt dat je blijft lezen omdat je het wil vatten, hoe komt het tot dit einde, is het einde nog te keren, is het einde wel het einde, je las het aan het begin en je was nieuw in dit boek, als je nieuw bent zie je alles anders, dat is algemeen geweten. Zo blijf je kijken. Of ook zo: dat een toon het oog trekt. In dit geval de toon die Iulian Bocai aanslaat. Wat klankkleur zegt. Ja het gaat over armoede, geweld, sociale ongelijkheid, uitsluiting, ellende; maar Het vreemde en aangrijpende leven van Priţă Barsacu is geen tranentrekker, geen drama, niet zwaar op de hand; vermoedelijk heeft Bocai niet eens de bedoeling gehad bepaalde misstanden aan de kaak te stellen. Hij schetst gewoon een leven, een leven dat soms lijkt op het leven dat je had of gehad kon hebben (ja dat vele buiten zijn, dat herinner ik me nog wel van toen ik kind was, en ook iets met insecten, ik was er niet zo in geïnteresseerd als de hoofdpersoon van dit boek maar insecten speelden altijd wel een rol, je zag ze op de bladeren van de struiken zitten, je verzon maar wat, een simpele kever noemde je een bloedzuiger, wist jij veel), een leven waarin dingen gebeuren die vervelend zijn en een leven dat ook vaak mooi is; Bocai heeft met deze roman eerder een hoopvol boek geschreven, ja: hoop- en liefdevol. Dan weer niet doorslaand naar zoetsappigheid. Er is humor om daar voor te waken, er zijn zotte scheldkanonnades om daar voor te waken, er zijn idiote gebeurtenissen om daar voor te waken. En als alles eraf is, nee als alles goed strak staat, nee als alles gedaan is, of lijkt te zijn, volgt er nog iets over begrafenisrituelen en de lezer weet even niet of dat nog bij de vertelling over Priţă Bocai hoort, misschien maar iets dat er achter geplakt is omdat er nog wat ruimte overschoot, ook hier geven mafheden iets te lachen. Een accordeon kan huppelen, jazz kan folky zijn en een komenvanleeftijd-roman kan nieuw genoeg lijken om boeiend te blijven. Elke lezer dient zijn hoed af te nemen voor Bocai. Maar wie geen hoed heeft, kan ook gewoon dit boek lezen.

Iulian Bocai Het vreemde en aangrijpende leven van Priţă Barsacu

Het vreemde en aangrijpende leven van Priţă Barsacu

  • Auteur: Iulian Bocai (Roemenië)
  • Soort boek: Roemeense roman
  • Origineel: Ciudata și înduioșătoarea viață a lui Priță Barsacu (2018)
  • Nederlandse vertaling: Charlotte van Rooden
  • Uitgever: De Geus
  • Verschijnt: 19 juni 2025
  • Omvang: 144 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 15,99 / € 9,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman van de Roemeense schrijver Iulian Bocai

De intelligente en nieuwsgierige Priţă Barsacu groeit op in een kansarm gezin in een Roemeens dorp aan de oevers van de Olt. Hij ontwikkelt een bijzondere fascinatie voor de natuur, en ontpopt zich als een amateurtaxonoom. In warme kleuren zet Bocai een kindertijd neer te midden van armoede en geweld, waarin de jongen zich desondanks staande probeert te houden.

Iulian Bocai is geboren op 6 maart 1986. Hij is een Roemeense schrijver en literatuurwetenschapper. Hij doceert letterkunde aan de Universiteit van Boekarest, werkt als vertaler en essayist en schreef twee bekroonde romans en een verhalenbundel. Het vreemde en aangrijpende leven van Prita Barsacu is zijn debuut.

Bijpassende boeken en informatie

Tracy Chevalier – De glasmaakster

Tracy Chevalier De glasmaakster recensie en informatie van de inhoud van de roman van de Brits-Amerikaanse schrijfster. Op 19 juni 2025 verschijnt bij Uitgeverij Orlando de Nederlandse vertaling van The Glassmaker roman van de in de Verenigde Staten geboren schrijfster Tracy Chevalier. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Tracy Chevalier De glasmaakster recensie

  • “Deze betoverende vertelling is tegelijkertijd een historisch liefdesverhaal dat zes eeuwen omvat en een lofzang op het tijdloze ambacht van glasblazen. Chevalier onderzoekt de felle rivaliteit en loyaliteiten van de glasdynastieën van Murano en legt het gebrul van de oven, het zweet op de huid en de glinsterende schoonheid van Venetiaans glas prachtig vast.” (Geraldine Brooks)
  • “Chevalier op haar best. Een rijke, levendige en betoverende roman.” (Elif Shafak)

Recensie van onze redactie

Al eerder las ik romans van Tracy Chevalier, waaronder het bekende Meisje met de parel. Ik verheugde me dus erg op het lezen van de nieuwe roman van deze geweldige schrijfter.

Het verhaal begint in 1486 in Murano, met als hoofdpersoon de jonge Orsola Rosso die deel uitmaakt van een glasblazersfamilie. Glasblazen is helemaal niet bedoeld voor vrouwen, maar na haar ontmoeting met Maria Barouvier, een vrouw uit een concurrerende glasblazersfamilie, komt daar voor Orsola verandering in. Ze gaat leren om glaskralen te maken en slaagt er in daar zo goed in te worden, dat ze er aardig mee in haar bestaan kan voorzien. Bij een bezoek aan Venetië leert Orsola Antonio kennen, die door haar broer Marco is uitgenodigd als glasblazer in de leer te gaan op Murano. Iets wat heel ongebruikelijk is, want de Muranezen houden het glasblazen liever onder hen.

Wat ik een heel leuke en vooral ook slimme twist aan dit boek vond, was de lange levensduur van Orsola. Het verhaal begint in 1486 en eindigt pas in de huidige tijd. Orsola werd maar heel langzaam ouder. Een verrassende en boeiende manier om een heel groot stuk van de historie van Murano en het glasblazen te vertellen. Een boeiende, leerzame en kleurrijke achtergrond voor het levensverhaal van de Rosso’s. Een prettig geschreven verhaal met veel kleurrijke personages. Chevalier is een uitstekende verhalenvertelster en door de twist met de tijd blijft het boeiend om een verhaal dat zich uitstrekt over 5 eeuwen te lezen. Ik vond het ook heel leuk om meer te leren over de geschiedenis van glas en Venetië.

Ik heb genoten van deze roman en hem achter elkaar uitgelezen! De roman is gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Recensie van Monique van der Hoeven

Tracy Chevalier De glasmaakster

De glasmaakster

  • Auteur: Tracy Chevalier (Engeland)
  • Soort boek: Venetië roman
  • Origineel: The Glassmaker (2024)
  • Nederlandse vertaling: Jacqueline Smit
  • Uitgever: Uitgeverij Orlando
  • Verschijnt: 19 juni 2025
  • Omvang: 400 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,99 / € 16,99
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de Venetië roman van Tracy Cevalier

Venetië, 1486. Aan de overkant van de lagune ligt Murano. De tijd stroomt hier anders – net als het glas waar de meesters van het eiland hun leven lang mee leren werken.

Het is niet de bedoeling dat vrouwen met glas werken, maar Orsola Rosso lapt de regels aan haar laars om haar familie van de ondergang te redden. Ze werkt in het geheim omdat ze weet dat haar glazen kralen perfect moeten zijn om door mannen geaccepteerd te worden. Maar perfectie kan een mensenleven duren. De lezer volgt Orsola op een tijdreis door de eeuwen heen terwijl ze haar vakmanschap aanscherpt, door oorlog en pest, tragedie en triomf, liefde en verlies. De kralen die ze creëert zullen de halzen sieren van keizerinnen en courtisanes van Parijs tot Wenen – maar zal Orsola ooit het respect verdienen van degenen die het dichtst bij haar staan?

