Categorie archieven: Recensie

Tove Ditlevsen – Vilhelms kamer

Tove Ditlevsen Vilhelms kamer recensie en informatie over de inhoud van de Deense roman. Op 13 november 2024 verschijnt bij uitgeverij Das Mag de Nederlandse vertaling van Vilhelms værelse de laatste roman uit 1975 van de uit Denemarken afkomstige schrijfster Tove Ditlevsen. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster, de vertaler en over de uitgave.

Tove Ditlevsen Vilhelms kamer recensie

  • “Niemand kan zo luchtig over zulke vreselijke ellende schrijven als Tove Ditlevsen.” (Connie Palmen)
  • “Misschien wel de meest spectaculaire herontdekking van de afgelopen jaren.” (Der Spiegel)

Begin jaren tachtig van de vorige eeuw maakte ik kennis met het werk van de Deense schrijfster Tove Ditlevsen. Haar werk verscheen in Duitse vertaling in de sobere pockets die Suhrkamp Verlag op de markt bracht. Als lezer geïnteresseerd in Scandinavische literatuur was je in die jaren aanwezen op  vertaling in Duits want Nederlandse uitgevers hadden op een enkele uitzondering na nauwelijks interesse in.

Dat is inmiddels heel anders geworden. Op de golf van de populaire Scandithrillers is er ook veel meer aandacht gekomen voor literatuur uit Scandinavië. Elke zichzelf serieus nemende uitgeverij brengt jaarlijks één of meerdere boeken uit van auteurs uit Scandinavië. En op die golf wordt er ook meer en meer werk dat jarenlang over het hoofd is gezien in vertaling uitgebracht.

De romans van de Deense schrijfster Tove Ditlevsen zijn hiervan misschien wel het meest duidelijke voorbeeld. Wereldwijd zijn haar boeken inmiddels bestsellers en dat terwijl ze zelf in al op 17 maart 1976 overleed nadat ze voor de vijfde keer een zelfmoordpoging ondernam.

Ditlevesen ging nogal gebukt onder de zwaarte van het leven en daarmee is haar werk dan ook grotendeels doordrenkt. In Vilhelms værelse dat een jaar voor haar dood verscheen doet ze op literaire en indringende wijze verslag van haar zeer moeizame huwelijk met Victor Andreasen.

Het bijzondere van de roman is dat deze bol staat van relationele gruwelijkheden maar dat Ditlevsen hierover bijna lichtvoetig schrijft. Maar ondanks al de ze perikelen blijf je geboeid doorlezen. Vilhelms kamer wordt naast de driedelige Kopenhagen trilogie gezien als haar beste werk en dat is volkomen terecht. De roman is inmiddels vijftig jaar oud maar heeft in die halve eeuw niets aan actualiteit en intensiteit verloren. De roman is gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Vilhelms kamer

  • Auteur: Tove Ditlevsen (Denemarken)
  • Soort boek: Deense roman
  • Origineel: Vilhelms værelse (1975)
  • Nederlandse vertaling: Lammie Post-Oostenbrink
  • Uitgever: Das Mag
  • Verschijnt: 13 november 2024
  • Omvang: 220 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,50 / € 12,99
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de laatste roman van Tove Ditlevsen

Lise en Vilhelm – zij een instabiele kinderboekenauteur, hij een opvliegende krantenman – hebben oprechte strijd en minstens zo oprechte verzoeningen. Maar na twintig jaar van aantrekken en afstoten lijkt hun huwelijk finaal te knappen wanneer Vilhelm daadwerkelijk zijn biezen pakt om er met zijn zoveelste minnares vandoor te gaan en zijn kamer leeg komt te staan.

In Vilhelms kamer ontmaskert Tove Ditlevsen het huwelijk als een loopgravenoorlog waar zelfs de liefde niet kan overwinnen. Wie vernietig je eerst: jezelf of de ander? Het is Ditlevsens meest gewaagde roman en wordt, samen met de Kopenhagen-trilogie gezien als haar meesterwerk.

Tove Ditlevsen (14 december 1917, Kopenhagen – 7 maart 1976, Kopenhagen) werd jarenlang gezien als een schrijver die niet in de literaire kringen van haar tijd paste: ze was een huisvrouw uit de arbeidersklasse, met vier gestrande huwelijken en een sluimerende drugsverslaving, die zichzelf en haar naasten genadeloos gebruikte in haar schrijven. In haar tijd werd ze zowel omarmd als neergesabeld, en tegenwoordig is haar rauwe en springlevende oeuvre wereldwijd herontdekt: haar vermaarde, autobiografische Kopenhagen-trilogie wordt in 36 landen uitgegeven.

Bijpassende boeken en informatie

Karin Smirnoff – Mijn moeder

Karin Smirnoff Mijn moeder recensie en informatie over de inhoud van de Zweedse roman, Op 12 november 2024 verschijnt bij uitgeverij Querido de roman van de Zweedse schrijfster Karin Smirnoff. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster, de vertaler en over de uitgave.

Karin Smirnoff Mijn moeder recensie van Tim Donker

Dat niets is wat het lijkt, is even afgezaagd als onwaar. Al te vaak blijken de dingen precies zo te zijn als je op grond van hun voorkomen al verwacht had – net dat is wat de dingen zo vervelend maakt. Maar Karin Smirnoff hier, had me toch even flink op het verkeerde been. Dit was het been, en het was verkeerd: het was, dacht ik, dat het met Mijn moeder wel helemaal niks zou gaan worden. Omdat. Vanwege. En wel hierom. Dat de titel bijvoorbeeld. Zeg zelf. Wat kun je verwachten van een boek dat Mijn moeder heet? Wie schrijft er nu een boek met zo’n domme titel. Of. Smirnoff schreef deel 7 van de Millennium-reeks. Wat kun je verwachten van een schrijfster die meewerkt aan de Millennium-reeks? Of dat. Op de eerste bladzijde zijn de hoofdpersonen aan het vertrekken, ik hou niet zo van boeken die beginnen met weggaan, en dan is er bij dat weggaan ook nog veel aandacht voor een hond, wat kun je verwachten van een boek dat geschreven is door een hondenliefhebber, ik hou van katten en niet van honden, je moet al aardig geweldig zijn wil je als hondenbezitter mijn aandacht krijgen.

En.

Ik weet het wel. De originele titel was Vi for upp med mor, google translate maakt daar “We zijn met moeder naar boven gegaan” van, wat nog steeds geen fantastiese titel is maar toch al werelden beter dan Mijn moeder.

En ik weet wel. Dat ik inderdaad geen letter gelezen heb in de Millennium-reeks, het zijn allemaal vooroordelen, ik vind dat daar niks verkeerd aan is, ik hou van mijn vooroordelen, ik koester mijn vooroordelen, mijn vooroordelen helpen mij te navigeren doorheen mijn leven, dankzij mijn vooroordelen hoef ik niet elk steentje op te rapen en drie keer om te drajen om zeker te weten dat dit niet het prachtigste steentje is dat je ooit gezien hebt maar sta ik mezelf toe te denken dat wie één steentje gezien heeft, ze allemaal wel kent.

Maar het mooiste met mijn vooroordelen vind ik nog wel dat ze op harde realiteiten kapot kunnen vallen. Of op een boek. Op een heel hard boek, hoe hard is een boek, dit was een heel hard boek.