Tracy Chevalier is een meester in haar eigen vak, en haar nieuwste roman De glasmaakster is levendig, inventief en betoverend: een virtuoos portret van een vrouw, een familie en een stad die net zo eeuwig zijn als hun glas.

Tracy Chevalier is geboren in 1962 in Washington D.C., Verenigde Staten. Ze is de auteur van elf romans, waaronder Meisje met de parel, een internationale bestseller waarvan meer dan vijf miljoen exemplaren zijn verkocht, die in 45 talen is vertaald en die bewerkt is tot een film, toneelstuk en opera. Ze is geboren in Washington DC, verhuisde in 1986 naar het Verenigd Koninkrijk en woont met haar man in Londen. Van Tracy Chevalier verschenen bij Orlando ook de romans Opmerkelijke schepsels en Een losse draad.

Bijpassende boeken

Johny Vansevenant – Eddy Merckx De ultieme biografie

Johny Vansevenant Eddy Merckx De ultieme biografie recensie en informatie over de inhoud van het wielerboek. Op 18 juni 2025 verschijnt bij Uitgeverij Lannoo de biografie van Eddy Merckx, de beste Belgische wielrenner ooit, geschreven door Johny Vansevenant. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Johny Vansevenant Eddy Merckx De ultieme biografie recensie

De wielrenner Eddy Merckx wordt gezien als de beste wielrenner ooit (zij het dat de Sloveense wielrenner Tadej Pogačar aardig in de buurt begint te komen) en bovendien als de grootste sport die België ooit heeft voorgebracht. Als zo’n sportman tachtig jaar oud wordt, verdient hij alle aandacht en een mooie biografie. De Vlaamse wielerjournalist Johny Vansevenant heeft die taak op zich genomen.

Opvallend is de, zeker voor Vlaamse begrippen, onbescheiden ondertitel De ultieme biografie, die veel verwachtingen wekt. Wordt deze claim waargemaakt? Ja en nee. Ja omdat de biografie in een mooi en gebonden formaat is uitgeven en rijk geïllustreerd is met de veel foto’s die tijdens de beslissende momenten tijdens de carrière van Eddy Merckx gemaakt zijn. Nee omdat de biografie hier en daar een beetje braaf is en misschien iets kritischer had gemogen, zij het dat het boek misschien ook als een soort van cadeau voor de jarige gezien moet worden.

Positief is zeker ook dat Vansevenant de tijd neemt om het leven van Merckx en zijn zeer succesvolle wielertijd uitgebreid te bespreken. Hier en daar zouden zijn beschrijvingen iets levendiger mogen maar aan de andere kant leest het boek gemakkelijk weg. Maar of dit uiteindelijk de ultieme biografie van de grootste Belgische sporter ooit blijkt te zijn? De tijd zal het leren. Toch is het boek voor de liefhebber van het wielrennen niet heel teleurgesteld zijn in het boek dat door onze redactie is gewaardeerd met ∗∗∗∗∗ (zeer goed).

Johny Vansevenant Eddy Merckx De ultieme biografie

Eddy Merckx. De ultieme biografie

Ik wilde altijd winnen

  • Auteur: Johny Vansevenant (België)
  • Soort boek; biografie, wielerboek
  • Uitgever: Lannoo
  • Verschijnt: 17 juni 2025
  • Uitgever: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 49,99 / € 27,99
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (zeer goed)
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de Eddy Merckx biografie van Johny Vansevenant

Eddy Merckx heeft de indrukwekkendste erelijst die ooit is bijeengekoerst. Voor velen is hij daarom ‘de grootste wielrenner aller tijden’. In zijn topjaren won hij één op de drie wedstrijden waaraan hij deelnam. Vijf keer won hij de Tour de France, vijf keer de Giro d’Italia en in totaal schreef hij meer dan 500 overwinningen op zijn naam. Bovendien behaalde Merckx zijn zeges meestal met groot machtsvertoon. Zijn eerste Tour won hij met bijna achttien minuten voorsprong. Ook topklassiekers zoals de Ronde Van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en Luik-Bastenaken-Luik schreef hij met grote tijdsverschillen op zijn naam. In dit boek komen niet alleen die heroïsche overwinningen aan bod. Eddy Merckx. De ultieme biografie gaat uitgebreid op zoek naar zijn drijfveren. Waarom had hij die onstilbare honger naar overwinningen? Zijn afkomst, zijn opvoeding en zijn karakter bieden het antwoord op de vraag.

Eddy Merckx. De ultieme biografie bevat unieke foto’s uit het familiearchief, nooit eerder gepubliceerde beelden en nieuwe interviews. Het boek werd geschreven naar aanleiding van zijn 80ste verjaardag en neemt je mee achter de schermen van een leven dat volledig in het teken stond van de wielersport. Eddy Merckx zelf vertelt in dit boek uitgebreid over zijn uitzonderlijke leven. Dat doen ook zijn naaste familieleden, zijn vrienden, zijn ploegmaats en zijn generatiegenoten op de fiets.

Johny Vansevenant us geboren op 13 juli 1958 in Roeselare. Hij ging in 1988 aan de slag bij de radionieuwsdienst van de toenmalige BRT. Sinds 1990 is hij voltijds Wetstraatreporter. Hij modereerde daarnaast debatten voor De Zevende Dag en schrijft analyses voor VRT NWS. Voor zijn toegankelijke Wetstraatverslaggeving kreeg hij een eredoctoraat aan de Universiteit Hasselt. Als wielerauteur schreef hij verschillende veelgeprezen Merckx-boeken.

Bijpassende boeken

Naja Marie Aidt – Oefeningen in donkerte

Naja Marie Aidt Oefeningen in donkerte recensie en informatie roman van de op Groenland geboren Deense schrijfster. Op 11 juni 2025 verschijnt bij Uitgeverij Querido de Nederlandse vertaling van Øvelser i mørke, de roman van de Deense schrijfster Naja Marie Aidt. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de auteur en over de uitgave.

Naja Marie Aidt Oefeningen in donkerte recensie

  • “Net als in Het boek van Carl branden de pagina’s zich in je vast, de zinnen wikkelen zich om je hart, spannen aan, knorren en plagen je afwisselend, stimuleren je, en je verandert woord voor woord van de lezer die je bent in een vrouw van middelbare leeftijd met haar trauma’s, melancholie en verzet.” (Berlingske, ∗∗∗∗∗∗)