Jana heeft een broer (die door iedereen, niet alleen Jana zelf maar ook alle andere verhaalfiguren simpelweg “Broer” genoemd wordt), en een moeder. En nu is de moeder dood. Het was haar wens begraven te worden in haar geboortedorp in het noorden van Zweden. Kukkojärvi, zo heet het naar waar Jana en Broer gaan moeten. De dorpsbewoners zijn achterdochtig, intolerant, licht agressief, benepen, seksistisch, bekrompen, xenofoob, hypocriet, misogyn, incestueus, achterbaks, een klein beetje gluiperig, vroom en zo religieus als de sodemieter. Jana moet niks van ze hebben, en wil het liefst zo snel mogelijk, direct na de begrafenis bijvoorbeeld, weer weg. Maar Broer valt voor de “saamhorigheid”, en de hechtheid van de gemeenschap, geraakt al snel ingesponnen in het kleverige web van de dorpsbewoners, past zich helemaal aan, kleurt mee, neemt zich zelfs al vrij snel een huwelijk voor. Jana krijgt Broer niet meer mee terug naar hun oude, stadse leven, maar kan, als tweelingzus ook niet zonder hem. Ze blijft dus ook maar zo’n beetje rondhangen in het dorp, inwonend bij Jussi, nog de meest vrijgevochten ziel in het dorp, wachtend tot Broer zijn verstand weer terug vindt. Ze heeft wat baantjes, als juf op een school, als alleskunner in een hotel, wordt om de meest kleinzielige redenen ontslagen, geraakt nogal eens in bizarre situaties verzeild, en kampt ondertussen met demonen uit het verleden. Haar horkerige, gewelddadige ex van wie ze toch maar niet goed los kan komen, en haar ouders. De jeugd van Jana en Broer was hard en liefdeloos. Mishandeling. Een vieze, donkere kelder waar ze nachtenlang in werden opgesloten. Een halfzus die als een geest bleef rondwaren. Moeder had op jonge leeftijd een meisje gekregen, het was direct na de geboorte bij haar weggehaald omdat men er -overigens abusievelijk- vanuit ging dat het verwekt zou zijn door haar eigen vader; de moeder hield meer van dit afwezige kind dan van Jana en Broer en maakte daar ook geen geheimen van.

Het verhaal is sterk. De beelden zijn sterk. De sfeer is sterk. De beklemming in het Noord-Zweedse dorp, de dreiging. Overal ontspoorde dronkaards. Kille, afwijzende mensen. Vieze dominees. Vuile huizen. De onbehaaglijkheid. Smirnoff weet het allemaal zo sterk op te roepen. Hoe sinister de meeste dorpelingen zich gedragen, wat al in het kortste gesprekje tot uiting komt. Overheen alles hangt een duister, een angstaanjagend sluier. Broer te verliezen aan zulke mafkezen; een gemeenschap waar niks mag, geen boeken, geen muziek, de man boven alles, de vrouw alleen goed om zoveel mogelijk kinderen te baren, en alleen wie zich helemaal aan die regels overgeeft mag erbij horen. De frustratie. Je voelt het als lezer allemaal. Ook in Jana woekert het. De herinneringen, die in flitsen onophoudelijk boven blijven komen. Haar geschifte ouders. Maar ook nu nog, haar volwassen leven. Twijfels, verdeeldheid, onvermogen. Een wil, en tevens een grote angst om zich over te geven aan de liefde die ze stilaan voor Jussi begint te voelen. Er is sprake van een inmiddels volwassen dochter die Jana niet zelf opgevoed heeft en die nu contact met haar wil, en Jana wil dat zo graag, en Jana wil dat ook helemaal niet. Niet weten wat aan te moeten met zichzelf. Ook dat maakt Smirnoff zeer voelbaar. Een boek om in enkele grote rukken uit te lezen, welhaast in een roes (maar wat wil je als de schrijver zo’n achternaam heeft).

Het is die pen die het boek uiteindelijk briljant maakt. Smirnoff gebruikt vrijwel geen interpunksie, zodat niet altijd meteen duidelijk is of iets een herinnering is of een gedachte of directe rede, of wie er wat zegt. Voornamen en achternamen worden aan elkaar geschreven, als één woord, zonder hoofdletter. Net zoals boek- en filmtitels. Het boek ademt, de woorden pulzeren, de tekst leeft. Het kapselt in, het drukt op de borst. Je beleeft dit boek als een nachtmerrie. Een wonderschone nachtmerrie, dat wel. In haar ademende woorden laat Smirnoff de lugubere, broeierige scènes over elkaar heen buitelen wat even hallucinant als verwarrend werkt. Al weet ik niet goed of het feit dat ik niet alles even goed kon plaatsen (wat ik heerlijk vind als ik een boek lees, dat niet alles me almeteens helder is) er misschien ook niet mee te maken kon hebben dat Mijn moeder het twede deel uit een trilogie is, begonnen met Mijn broer en dat eerste deel heb ik dus even gemist (en na het einde van Mijn moeder vraag ik me af hoe het in Godsnaam verder moet want beide hoofdrolspelers lijken – ofnee wacht lees dat zelf maar).

Prachtige verontrusting. Bloedmoje ontzetting. Wonderschone angstaanjagendheid. Ik heb dit boek gelezen met huivers op mijn lijf en met niets dat bewondering in mijn kop voor deze schrijfkunst. Je komt niet vaak een boek tegen dat zowel beeldend is, alsook op een overweldigende manier talig. Ik neig. Ademloos. Aangedaan. Op de vloer liggen de scherven van mijn vooroordelen.

Karin Smirnoff Mijn moeder

Mijn moeder

  • Auteur: Karin Smirnoff (Zweden)
  • Soort boek: Zweedse roman
  • Origineel: Vi for upp med mor (2019)
  • Nederlandse vertaling: Bart Kraamer
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 12 november 2024
  • Omvang: 368 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 24,99 / € 13,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman van Karin Smirnoff

De moeder van Jana en Broer is dood en zal worden begraven in haar geboortedorp in Noord-Zweden. De tweeling ontdekt al snel dat het leven in Kukkojärvi anders is dan ze hadden verwacht als ze haar huis erven. Het huis wordt bewoond door huurders die niet willen verhuizen, en die leven volgens strikte religieuze regels. Jana is vanaf het begin wantrouwend, maar Broer voelt zich aangetrokken tot de hechte dorpsgemeenschap, waar de nadruk ligt op gezinswaarden en mannelijke overheersing. Jana moet de strijd aangaan om niet alleen het huis maar ook haar broer terug te winnen, terwijl ze tegelijkertijd probeert haar destructieve relatie te beëindigen.

Mijn moeder (het vervolg op Karin Smirnoffs veelgeprezen debuut Mijn broer) is een weergaloos geschreven rauw en warm verhaal over Jana Kippo en het leven in een Zweeds dorp met duistere geheimen.

Karin Smirnoff Mijn broer RecensieKarin Smirnoff (Zweden) – Mijn broer
Zweedse psychologische roman
Uitgever: Querido
Verschijnt: 24 augustus 2021

Bijpassende boeken en informatie

Malachy Tallack – Die mooie Atlantische wals

Malachy Tallack Die mooie Atlantische wals recensie, review en informatie over de inhoud van de roman over de Shetlandeilanden. Op 1 oktober 2024 verschijnt bij uitgeverij De Arbeiderspers de Nederlandse vertaling van That Beautiful Atlantic Waltz de roman over Shetland van de Schotse schrijver Malachy Tallack. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver, de vertaler en over de uitgave.

Malachy Tallack Die mooie Atlantische wals recensie

Soms kruipt een roman waarin een leven wordt beschreven waarin niet al te veel lijkt te gebeuren toch onder de huid. De roman van de Schotse schrijver Malachy Tallack is een prachtig voorbeeld hiervan. Jack de hoofdpersoon van het boek leeft een teruggetrokken leven op de kleine boerderij op het rauwe Shetland. Zijn verlegenheid is spreekwoordelijk en zijn enige passie is de muziek en countrymuziek in het bijzonder. Als er door een onbekende een kitten voor zijn deur wordt achtergelaten verandert zijn leven. Of hij het nu wil of niet, hij krijgt de zorg voor het dier en dat verandert zijn leven.

In het kort is dat het verhaal van de roman. Maar Malachy Tallack weet er veel meer in te verstoppen. Liefdevol en met compassie beschrijft hij het leven en de geschiedenis van Jack die meer blijkt te hebben meegemaakt dan op het eerste gezicht lijkt. In een mooie, poëtische stijl maar zonder opsmuk en superlatieven wordt de lezer geraakt door dit boeiende, soms schrijnende maar toch ook hoopvolle levensverhaal van een teruggetrokken levende zestiger op Shetland. Gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Malachy Tallack Die mooie Atlantische wals

Die mooie Atlantische wals

  • Auteur: Malachy Tallack (Schotland)
  • Soort boek: roman over de Shetlandeilanden
  • Origineel: That Beautiful Atlantic Waltz (2024)
  • Nederlandse vertaling: Jeske van der Velden
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 29 oktober 2024
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 12,99
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Boek bestellen bij: Bol Libris

Flaptekst van de roman over Shetland van Malachy Tallack

De Atlantische Oceaan, 1957. Na jaren in de walvisvaart keert Sonny terug naar de Shetlandeilanden. Hij bouwt een bestaan op met zijn vrouw en zoon, maar het leven op zee is niet eenvoudig achter te laten.