Recensie van Tim Donker

Het zijn van het zijnde dat het karakter heeft van het erzijn, ook maar geworpen, een geworpen zijnde. Het bestaan in gesleurd, nu heb je je zijn maar te zijn, en je kiest de omstandigheden niet. De omstandigheden waar daar al, om je heen, daarom heten ze zo, en ze blijven groeien ook waar je ze zelf niet gezaaid hebt. Ze knellen, ze drukken, ze duwen dit bestaan een kant op die niet noodzakelijkerwijs een gewenste kant is. Probeer nog maar geloof te hechten aan de fabel van vrije wil als een mens zich geworpen ziet in de omstandigheden van de hoofdpersoon uit Oefeningen in donkerte. Een vrouw, al diep de vijftig in gestombeld, duwend naar zestig, met de sporen van haar tumultueuze jeugd die in haar ziel gekerfd. De harteloze, gewelddadige vader die alles brak wat er in de knop maar te breken valt opdat dit meisje en haar twee zussen nooit meer voluit bloeien zouden. De moeder die liever wegkeek, want wegkijken is makkelijker, zolang je het niet ziet kun je nog doen alsof het niet bestaat. Eén van de twee zussen wordt later, als ze op de rand van volwassenheid staan, door de hoofdpersoon dood aangetroffen op haar studentenkamer. Het lijkt niet direct zelfmoord te zijn, er is geen afscheidsbrief, het oogt niet gepland. Misschien een overdosis. Er is hoe dan ook iets voltrokken dat jaren geleden door de beul van een vader in gang gezet is. De overlevende zussen zuipen en feesten zo hard mogelijk om het verdriet te overstemmen. Altijd feest en altijd dronken; zo ook, bijvoorbeeld, die keer dat de hoofdpersoon toen ze aardig wat in haar keelgat had gegoten in slaap viel op een bed in een huis waar ze niemand kende. Toen ze wakker werd bemerkte ze dat iemand bezig was haar te verkrachten. En later. Dit jaar nog niet. Deze eeuw nog niet. Maar later zeker misschien, een heel klein beetje liefde vinden, zomaar, op een hoopje, ergens in een hoek. Het brengt een beetje respijt. Soms is er respijt. Een man, geluk, drie zonen, een gezin. Maar dan wil de man, de vader van haar zonen, misschien liever toch niet dit familieleven, misschien liever toch een eigen leven. Alsof je de levens voor het uitkiezen hebt en slecht één daarvan echt helemaal van jou is. Misschien is er ook een ander lief, en misschien is zij wat jonger dan de moeder van je drie zonen. Misschien een beetje minder getroebleerd ook. Maakt het uit? Wat het uitmaakt is dat de hoofdpersoon van Oefeningen in donkerte nu alleen is. Alleen de jongens moet opvoeden, want de vader verdwijnt steeds verder naar de achtergrond totdat hij daarin is opgelost. En is ze niet te stuk om dit alleen te kunnen, torst ze zelf al niet een te zware last met zich mee om helemaal in haar eentje ook nog drie jongens te moeten dragen, op het leven voor te bereiden? Ze doet wat ze kan, ze loodst haar jongens naar de volwassenheid. Niemand komt er helemaal zonder kleerscheuren vanaf. De jongens niet. De moeder niet. Dat doet leven. Het scheurt. Niet alleen kleren. Want als de vrouw later, alleen, de jongens allang het huis uit, ongewild getuige is van een vreselijk voorval waarbij haar hachje er ook nog bijna bij inschiet, heeft het leven haar net die ene kaaksmeet teveel gegeven. Wat rest zijn de therapeuten. Behandelaars. Psychologen. U weet wel. Uiteindelijk komt ze terecht bij een specialist in posttraumatische stressstoornissen (die heel het boek doorheen de ptss-man genoemd wordt, wat, misschien onbedoeld, iets grappigs heeft) (of misschien ben ik dat maar, ik heb een beetje een raar gevoel voor humor, ik lach wel vaker om dingen die niemand grappig vindt) (ik herinner me nog mijn keiharde lach door een verder doodstille bioscoop om een scéne waar klaarblijkelijk alleen ik humor in zag) (die zeer waarschijnlijk ook helemaal niet komisch bedoeld was) (al een geluk dat het donker is in zo’n bioscoop) (Debby en Nadia waren daar ook, ik vroeg me af of ze mijn lach herkend hadden, ze zeiden er later op school in elk geval niks over).

Dat is waar Oefeningen in donkerte begint. Bij de ptss-man. Bij de gesprekken. Bij het trauma. Slechts met mondjesmaat, zeg beetje bij beetje, komt de lezer meer te weten. Dat is het boek, en dat is ook waarom ik het eventjes vreesde. Ik was bang voor huilerig proza, vet aangezet drama, onophoudelijke psychologiseringen. Maar het viel mee. Allermeest viel het mee. Aidt laveert juist met een zekere elegantie langsheen de grote thema’s die ze aansnijdt. Dat is in de eerste plaats te danken aan haar bijna griezelige taalbeheersing. Oké je moet wat lelijke onwoorden als “dealen”, “hooked” of “steppingstone” voor lief nemen (of zouden die uit de pen van vertaler Kor de Vries zijn gevloeid? misschien zijn die woorden niet te vinden in het orzjienele Øvelser i morke? zijn sommige talen sterker misschien, zelfverzekerder, en daarom resistenter tegen Engels?) maar over het algemeen weet Aidt een verslavend hallucinant toontje aan te slaan. Poëtisch zou een mens kunnen zeggen. Maar dat dekt nog maar de halve lading. Zangerig, zou beter zijn. Melodieus. Muzikaal. Woorden die dansen. Gegeven een zeker soort ritme. Bij momenten wisselt het perspectief naar andere bewoners van het appartementencomplex waar de hoofdpersoon woont; die vertellen dan wie ze zijn en welk appartement van hen is en welke andere bewoners er nog zijn. Dat gaat steeds in dezelfde bewoordingen, met dezelfde accenten zodat deze passages een soort intermezzi worden of, zo je wilt, refreinen. Een vrouw uit de vriendinnengroep van de hoofdpersoon was een keer op een feest waar iedereen een anekdote moest vertellen. Op dit feest wordt in het  boek een aantal keer teruggekomen, altijd zonder enig verband met het voorafgaande of met het volgende -een zekere mate van fragmentarisme is iets anders wat dit boek zo’n aangename leeservaring maakt- en de paragrafen die handelen over dat feest worden steeds met min of meer gelijkluidende zinnen ingeluid: “Zoals gezegd was Lea een keer op een feest waar iedereen een anekdote moest meebrengen, en een vrouw tikte tegen haar glas en ging staan.” (met kleine variaties in woordvolgorde en -keus). Dat lijkt in beginsel nog iets grappigs te hebben, op een flauwzinnige sitcom-manier: het suffe personage dat altijd hetzelfde soort verhalen op eenzelfde soort manier vertelt, zodat de kijker op enig moment al gaat kunnen voorspellen wat er komt als die lulligaard weer begint. Type: Cliff Clavin. Of als dat je niks zegt: denk aan je oom die boekhouder is en nooit iets meemaakt en daarom steeds maar begint over die paar dingen die hij wél heeft meegemaakt. Doch al snel weet de lezer dat de anekdote die komen gaat, verre van grappig is. Zonder uitzondering vertellen de vrouwen op het feest hartverscheurende verhalen over verkrachting, vernedering, bedrog, pijn, verwaarlozing (feitelijk zijn het ook geen anekdotes want zijn anekdotes niet per definitie grappig of op zijn minst luchtig? in ieder geval gaat het bij een anekdote om een (eenmalig) voorval en niet om ganse levensgeschiedenissen). Daardoor krijgt de houterige inleiding met dat “zoals gezegd”, dat “op een feest”, dat “iedereen een anekdote”, en dat “tikte tegen haar glas en ging staan” een heel andere lading. Iemands onvoorstelbare pijn wordt tot anekdotiek gemaakt of, misschien erger nog, onbeduidend feestjesgeneuzel, kleinpraat, vermaak, een koe, een kalf, iets wat geen speciale aandacht behoeft en wel afgedaan kan worden met de meest afgesleten woorden die een taal te bieden heeft. De tragiek is dubbel: er is iets gruwelijks gebeurd en vervolgens wordt het gebeurde (door de maatschappij? daders? mannen? de slachtoffers zelve, die ingepeperd hebben gekregen er maar overheen te stappen, het “een plekje” te geven, ermee te leven?) gebagatelliseerd tot het nog maar louter borrelpraat meer is. En de lezer zat zelfs nog een beetje te gnuiven! Oja daar heb je haar weer met haar anekdotefeestje! Gnuiver voelt zich nu betrapt: werkt hij niet net zo hard mee aan de machinerie die de pijn en de ellende van deze vrouwen het liefste tot kleinzieligheden vermaalt?

Fragmentarisme, taalkunst, het omkeren van ingesleten reacties: het zijn slechts enkele technieken waarmee Aidt Oefeningen in donkerte zijn indringende pracht geeft. Iets anders dat opvalt is dat veel van de personages in dit boek naamloos blijven. De hoofdpersoon zelve kennen we alleen als “ik”, en vrijwel al haar verwanten alleen in de rol die ze ten opzichte van haar vervullen: de oudste / middelste / jongste zoon, de moeder, de vader, de kleinkinderen, de opa, de ptss-man, de zus, de ex-man, de vader van de drie zonen. Dat werkt vervreemdend omdat je bij namen makkelijker gezichten voorstelt. Zodus blijven de personages in dit boek tot op zekere hoogte gezichtsloos, waardoor je ze ook makkelijker met elkaar verwart? Wie had nu ook alweer dat saje baantje? Was dat de oudste, de middelste of de jongste zoon? Wat zei de zus die nu in Spanje woont en waarover ging dat of wacht was het misschien toch de dode zus die dat zei? De lezer weet het niet meer zeker, en moet af en toe terugbladeren.

Dus vervreemding ook?
Ja vervreemding ook. En verwarring. Omdat je moeite moet doen om het te begrijpen. En er niet uit eerste impuls overheen walsen. Dacht ik zelf al niet dat het huilerig zou zijn, alleen omdat het ging over iets waarvoor een vrouw in therapie moest gaan, is dat niet zoals we zijn (wij mannen, wij westerlingen, wij hollanders): niet zeiken, niet moeilijk doen, herpak u zelve, ga terug op het paard (hee door mijn eigen metafoor zie ik het einde van het boek nu ineens in ander licht!).

Aidt kent haar materialen. Niet alleen verstaat ze de kunst inkt te laten schreeuwen, ook bespeelt ze de lezer als was hij een instrument. Alsof hij ook deel uitmaakt van wat ze zeggen wil. Zijn verwachtingen, zijn vooroordelen, zijn ideeën, zijn meningen, wat hij voor humor meent te moeten houden (ja mijn rare bioscooplach komt terug na vijfendertig jaar om me in mijn billen te bijten). Het anekdotefeestje, het naamloos blijven van de ptss-man, de weerzin die de hoofdpersoon voelt tegen simpele dingen als feestjes, reizen, werk – het leek me alles aanvankelijk best grappig maar later keek ik toch in een angstaanjagender gelaat. Ik acht het niet onwaarschijnlijk dat Aidt de lachreflex doelbewust heeft opgezocht. Ergens een grapje van maken heeft eenzelfde functie als het wegkijken van de moeder van de hoofdpersoon: alles waar je om kunt lachen, hoef je niet serieus te nemen.

De lezer van Oefeningen in donkerte weet zich gemangeld, uitgewrongen, ontroerd, in zijn hemd gezet, gepijnigd en totaal onthutst. En hij kan niet anders dan Aidt daarvoor ten diepste dankbaar te zijn.

Naja Marie Aidt Oefeningen in donkerte

Oefeningen in donkerte

  • Auteur: Naja Marie Aidt (Denemarken)
  • Soort boek: Deense roman
  • Origineel: Øvelser i mørke (2 februari 2024)
  • Nederlandse vertaling: Kor de Vries
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 11 juni 2025
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Naja Marie Aidt

Op de tweede verdieping van een appartementencomplex dat uitsluitend door vrouwen wordt bewoond, woont een vrouw van 57 jaar. Ze heeft drie volwassen zonen, ze leeft alleen en slaapt geregeld onder haar salontafel. Ze lijdt aan PTSS sinds een zeer traumatische gewelddadige ervaring. Elke week neemt ze de bus om haar therapeut te ontmoeten, en met haar vriendinnen in de buurt probeert ze de donkerte waarin ze zich bevindt te bestrijden en te hopen op nieuwe dromen.

Oefeningen in donkerte is een confronterende roman over geweld tegen vrouwen en de liefde tussen vrouwen onder elkaar, over vrouw zijn en terugkijken op jezelf als kind, tiener, jonge vrouw en volwassene. Over in het reine komen met je verleden – op je eigen voorwaarden.

Naja Marie Aidt is geboren op 24 december 1963 in Aasiaat op Groenland. Ze  is een van de meest gewaardeerde Deense auteurs. In 2017 publiceerde ze Het boek van Carl over de dood
van haar zoon, waarvan in Denemarken 50.000 exemplaren werden verkocht. Het werd genomineerd voor de National Book Awards 2019, de Kirkus Review Awards 2019 en de PEN Translation Prize 2020 en werd in veertien talen vertaald. In 2022 ontving Aidt de Swedish Academy Nordic Prize.

Bijpassende boeken en informatie

Froukje van der Ploeg – Soms blijft iets

Froukje van der Ploeg Soms blijft iets recensie en informatie van de inhoud van de nieuwe dichtbundel. Op 11 juni 2025 verschijnt bij Uitgeverij Querido het boek met nieuwe gedichten van de Nederlandse dichteres Froukje van der Ploeg. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Froukje van der Ploeg Soms blijft iets recensie

  • “Ze weet wat ze ziet, ze ziet wat mensen beweegt, ze luistert naar ze en ze schrijft het op.” (Marijke Schermer)
  • “Een zeldzame combinatie van diepzinnigheid en toegankelijkheid, humor en ernst.” (Roos van Rijswijk)

Recensie van Tim Donker

Niet alle dichtbundels bereiken mij. Ik ben geen groot publiek. Ik zou de kust willen zijn. De kust waar alle poëzie aanspoelt. Maar ook de kust ben ik niet. Anders had ik het wel geweten. Als ik die kust was, of een groot publiek. Dan had ik geweten van Froukje van der Ploeg. Die maar één jaar jonger is dan ik wat er geen zaken mee heeft maar me toch opviel. In 2006 debuteerde ze met de dichtbundel Kater. Sindsdien publiceerde ze nog drie dichtbundels die, en nu sieteer ik het achterplat, “een groot publiek bereikten“. Lap. Daar heb je het. Een groot publiek bereikten die bundels dus wel. Maar mij bereikten ze niet.

En weer wens ik een groot publiek te zijn, en niet mij (mijzelf wens ik vaak niet te zijn). Want dan was Van Der Ploegs poëzie al veel eerder aangespoeld op mijn kust. Dan had ik al veel eerder haar woorden op mijn lijf, haar zinnen in mijn hoofd gehad. Die zinnen als spartelvisjes. Die woorden die de scheuren zijn waardoorheen het licht valt.

Bijvoorbeeld hoe een gedicht als En toen plotseling begint:

Heel kort geleden, zo kort geleden
dat het eigenlijk nu is, was er eens
in een land hier zo dichtbij
dat het eigenlijk hier is een wezen
dat zo op jou leek dat jij het bent

Een begin dat kan tellen, dat zo bloedmooi is dat het een gedicht op zichzelf is en je al bijna niet meer verder durft te lezen want misschien heb je hiermee je portie schoonheid al wel gehad voor deze dag, zulke dingen moet je doseren, teveel pracht slaat misschien wel om in het tegendeel, weet jij veel, maar je leest toch verder en het brengt je in verwarring, maar het is het goede soort verwarring, je weet niet of je een modern sprookje leest, of een oermythe over een wezen dat zichzelf tot het zijnde slaat door het niets te nietsen. Of is het een advies aan de lezer om hoog genoeg te vliegen opdat je vleugels zullen verbranden. Een lichaam te hebben dat op tijd in slaap valt, en niet pas tien minuten voor de wekker gaat. Of nog weer anders wellicht.

Dat kleeft aan deze poëzie. De veelkantigheid. Het onophoudelijk uit zijn voegen barsten. Dat spreken met al die tongen.