In het heden woont Jack, een muzikale, introverte man, in zijn geboortehuis vol herinneringen op de Shetlandeilanden. Op een avond als alle andere wordt er bij hem iets bezorgd, wat het ritme en de routine van zijn eenzame bestaan op onverwachte wijze verstoort.

Door deze verhaallijnen te verweven toont Malachy Tallack op ontroerende wijze de troostende kracht van muziek en wat verlangen en vriendschap vermogen.

Jen Hadfield Storm Pegs recensie en reviewJen Hadfield – Storm Pegs
A Life Made in Shetland
memoir
Uitgever: Picador
Verschijnt: 11 juli 2024

Bijpassende boeken en informatie

Slobodan Snajder – De engel van het verdwijnen

Slobodan Snajder De engel van het verdwijnen recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe roman van de Kroatische schrijver. Op 22 oktober 2024 verschijnt bij uitgeverij Wereldbibliotheek de Nederlandse vertaling van de roman Anđeo nestajanja van de uit Kroatie afkomstige schrijver Slobodan Snajder. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver, de vertaler en over de uitgave.

Slobodan Snajder De engel van het verdwijnen recensie van Tim Donker

De Grote Europese Roman, bestaat dat? Ik bedoel het soort boek dat men “episch” of “monumentaal” pleegt te noemen; het soort boek dat de tijd of de wereld of het volk of de mensen bij het nekvel wil nemen; politiek-historisch; een “ideeënroman” (ideeënroman!, hoor mij bezig); veellagig en ontzagwekkend en existentialistisch en groots en een mijlpaal in de literatuurgeschiedenis? Vuistdik, klein lettertiep, meestal, om één of andere reden, gesitueerd op ergens een platteland in ergens een onherbergzaam gebied en zich uitstrekkend over vele generaties? Ja. Dat bestaat. En almeteens ga ik dit van mijn hart moeten krijgen: ik moet daar niet zoveel van weten. Mijn bewondering voor schrijvers die altijd maar weer over het Al willen schrijven, of toch over zoveel mogelijk valt in het niet bij mijn bewondering voor schrijvers die me met Niets, of toch met zo weinig mogelijk, honderden pagina’s lang geboeid weten te houden. Er moet een boek zitten in elk klein steentje dat voor uw voordeur ligt (echt waar, open uw deur, ga kijken) en er zit zeker weten een fantastisch boek in het kraken van de meubels ’s nachts zoals António Lobo Antunes nog maar pas geleden op prachtvolle wijze bewezen heeft. Er zit iets megalomaans in de ambitie je woorden een universele geldigheid mee te willen geven, een megalomanie die mij vaker afstoot dat aantrekt.

Er zijn wel uitzonderingen mogelijk op deze regel. Natuurlijk. Op elke regel zijn uitzonderingen mogelijk, altijd weer. Net daarom dat ze zo sterk is: bitter weinig heeft immers universele geldigheid. Ik bedoel, stel dat je in Zagreb woont. Helemaal in dat gekke Kroatië. Waar je niet eens stokoud hoeft te zijn om al drie grote omwentelingen meegemaakt te hebben. Waar staatsvormen continu in beweging lijken te zijn. Was het Joegoslavië, was het de socialistische heilstaat, was het onafhankelijke Kroatië, moest je alles veil hebben voor het een of even later toch weer voor het andere? Wat Rick Zaal een Echt Land noemt; vergeven van “echte gebeurtenissen”; waar het sociale en het politieke doorwerkt tot in de ziel van elke burger, waar ook de steentjes voor uw voordeur niet langer neutraal zijn. De gekte van een diergelijke omgeving kan misschien alleen vorm krijgen in een Grote Europese Roman. En met De engel van het verdwijnen heeft Slobodan Šnajder die allicht geschreven.

Misschien gaat het -naast over Zagreb- nog wel het meest over Anđa Berilo. Als baby werd ze gevonden in een koffiebonenzak, al wees groeide ze op, als vrouw maakte ze genoeg mee om drie mensenlevens mee te vullen. Ze vocht aan de zijde van de Partizanen, ze vond liefde, ze verloor verschillende mensen die haar na waren, misschien was ze zieneres, misschien heilig, misschien een heks, ze werd op haar beurt moeder van een wees, en misschien stierf ze meerdere keren.

Misschien een ander misschien.

Misschien gaat het nog of ook of meer -want wie is te zeg waar de nadruk op gelegd dient te worden- over het kind Magus. De magiër. Het kleine grote mens. En de beelden die hem doorstromen, de visioenen. Die eeuwen leefde. Voor het eerst sprekend in 1563. De pest in Zagreb. Toen de mensen op karren werden gegooid en afgevoerd. Eeuwen later is Magus er nog steeds, of weer, en altijd maar dingen ziend, hij sterft als hij van het balkon wordt gegooid door een agent die joden kwam halen, niet ongelijk de scene met de pestepidemie, mensen worden afgevoerd in een vervoermiddel, zo gaat dat in tijden van ontmenselijking, maar zijn er ooit andere tijden, al deze ellende is nog niet genoeg, want Magus wordt ook de gaskamer niet bespaard, de ijslijkste en huiveringwekkendste gaskamerscéne die ik ooit las, al moet ik daarbij onmiddellijk aantekenen dat ik niet bijzonder veel gaskamerscénes gelezen heb in mijn leven, want oorlogsromans hebben mijn aandacht niet meteen, misschien vanwege mijn afkeer van wat ik monumentalisme noem, een gemakzuchtig monumentalisme ook nog eens want in oorlogen is het vaak iets te helder wie de goeden en wie de slechten zijn.

Of misschien ook misschien.

Er is nog een focalisator in dit boek. Een huis wordt sprekend, denkend, ervarend opgevoerd. Het huis met zijn bewoners. Het kind Magus, Anđa Berilo, professor Gravanić, de komende mensen, de gaande mensen, hoe het huis meeleeft met al zijn bewoners, houdt van al zijn bewoners, kijkt en luistert naar al zijn bewoners. Het kan zijn dat het kan zijn maar het kan ook zijn dat het niet kan zijn dat dit huis de feitelijke hoofdrolspeler is in dit boek, wie is te zeggen waar de nadruk op gelegd dient te worden, wat haal je uit een roman die golft, hort, en stoot?

Huizen die tot u spreken, onsterfelijke kinderen, zieners, heilige heksen – als u nu echter peinst dat De engel van het verdwijnen een surrealistische roman is, een modern sprookje, of -erger nog- esoterisch gekwezel, raad ik u aan vlug iets anders te peinzen. Šnajder splijt ons luie brein met een historische vertelling die plaats biedt aan vele -elkaar eventueel uitsluitende- werkelijkheden. Hoe dat mogelijk is, moet je maar eens aan Markus Gabriels vragen.

Mensen die echt waren in tijden, dingen die echt waren in tijden, gebeurtenissen die echt waren in tijden, tijden die echt waren in tijden. Pest en katholieken en Duitsers en Serviërs en oorlog en Russen en treinen en Josip Broz, de maarschalk, Tito. Dingen die bestonden en bestaan in tijden.

De viool van Paganini. De mannen in het sanetorium. Welkom thuis, sanetorium. Hoe het alles paste bij een vroege ochtend met koffie en met The way I’m sick van Dakota Suite. Hoe ziek het land. Hoe ziek de oorlog. Hoe ziek de wereld. Hoe ziek de mens. Mort & tod & dood & smrt, volgens Fransen een vrouw volgens Duitsers een man, grundlich je denkt (& even een lach), een klein tractaat over zelfmoord van een artilleriekapitein die nog een kennis van Breton was (Breton bestond), of ook een overzicht van een fenomenologie van het irrationele, dingen die je wel zou willen lezen je denkt (& even een knik).

Wat is wat ik bedoelde met dat horten en stoten. De geschiedenis zelf, ze hort. De geschiedenis zelf, ze stoot. De geschiedenis is een spiegel waarin je de geschiedenis kunt zien, zulke wagens als die de pestlijders kwamen halen waren zulke wagens als die de Joden kwamen halen, zulke wagens bestonden, zulke wagens bestaan, zulke wagens zullen bestaan, Šnajder laat dit spiegelen straf zien, hij is niet de eerste en hij is ook niet de indringendste maar hij doet het niettemin op overtuigende wijze in een boek dat fragmentarisch genoeg is om interessant te blijven – de opeenvolgende paragrafen staan eerder in associatief dan in oorzakelijk verband met elkaar.