Van Der Ploeg instrueert de lezer over de perfecte wraak. Iemand steeds opnieuw die schooldag laten herbeleven van toen je dat tentamen Duits had waarvoor je niet had geleerd. Maak Nabokov onbegrijpelijk voor hem. Laat al zijn bier naar zuurkool smaken. Zulke wraak is zoet, zeg nou zelf, en dan tien jaar later om het te vieren een dagje naar zee. Neem een frietje. Rij weer naar huis.

Maar evengoed toont ze de poëzie van een inbraak. Een agente die weten wil of het huis altijd zo’n rotzooi is, en ja dit wel zo’n beetje de standaardsituatie ja, wanneer het gebeurd is weet je niet precies want je kent de werktijden van inbrekers niet. De humor in dingen die eigenlijk helemaal niet grappig zijn. Ook dat is een constante.

Of de dood. Of het leven. Punk is dood, en wij leven nog. In ieder geval leven we nog. Anderen zijn dood. Wie is er weg, wat is er weg in Autoriteit, wat kun je, leef je nog, weet je hoeveel knoflook in soep gaat, hangt dat niet af van welke soep het is godverdomme (in knoflooksoep al iets meer dan in erwtensoep vermoed ik), en hoe kun je weten wat er weg moet, wat echt dood is, een dichter is dood omdat hij oud was en rookte en leefde, een vriend is dood omdat hij jong is en de dood iets is om mee te spelen, maar denk je dat het einde der tijden gekomen is?

Of wat is. Wat was. De nostalgie. De hang naar. Dagen dat we niet waren waar onze ouders dachten dat we waren (dachten onze ouders? waren we ergens?). Of. Wat niet is wat het had moeten zijn. Wat niet geaccepteerd, niet volgens normen is. Omdat we ziek zijn. Omdat we dood gaan. Omdat we anders zijn. Altijd weer dat leven, en altijd weer druk met andere plannen. Of waar het heen moest. Toen je nog dacht dat je kon sturen. Pindakaas of kunstacademie. Toen je nog dacht dat het ene lor uitmaakte. Of zoals in één van die geweldige brieven die de dichter aan Imke schrijft: “Denk je dat onze tien jaar jongere ik / gelukkig is met hoe we zijn?” Imke en de dichter zijn in ieder geval geen zwervers geworden. Als kind wenste ik zwerver te worden. Zoals David Banner. Dat leek me mooi. Van stad naar stad, een eeuwige reis, altijd onderweg, een soort levenslange vakantie. Maar net als Van Der Ploeg ben ik toch geen zwerver geworden. Zou mijn vijfenveertig jaar jongere ik daar gelukkig mee zijn? Of met wat ik wel geworden ben? Of mijn dertig twintig tien jaar jongere ik? Altijd weer een pijnlijke vraag. Je bent nooit wat je ooit dacht te zullen zijn. En je kunt altijd weer meer verkloten in tien jaar dan je ooit voor mogelijk had gehouden.

Of alles wat ook zou kunnen zijn, in realiteiten anders dan de dagdagelijkse, misschien ontmoet je wel iemand omdat een spin met klompen over de muur van je slaapkamer loopt.

De gedichten in Soms blijft iets zijn grappig, melankoliek, verontrustend, surrealisties, schurend, verwarrend en ongekend prachtig – en meer dan eens dat allemaal tegelijk. Alle registers open zetten zonder dat het ook maar een moment gaat irriteren – daar moet je iets voor kunnen. Dan moet je een dichter zijn die van poëzie gemaakt is. Froukje van der Ploeg is zo’n dichter.

Froukje van der Ploeg Soms blijft iets

Soms blijft iets

  • Auteur: Froukje van der Ploeg (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 11 juni 2025
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 19,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek met nieuwe gedichten van Froukje van der Ploeg

Een godin zaait verwarring op aarde, een vrouw kijkt opgerold de tijd weg en huizen doen huizen na.

In haar nieuwe bundel trekt Froukje van der Ploeg lering uit alles wat beklijft. Met humor en zonder schroom onderzoekt ze het ongemak, de verandering en het welbehagen van lichamen, noteert ze de levensverhalen van andere mensen en toont ze hoe een spin die met klompen over de slaapkamermuur loopt grote gevolgen kan hebben. In brieven aan Imke en op weg naar huis, door het park, maakt ze de balans op.

Froukje van der Ploeg is geboren in 1974. Zr debuteerde in 2006 met de dichtbundel Kater. Sindsdien publiceerde ze nog drie dichtbundels, die een groot publiek bereikten, Zover (2013), Dit is hoe het ging (2016), Nachtvangst (2020). Ze ontving de Hollands Maandblad Poëziebeurs en werd genomineerd voor de J.C. Bloem-poëzieprijs. Regelmatig wordt haar werk in literaire tijdschriften en in bloemlezingen gepubliceerd, en treedt ze op festivals op.

Bijpassende boeken en informatie

Twan Vet – Troostpogingen

Twan Vet Troostpogingen recensie en informatie boek en debuut met gedichten en poëzie van de in Seoul geboren Nederlandse dichter. Op 5 juni 2025 verschijnt bij Uitgeverij De Bezige bij de nieuwe dichtbundel van Twan Vet. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Twan Vet Troostpogingen recensie van Tim Donker

Voor deze Twan Vet hier zie ik een grootse toekomst weggelegd. Maar wel als cabaretier. Of als staande komediant (klaarblijkelijk bleven hele generaties komedianten er altijd maar bij zitten totdat er één op het idee kwam om er bij te gaan staan). Want hij heeft de neiging een moje gedachte om zeep te helpen met wagonladingen banaliteiten en kliesjees.

Troostpogingen opent met een gedicht dat Achtuurjournaal heet, en dat is goed, misschien openen veel mensen hun avond met het achtuurjournaal, of naja, wat weet ik daarvan, ik kijk nooit televisie. Misschien is het ook wel de eerste dag van een nieuw jaar, want: “Ik hou van elk nieuw jaar zeg je, als het nog niet gebeurd is, / nog knispert in het cellofaan. Als geen mens / de dagen nog heeft aangeraakt.”, klinkt het, en dat is een moje gedachte; een jaar als een leegte die nog met van alles gevuld kan worden; een nieuw jaar dat nog ongevormd ligt te liggen; waar niemand nog een kleur aan gegeven heeft. Ik herinner het me zo te voelen toen ik nog een kinderken waart. Het verheugen omdat er iets in huis was dat nog helemaal nagelnieuw was, al was dat maar een jaar, al waren het maar getallen: een 1 en een 9 en een 8 en een 0, en ik ging zeven worden dat jaar en Lonneke was er nog, en zelfs het decennium was nieuw, en mijn knuffels dachten er net zo over, ik had het die ochtend nog aan ze gevraagd.

Maar dan gaat het gedicht verder. Gedichten gaan altijd weer verder, gedichten gaan vaak verder waar ze eigenlijk al afgelopen hadden moeten zijn. De televisie wordt een “treurbuis” genoemd en volgens mij was dat in de jaren zeventig al een kliesjeewoord, en het zwaarste nieuws was vroeger nog te dragen omdat Rob Trip het gezegd had. Ik moest hem even opzoeken en toen kende ik dat gezicht wel, hoe vroeger is vroeger, naja Vet is natuurlijk schandalig jong, die is geboren in 1998, toen waren fatsoenlijke mensen allang volwassen, maar toch, zelfs met dat in het achterhoofd is het effect minimaal, want als er Harmen Siezen of Fred Emmer had gestaan had ik het nog na kunnen voelen misschien, was het nieuws toen veel onschuldiger of knulliger of houteriger, zodat het iets aandoenlijks had ook als er erge dingen werden verteld?, of was het maar dat ik kind was en nooit de volledige implicatie van al die berichten doorvoelde? Je kunt een mens niet verwijten dat hij niet ouder is dan hij is en ik probeer het te snappen door Rob Trip te vervangen door Harmen Siezen, maar toch: als die Rob Trip verder in de bundel nog een paar keer ten tonele wordt gevoerd krijgt het iets kolderieks. Dus vandaar. Zei ik cabaret.

In De zevende dag (is dat ook al niet iets van televisie?) (Twan Vet kijkt echt veel te veel televisie) komen we een ander bekend persoon tegen: “God had net de kroeg geschapen, zocht afgemat / een plekje aan de bar en bestelde rode wijn. / Na het vierde glas bedacht ze mij.” God als (aantrekkelijke?) vrouw, ook de omkering van een kliesjee is kliesjee, een liefje-voor-één-nacht: dronken de liefde bedrijvend met de ikfiguur, klaarkomend, en liggend, daar, in het eerste ochtendlicht. Ik kan zien hoe dit kan werken in een zaal vol lachende mensen. Blasfemie kan best heel grappig zijn, al is het misschien een beetje te vaak gedaan en hebben christendomgrappen langzamerhand wel wat van hun urgentie verloren. Maar deze bundel is geen zaal. Deze bundel is van papier en ik weet niet wat dit op papier met mij doet. Voor ontroering is de situatie net een beetje te bizar, hoewel de laatste regels iets lieflijks hebben. Voorlopig slechts goed voor een vluchtige grijns. Is een grijns goed genoeg voor een gedicht? Does humor belong in music?, vroeg Frank Zappa zich af en ooit, als student, aan het eind van weeral een avond in de spoelkeuken, tijdens wat wij personeelsleden “de nazit” noemden, herhaalde ik de vraag toen we wijn dronken en de overgebleven amuses opaten en kok Hans (ook hij nu dood) beantwoorde hem met een kort en krachtig NEE. Ik keek hem met één opgetrokken wenkbrauw aan maar vele jaren later ben ik zijn onomstotelijke nee gaan begrijpen. Humor maakt muziek zelden beter. Vervelender wel, vaak. Humor in poëzie zou bij Hans misschien een voorzichtiger “nee” hebben uitgelokt (hij hield van de poëzie van Bukowski, soms toch ook niet ongrappig) en ook ik kan humor in poëzie best goed pruimen: K. Schippers kan je overweldigen terwijl je zit te lachen (voor absurdisme is in gedichten best wel heel veel plaats) maar dat is niet iedere dichter gegeven.

Je kunt het sterk vinden hoe Vet de lezer geen blijf laat weten met zijn emoties. Moet ik lachen, moet ik geschokt zijn, moet het me vertederen? Er is een gedicht over een niet-bestaande dochter dat me bijna ontroeren wist. Totdat Vet begint over hoe hij in “elke jongen” het monster ziet “dat alleen aan neuken / denkt en haar straks ook de hel in naait” en wat het ook was dat ik net begon te voelen met één lompe trap vermorzelt. Hoe blijf ik achter? Ook niet geschokt. Verward misschien. Waarom dat platvloerse taalgebruik? Welk effect wordt hier beoogd? Welke dochter kan een vader tot zulke woorden inspireren? Ik weet niet wat dit is.

Of later, verder, liefde als een oude krant die van bed naar bed waait, zeg me wat dat was.

Maar “nog maar half / zo eenzaam als je straks zult zijn” is dan weer helemaal raak, dat is er vol op, dat is een treurige gedachte, en toch is het mooi, het is een indringende gedachte over hoe dingen gaan, over hoe het leven gaat, dat inzicht geef je iemand die in 1998 pas een keer het levenslicht zag eigenlijk niet, ik moest zelf best al oud zijn om te weten dat alle droefnis die ik als jongere voelde en die me toen heel erg leek eigenlijk veel hoopvoller was dat de droefnis zoals ik die later ben gaan voelen.

En ”Slaap altijd met je sokken aan, / koop nooit een kruimeldief, / post vijf keer in je leven een liefdesbrief / die beter zoekraakt dan gelezen wordt, // kweek het verlangen om de zee te zien / en ga dan niet, raak door het verstrijken / van de tijd drie goede vrienden kwijt, // loop minstens twaalf vage angsten op / waarvan je niet meer zult genezen, / zorg dat je meer boeken hebt gelezen / dan je mensen hebt veracht, // sluit vrede met het feit dat alles wat je ziet / al mooier door een ander is gezien, / begrijp je ouders pas als het / te laat is voor verdriet, // beweer elke week ten onrechte / dat je weet waarom je leeft, / luister nooit naar iemand / die je meer dan tien adviezen geeft.” vond ik op de goede manier grappig, omdat er ook een lichte treurnis in zit, een klein schokje van het ongerijmde, het absurde van het willekeurige, en kruimeldief is sowieso een bijzonder achterlijk woord, en dat alles bestaat (kruimeldieven bestaan, de zee bestaat, vrienden kwijtraken bestaat).

Als troostpogingen is Troostpogingen al half geslaagd. Er kwamen grijnzen op mijn bakkes, ik zag flitsen die me stil lieten staan, er was gloed, er was een licht daar in de hoek dat goed voor me was.
Als cabaret zou het kunnen werken; er wordt niet alleen maar op een lach gemikt, er worden ook dingen overhoop gegooid, je zou van een avondje Vet nog iets mee kunnen nemen misschien.
Als poëzie komt het voor mij nog net een beetje te kort. Maar dit is een debuut. Vet kan nog veel kanten op. Een verkeerde kant ook, en dan  een nog verkeerdere. Doe het dan nog eens. En faal beter.

Twan Vet Troostpogingen

Troostpogingen

  • Auteur: Twan Vet (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie, debuut
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 5 juni 2025
  • Omvang: 48 pagina’s
  • Uitgave: paperback / luisterboek
  • Prijs: € 21,99 / € 9,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste dichtbundel van Twan Vet

Troostpogingen is een wonderschoon en toegankelijk debuut van Twan Vet, een rijzende ster in de Nederlandse poëzie. Voor de lezers van Menno Wigman en Tjitske Jansen.

Laatste zomerbrief

Ik weet ook wel dat men elkaar in deze tijd
nog amper brieven schrijft, maar dan:
wie gelooft er nog in poëzie?

Jij niet. Daarom is dit een brief
om onder in een la te steken
en bijna te vergeten.

Veel later pas zul je dit lezen
en dan moet je weten dat ik
deze woorden voor je schreef

in de dagen dat we samen waren,
kusten onder de straatlantaars,
in het park en voor je huis.

Als je me mist: houd deze kleine brief
dan schuin. Er dwarrelt nog wat van
het zonlicht dat we lang geleden samen deelden uit.

Twan Vet is in 1998 in Seoul, Zuid-Korea geboren. Hij is dichter, schrijver en muzikant. Troostpogingen is zijn literaire debuut.

Bijpassende boeken en informatie

Gaea Schoeters – Het geschenk

Gaea Schoeters Het geschenk recensie en informatie nieuwe roman van de Vlaamse schrijfster. Op 4 juni 2025 verschijnt bij Uitgeverij Querido de roman van de uit Vlaanderen afkomstige schrijfster Gaea Schoeters. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Gaea Schoeters Het geschenk recensie

  • “Het geschenk van Gaea Schoeters is een niet ongeestige, maar groteske satire, als een goedmoedig extraatje voor het welwillende publiek dat ze met ‘Trofee’ heeft opgebouwd.” (Bart Van Der Straeten, HUMO, ∗∗∗∗∗)
  • “Speels, inventief en uitdagend. Het geschenk is een uitgekookte politieke satiere à la de hoofdstad van Robert Menasse, maar dan nog beter.” (Tom Lanoye)

Recensie van onze redactie

Wat moet je als bondskanselier doen als de Duitse hoofdstad Berlijn schijnbaar uit het niets wordt overspoeld door olifanten. Dit schijnbaar ongeloofwaardige gegeven neemt de Vlaamse schrijfster Gaea Schoeters als uitgangspunt voor haar nieuwe roman.