In een altijd overal Zagreb.

In een altijd overal.

In de trein van ergens naar ergens, van Belgrado naar Ljubljana, de Blauwe Trein, zit verzameld gans Tito’s naoorlogste kabinet. Het is de luxetrein van de Joegoslavische regering. Vervoerd wordt een doodskist met daarin de aan leukemie overleden Boris Kidrič (Boris Kidrič bestond). Revolutionair, aanvoerder van de partizanen, strijder tegen nazistisch Duitsland en fascistisch Italië, minister van industrie, bedenker van een vijfjarenplan om Joegoslavië te industrialiseren (Italië bestaat, fascisme bestaat, industrialisatie bestaat). Het kabinet zit rond de kist in het salonrijtuig. Men zit men gebaart men onderhoudt zich men rookt (asbakjes op de kist) men praat over dood, over deze wereld als enige wereld, over (het niet-bestaan van) geesten, over religie als hypnose (massapsychose) (en metempsychose denk je) (en met een pik hozen denk je), over wat er is na dit leven, en Niets!, zegt Eduard Kardelj, alias Bevc, alias Sperans, maar dat is toch niet geheel naar de zin van de maarschalk, die zich ineens ontpopt als een Ietser (mier bleek een Ietser, wat me een beetje van hem tegenviel) (iets moet er zijn omdat er iets moet zijn) (want niets is verschrikkelijk) (nee niets is niets) (het niets nietst).

De mensheid als abstactie?

Christus als zelfmoordenaar?

Toch maar een ideeënroman dan?

Proef ik toch ergens in de verte wel een ongetwijfeld nietzscheaans geïnspireerd nihilisme. Want socialisme, christendom, democratie en wat dat uitmaakt? Niets. Het is alles een aaneenschakeling van dogma’s. En als het dogma wil dat we radiatoren zien waar er geen zijn, dan zien we radiatoren. Ook als ze er niet zijn. Wat bedoelt dat besprekerken daar nou weer mee? Ach ga dit boek toch lekker zelf lezen man. Elke staatsvorm, elk allesoverkoepelend Idee presenteert zichzelf als de Grote Verlossing uit het Kwade (lees er Ten Bos anders maar eens op na) (ja, doe) (Ten Bos er op na lezen bedoel ik). Maar om er in mee te gaan zul je altijd radiatoren moeten zien waar ze niet zijn (wie zou bijvoorbeeld het fascisme al uit de achterhoek hebben zien komen?) (maar toch: als ze ergens radiatoren zagen waar die niet waren dan was het klaarblijkelijk daar wel).

Šnajder weet de afgrijselijkste waarheden steeds opnieuw te koppelen aan mythologie en religie (de socialistische heilstaat als het nieuwe christendom, waarin God werd ontheven van de vermoeiende taak de wereld te scheppen – dat was voortaan een taak van de Arbeider), want “de verbeelding gaat vaak aan iedere logica voorbij, maar die mist dan weer elke fantasie”, verweeft dit zo sterk dat metafysica niet meer van fysica te onderscheiden valt, of, misschien, van meet af aan hetzelfde is (hoe dat kan moet je maar aan Markus Gabriels vragen). Als Anđa sterft (op de begraafplaats) (zelfmoord mislukt) (de haak had haar nochtans sterk vermagerde lichaam niet gehouden) verschijnen aan de hemel de ruiters van de Apocalyps. Met Tito als vijfde ruiter! Maar een man op een paard aan de hemel, dat kan ook een centaur zijn, toch? Maar een centaur aan de hemel, dat kan ook gewoon maar Alpha Centauri zijn, de hoofdster van het sterrenbeeld Centaur.

Šnajder zingt, preekt, vertelt, toont, doceert, legt uit en verontrust. Ja. De engel van het verdwijnen is een veelkantige roman. Een uiterst gelaagd epos. Een monument en een dingens. Alles wat een boek een Grote Europese Roman kan laten zijn. Een onderhoudende leeservaring, die misschien net een weinig te lang doorkwakkelt: wordt het orgelpunt gezet, zijnde de grote zwarte bol, voorstellende de sloopkogel waarmee het huis aan de Ilica -een van de hoofdrolspelers in dit boek- gesloopt wordt, wat meteen ook als punt achter de vertelling kan fungeren (wat nog vrij expliciet benoemd wordt door Šnajder) (en dat is een beetje zwak, toch, dat is een beetje zoals een mop uitleggen, toch) (o hoe erg om zoiets te vergelijken aan een mop) (hoe plat) (enfin), gaat het daarna toch nog weer even door met de Oligarch die tien keer op een dag dineert want hij eet voor de armen en baadt in een met smaragden ingelegde badkuip want hij baadt voor de daklozen dus iedereen dient deze man te eren. Wat wel grappig was, op een wrange manier dan, maar hier, waar het als een soort postscriptum fungeert wat misplaatst lijkt. De schrijver als het soort gast dat maar niet van het podium te slaan is, iedere keer weer terug komt met een nieuw verhaal, een volgende observatie, of nog een klein vertellinkje om het af te leren.

Hoe groots De engel van het verdwijnen ook is, verpletteren deed het me niet. Daar vond ik het allemaal toch net een beetje te bedacht voor. Bijzonder goed bedacht, dat wel. Maar bedachtheid is vaak statisch. Het blijft in het boek. De hand die uit de pagina’s omhoog kan komen om de lezer bij de strot te grijpen, blijft dan uit. Voor wie niet gewurgd wenst te worden tijdens het lezen echter een meer dan prima boek.

Slobodan Snajder De engel van het verdwijnen

De engel van het verdwijnen

  • Auteur: Slobodan Snajder (Kroatië)
  • Soort boek: Kroatische historische roman
  • Origineel: Anđeo nestajanja (2023)
  • Nederlandse vertaling: Roel Schuyt
  • Uitgever: Wereldbibliotheek
  • Verschijnt: 22 oktober 2024
  • Omvang: 416 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 27,99 / € 14,99
  • Boek bestellen bij:  Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van de Kroatische schrijver Slobodan Snajder

Vlak voor de Tweede Wereldoorlog komt in een huis in Zagreb, een mooi, intelligent meisje als dienstbode werken. Anda komt uit de bergen en zal gedurende de moeilijke oorlogsjaren alles ontdekken over haar werkgevers – de een eindigt in een concentratiekamp, de ander zal zich aansluiten bij de Kroatische nationalisten, en weer een ander zal genezing zoeken in een sanatorium.

De engel van het verdwijnen van Slobodan Šnajder is een groots en meeslepend historisch epos, door de schrijver opgedragen aan de stad Zagreb en haar bescheiden helden. De lotgevallen van Anda Berilo zijn die van een volk en van een stad; ze vormen het verhaal over al degenen die in idealen blijven geloven, ook als ze daarin diep worden teleurgesteld.

Slobodan Snajder (8 juli 1948, Zagreb, Kroatië) studeerde Engels en filosofie voordat hij zich toelegde op het schrijven. Hij geldt als een van de grootste moderne Kroatische schrijvers, en wordt nu eindelijk ontdekt in het buitenland.

Slobodan Snajder De reparatie van de wereld RecensieSlobodan Snajder (Kroatië) – De reparatie van de wereld
Kroatische historische roman
De reparatie van de wereld is een grote historische roman en een tragische liefdessaga. Hij beschrijft het lot van een vrouw en een man die voor elkaar bestemd leken te zijn. Maar op de na-oorlogse puinhopen van Midden-Europa ontkomt niemand aan de last van het verleden…lees verder >

Bijpassende boeken en informatie

Mats Strandberg – Pestbloemen

Mats Strandberg Pestbloemen recensie en informatie over de inhoud van de gothic young adult roman die zich afspeelt in de zeventiende eeuw. Op 23 oktober 2024 verschijnt bij Uitgeverij Blauw Gras de 11+ gothic roman van de uit Zweden afkomstige schrijver Mats Strandberg met illustraties van Elin Sandström. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver, de vertaalster en over de uitgave.

Mats Strandberg Pestbloemen recensie van Jolien Dalenberg

Magdalena en haar zusje Ebba worden door hun vader naar tante Katharina gestuurd, als hun moeder door de pest komt te overlijden. Het kasteel van hun tante is een sombere plek, en ze worden bepaald niet warm ontvangen. Tante Katharina is een kille vrouw, die het geloof gebruikt om angst te verspreiden. De meisjes worden wreed behandeld. Er lijken geheimen in het kasteel rond te waren. Waarom hebben ze de stiefzoon van hun tante nooit ontmoet? Wat is er gebeurd tussen hun moeder en hun tante?

Duister, donker en magisch. Dat is de korte samenvatting van Pestbloemen. Verteld vanuit het perspectief van Magdalena, die daarvoor het geknipte personage is. Als oudste zus probeert ze haar kleine zusje te beschermen. Ze is sterk en weet de geheimen van haar familie te ontrafelen. Haar gedachten nemen je mee alsof je naast haar door het kasteel dwaalt. Strandberg weet zo levendig te schrijven, dat je haar wanhoop, angst en pijn voelt. Maar ook haar kracht, haar drang om te leven.

Het verhaal blijft je verrassen, Strandberg heeft meerdere wendingen voor je in petto die het meer dan interessant maken om verder te lezen. Hoewel de toon van het verhaal vrij donker is, zijn er Gelukkig genoeg lichtpuntjes. Vriendelijke mensen en bijzondere vriendschappen geven het verhaal de nodige lucht. Hierdoor wordt het nog sterker en wil je het helemaal niet meer wegleggen. Gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Mats Strandberg Pestbloemen

Pestbloemen

  • Auteur: Mats Strandberg (Zweden)
  • Illustraties: Elin Sandström
  • Soort boek: young adult, gothic (11+ jaar)
  • Nederlandse vertaling: Femke Muller
  • Uitgever: Uitgeverij Blauw Gras
  • Verschijnt: 23 oktober 2024
  • Omvang: 208 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 16,99 / € 9,99
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman van de Zweedse schrijver Mats Strandberg

Een gothic novel waarin je niet kunt stoppen. Mats Strandberg doet twee dingen tegelijk: hij geeft zijn personages diepte, én hij bezorgt ons een pageturner.

Het is 1710. In Stockholm heerst de pest, en Magdalena (15) en haar zusje verliezen hun moeder. Ze worden naar het platteland gestuurd. Daar leert  Magdalena Axel kennen. Maar leeft hij wel? Waarom ziet niemand anders deze raadselachtige jongen Magdalena ontdekt familiegeheimen die haar leven op zijn kop zetten. Maar dan wordt ze zelf ziek.

Mats Strandberg (23 oktober 1976, Västanfors, Zweden) schrijft voor jong en oud, vaak in het horrorgenre. Hij wordt gelezen en geprezen vanwege zijn plotbeheersing en zijn geloofwaardige personages – zoals  bijvoorbeeld in zijn overweldigende  young-adultroman Het einde, die ook bij Blauw Gras zal uitkomen.

Elin Sandström (1988) maakte spannende zwart-wittekeningen voor dit boek. Ze woont net buiten Stockholm, werkt sinds 2012 als illustratrice en debuteerde in 2023 ook als auteur met een eigen titel.

Bijpassende boeken en informatie

Grethe Bøe – Zwaar geschut

Grethe Bøe Zwaar geschut recensie, review en informatie van de nieuwe Noorse thriller die zich op Spitsbergen afspeelt. Op 22 oktober 2024 verschijnt bij Uitgeverij Volt de de tweede Ylva Nordahl-thriller van de uit Noorwegen afkomstige schrijfster Grethe Bøe. Hier lees je informatie over de inhoud van de thriller, de schrijfster, de vertalers en over de uitgave.

Grethe Bøe Zwaar geschut recensie en review

Zwaar geschut, van de Noorse schrijfster is de tweede actiethriller van de Noorse schrijfster Grethe Bøe met pilote Ylva Nordahl is de hoofdrol. Na het geslaagde eerste deel in de reeks, Mayday, overtuigt Grete Bøe opnieuw.

In een nieuw verhaal waarin haar held in Ylva Nordahl verzeilt in een complot dat raakt aan de strijd tussen wereldmachten, volgen de actiescenes en plotwendingen elkaar snel op. Ondanks het feit dat het verhaal zich op het randje van ongeloofwaardigheid ontwikkelt, ga je er als lezer in mee. De vrouwelijke insteek en de keuze van de locaties geven het boek net dat extra spannende met vooral de actiescenes op het afgelegen Noordelijke eiland Spitsbergen, waar Europa, Rusland en de Verenigde Staten elkaar letterlijk raken als hoogtepunt.

Als met al is Zwaar geschut, een geslaagde en gelaagde actiethriller met een duidelijke vrouwelijke touch die de liefhebber van het genre zeker zal aanspreken. Het boek is door de redactie gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Grethe Bøe Zwaar geschut

Zwaar geschut

Ylva Nordahl-thriller 2

  • Auteur: Grethe Bøe (Noorwegen)
  • Soort boek: Noorse thriller, actiethriller
  • Origineel: Snøleoparden (2023)
  • Nederlandse vertaling: Janke Klok, erica Weeda
  • Uitgever: Uitgeverij Volt
  • Verschijnt: 22 oktober 2024
  • Omvang: 320 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 21,99 / € 11,99
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de Ylva Nordahl-thriller deel 2 van Grethe Bøe

Een onderzeeër vol kernwapens. Een duivels plan. En een race tegen de klok om een ramp te voorkomen.

In een NAVO-onderzeeër in het Arctische gebied vindt een explosie plaats. De schade blijkt aanzienlijk, hoewel het erger had gekund: de onderzeeboot is gevuld met kernwapens. De bemanning heeft geen andere keus dan een noodstop te maken in Spitsbergen, een gebied waar de Russen naar eigen zeggen de meeste aanspraak op hebben, en waar de aanwezigheid van de NAVO en de VS omstreden is.

Ondertussen komt gevechtspiloot Ylva Nordahl een gevaarlijke samenzwering op het spoor: een alliantie van partijen die het Westen als hun gemeenschappelijke vijand zien en een terroristische aanslag beramen. Helaas weet zij veel minder over haar tegenstanders dan andersom het geval is…

Zwaar geschut is een spannende actiethriller die zich afspeelt tegen het verraderlijke landschap van het Noordpoolgebied, en de nog verraderlijkere achtergrond van de wereldpolitiek.

Grethe Bøe Mayday RecensieGrethe Bøe (Noorwegen) – Mayday
Noorse thriller
Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
Uitstekend en overtuigend thrillerdebuut met actualiteitswaarde en hoog realiteitsgehalte over een grensconflict tussen Rusland en Noorwegen…lees verder >

Bijpassende boeken en informatie

Jane Gardam – Een lange zomer vrij

Jane Gardam Een lange zomer vrij recensie, review en informatie over de inhoud van de Yorkshire roman uit 2000 van de Engelse schrijfster. Op 10 oktober 2024 verschijnt bij Uitgeverij Cossee de Nederlandse vertaling van de roman over Yorkshire in 1946, The Flight of the Maidens van de uit Engeland afkomstige schrijfster Jane Gardam. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster, de vertalers en over de uitgave.

Jane Gardam Een lange zomer vrij recensie

  • “Scherpzinnig, met een warme menselijkheid, en echt grappig. Een van onze allerbeste schrijvers!” (Hilary Mantel)
  • “Jane Gardams boeken behoren tot de grote schatten van de Engelse literatuur. Ze schrijft simpelweg schitterend. De lezers mogen blij zijn en zich op prachtige boeken en een groot leesplezier verheugen.” (Ian McEwan)

Een lange zomer vrij recensie van Monique van der Hoeven

Een lange zomer vrij is de vertaling van een roman uit 2020, geschreven door de geweldige Britse auteur Jane Gardam.

Het verhaal speelt zich af in de zomer van 1946, in Yorkshire. De hoofpersonen zijn drie jonge vrouwen, die net hebben gehoord dat ze een studiebeurs hebben gekregen en op de drempel van een heel nieuw leven staan.

Hetty wil de zomer gebruiken om voor haar nieuwe studie begint, haar literatuurkennis te vergroten. Ze vertrekt met een koffer vol boeken in haar eentje naar het Lake District. Una gaat op fietsvakantie met haar vriendje en de Joodse Liselotte, die in de oorlog is ondergebracht in Yorkshire bij een Quaker familie, gaat in Amerika op zoek naar haar enig overgebleven familielid.