Als reactie op een hem onwelgevallige politieke beslissing in de Bondsdag, besluit de president van Botswana om Duitsland en met name Berlijn te overspoelen met tientallen olifanten. Een grotesk gegeven uiteraard. Maar als lezer accepteer je het als snel als feit en ga je mee in de situatie.

Bondskanselier Hans Christian Winkler die al een tijdje onder druk staat van een populistische tegenstrever probeert, vaak tegen wil en dank, de situatie in de hoofdstad die hierdoor ontstaat in hand te houden, of beter gezegd naar zijn hand te zetten.

Scherp, duidelijk politiek geëngageerd en bij vlagen droogkomisch vertelt Gaea Schoeters het verhaal van een land waarin het populisme de heersende macht onder druk zet en de corrumperende onmacht die hier vaak door ontstaat. De korte roman is gewaardeerd met ∗∗∗∗∗ (zeer goed).

Gaea Schoeters Het geschenk

Het geschenk

  • Auteur: Gaea Schoeters (België)
  • Soort boek: Vlaamse roman
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 4 juni 2025
  • Omvang: 128 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook / luisterboek
  • Prijs: € 19,99 / € 8,99 / € 8,99
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (zeer goed)
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Gaea Schoeters

Plots wemelt het in Berlijn van de olifanten. Algauw wordt duidelijk dat de dieren niet uit de dierentuin komen, maar een geschenk van de president van Botswana zijn. 20.000 olifanten heeft hij de Duitsers cadeau gedaan, als ‘dank’ voor de verscherpte wetgeving met betrekking tot de invoer van jachttrofeeën.

‘Jullie Europeanen willen ons vertellen hoe we moeten leven. Misschien moeten jullie zelf maar eens proberen hoe het is om met megafauna samen te leven.’

De bondskanselier zit met de handen in het haar: hij moet deze crisis snel en daadkrachtig aanpakken. Want straks zijn er verkiezingen en zijn politieke tegenstanders ruiken bloed.

Gaea Schoeters is geboren in 1976 in Sint Niklaas, België. Ze is auteur, journalist en librettist. Ze debuteerde met korte verhalen en schreef onder meer het reisboek Meisjes, moslims & motoren, de literaire thriller Diggers en de romans De kunst van het vallen en Zonder titel #1. Haar roman Trofee is meermaals bekroond en verschijnt in 16 landen in vertaling. In Duitsland werden al ruim
40.000 exemplaren verkocht.

Bijpassende boeken en informatie

Tessa Leuwsha – Boni

Tessa Leuwsha Boni recensie en informatie boek in het spoor van de Surinaamse vrijheidsstrijder. Op 27 mei 2025 verschijnt bij Uitgeverij Atlas Contact het nieuwe boek van de Surinaams-Nederlandse schrijfster Tessa Lewsha. Hier lees je informatie van de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Tessa Leuwsha Boni recensie

In het standaardwerk Wij slaven van Suriname van Anton de Kom stuit Tessa Lewsha op Boni. Hij is een strijder tegen de slavernij in achttiende-eeuws Suriname. Een strijder waarover in historische bronnen wel wat informatie te vinden is. Maar omdat deze teksten opgeschreven is door de witte koloniale machthebbers vormen ze een zeer eenzijdig beeld.

Gefascineerd door de persoon Boni en de strijd die hij leverde tegen onrecht en uitbuiting van de zwarte en inheemse bevolking besluit Tessa Leuwsha zelf op onderzoek te gaan in Suriname, maar ook in Ghana waar zijn wortels liggen. Door het horen van verhalen die in de orale traditie  worden doorgegeven, de plekken te bezoeken die in het leven van Boni belangrijk waren vormt zich langzaam maar zeker een beeld van wie hij geweest waarschijnlijk geweest is. Een beeld van zijn daden, zijn strijd en zijn tekortkomingen.

Bovendien weet Tessa Lewsha een beeld te schetsen van de manier waarop de nalatenschap van Boni ook vandaag nog doorwerkt in Suriname en welk effect dit heeft in haar eigen leven en denken. Net als in haar vorige boek weet Lewsha een mooie balans te vinden tussen een boeiend reisverslag, historisch onderzoek dat ze koppelt aan aan een persoonlijke reflectie op die tijd en hoe de effecten van kolonialisme en slavernij doorwerken in haar eigen leven. Gewaardeerd met ∗∗∗∗∗ (zeer goed).

Tessa Leuwsha Boni

Boni

In het spoor van de Surinaamse vrijheidsstrijder

  • Auteur: Tessa Lewsha (Suriname)
  • Soort boek: reisverhalen
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschijnt: 27 mei 2025
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 14,99
  • Waardering redactie∗∗∗∗∗ (zeer goed)
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst van het boek over de Surinaamse vrijheidsstrijder Boni

“Het opperhoofd Bonni. […]. In hem verenigden zich de kracht en moed van de jaguar met de slanke vlugheid van onze herten.” (Anton de Kom in Wij slaven van Suriname)

Rond 1730 ontvlucht een hoogzwangere zwarte vrouw de gruwelen van de slavernij en brengt in het Surinaamse moeras haar zoon Boni ter wereld. Hij zal uitgroeien tot leider van de Marrons: ruim dertig jaar lang pleegt hij met zijn volgelingen heldhaftig verzet tegen het koloniale bewind.

Als tiener leest Tessa Leuwsha voor het eerst over deze mythische strijder in Wij slaven van Suriname. Vanaf dan is ze door hem geïntrigeerd: wie was hij, en wat is het verhaal van zijn moedige moeder? Wat betekenden zijn daden toen en nu, hoe werkt zijn nalatenschap door in haar eigen leven? Tessa Leuwsha reist door Suriname en zoekt naar Boni’s wortels in Ghana, ze spit door de schaarse archieven en put rijkelijk uit orale geschiedenis. Gebaseerd op feiten en ondersteund door haar sprankelende literaire verbeeldingskracht herschept ze de Surinaamse vrijheidsstrijder Boni als mens van vlees en bloed.

Tessa Leuwsha is geboren op 1 november 1967 in Amsterdam. Ze is schrijver van fictie en non-fictie, documentairemaker en recensent. Ze schrijft voor onder meer Opzij, HP/De Tijd, de Volkskrant en De Ware Tijd-Literair. Haar romans ‘De Parbo-blues’ en ‘Solo, een liefde’ werden lovend ontvangen en genomineerd voor de Debutanten Prijs, De Vrouw & Kultuur Debuut Prijs en de Black Magic Woman Award.  In 2015 verscheen ‘Fansi’s stilte, een Surinaamse grootmoeder en de slavernij’, een literair non-fictieboek waarin Leuwsha de vraag probeert te beantwoorden wie haar stugge grootmoeder Fansi precies was. Het boek werd genomineerd voor De Inktaap 2017. Haar roman Plantage Wildlust is in 2020 verschenen en haar nieuwste werk De wilde vaart in  2022.

Bijpassende boeken en informatie

Anne Doedens & Liek Mulder – Spaanse Burgeroorlog

Anne Doedens & Liek Mulder Spaanse Burgeroorlog recensie en informatie van het geschiedenisboek. Op 23 mei 2025 verschijnt bij uitgeverij Walburg Pers dit boek van de Nederlandse historici Anne Doedens en Liek Mulder. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteurs en over de uitgave.