Drie prachtige verhaallijnen van jonge vrouwen, vol met boeiende en kleurrijke personages, die elkaar hier en daar nog kruisen. Een geweldig boek vol met levensechte verhalen, die je als lezer meenemen en raken. Een aanrader! gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Jane Gardam Een lange zomer vrij

Een lange zomer vrij

  • Auteur: Jane Gardam (Engeland)
  • Soort boek: Engelse roman
  • Origineel: The Light of the Maidens (2000)
  • Nederlandse vertaling: Gerda Baardman, Kitty Pouwels
  • Uitgever: Cossee
  • Verschijnt: 10 oktober 2024
  • Omvang: 336 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 27,99 / € 14,99
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Boek bestellen bij: Bol Libris

Flaptekst van de roman van Jane Gardam

Yorkshire, de zomer van 1946. De oorlog is net voorbij, er zijn voedselrantsoenen en men betaalt met kledingcoupons. De scholieren Hetty, Una en Lieselotte hebben een staats beurs gekregen en zijn aangenomen bij de beste universiteiten van het land. Ze kunnen niet wachten om uit hun ingeslapen kuststadje te vertrekken.

Maar eerst bespreken de drie hun zomerplannen. Hetty is toegelaten tot de studie let terkunde in Londen, en gaat met een koffer vol boeken naar het Lake District om nog gauw haar literatuurkennis op peil te brengen. Bijkomend voordeel: zo hijgt haar bemoeizieke moeder haar niet zo in de nek. Una maakt zich op voor een fietsvakantie door de country side met een jongeman die als kind bij de viswinkel werkte en daarom bekend staat als ‘Ray de visjongen’. De joodse Lieselotte – die met het kindertransport uit nazi-Duitsland is gevlucht en is ondergebracht bij een Quaker-familie, en door haar klasgenoten altijd ‘die Duitse’ wordt genoemd – besluit halsoverkop haar enige nog levende familielid op te zoeken in de Verenigde Staten.

In Een lange zomer vrij is rasverteller Jane Gardam op de toppen van haar kunnen. Ze toont ons drie jonge vrouwen op de drempel van volwassenheid: klaar om Yorkshire, de oorlog en de eeuwige verwachtingen van hun ouders achter zich te laten. Maar wat als ze die zomer ook afstand nemen van elkaar?

Jane Gardam (Coatham, North Yorkshire, 11 juli 1928) is de enige schrijver die twee keer met de Costa Book Award bekroond is. Een onberispelijke man werd in maart 2017 uitgeroepen tot Boek van de Maand bij De Wereld Draait Door en stond wekenlang in de Bestseller 60. Een trouwe vrouw (2017), Laatste vrienden (2018) en De dochter van Crusoe (2018) waren wederom favoriet bij lezers, boekhandels en pers. Ook is ze de auteur van het Cossee broekzakbibliotheek-boekje De geheime brieven. Met Op de klippen (2019) behaalde Jane Gardam in 1978 de shortlist van de Man Booker Prize. Haar oeuvre omvat meer dan dertig boeken, romans, verhalen en kinderboeken. Ze is Fellow van de Royal Society of Literature en woont in East Kent.

Bijpassende boeken en informatie

Elvin Post – Een aardig meisje

Elvin Post Een aardig meisje recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Nederlandse thriller. Op 8 oktober 2024 verschijnt bij Uitgeverij Ambo | Anthos het nieuwe boek van de Nederlandse thrillerschrijver Elvin Post. Hier lees je informatie over de inhoud van de thriller, de schrijver en over de uitgave.

Elvin Post Een aardig meisje recensie en informatie

Dat Elvin Post inmiddels behoort tot een de selecte groep van uit stekende Nederlandse thrillerschrijvers zal bij de liefhebber van het genre ongetwijfeld bekend zijn. Maar het het niveau vasthouden dat is een uitdaging en lang niet altijd vanzelfsprekend. Toch lijkt Post er elke keer opnieuw in te slagen.

Ook zijn nieuwste thriller is zeer geslaagd. Het verhaal is klein en speelt zich af in een klein complex met zes in Rotterdam. Achter de voordeur spelen zich de levens af die met elkaar verweven raken. Bovendien spelen zaken als huiselijk geweld, pesten, overspel en sterfelijkheid een noodlottige rol.

Elvin Post bouwt zijn verhaal en plot op zeer kundige wijze door de bewoners elk hun verhaal te laten doen. Perspectiefwisselingen en plotwendingen krijgen op natuurlijke wijze de ruimte. Hierdoor ontspint zich een een spannend en uitstekend geschreven verhaal dat boeit, kwaad maakt en zelfs ontroert. De thriller is gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Elvin Post Een aardig meisje

Een aardig meisje

  • Auteur: Elvin Post (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse thriller
  • Uitgever: Ambo | Anthos
  • Verschijnt: 8 oktober 2024
  • Omvang: 344 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook / luisterboek
  • Prijs: € 23,99 / € 12,99 / € 14,99
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van de nieuwe thriller van Elvin Post

Een aardig meisje van Elvin Post is een spannende whodunit waarin je continu op het verkeerde been wordt gezet. Megan Smit is een aardig meisje. Helaas is het leven tot nu toe niet zo aardig voor háár. Op jonge leeftijd verloor ze haar vader, ze liep haar gedroomde carrière als filmactrice mis en haar moeder wil maar niet begrijpen waarom ze een einde maakte aan de disfunctionele relatie met haar ex-vriend Rex. Wanneer Megan een nieuw appartement betrekt in Rotterdam, lijkt het leven haar eindelijk toe te lachen. Lijkt. Want nog geen vijf maanden later ligt haar buurman dood in het trappenhuis en wordt ze beschuldigd van moord.

Is Megan onschuldig, zoals ze beweert, of liegt ze en is ze opgehouden een aardig meisje te zijn?

Elvin Post (25 november 1973, Rotterdam) won met zijn debuut Groene vrijdag (2004) direct de Gouden Strop. Het was het veelbelovende begin van een rijk oeuvre, met als recentste thrillers De cursus en Breek punt. Hij oogstte de afgelopen jaren ook succes met zijn youngadultboeken. Het werk van Post is uitgegeven in het Duits, Frans, Spaans, Turks, Hebreeuws, Arabisch en Indonesisch.

Bijpassende boeken

Eveline Baar – De Gouden IJscoupe

Eveline Baar De Gouden IJscoupe recensie en informatie over de inhoud van het kinderboek over Italië voor lezers van 10+ jaar met illustraties van Karin van der Vegt. Op 11 juni 2024 verschijnt bij Uitgeverij Volt het nieuwe zomerse kinderboek over Italiaans ijs van schrijfster Eveline Baar. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave.

Eveline Baar De Gouden IJscoupe recensie van Jolien Dalenberg

Vito zijn vader is ijsmaker. Het is de bedoeling dat Vito later de zaak zaak overnemen en zijn vader op zal volgen als ijsmaker. Alleen… dat ziet hij eigenlijk niet zo zitten! Ja, hij houdt van ijs, en hij helpt ook echt wel mee als hij vrij is. Maar hij wil liever andere dingen doen. Nieuwe smaken bedenken bijvoorbeeld. Als zijn vader weigert mee te doen aan de jaarlijkse wedstrijd om de Gouden IJscoupe, bedenkt Vito een plan. Geholpen door snippers uit het verleden van zijn plotseling verdwenen opa en zijn beste vriendin Aiko, gaat hij in Italië op zoek naar het oudste ijsrecept. Alleen, er zijn kapers op de kust. Een andere familie ijsbereiders probeert ze te slim af te zijn en het recept vinden. Of te stelen.

Het verhaal is duidelijk met ontzettend veel liefde geschreven. Dat blijkt ook uit het nawoord, waarin Eveline Baar vertelt over haar tijd als zaterdag hulp bij een ijssalon in Amersfoort, en hoe ze daar onderdeel werd van de familie. Dat gevoel van één grote familie komt in het verhaal sterk naar voren. De saamhorigheid, het kopje koffie of de pan pasta die altijd klaar staat, maken dat extra voelbaar. Vito, zijn oma en zijn beste vriendin Aiko worden overal met open armen ontvangen.

De Gouden IJscoupe brengt ook het nodige avontuur met zich mee. De sporen die ze terugvinden van opa, een andere familie die ze telkens dwars zit, geven het verhaal een spannend tintje. Er is een prettige balans tussen de zoektocht naar het recept, en de innerlijke reis van Vito – die liever niet in de voetsporen van zijn vader wil treden. Maar wel graag gezien wil worden voor wie hij is.

Een mooi verhaal, dat je ook nog eens meeneemt op ontdekking door Italië, gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Eveline Baar De Gouden IJscoupe

De Gouden IJscoupe

  • Schrijfster: Eveline Baar  (Nederland)
  • Soort boek: kinderboek 10+ jaar)
  • Uitgever: Uitgeverij Volt
  • Verschijnt: 11 juni 2024
  • Omvang: 212 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Boek bestellen bij: BoekenwereldBol

Flaptekst van het kinderboek over Italië van Eveline Baar

Een zomerse zoektocht naar het oudste recept voor Italiaans ijs.

Vito woont met zijn familie boven hun ijssalon. Als de uitnodiging voor de belangrijkste ijswedstrijd van het jaar wordt bezorgd, verandert alles. Om de vijftigste Gouden IJscoupe te winnen, moet Vito’s vader het oudste recept voor Italiaans ijs ooit maken.

Vito verzamelt al zijn moed en gaat op zoek naar het recept, samen met zijn beste vriendin en zijn oma. Wint zijn familie na al die jaren dan eindelijk De Gouden IJscoupe? En wat heeft opa’s verdwijning lang geleden met de wedstrijd te maken?

Ga mee op reis door Italië in dit warme verhaal over vriendschap, familie en mogen zijn wie je bent.

Bijpassende boeken en informatie

Edouard Leve – Zelfportret

Edouard Leve Zelfportret recensie en informatie over de inhoud van de roman van de Franse schrijver, fotograaf en kunstenaar. Op 26 september 2024 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik de Nederlandse vertaling van de roman Autoportrait van de uit Frankrijk afkomstige schrijver, kunstenaar en fotograaf Édouard Levé. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de auteur, de vertaalster en over de uitgave.

Édouard Levé Zelfportret recensie en informatie

  • “Een zeer uitzonderlijk werk in het Franse literaire landschap, het behoort evenwel tot de zeer gesloten clan van belangrijke boeken.” (Le Midi Libre)
  • “Met zijn Zelfportret vindt Éduoard Levé een nieuwe vorm van het ik-verhaal uit. Levé schrijft banale dingen met gewone woorden, en toch is het buitengewoon.” (Libération)

Zelfportret recensie van Tim Donker

Zie. Daar. Bijna had ik iets gehaats gezegd. Levé komt af met een egodocument, misschien zoiets als een autobiografie maar dan wel een hele rare, misschien zoiets als een zelfportret maar dan wel geschreven en niet getekend. En bijna had ik het gezegd, bijna had ik er zelfs de bespreking mee geopend: Levé moet het weer eens anders doen hoor. Maar toen dacht ik aan mijn tante, mijn lievelingstante dan nog, ook zij nu dood, die over mijn moeder, haar zus, na haar dood altijd maar zei Se mos altijd allus andus doen as un anduh, En dat haatte ik. Dan mocht het nog honderd keer mijn lievelingstante zijn, ik haatte die uitspraak. Omdat mijn moeder dood was en met rust gelaten moest worden, omdat ik helemaal niet zo zeker weet of iemand zo nodig “andus” “mot” zijn “as een anduh”; is iedereen niet gewoon is zoals die is, en dat kan toevallig ook niet-gemiddeld zijn (terwijl het juist veel gemakkelijk is gemiddeld te zijn omdat de hele wereld is ingesteld op gemiddelde smaken, gemiddelde karakters, gemiddelde voorkeuren, gemiddelde neigingen en gemiddelde behoeften), omdat ik dat wantrouwen ten opzichte van alles dat afwijkt van de norm ernstig wantrouw, omdat het mogelijk moet zijn om er andere ideeën op na te houden (en bijvoorbeeld te weigeren je te laten inspuiten met een of ander experimenteel serum waarvan niemand de effecten op langere termijn kan voorspellen) zonder direct als een paria, een aansteller, een clown, een asociaal of een opruier gezien te worden. En toch. Ondanks mijn diepe haat tegen die uitspraak had ik m bijna zelf gebezigd. Bijna gezegd. Bijna geschreven. Édouard Levé moet het weer eens anders doen hoor.

Wat doet Levé eigenlijk? Hij maakt een zelfportret. Hij schrijft over zichzelf. Levé over Levé, honderdtien bladzijden lang, sommigen zouden dat een autobiografie noemen. Maar hij begint niet bij een begin. Vertellend over zijn jeugd, belangrijke gebeurtenissen, verhalend over de wegen die hem hebben geleid tot waar hij nu is. Zelfportret kent geen chronologie, geen narratief en geen verloop. Zelfportret is een opsomming. Een honderdtien bladzijden lange opsomming. Door Levé. Van karaktereigenschappen, eigenaardigheden, hebbelijkheden, ideeën, overtuigingen, waarnemingen, herinneringen. Van Levé.

Ik dacht aan David Markson. Ook bij hem regende het immers feiten. Geen actie, geen personages, slechts de gestage opeenvolging van feiten. Maar Markson plunderde encyclopedieën, of liet zijn, in dat geval ontzagwekkende, parate kennis langzaam over de pagina’s leegstromen, om het ik juist te laten verdwijnen onder een berg trivia over componisten, schrijvers, kunstenaars, filosofen, wetenschappers en andere publieke figuren; het weinige “ik” dat nog zichtbaar bleef, maskeerde hij met neutrale aliassen als “Reader”, “Writer” of “Novelist”. Levé laat de hele opsomming over hemzelf gaan. Er bevinden zich ook wel enkele opmerkingen tussen die gaan over familieleden of vrienden, maar dan is het uiteraard veelzeggend dat Levé juist dit of dat zegt over juist die-en-die, net zoals “se mos altijd allus andus doen as un anduh” uiteindelijk meer zegt over die tante dan over mijn moeder.

Een project als dit kent zijn gelijke niet. Misschien Seth Abramson, de enige andere literator waaraan ik moest denken. “Iets als dit” ondernam Abramson ooit. Maar dan als gedicht, en ook nog in de derde persoon (bij hem ging het geloof ik om uitspraken die anderen over hem gedaan hadden). Op boeklengte is dit echter nog vervreemdender. Nou is het wel niet zo’n heel erg dik boek, maar toch, het zijn toch heel erg veel losse, niet-chronologische en onsamenhangende uitspraken die allemaal over Édouard Levé gaan – een mens waarvan ik eigenlijk slechts één ander, ook al niet al te dik, boek ken.

Wat moet je hier over zeggen?
Hoe moet je dit bespreken?
Wat moet je doen om niet te vervallen in “Édouard Levé moet het weer eens anders doen hoor”?

Je kunt er niet eens een behoorlijke psychoanalyse op los laten, als je zoiets debiels al zou willen, want slechts een enkele keer wordt er iets gemeld dat als min of meer veelzeggend valt aan te merken. In “Ik verveel me liever alleen dan met zijn tweeën” of “Als voorbereiding op het koffers pakken maak ik een uitputtende lijst van wat ik meeneem, aangezien ik altijd hetzelfde meeneem sla ik die op in een map op mijn pc” tekent zich een man af; je kunt wijzen en zeggen Ja, dat tiepeert iemand. Maar veel vaker regeert de willekeur. “Ik hoop dat ik nooit een oor vind in een weiland” zal hij wel opgeschreven hebben toen hij Blue Velvet zat te kijken; aan “Ik zal maar één keer zonder te liegen ‘Ik sterf’ kunnen zeggen” is weinig particuliers te ontdekken en “Ik eet driemaal daags” gaat ook al voor heel veel mensen op.

Wat moet je hier over zeggen?
Hoe moet je dit bespreken?

Vooral kun je er veel niet over zeggen. Zelfportret is niet meteen heel ritmies: sommige zinnen zijn erg kort, andere juist weer ellenlang. Het kent ook geen uitgedachte opbouw in sfeer of kleuring: na een tragiese, zware, bedachtzame of dramatiese uitspraak volgt met hetzelfde gemak een luchtige, een onzinnige, een triviale, een absurde, of, meer dan eens, een extreem grappige. En hoewel het dus met nadruk niets gecomponeerds heeft, is Zelfportret toch in hoge mate muzikaal: het dwingt, het vangt, het golft en na verloop van maar een paar pagina’s hypnotiseert het zelfs, zodat je blijft lezen en lezen en lezen en lezen en lezen en lezen en lezen en lezen en lezen en lezen en lezen en lezen en lezen en lezen en lezen en lezen.