Anne Doedens & Liek Mulder Spaanse Burgeroorlog recensie

De Spaanse Burgeroorlog woedde tussen 1936 en 1939 in Spanje en laat tot op de dag van vandaag diepe sporen na. Omdat de oorlog plaatsvond in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog is de aandacht ervoor eigenlijk altijd beperkt geweest. Te beperkt, zeker als het om Nederlandse boeken gaat.

Maar deze oorlog was gruwelijke, kostte grote aantallen slachtoffers en had grote consequenties voor de Spanjaarden tot ver in de twintigste eeuw. Het was het bloedige strijdtoneel van links en rechts Spanje. In het begin misschien nog een regionale oorlog te noemen maar als snel kreeg de strijd een internationaal karakter toen linkse idealisten van overal uit Europa, ook uit Nederland, zich gingen bemoeien met de strijd, gevolgd door de Sovjet-Unie. Aan de andere kant werd het ook internationaal toen Nazi-Duitsland en Italië erbij betrokken raakten.

In dit goed geschreven en prima gedocumenteerde boek wordt de lezer uitstekend geïnformeerd over wat de Spaanse Burgeroorlog precies betekende, hoe internationaal de strijd werd en hoe gruwelijk ook. Al met al zijn Anne Doedens en Liek Mulder er zeer goed in geslaagd om het verhaal van deze oorlog over het voetlicht te krijgen. Het boek is gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Anne Doedens & Liek Mulder Spaanse Burgeroorlog

Spaanse Burgeroorlog

Opmaat naar de Tweede Wereldoorlog,
17 juli 1936 tot 1 april 1939

  • Auteurs: Anne Doedens, Liek Mulder (Nederland)
  • Soort boek: Spaanse geschiedenis, oorlogsgeschiedenis
  • Uitgever: Walburg Pers
  • Reeks: Oorlogsdossier
  • Verschijnt: 23 mei 2025
  • Omvang: 248 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 25,99
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over de Spaanse Burgeroorlog

De Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) en de daaropvolgende dictatuur van Francisco Franco zetten decennialang een traumatisch stempel op de levens van miljoenen Spanjaarden. Het was een oorlog met onvoorstelbare slachtpartijen, kort na afloop overschaduwd door de Tweede Wereldoorlog, waarvan de gebeurtenissen in Spanje een onmiskenbare voorbode waren.

De Guerra Civil Española was een machtsstrijd van verschillende ideologische en politieke stromingen binnen Spanje, maar kreeg een internationaal karakter omdat nazi-Duitsland, het koninkrijk Italië en de Sovjet-Unie zich erin mengden. Tienduizenden mensen uit andere landen raakten betrokken bij de strijd. Verhalen van ooggetuigen en deelnemers aan de oorlog zoals de Nederlanders Fanny Schoonheyt, Jef Last en Evert Ruivenkamp maken invoelbaar hoe ingrijpend en verwoestend deze oorlog was voor de Spanjaarden.

Anne Doedens en Liek Mulder geven in hun boek een helder overzicht van de gebeurtenissen. Hun boek maakt duidelijk wat ideologie, haat en onverdraagzaamheid kunnen aanrichten. Een waarschuwing voor de toekomst.

Historicus Anne Doedens was docent Nieuwe Geschiedenis bij hoger onderwijsinstellingen in Amsterdam. Hij schreef talloze boeken over de Nederlandse geschiedenis.

Historicus Liek Mulder was docent geschiedenis in het voortgezet onderwijs. Hij schreef talloze boeken over de Nederlandse geschiedenis.

Bijpassende boeken

Mart Smeets – De Tour van ’56

Mart Smeets De Tour van ’56 recensie en informatie nieuw wielerboek over het beladen geel van Roger Walkowiak. Op 23 mei 2025 verschijnt bij Uitgeverij De Kring het nieuwe boek over wielrennen en de Tour de France van Mart Smeets. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Mart Smeets De Tour van ’56 recensie

Weliswaar is Mart Smeets nauwelijks meer op de televisie te zien maar gelukkig schrijft nog zo’n beetje elk jaar een nieuw boek. Deze keer heeft hij gekozen voor de Ronde van Frankrijk van 1956 en de door  onwaarschijnlijke en door velen uit die tijd zelfs ongewenste winnaar Roger Walkowiak. Zijn naam zegt het eigenlijk al hij was een renner met Poolse ouders die weliswaar in Frankrijk geboren is maar door veel chauvinistische landgenoten toch niet gezien werd als echte Fransman.

Walkowiak was een bescheiden wielrenner die voor een regionale ploeg reed in de Tour de France van 1956. In het begin en misschien wel gedurende de gehele Ronde reed hij onopvallend maar wel alert. Zijn regelmaat en beperkte tijdverlies zorgde ervoor dat hij steeds hoger in het eindklassement terecht kwam. Sterker nog, uiteindelijk won hij de Tour, zonder zelf een rit te winnen en doordat de “grote wielrenners” vaak verstek lieten gaan.

Op zijn welkbekende wijze doet Mart Smeets verslag van alle ritten in de Tour van 1956. Daarnaast heeft hij het boek verrijkt met portretten van belangrijke wielrenners in de koers, ook de Nederlandse. De welbekende rijke wijze van vertellen zoals velen van ons die nog wel kennen van Mart Smeets toen hij nog op televisie te zien was als wielerverslaggever, klinkt door in de verhalen. Al met al weer een geslaagd wielerboek dat heerlijk wegleest tijdens de saaie momenten tijdens de Ronde van Frankrijk van dit jaar, alhoewel die er nauwelijks zijn. Het boek is gewaardeerd met ∗∗∗∗∗ (zeer goed).

Mart Smeets De Tour van '56

De Tour van ’56

Het beladen geel van Roger Walkowiak

  • Auteur: Mart Smeets (Nederland)
  • Soort boek: wielerboek
  • Uitgever: De Kring
  • Verschijnt: 23 mei 2025
  • Omvang: 192 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 18,50 / € 9,99
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (zeer goed).
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over wielrenner Roger Walkowiak van Mart Smeets

Roger Walkowiak, de onverwachte Tourwinnaar van 1956.

De Tour de France van 1956 kende een verrassende winnaar: Roger Walkowiak. Geen grote vedette, geen etappezeges, maar een slimme renner die zijn kansen perfect benutte. Zijn overwinning werd niet gevierd, maar bekritiseerd. ‘Winnen à la Walkowiak’ werd in Frankrijk een uitdrukking voor een eenmalige, toevallige en onverdiende triomf.

Walkowiak, geboren in Frankrijk als zoon van een Poolse fabrieksarbeider, werd door sommige Fransen als ‘buitenlander’ gezien en kreeg na zijn Tour-zege fluitconcerten te verduren. Zijn carrière doofde snel uit, en hij verdween uit de wielerwereld.

Mart Smeets duikt in deze unieke Tour, waarin Nederland nog geen live-beelden of Radio Tour had maar waarin ook twee Nederlandse renners de gele trui droegen. Smeets brengt de vergeten kampioen tot leven, vertelt over de strijd met legendes als Bahamontes, Ockers en Nencini en reconstrueert de drie weken waarin een bescheiden renner wielergeschiedenis schreef. Een meeslepend verhaal voor elke Tour-liefhebber.

Mart Smeets is geboren op 11 januari 1947 in Arnhem. Hij werkte van 1973 tot 2016 voor Studio Sport en ‘deed’ daar alle mogelijke sporten. Voor ESPN maakte hij de afgelopen jaren de vlog Mart’s Madness over Amerikaanse sporten. Nu maakt hij het wekelijkse radiomuziekprogramma OLM (Ouwe Lullen Muziek), leidt hij sporadisch een sportavond en schrijft hij, naast boeken, diverse columns.

Bijpassende boeken