Wat moet je hier over zeggen?
Hoe moet je dit bespreken?

Dat je niet weet met welk idee Zelfportret geschreven zou kunnen zijn? Daar zijn momenten waarop je je kunt herkennen in wat Levé schrijft. Of. Ik in ieder geval. Heftig knikkend lees ik “Ik heb zelden spijt van handelen en steevast spijt van niet handelen. Ik denk terug aan de pijn van geschiedenissen die niet plaatsvonden”; Ja denkend, Zo is het denkend, aan alles denkend wat wellicht had kunnen zijn als ik niet te angstig te beschroomd te gekwetst te bescheten te klein te onbeholpen was geweest of om welke reden dan ook maar niet stappen wist over welke lullige emotie dan ook. Maar dat “o dat heb ik ook” kan niet, zal niet de reden zijn geweest waarom Levé Zelfportret schreef. En. Daar zijn ook momenten waarop ik me van dit boek, dit projekt, van Levé wens af te keren. “Ik denk niet dat ik nieuwe pareltjes in de klassieke muziek zal ontdekken,” schrijft hij, “maar ik weet zeker dat ik tot mijn dood zal genieten van deze die ik al ken”; en: “Ik weet niet of er nog iets te verbeteren valt aan de muziek van Bach” en zucht denk ik dan en o denk ik dan en daar gaan we weer denk ik dan, altijd weer die klassieke muziek, het zou eens fijn zijn een schrijver te lezen met een bredere muzieksmaak dan dat, gelukkig zegt hij verderop ook moje dingen die niet over rock of over Portishead niet meteen de allerbeste band die ik ken maar toch, of dat hij honden verkiest boven katten, ja, ook al zoiets, die hondenliefhebbers, mijn ganse schoonfamielje bestaat uit hondenliefhebbers en hoe zij zijn is precies hoe ik de hondenliefhebber zie: braaf, saai, doorsnee, burgerlijk, normatief, fantasieloos, volgzaam, klootloos. Maar ik denk ook niet dat Levé Zelfportret geschreven heeft met het doel zijn lezers te ergeren. De momenten dat je als lezer “Nee, echt?” denkt, “Meen je dat nou?” denkt, zijn gewoon maar inherent aan een projekt als dit: als wie dan ook in één gulp alles zou openbaren wat hij meent, denkt, vindt, voelt, doet, wil, haat, verlangt, afwijst, droomt, heeft en kan, zal daar altijd wel iets tussen zitten wat (lichte) weerzin wekt.

Dus.

Wat moet je hier over zeggen?
Hoe moet je dit bespreken?

Dit is het boek dat je zelf geschreven wou hebben. Maarja. Nu is het er al. Waarom zou je een boek als dit dan nog schrijven. Is dat niet het geniale aan dat wat waarlijk uniek is: op het moment dat het verschijnt, laat het zich met niets vergelijken, en al het gelijkende wat erna nog verschijnt zal gezien worden al na-aperij. Ondertussen, echter, vraag ik me wel af wat ik erin gezet zou hebben als ik een boek als Zelfportret had geschreven. Want dat is nog iets anders dat zo geweldig is aan dit boek. Ik vermoed maar zo dat Édouard Levé een tumultueuzer leven gehad heeft dan ik, en toch zijn de confidenties in Zelfportret zelden spectaculair te noemen. Het is vrijwel alles tamelik dagdagelijks, wat je hier leest kon ook slaan op de buurman of op je collega of op jouzelf. Dat is er ook de kracht van. Misschien dat alleen Levé’s sexuele escapades een slag pikanter zijn dan bij de meeste mensen het geval is (de momenten dat hij zulks ter sprake brengt zijn ook de enige momenten waarop je de schrijver voor een snoever zou houden); vooral, hier, ik-mededelingen van een zeer gangbaar tiepe, dingen die je zelf misschien als terzijde hebt gebezigd in gesprek met een van die vage bekenden die je op straat tegenkomt; de landen die je hebt bezocht, het eten dat je graag eet, dingen die je wel eens doet als je je verveelt (doelloos door het telefoonboek bladeren bijvoorbeeld). Waarin Zelfportret zo overweldigend, onthutsend, betoverend is, is dat er zo ontzettend veel van dit soort “nikserige” ik-mededelingen achter elkaar zijn gezet. Terwijl je steeds het gevoel blijft houden dat jij ook, ook jij, honderdtien bladzijden had kunnen vullen met zulke informatie over jezelf.

Wat moet je hier over zeggen?
Hoe moet je dit bespreken?

Of. Ja. Iets anders nog. Na-aperij ten spijt. Waarom zou dit niet een nieuw zjanrûh kunnen worden, komaan, er is vast ook iemand geweest die als allereerste een autobiografie schreef, die voor het eerst memoires te boek stelde. En dat was nog iets dat door mijn hoofd spookte toen ik Zelfportret las. Niet alleen hoe het kan dan zoveel banaals bij elkaar zo fascinerend kan zijn; en ook, niet alleen bleven als zeepbellen zinnen in mijn hoofd opkomen van het soort dat ik geschreven had in mijn hoogsteigen Zelfportret; ook dacht ik na over navolging. Stel dat Levé school maakt. Stel dat dit een nieuwe vorm van autobiografies schrijven wordt. Van welke schrijvers zou ik graag een boek als Zelfportret lezen? Van welke schrijvers vooral niet? De brutale eerlijkheid van Levé schrikt hier en daar af, maar hij maakt zich er zelf als figuur niet mee kapot. Ook dat is ongelooflijk. De meeste mensen zijn me al onherstelbaar antipathiek als ze maar twee of drie bekentenissen over zichzelf doen; Levé gaat ermee door en door zonder noemenswaardige imagoschade op te lopen. Wie doet hem dat na? Wie doet hem dit na? Wie doet er ooit nog iets na dit?

Wat met je hier over zeggen?
Hoe moet je dit bespreken?

Dit is één van de allermafste boeken die ik ooit gelezen heb, en ik heb ongelooflijk veel maffe boeken gelezen, echt waar, kom zelf eens een blik in mijn boekenkast werpen, en tegelijkertijd ook één van de meest intrigerende, misschien ook wel in een top zoveel of zoveel van de mooiste (ik noem geen nummers, daarvoor zijn het er teveel).

Dus.
Wat moet je hier verder nog over zeggen?
Hoe moet je een bespreking als dit afronden?

Niet. Je zegt gewoon “fantastisch”. En daarna doe je er het zwijgen toe.

Edouard Leve Zelfportret

Zelfportret

  • Auteur: Édouard Levé (Frankrijk)
  • Soort boek: Franse roman
  • Origineel: Autoportrait (2005)
  • Nederlandse vertaling: Karien Vandenberghe
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 26 september 2024
  • Omvang: 112 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman van de Franse schrijver Édouard Levé

In dit briljante en ontnuchterende zelfportret verbergt Édouard Levé niets voor zijn lezers en schetst hij, min of meer willekeurig, zijn hele leven. Zelfportret is een fysieke, psychologische, seksuele, politieke en filosofische triomf. Naast ‘oprechtheid’ streeft Levé naar een objectiviteit die zo radicaal is dat deze zou kunnen doorgaan voor grofheid, trivialiteit en zelfs banaliteit – de auteur heeft zichzelf blootgelegd. Levés boek lijkt in eerste instantie een autobiografie zonder sentiment, alsof het door een machine is geschreven, totdat we door de opeenstapeling van details en de droge, spottende toon merken dat we ontwapend zijn, geboeid en verrukt door niets minder dan perfecte fictie… die geheel uit feiten is opgebouwd.

Édouard Levé (1 januari 1965, Neuilly-sur-Seine – 15 oktober 2007, Parijs) was een veelzijdige kunstenaar in de traditie van het conceptualisme. Hij debuteerde met Œuvres (2002), dat minutieuze beschrijvingen bevat van 533 niet-verwezenlijkte installatie- en performanceprojecten. Zelfportret verscheen oorspronkelijk in 2005. Zelfmoord, zijn laatste boek, kwam in 2021 uit bij Koppernik.

Bijpassende boeken en informatie